NL8600912A

NL8600912A - Toestel voor het onderzoeken van drukinkt of dergelijke.

Info

Publication number: NL8600912A
Application number: NL8600912A
Authority: NL
Original assignee: Testprint Bv
Priority date: 1986-04-10
Filing date: 1986-04-10
Publication date: 1987-11-02
Also published as: NL193034C; CH674086A5; NL193034B; DE3711864A1; GB8708267D0; DE3711864C2; GB2189609A; GB2189609B; DE8705217U1

Description

* *

Lx 86 5021 Mm/Tg

Toestel voor het onderzoeken van drukinkt of dergelijke.

Een voor de uiteindelijke toepassing belangrijk kenmerk van drukinkt is de kleefkradht. Het is dan ook van belang bij de bereiding van drukinkt of bestanddelen daarvan meettoestellen te gebruiken, waarmede de kwaliteit van een inktmonster wat de kleef-5 kracht betreft op betrouwbare wijze kan worden onderzocht.

Er bestaat een meettoestel voor dit doel, dat in de praktijk zeer goed heeft voldaan. Dit toestel omvat een door middel van een motor aan te drijven middenrol met een oppervlak, dat met het oppervlak van een drukwals of -plaat van een drukinrichting over-10 eenkomt, een met deze middenrol in aanraking te brengen en in het bijzonder in de asrichting heen en weer beweegbare verdeelrol voor het op de middenrol overbrengen van een inktlaagje, en een met de middenrol in aanraking té brengen meetrol, die zodanig op zwenkarmen is ondersteund, dat in de werkzame stand de as ervan althans onge-15 veer in een vertikaal vlak door de as van de middenrol is gelegen, welke zwenkarmen door middel van veren tegen een beweging in de draaizin van de middenrol worden tegengehouden, terwijl middelen zoals rekstrookjes zijn aangebracht om de meesleping van de meetrol tengevolge van de kleefkracht van de inkt te meten. Een dergelijk 20 toestel is echter alleen geschikt voor het onderzoeken van drukinkt (of bestanddelen daarvan), die tijdens het drukken niet met water in aanraking komt.

Bij zgn. offsetdruk worden echter drukrollen of dergelijke gebruikt, waarvan het gladde oppervlak bestaat uit inkt vasthouden-25 de gedeelten, bijvoorbeeld uit messing, en inkt minder goed vasthoudende gedeelten, bijvoorbeeld uit chroom, welke laatste, wanneer deze met water worden bevochtigd, de inkt afstoten, waardoor een scherp begrensd inktoverdrachtpatroon wordt verkregen, dat met het af te drukken patroon overeenkomt. Wanneer echter de inkt water op-30 neemt, vermindert de kleefkracht ervan, zodat bij het bereiden van ' 1 V

- 2 - •r_ % 4-j inkten voor dit doel moet worden nagegaan, hoe deze zich ten opzichte van water gedragen. Voor dit doel bestaan nog geen geschikte meettoestellen.

De uitvinding verschaft een verbetering van het voornoem-5 de bekende toestel, dat voor het laatstgenoemde doel geschikt is, en dat daartoe wordt gekenmerkt door een wateropbrengrol, die met de middenrol in aanraking kan worden gebracht, en die met het benedengedeelte in een bakje steekt, dat dient om met water te worden gevuld, teneinde met deze rol water aan de op de middenrol aangebrach-10 te inktlaag; te kunnen toevoegen.

Met dit toestel kan nu eerst op de bekende wijze de kleef— kracht van de te onderzoeken inkt worden bepaald, waarna de wateropbrengrol met de middenrol in aanraking wordt gebracht,, waarbij dan met de meetrol onmiddellijk een vermindering van de kleefkracht 15 wordt vastgesteld. Zodra het water uit de inkt is verdrongen, neemt de kleefkracht weer toe. Wanneer daarbij de oorspronkelijke waarde weer wordt bereikt, betekent dit, dat de inkt geen water heeft opgenomen.

Het verdient daarbij aanbeveling de middenrol van een op-20 pervlak uit koper of messing te voorzien, waarin tenminste een schroeflijnvormige groef is aangebracht, die zich over tenminste een omtrekslengte en tussen de uiteinden van de middenrol uitstrekt, welke groef met chroom is gevuld en glad aansluitend op het rol-oppervlak is geslepen.

25 Op deze wijze wordt een voor meting geschikte nabootsing van een drukrol verkregen, waarbij ter plaatse van de chroomlaag de inkt door water wordt verdreven, hetgeen ter plaatse van het messing niet plaatsvindt. De grootteverhouding tussen de chroom- en de messinggedeelten is daarbij zodanig gekozen, dat de invloed van 30 de laatstgenoemde gedeelten overweegt, teneinde een voor het bepalen van de invloed van het water geschikt meetgebied te verkrijgen. De schroeflijnvorm van deze strook of stroken verschaft een gelijkmatige verdeling van inkt en'water over deze stroken, terwijl, nadat de

.. / . I J

- 3 - wateropbrengrol weer van de middenrol is verwijderd, het water op de chroomstrook of -stroken naar een zijde van de middenrol wordt verdreven.

In het bijzonder is de wateropbrengrol op zwenkarmen on-5 dersteundf die in de werkzame stand door middel van veren met instelbare kracht naar de middenrol worden gedreven, terwijl een grendel is aangebracht om deze zwenkarmen in de onwerkzame stand van deze opbrengrol te kunnen vergrendelen.

Bij voorkeur zijn de zwenkarmen van de wateropbrengrol 10 voorzien van een haakvormig uiteinde, waarmede deze armen op een afplatting van een bijbehorende draaipen kunnen worden geschoven, welke armen daarna met een spanmiddel kunnen worden vastgezet, welke draaipennen elk van een hefboom zijn voorzien, die met een anderzijds vast ondersteunde drukveer in aangrijping is.

15 De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toege licht aan de hand van een tekening; hierin toont; fig. 1 een schematisch zijaanzicht van het toestel volgens de uitvinding; fig. 2 een deelaanzicht volgens de pijl II van fig, 1; 20 fig. 3 een aanzicht op kleinere schaal van een bijzondere middenrol voor dit toestel; en fig. 4 een deeldoorsnede op grotere schaal volgens de lijn IV-IV van fig, 3 van een appervlaksgedeelte van deze middenrol.

A

25 In een onderstel 1 van het toestel volgens de uitvinding is een middenrol 2 op niet nader aangeduide wijze ondersteund, welke rol met een geschikte aandrijfmotor is gekoppeld.

Een inktverdeelrol 3 is op zwenkarmen 4 ondersteund, en kan vanuit de getekende stand met behulp van niet nader aangeduide 30 middelen en onder een gewenste voorspanning met de rol 2 in aangrijping worden gebracht. De as van deze rol 3 is van een mechanisme voorzien, waarmede bij draaiing de rol 3 in de asrichting heen en weer kan worden bewogen om een op deze rol aangebrachte inktlaag ^ 4z - 4 - gelijkmatig over het oppervlak van de rol 2 te verdelen.

Een meetrol 5 is door middel van zwenkarmen 6 ondersteund, en rust in de afgebeelde stand op de rol 2, waarbij de assen van de beide rollen althans ongeveer in hetzelfde vertikale vlak zijn ge-5 legen. De zwenkassen 7 van de armen 6 zijn met bijbehorende blad-veren 8 verbonden, die bij 9 zijn ingeklemd, waarbij middelen zoals rekstrookjes zijn aangebracht om de vervorming van deze bladveren te meten. Handgrepen 10 dienen om de armen 6 vanuit de getekende stand in de met onderbroken lijnen 6' aangeduide onwerkzame stand te 10 brengen.

Tot zover komt het toestel geheel overeen met het eerdergenoemde bekende toestel* Wanneer een bepaalde hoeveelheid inkt op de rol 3 is aangebracht, en bij draaiing van de rol 2 over het oppervlak daarvan wordt verdeeld, zal deze inktlaag door de kleef-15 kracht daarvan een zekere meesleping van de in de werkzame stand geplaatste rol 5 bewerkstelligen, die door middel van de voornoemde rekstrookjes kan worden gemeten.

Volgens de uitvinding wordt nu een bijkomende rol 11 aangebracht, die op zwenkarmen 12 is ondersteund, welke armen rond 20 draaipennen 13 zwenkbaar zijn, en op nog nader te beschrijven wijze door middel van veren naar rechts worden gedreven om de rol 11 met de middenrol 2 in aanraking te brengen. Een grendel 14, die met een vaste stuitpen 15 in aanraking is, houdt in de afgebeelde stand de rol 11 van de rol 2 verwijderd, terwijl bij draaiing van deze gren-25 del met behulp van een handgreep 16 de armen 12 onder de veerkracht voldoende naar rechts kunnen zwenken om de rol 11 met de rol 2 in aanraking te brengen.

De rol 11 steekt met het benedengedeelte in een waterbakje 17, zodat bij draaiing van de rol 11 water op de middenrol 2 30 zal worden overgedragen, terwijl van de rol 2 afdruipend water weer in een bakje 17' terechtkomt.

De armen 12 hebben aan het boveneind een open gleuf 18, die, zoals uit fig. 2 blijkt, op een afplatting 19 van de bijbeho- 'r?' -o .*· v** •v» S? - 5 - rende draaipen 13 past, terwijl deze armen 12 verder met behulp van een spanmoer 20 of dergelijke op de bijbehorende draaipen kunnen worden vastgezet. De rol 11 kan aldus met de armen 12 uit het toestel worden genomen, nadat de moeren 20 zijn losgedraaid.

5 De draaipennen 13 zijn elk vast met een hefboom 21 ver bonden, die beperkt binnen een vast met het onderstel 1 verbonden kap 22 zwenkbaar is, en met een in een holte van de kap 22 opgenomen drukveer 23 in aangrijping is, welke veren de hefbomen 21 zodanig aandrukken, dat de rol 11 tegen de rol 2 wordt gedrukt.

1.0 Zoals uit fig. 3 en 4 blijkt, is de rol 2, waarvan ten minste het buitengedeelte 24 uit messing of koper bestaat, voorzien van schroeflijnvormige oppervlaksgedeelten 25, die zijn verkregen door groeven 26 in het oppervlak 24 te vormen, en deze groeven met chroom te vullen en daarna glad te slijpen.

15 Voor het onderzoeken van drukinkt wordt eerst, terwijl de rol 11 buiten aangrijping met de rol 2 wordt gehouden, een bepaalde hoeveelheid inkt op de rol 3 gebracht, die gelijkmatig over de rol 2 wordt verdeeld. Met behulp van de meetrol 5 wordt dan de kleefkracht op de bekende wijze gemeten. Vervolgens wordt met de 20 rol 11 water op de rol 2 gebracht, dat ter plaatse van de stroken 25 de inkt verdringt. De kleefkracht neemt dan dienovereenkomstig af.

Daarna wordt de rol 11 weer weggenomen. Het water wordt dan langs de schroeflijnvormige stroken 25 naar een zijde gedreven, 25 en de inkt wordt weer gelijkmatig over de rol 2 verdeeld. Wanneer de kleefkracht weer naar de oorspronkelijke waarde terugkeert, heeft de inkt geen water opgenomen, terwijl, wanneer de oorspronkelijke waarde niet wordt bereikt, dit een aanwijzing is voor het feit, dat de inkt wel water heeft opgenomen.

30 Het zal duidelijk zijn, dat de metingen met dit toestel bij een bepaalde temperatuur dienen te worden uitgevoerd, zoals dit ook bij het bekende toestel het geval is, waartoe de middenrol 2 kan zijn voorzien van middelen voor het op een vaste temperatuur, in het bijzonder kamertemperatuur, houden daarvan.

Claims

1. Toestel voor het meten van de kleefkracht van drukinkt of bestanddelen daarvan, omvattende een door middel van een motor aan te drijven middenrol met een oppervlak, dat met het oppervlak van een drukwals van een drukinrichting overeenkomt, een met deze midden-5 rol in aanraking te brengen en in het bijzonder in de asrichting heen en weer beweegbare verdeelrol voor het op de middenrol overbrengen van een laagje van de te onderzoeken stof, en een met de middenrol in aanraking te brengen meetrol, die zodanig op zwenk-armen is ondersteund, dat in de werkzame stand de as ervan althans 10 ongeveer in een vertikaal vlak door de as van de middenrol is gelegen, welke zwenkarmen door middel van veren tegen een beweging in de draaizin van de middenrol worden tegengehouden, terwijl middelen zoals rekstrookjes zijn aangebracht om de meesleping van de meetrol tengevolge van de kleefkracht van het op de middenrol aanwezige 15 laagje te meten, gekenmerkt door een wateropbrengrol (11), die met de middenrol (2) in aanraking kan worden gebracht, en die met het benedengedeelte in een bakje (17) steekt, dat dient om met water te worden gevuld, teneinde met deze rol water aan het op de midden-rol (2) aangebrachte laagje te kunnen toevoegen.

2. Toestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middenrol (2) een oppervlak (24) uit koper of messing heeft, waarin tenminste een schroeflijnvormige groef (26) is aangebracht, die zich over tenminste een omtrekslengte en tussen de uiteinden van de middenrol (2) uitstrekt, welke groef met chroom (25) is gevuld 25 en glad aansluitend op het roloppervlak is geslepen.

3. Toestel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de wateropbrengrol (11) op zwenkarmen (12) is ondersteund, die in de werkzame stand door middel van veren met instelbare kracht (23) naar de middenrol (2) worden gedreven.

4. Toestel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de zwenkarmen (12) van de wateropbrengrol (11) zijn voorzien van een -7 - >> jy haakvormig uiteinde, waarmede deze armen op een afplatting (19) van een bijbehorende draaipen (13) kunnen worden geschoven, welke armen daarna met een spanmiddel (20) op de bijbehorende draaipen kunnen worden vastgezet, welke draaipennen elk van een hefboom (21) zijn 5 voorzien, die met een anderzijds vast ondersteunde drukveer (23) in aangrijping is.