NL8600832A

NL8600832A - Kleurenbeeldbuis.

Info

Publication number: NL8600832A
Application number: NL8600832A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1986-04-02
Filing date: 1986-04-02
Publication date: 1987-11-02
Also published as: CN87102496A; CN1008029B; EP0240077A1; IN166469B; DD260365A5; DE3763611D1; KR870010599A; US4763039A; ATE54513T1; CA1270515A; JPS62237639A; JPH0413810B2; EP0240077B1; KR950000648B1

Description

i -a PHN 11.695 1 * - % N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Kleurenbeeldbuis*.

De uitvinding heeft betrekking op een kleurenbeeldbuis, die voorzien is van een omhulling met een nagenoeg rechthoekig van een opstaande rand voorzien beeldvenster en van een nagenoeg rechthoekige van een groot aantal openingen voorziene kleurselektie-elektrode en van 5 ophangmiddelen voor het ophangen van de kleurselektie-elektrode in de hoeken van de genoemde opstaande rand, welke ophangmiddelen 1) een aan de kleurselektie-elektrode bevestigd plat verend element, welk element nagenoeg loodrecht staat op de naar de betreffende hoek af te buigen elektronenbundels, en 2) in de hoeken van de opstaande rand van het 10 beeldvenster een metalen lichaam bevatten, waarbij van het platte verende element en het metalen lichaam één ophangmiddel is voorzien van een opening, en een bolvormig gedeelte van het andere ophangmiddel in de genoemde opening valt.

Een kleurenbeeldbuis van de in de aanhef genoemde soort 15 is bekend uit de openbaar gemaakte Europese octrooiaanvrage EP-A2-0156362.

In de daarin beschreven kleurenbeeldbuis is het andere ophangmiddel een metalen pen die aan een kant in de hoeken van de opstaande rand van het beeldvenster is ingesmolten en aan de andere 20 (vrije) kant een bolvormig gedeelte heeft. In de beschreven kleurenbeeldbuis is dan het ene ophangmiddel het platte verende element dat van een opening is voorzien. ,

De kleurselektie-elektrode wordt in de beeldbuis bevestigd doordat met behulp van een veer het platte verende element ter 25 plaatse van de opening daarin op het bolvormige gedeelte wordt gedrukt.

In de praktijk blijkt een dergelijke konstruktie het nadeel te hebben niet voldoende stijf te zijn, waardoor beweging van de kleurselektie-elektrode ten opzichte van het beeldvenster mogelijk is.

Met de uitvinding wordt onder meer beoogd dit nadeel 30 althans in belangrijke mate te vermijden.

De in de aanhef genoemde kleurenbeeldbuis wordt volgens de uitvinding derhalve daardoor gekenmerkt, dat het middelpunt van het * \ * λ *ƒ - r ' ( ^ PHN 11.695 2 y % bolvormige gedeelte van het andere ophangmiddel nagenoeg in het midden van de opening van het ene ophangmiddel ligt en het bolvormige gedeelte tenminste drie aanlegpunten met het ene ophangmiddel heeft, waarvan tenminste één aanlegpunt aan de van het andere ophangmiddel 5 afgekeerde zijde van en buiten een vlak gedeelte van het ene ophangmiddel is gelegen.

Een aldus uitgevoerde kleurenbeeldbuis blijkt in de praktijk een voldoende stijfheid te bezitten.

Een uitvoeringsvorm van de kleurenbeeldbuis volgens de 1(1 uitvinding is gekenmerkt doordat de opening geheel is gelegen in het vlakke gedeelte van het, ene ophangmiddel en de rand vormt van een verdieping waarin zich de aanlegpunten bevinden. Aldus wordt op bijzonder eenvoudige wijze een stijve konstruktie voor ophanging van de kleurselektie-elektrode verkregen.

15 Een bijzonder goede konstruktie wordt verkregen bij een verdere uitvoering van de kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding waarbij de aanlegpunten zich bevinden op een kegeldeel met een tophoek die groter is dan die van de kegel met dezelfde top als het genoemde kegeldeel en op welke kegel de rand van de verdieping is gelegen.

20 Bij een eventuele verschuiving van het bolvormige gedeelte van het andere ophangmiddel in de_ verdieping van het ene ophangmiddel zal deze verschuiving gemakkelijk ongedaan worden gemaakt wanneer het vlakke gedeelte van het ene ophangmiddel aan de tegenover het andere ophangmiddel gelegen zijde ter plaatse van de rand van de 25. verdieping is voorzien van een opstaande rand.

Daarbij mag de opening die door de opstaande rand wordt gevormd een kleinere doorsnede hebben dan de opening van de verdieping.

Een verdere uitvoeringsvorm van de kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat het ene ophangmiddel het 30 platte verende element is en het andere ophangmiddel een metalen pen is waarvan een tegenover het bolvormige gedeelte gelegen uiteinde in de hoek van de opstaande rand van het beeldvenster is aangebracht.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een tweetal voorbeelden en van bijgaande tekening. In de tekening 35 stelt figuur 1 schematisch een doorsnede voor van een deel van de kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding, stelt figuur 2 schematisch een perspektivische schets in - · tr , * PHN 11.695 3 uitgetroJdcen toestand voor van een deel van een eerste voorbeeld van de kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding, stelt figuur 3 een doorsnede voor langs de lijn III-III van figuur 2, 5 stelt figuur 4 een doorsnede voor van een detail van het eerste voorbeeld van de kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding, stelt figuur 5 schematisch een perspektivische schets in uitgetrokken toestand voor van een deel van een tweede voorbeeld van de kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding, 10 stelt figuur 6 een doorsnede voor langs de lijn VI-VI van figuur 5 en stelt figuur 7 een doorsnede voor van een detail van het tweede voorbeeld van de kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding.

Be in figuur 1 weergegeven kleurenbeeldbuis is voorzien 15 van een omhulling 1 met een nagenoeg rechthoekig van een opstaande rand 3 voorzien beeldvenster 2. De kleurenbeeldbuis bevat voorts een konus 4 en een hals 5. Op het beeldvenster 2 is een patroon van in de kleuren rood, groen en blauw luminescerende fosforen 6 aangebracht.

Op korte afstand van het beeldvenster 2 is een nagenoeg 20 rechthoekige van een groot aantal openingen voorziene kleurselektie-elektrode 7 opgehangen met behulp van ophangmiddelen 8 in de hoeken van de genoemde opstaande rand 3.

De ophangmiddelen 8 omvatten 1) een aan de kleurselektie-elektrode 7 bevestigd plat verend element, welk element nagenoeg 25 loodrecht staat op de naar de betreffende hoek af te buigen elektronenbundels 10, 11 en 12 en 2) in de hoeken van de opstaande rand 3 van het beeldvenster 2 een metalen lichaam.

Van de genoemde ophangmiddelen 8 is er één voorzien van een opening en de ander van een bolvormig gedeelte waarbij het 30 bolvormige gedeelte van het andere ophangmiddel in de genoemde opening van het ene ophangmiddel valt.

In de hals 5 van de buis is een elektronenkanon 9 gemonteerd voor het opwekken van drie elektronenbundels 10, 11 en 12. Deze bundels worden afgebogen door middel van een om de buis geplaatst 35 spoelenstelsel 13 en snijden elkaar nagenoeg ter plaatse van de kleurselektie-elektrode 7, waarna elk van de elektronenbundels een van de drie op het beeldscherm aangebrachte fosforen treft.

^ N "X % % V? ' • _ / PHN 11.695 4 i* <ΐ >

De kleurselektie-elektrode 7 (zie figuren 2 en 5) wordt gevormd door een dun, van een groot aantal openingen 22 voorzien maskerblad 20, dat van een opstaande rand 21 is voorzien. Aan de opstaande rand 21 is een maskerrand 23 bevestigd, dat tevens een 5 diafragma vormt ten einde reflekties van elektronen aan de opstaande rand 21 te voorkomen.

Om uitzettingsverschillen tussen het maskerblad 20 en de maskerring 23 te vermijden zijn beide uit hetzelfde materiaal vervaardigd en van ongeveer gelijke dikte. Aan de hoek van de maskerring 10 23 is een steunstrip 24 bevestigd. Aan deze steunstrip 24 is het genoemde platte verende element 25 bevestigd. Het platte verende element 25 maakt een zodanige hoek met de lengte-as van de buis, dat het nagenoeg loodrecht staat op de naar de betreffende hoek van het beeldvenster af te buigen elektronenbundels 10, 11 en 12. Bijvoorbeeld 15 is het genoemde ene ophangmiddel het platte verende element 25, voorzien van de opening 26 (zie figuur 2 en 3) en is het andere ophangmiddel het metalen lichaam, de pen 30 met het .bolvormige gedeelte 32, aangebracht in de hoek van de opstaande rand van het beeldvenster, en valt het bolvormige gedeelte 32 in de opening 26.

20 Teneinde beweging van de kleurselektie-elektrode 7 ten opzichte van het beeldvenster tot een minimum te reduceren en de stijfheid van de konstruktie te vergroten ligt bij de kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding het middelpunt 33 (zie figuur 4) van het bolvormige gedeelte 32 van het andere ophangmiddel 30 nagenoeg in het 25 midden van de opening 26 van het ene ophangmiddel 25 en heeft het bolvormige gedeelte 32 tenminste drie aanlegpunten 41 met het ene ophangmiddel 25 waarvan tenminste een aanlegpunt aan de van het andere ophangmiddel 30 afgekeerde zijde van en buiten een vlak gedeelte van het ene ophangmiddel 25 is gelegen.

30 In het eerste voorbeeld van de kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding liggen alle drie aanlegpunten 41 aan de van het andere ophangmiddel (pen) 30 afgekeerde zijde van en buiten het vlakke gedeelte van het ene ophangmiddel (plat verend element) 25. Hierbij ligt de opening 26 geheel in het vlakke gedeelte van het ene ophangmiddel (plat 35' verend element) 25 en vormt deze opening 26 de rand van een verdieping 42 waarin zich de aanlegpunten 41 bevinden.

Het bolvormige gedeelte 32 zal niet licht uit de -* .··* * PHN 11.695 5 verdieping 42 springen wanneer het vlakke gedeelte van het platte verende element 25 aan de tegenover de pen 30 gelegen zijde ter plaatse van de rand 26 van de verdieping 42 voorzien is van een opstaande rand 43. De rand 43 mag een kleinere doorsnede hebben dan de opening 26 van 5 de verdieping. De verdieping 42 kan aan de van de pen afgekeerde zijde gesloten zijn. Bijvoorbeeld bevinden zich dan de aanlegpunten 41 op een kegeldeel met een tophoek die groter is dan die van de kegel met dezelfde top als het genoemde kegeldeel en op welke kegel ook de rand van de verdieping is gelegen.

10 In het tweede voorbeeld van de kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding Cfiguur 6 en 7) ligt de opening 26 slechts gedeeltelijk in het vlakke gedeelte van het ene ophangmiddel 25 en bevinden zich bijvoorbeeld twee aanlegpunten bij 71 in het vlakke gedeelte van het ene ophangmiddel en een aanlegpunt bij 73. Ook in dit voorbeeld is er 15 een opstaande rand of aanslag 72 met een aanlegpunt 74. Hoewel bij voorkeur het ene ophangmiddel het platte verende element 25 en het andere ophangmiddel een metalen pen 30 is, waarvan een tegenover het bolvormige gedeelte 32 gelegen uiteinde in de hoek van de opstaande rand 3 van het beeldvenster 2 is aangebracht, is de uitvinding niet tot 20 dergelijke uitvoeringen beperkt.

Zo kan bijvoorbeeld het bolvormige gedeelte aan het platte verende element zijn bevestigd en kan de opening op een geschikte wijze met het metalen lichaam (de pen) zijn verbonden.

Het zal duidelijk zijn dat binnen het raam van de 25.' uitvinding voor de vakman vele variaties mogelijk zijn. Zo kan het metalen lichaam in plaats van een pen ook een over de hoek van de opstaande rand bijvoorbeeld door thermocompressie bevestigde brug zijn waaraan het bolvormige gedeelte is bevestigd of waarin zich de opening bevindt waarin een bolvormig gedeelte valt.

Z " · 7 2 ψ

Claims

1. Kleurenbeeldbuis, die voorzien is van een omhulling met een nagenoeg rechthoekig van een opstaande rand voorzien beeldvenster en van een nagenoeg rechthoekige van een groot aantal openingen voorziene kleurselektie-elektrode en van ophangmiddelen voor het ophangen van de 5 kleurselektie-elektrode in de hoeken van de genoemde opstaande rand, welke ophangmiddelen 1) een aan de kleurselektie-elektrode bevestigd plat verend element, welk element nagenoeg loodrecht staat op de naar de betreffende hoek af te buigen elektronenbundels, en 2) in de hoeken van de opstaande rand van het beeldvenster een metalen lichaam bevatten, 10 waarbij van het platte verende element en het metalen lichaam één ophangmiddel is voorzien van een opening, en een bolvormig gedeelte van het andere ophangmiddel in de genoemde opening valt, met het kenmerk, dat het middelpunt van het bolvormige gedeelte van het andere ophangmiddel nagenoeg in het midden van de opening van het ene 15 ophangmiddel ligt en het bolvormige gedeelte tenminste drie aanlegpunten met het ene ophangmiddel heeft, waarvan tenminste één aanlegpunt aan de van het andere ophangmiddel afgekeerde zijde van en buiten een vlak gedeelte van het ene ophangmiddel is gelegen.

2. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 1, met het kenmerk, 20 dat de opening geheel is gelegen in het vlakke gedeelte van het ene ophangmiddel en de rand vormt van een verdieping waarin zich de aanlegpunten bevinden.

3. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de aanlegpunten zich bevinden op een kegeldeel met een tophoek die 25 groter is dan die van de kegel met dezelfde top als het genoemde kegeldeel en op welke kegel de rand van de verdieping is gelegen.

4. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het vlakke gedeelte van het ene ophangmiddel aan de tegenover het andere ophangmiddel gelegen zijde ter plaatse van de rand 30 van de verdieping is voorzien van een opstaande rand.

5. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de opening die door de ópstaande rand wordt gevormd' een kleinere doorsnede heeft dan de opening van de verdieping.

6. Kleurenbeeldbuis volgens een van de voorgaande 35 conclusies, met het kenmerk, dat het ene ophangmiddel het platte verende element is en het andere ophangmiddel een metalen pen is waarvan een tegenover het bolvormige gedeelte gelegen uiteinde in de hoek van de ' 'f O Ir PHN 11.695 7 opstaande rand van het faeeldvenster is aangebracht. ' ' ' Λ ** 'i - -t / , - -Dt Ψ