NL8600679A - Inrichting voor afscherming van de buitenpijp van een boorinstallatie voor onder water boren. - Google Patents

Inrichting voor afscherming van de buitenpijp van een boorinstallatie voor onder water boren. Download PDF

Info

Publication number
NL8600679A
NL8600679A NL8600679A NL8600679A NL8600679A NL 8600679 A NL8600679 A NL 8600679A NL 8600679 A NL8600679 A NL 8600679A NL 8600679 A NL8600679 A NL 8600679A NL 8600679 A NL8600679 A NL 8600679A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bags
tube
outer pipe
sides
space
Prior art date
Application number
NL8600679A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Neddrill Nederland B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Neddrill Nederland B V filed Critical Neddrill Nederland B V
Priority to NL8600679A priority Critical patent/NL8600679A/nl
Publication of NL8600679A publication Critical patent/NL8600679A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B19/00Handling rods, casings, tubes or the like outside the borehole, e.g. in the derrick; Apparatus for feeding the rods or cables
    • E21B19/002Handling rods, casings, tubes or the like outside the borehole, e.g. in the derrick; Apparatus for feeding the rods or cables specially adapted for underwater drilling

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Pipe Accessories (AREA)

Description

# ν,Ο. 8094 -1-
Titeli Inrichting voor afscherming van de buitenpijp van een boorinstallatie voor onder.water boren.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bijvoorbeeld bij eventuele calamiteiten afschermen van de buitenpijp van een op een boorschip of dergelijke opgestelde boorinstallatie, welke buitenpijp zich bevindt 5 in een door wanden van het boorschip of dergelijke tenminste gedeeltelijk omgeven ruimte die tenminste naar de onderzijde toe grotendeels open is.
Bij het onder water boren wordt gebruik gemaakt van boorinstallaties die zijn opgesteld aan boord van 10 boorschepen of dergelijke. Een boorschip omvat ruwweg gesteld een open ruimte tussen hoofddek en bodem, welke open ruimte als het ware de verbinding vormt tussen het hoofddek en de zee onder eiland of schip en door welke open ruimte de boor vanuit de boorinstallatie 15 benedenwaarts wordt gevoerd. De boor loopt door de onder en gedeeltelijk in de open ruimte of "moonpool" opgehangen buitenpijp. Deze buitenpijp loopt zelf tot vrijwel de zeebodem en is aldaar verankerd aan een op de bodem vaststaand hydraulisch apparaat.
20 Bij het optreden van calamiteiten of in noodgevallen zoals het al dan niet plotseling opsteken van een zeer zware storm kan het nodig zijn dat het hydraulische apparaat wordt losgekoppeld van de buitenpijp. In dergelijke gevallen wordt de buitenpijp gewoonlijk opgetrokken 25 tot het bovendek, zodat tenminste aan de bovenzijde enige verankering kan plaatsvinden. Onder het schip hangt de pijp evenwel over de volle lengte vrij en kan onder invloed van de optredende natuurkrachten ten opzichte van het schip heen en weer bewegen. Daarbij doet het 30 gevaar zich voor dat de pijp tegen de wanden van de "moonpool" slaat en beschadigd wordt of die wanden beschadigt .
De uitvinding nu heeft tot doel een inrichting ? ^ A Λ : / ;
^ . V
* «'- -¾ -2- te verschaffen die bij het zich voordoen van noodgevallen in werking kan worden gesteld en die door zijn werking de geschetste mogelijkheid van schade tot een minimum terugbrengt.
5 Het gestelde doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een inrichting die een aantal opblaasbare zakken omvat, die in geval zulks gewenst is kunnen worden opgeblazen, en die zich bevinden op een zodanige plaats dat zij in opgeblazen toestand een zodanig deel van 10 de genoemde ruimte tussen de wanden en de buitenpijp innemen dat zij de buitenpijp beletten zich tot nabij enige wand te bewegen. Onder opblazen dient hierbij verstaan te worden zowel het vullen met een gas als het vullen met een vloeistof.
15 - Bij een geschikte uitvoeringsvorm omvat de inrichting volgens de uitvinding tenminste twee zakken die zijn bevestigd aan tegenover elkaar gelegen wanden van de ruimte. Het is evenwel ook mogelijk dat de inrichting één of meer aan de buitenpijp, bijvoorbeeld aan een 20 kraag rond de buitenpijp bevestigde zakken omvat, waarvan de opstelling zodanig is dat bij het opblazen een groot deel van de ruimte rondom de pijp wordt gevuld. Dit kan bijvoorbeeld door toepassing van een enkele zak met geheel of grotendeels ringvormige doorsnede of door 25 toepassing van tenminste twee zakken die aan weerszijden aan de kraag rond de buitenpijp zijn bevestigd zodat zij bij het opblazen steken naar tegenover elkaar gelegen wanden of hoeken van de ruimte.
De te beschermen ruimte of moonpool omvat gewoonlijk 30 vier haaks op elkaar staande wanden en heeft derhalve in een horizontaal vlak gezien een rechthoekige of vierkante doorsnede. In een dergelijk geval omvat de inrichting volgens de uitvinding bij voorkeur vier zakken, waarbij twee zakken zijn bevestigd aan tegenover elkaar gelegen 35 wanden van de ruimte in vrijwel een horizontaal vlak en twee zakken zijn bevestigd aan de twee andere tegenover ·"*. % ^ .·.
V' V j·J 'zJ
♦ -3- elkaar gelegen wanden van de ruimte in een vrijwel horizontaal vlak dat verschilt van eerstgenoemd horizontaal vlak. Door een dergelijke constructie kunnen per wand zakken worden toegepast die vrijwel de helft van de 5 moonpool vullen, terwijl door de opstelling van de paren zakken boven elkaar de tweetallen elkaar niet in de weg zitten. Een vrijwel optimale handhaving van de buitenpi jp in het midden van de ruimte wordt aldus bereikt.
Op geschikte wijze kunnen bij de beschreven constructie 10 de zakken aan de naar de buitenpijp toegewende zijde ieder zijn voorzien van een vertikaal opgestelde frontplaat, die vrijwel evenwijdig verloopt aan de wand waaraan de desbetreffende zak is bevestigd. Aldus wordt de buitenpi jp in bedrijf ingesloten gehouden tussen twee paren 15 van twee frontplaten. De frontplaten kunnen desgewenst ter bevestiging van de constructie zijn voorzien van ogen langs de bovenrand en eventueel onderrand met welke ogen de frontplaten zijn gekoppeld aan geschikt gespannen kabels om in bedrijf de beweging van de platen in de 20 juiste richting te waarborgen. Hoewel bij de beschreven voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding de toepassing van vier zakken wordt genoemd zal het duidelijk zijn dat uit meer dan één compartiment opgebouwde zakken of meervoudige zakken kunnen worden 25 toegepast.
De zakken van de inrichting volgens de uitvinding bestaan op geschikte wijze uit rubber of soortgelijk elastisch materiaal. Het in voorkomend geval opblazen van de zakken kan op geschikte wijze geschieden door 30 toepassing van een persluchtsysteem dat via een reductie-ventiel op de zakken is aangesloten waarbij voorts is voorzien in een bedieningsmechanisme om in noodgeval het systeem in werking te stellen om alle zakken tegelijkertijd met perslucht te vullen. Een geschikte vuldruk 35 is bijvoorbeeld 0f75 bar. Het reductieventiel kan bijvoorbeeld voorzien in een reductie van de druk in de leidingen *' «* j 9 ? ^ -4- naar de zakken tot 0,8 bar. Voor alle zekerheid kunnen de leidingen naar de zakken nog voorzien zijn van overloop-ventielen die bijvoorbeeld bij een druk van 1 bar in werking treden.In plaats van een persluchtsysteem kan .
5 echter ook gebruik worden gemaakt van een waterleidingstel-sel voor het vullen van de zakken met water in plaats van met lucht.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 10 fig. 1 een weergave in doorsnede is door het gedeelte van een boorschip waar zich de moonpool bevindt ter illustratie van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding? fig. 2 een soortgelijke weergave is met een andere 15 uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding? fig. 3 een schematische weergave in bovenaanzicht is van een moonpool met een derde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding in werking? en fig. 4 een weergave in doorsnede is door de moonpool 20 volgens fig. 3, genomen langs de lijn IV-IV.
In de figuren zijn gelijke onderdelen met gelijke verwi jzingsgetallen aangegeven.
In fig. 1 is een gedeelte van een boorschip 1 in doorsnede weergegeven. Op het boorschip bevindt zich 25 een niet weergegeven boorinstallatie op het bovendek 2. Tussen bovendek 2 en bodem 3 van het schip bevindt zich een kokervormige doorgang 4, welke ruimte wel de moonpool wordt genoemd. Door de doorgang 4 wordt de boor naar beneden geleid vanuit de boorinstallatie.
30 De boor verloopt daarbij door de buitenpijp 5, die onder normale omstandigheden onder het schip of onderin de moonpool 4 hangt, maar in de figuur is weergegeven in een toestand dat hij tot boven het bovendek 2 is opgetrokken. Het zal duidelijk zijn dat de buitenpijp 5 hangt 35 aan geschikte kabels, waaraan hij ook kan worden opgetrokken. Dergelijke constructies zijn algemeen bekend en - . - -) ··/ λ v . ; , j -5- in de schematische tekening niet verder weergegeven.
Teneinde een indruk te geven van de afmetingen van de moonpool 4 kan worden opgemerkt dat een afstand tussen bovendek 2 en bodem 3 en derhalve een totale 5 hoogte van de ruimte 4 van ongeveer 13 m niet ongebruikelijk is. De horizontale doorsnede door de ruimte 4 is gewoonlijk een rechthoek. Een voorbeeld van de afmetingen van een dergelijke rechthoek is 6,7 x 7,9 m*
Indien in een noodgeval de buitenpijp 5 moet jLO worden opgetrokken, na te zijn losgekoppeld van de installatie op de zeebodem, hangt de pijp verder vrij in de ruimte 4 en onder het'schip 1. Daarbij doet zich het gevaar voor dat onder invloed van de natuurkrachten de pijp 5 gaat slingeren of in één richting uitwijkt, waardoor hij zou kunnen aanslaan tegen een van de zijwanden 6 of 7 van de ruimte 4 of tegen een van de niet weergegeven andere zijwanden. Teneinde dit tegen te gaan is bij de in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding rond de pijp 5 een kraag 8 aangebracht 20 op welke kraag 8 één of meer rubber zakken in ingevouwen toestand zijn bevestigd. Via een geschikt persluchtsysteem of een geschikt systeem van waterleidingen worden de zakken in geval van nood opgeblazen. In de figuur zijn twee zakken 9 en 10 in opgeblazen toestand afgeheeld.
25 De zakken 9 en 10 vullen de ruimte tussen wand 7 en buitenpijp 5, resp. buitenpijp 5 en wand 6 en zorgen ervoor dat de buitenpijp vrijwel in het midden tussen die wanden wordt gehouden. Evenzo vullen twee andere zakken de ruimte tussen de pijp 5 en de niet weergegeven 30 voor- en achterwand van de ruimte 4, zodat de buitenpijp 5 in het centrum van de ruimte 4 wordt gehouden. In plaats van vier zakken kan uiteraard ook een ander aantal zakken worden toegepast. Eventueel zou met een enkele geschikt gevormde in hoofdzaak ringvormige zak kunnen 35 worden volstaan. In dat geval geven 9 en 10 doorsneden door verschillende delen van dezelfde zak aan.
-6-
Het persluchtsysteem voor het vullen van de zakken 9 en 10 kan buiten de boorpijp 5 en de daarmede verbonden constructie zijn opgesteld. Het probleem is dat er een geschikte verbinding met de kraag 8 en de daarop bevestigde 5 zakken moet bestaan. Beter is het daarom wellicht de persluchtinstallatie in te bouwen in de kraag 8. Deze kan aan een dergelijke inbouw ruimte bieden gezien de afmetingen (hoogte in de orde van 2 m en buitendiameter in de orde van 1,5 m). In dat. geval zijn nog slechts 10 externe voorzieningen voor het in werking stellen nodig.
Bedieningsproblemen kunnen worden vereenvoudigd door de op te blazen zakken in de inrichting volgens de uitvinding niet te bevestigen aan de buitenpijp 5 zoals weergegeven in fig. 1, maar aan de zijwanden van ]_5 de moonpool 4, zoals schematisch voor zi jwand 7 is weergegeven in fig. 2. Zoals afgebeeld is de zak 11 bevestigd op een draagplaat 12, die zelf op de wand 7 is bevestigd door toepassing van een stel klemorganen 13. Bij een dergelijke constructie kan het opblazen van de zakken 20 in noodgevallen geschieden met behulp van een vast persluchtsysteem dat op geschikte wijze met de zakken is gekoppeld. Indien op de tegenovergestelde wand' 6 een soortgelijke zak als de zak 11 is aangebracht zal indien die zak tegelijk met de zak 11 wordt opgeblazen, de 25 buitenpijp 5 in het midden tussen de wanden 6 en 7 worden gehouden.
Een constructie, waarbij op eenvoudige wijze is voorzien in een gecentreerd ten opzichte van alle vier de wanden van de moonpool 4 houden van de pijp 30 5 is weergegeven in de figuren 3 en 4. Aan de wanden 6 en 7 is boven het midden van de ruimte 4 over vrijwel de gehele breedte van die wanden een geschikt gevormde zak 14 (aan wand 6), resp. 15 (aan wand 7) bevestigd.
Aan de voorzijde van de zak 14, dat wil zeggen aan de 35 naar de pijp 5 toegewende zijde is een stalen frontplaat 16 bevestigd. Evenzo is aan de overeenkomstige zijde % - r »
' J --· - J
. # -7-.- van de zak 15 een stalen frontplaat 17 bevestigd. In fig. 4 is de zak 14 in opgeblazen toestand weergegeven, waarbij de frontplaat 16 vrijwel aanligt tegen de pijp 5. De zak 15 is in fig. 4 ter illustratie in opgevouwen 5 toestand weergegeven. In de praktijk zijn alle zakken echter of opgevouwen of opgeblazen. Zulks is ook afgeheeld in fig. 3 waaruit blijkt dat frontplaat 17 eveneens vrijwel aanligt tegen de pijp 5, zodat deze in het midden tussen de wanden 6 en 7 wordt gehouden.
10 Aan de andere zijwanden 18 en 19 van de moonpool 4 is onder het midden van de ruimte 4 over vrijwel de gehele breedte van die wanden een geschikt gevormde zak 20 (aan wand 18), resp. 21 (aan wand 19) bevestigd.
Aan de voorzijde van de zak 20, dat wil zeggen aan de 15 naar de pijp 5 toegewende zijde is een stalen frontplaat 22 bevestigd. Evenzo is aan de overeenkomstige zijde van de zak 21 een stalen frontplaat 23 bevestigd. Zoals afgebeeld in fig. 3 liggen de frontplaten 22 en 23 bij opgeblazen toestand van de zakken 20 en 21 vrijwel aan 20 tegen de pijp 5, zodat deze in het midden tussen de wanden 18 en 19 wordt gehouden.
Doordat de zakken 14 en 15 zich boven het midden van de ruimte 4 bevinden en de zakken 20 en 21 onder het midden zijn opgesteld kunnen alle zakken worden 25 opgeblazen zonder dat zij elkaar in de weg zitten. De toepassing van stalen frontplaten op de zakken voorkomt dat de zakken op enigerlei wijze door de pijp 5 kunnen worden beschadigd. Desgewenst kan de beweging van de frontplaten worden geleid door die platen van geschikte 30 ogen te voorzien en kabels tussen de wanden te spannen, waarlangs de frontplaten, indien de kabels door de ogen verlopen, kunnen bewegen.
Het zal duidelijk zijn dat toepassing van de inrichting volgens de uitvinding niet noodzakelijkerwijze 35 tot noodgevallen is beperkt, maar dat de inrichting desgewenst ook onder normale bedrijfsomstandigheden * -8- kan worden toegepast voor het gecentreerd in de moonpool houden van de buitenpijp.
.-V --S * .1 ï * V; ·. *
'V' *J ' - -- J

Claims (7)

1. Inrichting voor het bijvoorbeeld bij eventuele calamiteiten afschermen van de buitenpi jp van een op een boorschip of dergelijke opgestelde boorinstallatie, welke buitenpijp 2ich bevindt in een door wanden van 5 het boorschip of dergelijke tenminste gedeeltelijk omgeven ruimte die tenminste naar de onderzijde toe grotendeels open is, met het kenmerk, dat de inrichting een aantal opblaasbare zakken omvat, die in geval zulks gewenst is kunnen worden opgeblazen, en die zich bevinden op 10 een zodanige plaats dat zij in opgeblazen toestand een zodanig deel van de genoemde ruimte tussen de wanden en de buitenpijp innemen dat zij de buitenpijp beletten zich tot nabij enige wand te bewegen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat de inrichting tenminste twee zakken omvat die zijn bevestigd aan tegenover elkaar gelegen wanden van de ruimte-
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting één of meer aan de buitenpijp bevestigde 20 zakken omvat, die zodanig zijn opgesteld dat bij het opblazen een groot deel van de ruimte rond de pijp wordt gevuld.
4. Inrichting volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat bij een door vier haaks op elkaar staande wanden 25 begrensde ruimte de inrichting vier zakken omvat, waarbij twee zakken zijn bevestigd aan twee tegenover elkaar gelegen wanden van de ruimte in vrijwel een horizontaal vlak en twee zakken zijn bevestigd aan de twee andere tegenover elkaar gelegen wanden van de ruimte in een 30 vrijwel horizontaal vlak dat verschilt van eerstgenoemd horizontaal vlak.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de zakken aan de naar de buitenpijp toegewende zijde -10- ieder zijn voorzien van een vertikaal opgestelde frontplaat, die vrijwel evenwijdig verloopt aan de wand waaraan de desbetreffende zak is bevestigd.
6. Inrichting volgens conclusie 1-5, met het kenmerk, 5 dat de zakken bestaan uit rubber of een soortgelijk elastisch materiaal.
7. Inrichting volgens conclusie 1-6, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een persluchtsysteem dat via een reductieventiel op de zakken is aangesloten 10 en van een bedieningsmechanisme dat is ingericht om zodra zulks gewenst is alle zakken tegelijkertijd met perslucht te vullen. > -** '** "'S' *'
NL8600679A 1986-03-17 1986-03-17 Inrichting voor afscherming van de buitenpijp van een boorinstallatie voor onder water boren. NL8600679A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8600679A NL8600679A (nl) 1986-03-17 1986-03-17 Inrichting voor afscherming van de buitenpijp van een boorinstallatie voor onder water boren.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8600679A NL8600679A (nl) 1986-03-17 1986-03-17 Inrichting voor afscherming van de buitenpijp van een boorinstallatie voor onder water boren.
NL8600679 1986-03-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8600679A true NL8600679A (nl) 1987-10-16

Family

ID=19847726

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8600679A NL8600679A (nl) 1986-03-17 1986-03-17 Inrichting voor afscherming van de buitenpijp van een boorinstallatie voor onder water boren.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8600679A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2012012559A3 (en) * 2010-07-20 2012-09-13 National Oilwell Varco, L.P. Inflatable restraint system
WO2011160801A3 (de) * 2010-06-21 2012-10-04 Krecke Edmond D Verfahren und vorrichtung zum verschliessen bzw. sichern eines bohrloches

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2011160801A3 (de) * 2010-06-21 2012-10-04 Krecke Edmond D Verfahren und vorrichtung zum verschliessen bzw. sichern eines bohrloches
WO2012012559A3 (en) * 2010-07-20 2012-09-13 National Oilwell Varco, L.P. Inflatable restraint system
US8827008B2 (en) 2010-07-20 2014-09-09 National Oilwell Varco, L.P. Inflatable restraint system

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5765500A (en) Life rafts on ships
AU2006274748B2 (en) Gangway apparatus
US4448266A (en) Deep water riser system for offshore drilling
JP3068849B2 (ja) 水難救命器具
ES2643477T3 (es) Muelle de carga
US3008158A (en) Universal mooring and ramp
US5051029A (en) Marine spill containment method and apparatus
US3796281A (en) Apparatus for use in escaping from high structures
US3664504A (en) Method and apparatus for deploying a floatable barrier
US3943720A (en) Floating oil barrier
US5002430A (en) Oil containment system for emergency use
NL8600679A (nl) Inrichting voor afscherming van de buitenpijp van een boorinstallatie voor onder water boren.
JP6528151B2 (ja) 非常用安全装置
US4031583A (en) Inflatable emergency equipment deployment device
US5135325A (en) Emergency boom for use on a tanker
JPH07508949A (ja) 船底の受入れ空間内に積込み/積降しブイを案内する装置
KR20180052210A (ko) 구난용 선박
US5071287A (en) Oil containment system
GB2025350A (en) Escape system
JPH07504879A (ja) 浮動する船から別のそれまたは固定設備への積み荷の移送のための方法および機器
GB2123353A (en) A survival cabin for use at an offshore vessel
WO2021158119A1 (en) Containment boom, system, and method for confining an oil spill
EP0614432B1 (en) A device for transfer of personnel or cargo between a fixed or floating installation and a boat in a high sea
KR102197285B1 (ko) 구명 시스템 및 이를 포함하는 선박
KR20040027306A (ko) 침몰선박 위치확인장치

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed