NL8600828A

NL8600828A - Lamparmatuur met deelbare bevestigingsring.

Info

Publication number: NL8600828A
Application number: NL8600828A
Authority: NL
Original assignee: Viplex Plastics
Priority date: 1986-04-01
Filing date: 1986-04-01
Publication date: 1987-11-02
Also published as: EP0240054A1; US4787019A

Description

X Sen/AB/ 2 - 1 -

Lamparmatuur met deelbare bevestigingsring

De uitvinding betreft een lamparmatuur, bestemd om te worden bevestigd aan een buis, staaf of ander langwerpig element, bijvoorbeeld de stang van een parasol, welk lamparmatuur een tenminste één lamp dragende, rond het langwerpige 5 element aan te brengen en daaraan door middel van bevestigingsmiddelen te bevestigen ring met een zich over enige axiale, afstand uitstrekkend, met het langwerpige element samenwerkend binnenvlak met een aan de dwarsdoorsnedevorm van dat langwerpige element aangepaste vorm omvat. Een dergelijk 10 lamparmatuur is bijvoorbeeld bekend uit het Duitse Ge- brauchsmuster 84 12 609. Fïet uit dit Duitse Gebrauchsmuster bekende lamparmatuur heeft het nadeel, uitsluitend in axiale richting opschuifbaar te zijn. In geval van de aanwezigheid van bijvoorbeeld een parasol aan een stang dient deze eerst 15 te worden verwijderd, voordat de van het lamparmatuur deel uitmakende ring op de stang kan worden geschoven.

De uitvinding beoogt, een lamparmatuur zodanig uit te voeren, dat hij vanaf de zijkant op elke gewenste positie aan een buis, staaf of stang kan worden bevestigd, zonder 20 dat opschuiven vanaf een vrij uiteinde noodzakelijk is.

Deze doelstelling wordt volgens de uitvinding gerealiseerd door een lamparmatuur van het in de aanhef vermelde type, die het kenmerk vertoont dat de bevestigingsring om-treksgewijze deelbaar is uitgevoerd en de samenstellende 25 ringdelen door koppelmiddelen koppelbaar zijn, zodanig dat een eerste ringdeel in radiale richting met zijn binnenvlak tot samenwerking met het langwerpige element kan worden gebracht, waarna het of elk complementaire ringdeel met zijn binnenvlak tot samenwerking met het langwerpige element kan 30 worden gebracht en de samenstellende ringdelen door middel van de koppelmiddelen tot de ring kunnen worden samengesteld.

"T ;? Λ * *3 0 __i - 2 - ij *

Teneinde met zeer eenvoudige middelen een uitstekende fixatie aan het langwerpige element te verzekeren kunnen de de bevestigingsmiddelen een tussen het langwerpige element en het binnenvlak van de ring te plaatsen wigdeel omvatten.

5 In het bijzonder kan het wigdeel zijn uitgevoerd als een deelbare ring, waarvan het binnenvlak over enige axiale afstand kan aangrijpen rond het langwerpige deel en het buitenvlak enigszins afgeknot-kegelvormig is en als een wig klemmend kan samenwerken met het binnenvlak van de ring.

10 In een bepaalde eenvoudige uitvoering zijn de ringde— len scharnierbaar met elkaar gekoppeld.

Een voorkeursuitvoeringsvorm vertoont de bijzonderheid dat het tot samenwerking met het langwerpige element te brengen binnenvlak van het eerste ringdeel zich over 180 15 graden uitstrekt, dat zich vanaf dat binnenvlak twee daaraan tangentieel en onderling evenwijdige vlakken uitstrekken, en dat een complementair ringdeel met overeenkomstige vlakken tussen die vlakken, van het eerste ringdeel schuivend in— steekbaar is. Hierbij kunnen in het bijzonder de koppelmid-20 delen zijn uitgevoerd als tenminste één aan elk van twee samenwerkende· vlakken aanwezige samenwerkende treden.

Teneinde in dit laatst genoemde geval het eerste ringdeel en het tweede complementaire ringdeel op de wijze van een wig klemmend met het langwerpige element te kunnen doen 25 samenwerken, kan die variant worden toegepast, waarvan de treden een in geringe mate van 0 graden en in aanzienlijke mate van 90 graden afwijkende hoek insluiten met de langsas van; de ring.

In een bijzondere uitvoering vormen de treden een 30 mes/groefverbinding, in het bijzonder een zwaluwstaartver-binding.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de ring hol en is tenminste één van beide axiale eindwanden wegneembaar. Hiermee wordt bereikt, dat het inwendige van de ring bereikbaar 35 is, bijvoorbeeld voor vervanging of reparatie van de elektrische bedrading.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van

* ' ,»S

- 3 - de tekening van twee uitvoerinqsvoorbeeLden, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen:

Fig. 1 een schematisch perspektivisch aanzicht van een lampannatuur volgens de uitvinding ter toelichting van de 5 wijze van bevestiging aan een paal?

Fig. 2 het detail II volgens fig. 1,. namelijk een ge-, deeltelijk weggebroken perspektivisch aanzicht van de beves-tigingsring? en.

Fig. 3 een gedeeltelijk weggebroken perspektivisch 10 aanzicht van een variant.

Fig. 1 toont een lamparmatuur 1, bestemd om te worden bevestigd aan een paal 2. Het lamparmatuur omvat een door middel van gekromde buizen 3 een drietal bolvormige lampen 4 dragende, rond de paal 2 aan te brengen en daaraan door mid-15 del van nog nader te beschrijven bevestigingsmiddelen te bevestigen ring 5. Deze ring 5 is, zoals fig. 1 en ook fig. 2 tonen, deelbaar uitgevoerd. De ring 5 omvat een eerste ring-deel 6 en een complementair, tweede ringdeel 7.

Het tot samenwerking met de paal 2 te brengen binnen-20 vlak 8 van het eerste ringdeel 6 strekt zich over 180 graden uit, in dit geval in de vorm van een halve cirkelcHinder, terwijl zich vanaf dat binnenvlak af twee daaraan tangen— tieel en onderling evenwijdige vlakken 9, 10 uitstrekken.

Het tweede ringdeel 7 is met overeenkomstige vlakken 11, 12 25 tussen die vlakken 9, 10 van het eerste ringdeel schuivend insteekbaar. De vlakken 9, 10 vertonen elk een zwaluwstaartvormige groef, respektievelijk 13, 14, welke groeven 13, 14 op de wijze van een zwaluwstaartverbinding kunnen samenwerken met overeenkomstig gevormde messen 15, 16 aan respektie-30 velijk de vlakken 11, 12 van het tweede ringdeel 7.

Zoals in het bijzonder fig. 2 duidelijk toont sluiten de groeven 13, 14 en de messen 15, 16 een in geringe mate van 0 graden en in aanzienlijke mate van 90 graden afwijkende hoek in met de langsas van de ring.

35 Fig. 1 toont, dat het eerste ringdeel 6 in radiale richting, zoals aangeduid met de pijl 17, met zijn binnenvlak 8 tot samenwerking met de paal 2 kan worden gebracht, ' ^ * - -* •Γ-· · *Γ ·' - 4 - waarna het complementaire tweede ringdeel 7 door het vormen van de hierboven beschreven zwaluwstaartverbinding met zijn binnenvlak 18 tot samenwerking met de paal 2 kan worden gebracht. Fig. 1 toont met een pijl 19, op welke wijze het 5 tweede ringdeel 7 wordt gekoppeld met het tot samenwerking met de paal 2 gebrachte eerste ringdeel 6.

Fig. 2 toont, dat aan het boveneinde van de groeven 13, 14 in het bovenvlak 20 verdiepte delen 21, 22 aanwezig zijn. Deze kunnen op de wijze van een aanslag samenwerken 10 met complementaire uitstekende delen 23, 24, die zich op de overeenkomstige plaats boven de messen 15, 16 van het tweede ringdeel 7 bevinden. Hiermee is verzekerd, dat de vorm van de gesloten ring geheel glad is. Bij het aanbrengen van het armatuur behoeft er slechts voor te worden gezorgd, dat de 15 uitstekende delen 23, 24 als aanslagen samenwerken met de verdiepte delen 21, 22.

Ter verzekering van een goede wrijvingskoppeling met de paal 2 zijn de eindzones van het binnenvlak 8 van het eerste ringdeel 6 en het binnenvlak 18 van het tweede ring-20 deel 7 voorzien van enigszins elastische deklagen 25, 26, 27, 28. Duidelijk blijkt uit fig. 2, dat de elastische deklagen door middel van een zwaluwstaartverbinding met het ringdeel 6 zijn verbonden. Fig. 2 toont duidelijk, dat een centraal deel 30 aan zijn einden is voorzien van de deklagen 25 25, 26, waarna deksels 31, 32 zijn geplaatst. Het bovendek sel 32 is in dit uitvoeringsvoorbeeld permanent aangebracht door middel van een lijmverbinding. De onderdeksel 31 is losneembaar door middel van schroefverbindingen 33, die samenwerken met een buitendeel 34, dat gekoppeld is met de bo-30 vendeksel 32.

Alvorens het onderdeksel 31 aan te brengen worden door cilindervormige doorgaande gaten 35 in het buitendeel 34 de buizen 3 gebracht, die dienen voor het dragen van de bolvormige lampen 4 en het opnemen van niet-getekende elektrische 35 voedingskabels. De buizen 3 worden door middel van pennen 36 in de wanden 37 van de gaten 35 vastgezet. Na het aanbrengen van de bedrading in de door het eerste ringdeel 7 l; ’; - · ·- Ό 9' --5- omsloten holte 38 en de buizen 3 kan de onderdeksel 31 worden geplaatst en door de schroefverbindingen 33 worden verbonden met het buitendeel 34. Voor het doorlaten van een elektrisch aansluitsnoer vertoont het onderdeksel 31 een gat 5.39.

De elastische deklagen 27, 28 van het tweede ringdeel 7 zijn door middel van lippen 40 , 41 klemmend vastgezet in daartoe aanwezige ruimten.

Het zal duidelijk zijn, dat de ring 5 strak passend 10 moet kunnen worden aangebracht rond de paal 2. In het geval waarin, deze paal een te grote diameter bezit, kan de ring niet worden geplaatst en moet een andere paal of een andere ring worden gekozen. In het geval van een te dunne paal kan desgewenst een opvulelement tussen de paal 2 en de ring 5 15 worden geplaatst. Een dergelijk opvulelement kan, zoals hierna nog zal worden besproken aan de hand van fig. 3, tevens dienst doen als wigdeel, teneinde een klemmende passing tussen de ring en de paal 2 te verzekeren.

Fig. 3 toont een lamparmatuur 42 met een ring 43, die 20 een eerste ringdeel 44 en een daarmee door middel van een scharnier 45 verbonden tweede ringdeel 46 omvat. De ringde-len 44 en 46 kunnen in de geopende toestand van de ring 43 rond de paal 2 worden gebracht, waarna de ring 43 wordt gesloten door middel van een sluitpen 47.

25 Het binnenvlak 48 van de ring 43 is enigszins conisch uitgevoerd, zodanig dat een gedeeld utigevoerde ring 49 kan worden geplaatst tussen de paal 2 en het binnenvlak 48 van de gesloten ring 43. De ring 49 vertoont een binnenvlak 50 met een cirkelcilindrische vorm, gelijk aan die van de paal 30 2. Het buitenvlak 51 van de wigring 49 vertoont een naar be neden toelopende vorm overenkomstig het binnenvlak 48 van de ring 43. Door aandrukken van de wigring 49 met gebruikmaking van de daartoe aanwezige flensrand 52 is een uitstekende passing en klemming van de lamparmatuur 42 op de paal 2 ver-35 zekerd.

Het zal duidelijk zijn, dat diverse combinaties van de beschreven aspekten en verdere varianten mogelijk zijn. Zo - 6 - kan desgewenst ook bij de uitvoering volgens de figuren 1 en 2 gebruik worden gemaakt van de wigring 49.

De aandacht wordt erop gevestigd, dat de voorkeur wordt gegeven aan de uitvoering volgens fig. 2, omdat in dit 5 uitvoeringsvoorbeeld uitsluitende het eerste ringdeel 6 de buizen 3 behoeft te dragen. Dit betekent, dat de elektrische bedrading zich uitstluitend behoeft te bevinden in de holte 38, die door het eerste ringdeel 6 wordt omsloten. Bij de uitvoering volgens fig. 3 kan niet worden voorkomen, dat 10 zich in de zone van het scharnier 45 een overgang met een elektrische verbinding moet bevinden, omdat de elektrische bedrading zowel in het eerste ringdeel 44 als in het tweede ringdeel 46 zich moet bevinden. Dit is een extra complicatie in verband met de vereiste elektrische veiligheid. De aan-15 dacht wordt er indit verband op gevestigd, dat een lamparitia-tuur van het onderhavige type waterdicht moet kunnen worden uitgevoerd, hetgeen in de uitvoering volgens fig. 3 om de hierboven beschreven reden moeilijker is.

20 Λ * ?'

Claims

1. Lamparmatuur, bestemd om te worden bevestigd aan een buis» staaf of ander langwerpig element» bijvoorbeeld de stang van een parasol, welk lamparmatuur een tenminste één lamp dragende, rond het langwerpige element aan te bren-5 gen en daaraan door middel van bevestigingsmiddelen te bevestigen ring met een zich over enige axiale afstand uitstrekkend, met het langwerpige element samenwerkend binnenvlak met een aan de dwarsdoorsnedevorm van dat langwerpige element aangepaste vorm omvat, met het kenmerk dat de beves-10' tigingsring omtreksgewijze deelbaar is uitgevoerd en de samenstellende ringdelen door koppelmiddelen koppelbaar zijn, zodanig dat een eerste ringdeel in radiale richting met zijn binnenvlak tot samenwerking met het langwerpige element kan worden gebracht, waarna het of elk complementaire ringdeel 15 met zijn binnenvlak tot samenwerking met het langwerpige element kan,worden gebracht en de samenstellende ringdelen door middel van de koppelmiddelen tot de ring kunnen worden samengesteld.

2. Lamparmatuur volgens conclusie 1, met het kenmerk 20 dat de bevestigingsmiddelen een tussen het langwerpige element en het binnenvlak van de ring te plaatsen wigdeel omvatten .

3. Lamparmatuur volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het wigdeel is uitgevoerd als een deelbare ring, waarvan 25 het binnenvlak over enige axiale afstand kan aangrijpen rond het langwerpige deel en het buitenvlak enigszins afgeknot-kegelvormig is en als een wig klemmend kan samenwerken met het binnenvlak van de ring.

4. Lamparmatuur volgens een der voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk dat de ringdelen scharnierbaar met elkaar zijn gekoppeld.

5. Lamparmatuur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het tot samenwerking met het langwerpige element te brengen binnenvlak van het eerste ringdeel zich V* 'v - .q - over 180 graden uitstrekt, dat zich vanaf dat binnenvlak twee daaraan tangentieel en onderling evenwijdige vlakken uitstrekken, en dat een complementair ringdeel met overeenkomstige vlakken tussen die vlakken van het eerste ringdeel 5 schuivend insteekbaar is.

6. Lamparmatuur volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de koppelmiddelen zijn uitgevoerd als tenminste één aan elk van twee samenwerkende vlakken aanwezige samenwerkende treden. IQ

7. Lamparmatuur volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de treden een in geringe mate van 0 graden en in aanzienlijke mate van 90 graden afwijkende hoek insluiten met de langsas van de ring.

8. Lamparmatuur volgens conclusie 6 of 7, met het ken-15 merk dat de treden een mes/groefverbinding vormen.

9. Lamparmatuur volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de mes/groefverbinding een zwaluwstaartverbinding is.

10. Lamparmatuur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de ring hol is en dat 20 tenminste één van beide axiale eindwanden wegneembaar is. · .. > - .·> .··