NL8600338A - Catheter voorzien van positioneermiddelen. - Google Patents
Catheter voorzien van positioneermiddelen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8600338A NL8600338A NL8600338A NL8600338A NL8600338A NL 8600338 A NL8600338 A NL 8600338A NL 8600338 A NL8600338 A NL 8600338A NL 8600338 A NL8600338 A NL 8600338A NL 8600338 A NL8600338 A NL 8600338A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- catheter
- longitudinal slots
- support wires
- central lumen
- tube construction
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M25/00—Catheters; Hollow probes
- A61M25/01—Introducing, guiding, advancing, emplacing or holding catheters
- A61M25/0105—Steering means as part of the catheter or advancing means; Markers for positioning
- A61M25/0133—Tip steering devices
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M25/00—Catheters; Hollow probes
- A61M25/01—Introducing, guiding, advancing, emplacing or holding catheters
- A61M25/09—Guide wires
- A61M25/09016—Guide wires with mandrils
- A61M25/09033—Guide wires with mandrils with fixed mandrils, e.g. mandrils fixed to tip; Tensionable wires
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Biophysics (AREA)
- Pulmonology (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Anesthesiology (AREA)
- Biomedical Technology (AREA)
- Heart & Thoracic Surgery (AREA)
- Hematology (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Media Introduction/Drainage Providing Device (AREA)
Description
__.o' Λ ...· Ν.0. 33.622 ^ - 1 -
Catheter voorzien van positioneermiddelen.
De uitvinding heeft betrekking op een catheter, bestemd voor catheterisatie van het hart, bloedvaten of andere tubulaire en holle lichaamsstructuren, bestaande uit een flexibele buiskonstruktie met een centraal lumen, 5 waardoor een voerdraad geleid kan worden.
Catheterisatie van het hart of van de bloedvaten van de mens en van de meeste diersoorten geschiedt in het algemeen via een perifere arterie of vene, bijvoorbeeld de a.brachialis, de arteria of vena femoralis, 10 doch ook andere toegangroutes zijn denkbaar.
Men gebruikt hierbij diverse soorten catheters en vergelijkbare instrumenten om allerlei metingen, bepalingen en handelingen (zoals toedienen van vloeistoffen of medicamenten) in het menselijk (of dierlijk) lichaam te 15 verrichten.
Men verkrijgt bijvoorbeeld via deze catheters bloed om daarin zuurstofbepalingen en dergelijke te verrichten.
Men kan drukken meten in de diverse compartimenten van het hart en vaatstelsel en men kan contrastvloeistof 20 toedienen om de diverse compartimenten van het hart en de bloedvaten inclusief bypasses zichtbaar te maken, in het algemeen nadat de catheter selektief in het betreffende hartcompartiment of bloedvat is binnengevoerd.
Het is soms moeilijk om selektief de betreffende 25 catheter(s) in die positie en op die plaats te manoevreren, waar men dat graag wil. Het levert soms dus moeilijkheden op om elk gewenst hartcompartiment of elke gewenste kransslagader of ander bloedvat te bereiken. Derhalve zijn vele typen catheters ontworpen om de daarvoor in aan-30 merking komende compartimenten van het hart en vaatstelsel zo gemakkelijk mogelijk te kunnen bereiken, ook wanneer » ** ^ ** -w .i» } V v * P ^ - 2 - de morfologie gecompliceerd is door pathologische processen of anatomische variaties. Er wordt hierbij onder andere gebruik gemaakt van stuurbare voerdraden, voor-gevormde catheters en dergelijke.
5
Een probleem hierbij is, dat het dikwijls moeilijk is zulk een catheter ruimtelijk te positioneren in bij voorbeeld de aorta (lichaamsslagader). De aorta heeft bij volwassenen een diameter van ongeveer 40 mm en de 10 catheter glijdt vaak in een andere richting dan men beoogt (met name dikwijls in de richting van de wand van het vat).
Met name doet zich dit probleem voor, indien men een zgn. vernauwde (stenotische) aortaklep wil passeren om de 15 linker kamer van het hart te bereiken of indien het opstijgende deel van de aorta (aorta ascendens) erg wijd is, zoals dit onder andere het geval kan zijn bij aorta-klepstenose of aortaklepinsufficientie of bij andere ziekteprocessen van de aorta. Hierbij moet worden bedacht 20 dat met name in een aantal van deze situaties het selek-tief kunnen bereiken van de linker hartkamer erg belangrijk is om de anatomische en funktionele eigenschappen van deze kamers te kunnen bepalen en om de druk-gradiënt tussen linker kamer én aorta te kunnen meten, 25 hetgeen vergaande consequenties heeft voor het te volgen beleid.
Bij bijvoorbeeld een aortaklepstenose is het opengaan van de aortaklep vaak beperkt, de maximale diameter van de klepopening (ostium) is vaak ernstig verminderd.
30 Het is dan dikwijls erg moeilijk de vernauwde klep te passeren ,
De catheter kaatst als het ware telkens af tegen de vernauwde, vaak verkalkte, klep. Vernauwing van een klep en depositie van kalkhoudend materiaal gaan vaak samen, de 35 commissuren der klepslippen zijn vaak vergroeid.
.*> r\ λ *?* *ύ v·· „· <1 j O 0 4? - 3 - *
Bovendien bestaat het risico, dat stukjes kalk, trombi (stolseltjes) en ander materiaal van de pathologische klep worden losgestoten, waarna een embolie kan optreden, met ernstige gevolgen voor de patiënt (cerebro-5 vasculair accident, gedeeltelijke verlamming, cholesterol emboliën, perifere vaatafsluiting, etc.). Dit risico neemt toe naarmate de pogingen om de klep te passeren langer duren, zoals dikwijls het geval is met de huidige technieken.
Ook bij een niet-vernauwde klep, maar een wijde 10 aortawortel, is het passeren van de klep met de huidige bekende catheters soms moeilijk, omdat de catheter de neiging heeft af te glijden naar de zijkant van het vat (aorta).
De uitvinding beoogt een catheter te verschaffen, 15 met de eigenschap dat de distale monding van het centrale lumen op de juiste plaats kan worden gebracht, resp. in de juiste positie kan worden gemanoeuvreerd, zodat bijvoorbeeld bij hartcatheterisatie een voerdraad gemakkelijker en met minder risico door de opening van de aorta-20 klep gevoerd kan worden.
Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de catheter voorzien is van positioneermiddelen, die werkzaam zijn aan het distale einde en die vanaf het proximale einde, dus buiten het lichaam bediend kunnen 25 worden, om de distale monding van het centrale lumen te kunnen positioneren ten opzichte van de wand van de holle lichaamsstruktuur.
Bij voorkeur bestaan de positioneermiddelen uit tenminste twee, maar bij voorkeur drie of meer flexibele 30 op trek en druk te belasten draden, die over vrijwel de gehele lengte zijn geleid door rondom het centrale lumen in de buiskonstruktie aangebrachte kanalen en langssleuven, waarbij de distale einden van de draden zijn bevestigd aan de top van de buiskonstruktie en de draden over een ’ ' Λ * "7 Λ ... > ^ ^¾.
- 4 - zekere afstand vóór de top in radiale richting onafhankelijk van elkaar bochtvormig kunnnen worden uitgebogen.
Met deze betrekkelijk eenvoudige maatregelen is het mogelijk het distale einde van de catheter volgens de uit-5 vinding op de juiste plaats te positioneren.
De uitvinding zal aan de hand van de tekening nader worden toegelicht, waarin:
Fig. 1 het hart en de lichaamsslagader toont met daarin de catheter volgens de uitvinding in een 10 positioneerstand;
Fig. 2 de catheter toont tijdens het inbrengen;
Fig. 3 de catheter toont in de positioneerstand, overeenkomende met fig. 1;
Fig. 4 is een doorsnede over de lijn IV-IV van 15 fig. 2 op grotere schaal; en
Fig. 5 is een doorsnede over de lijn V-V van fig. 2 op grotere schaal.
In fig. 1 is de linker kamer van een menselijk hart aangegeven met 1, de lichaamsslagader of aorta met 2, de 20 aftakkende slagaders naar hals, hoofd en armen met 3, de kransslagaders met 4 en de aortaklep bestaande uit drie slippen met 5 (slechts twee slippen zijn zichtbaar in fig. 1).
Om met het distale einde van een catheter in de linker 25 kamer 1 te komen moet de opening van de aortaklep 5 gepasseerd worden.
Een conventionele catheter bestaat uit een flexibele buiskonstruktie met één centraal lumen, waardoor een flexibele voerdraad wordt geleid. Ook kunnen de meeste 30 bekende catheters door middel van dit lumen over een reeds ingebrachte voerdraad worden opgeschoven.
Ook de catheter volgens de uitvinding bestaat uit een flexibele buiskonstruktie met een centrale lumen, die is aangegeven met 6. De voerdraad is aangegeven met 7.
35 Deze voerdraad 7 kan bijvoorbeeld een J-vormig einde hebben.
"< ,Λ '** wy - 5 -
Bij een conventionele catheter zonder psitioneer-middelen moet getracht worden het distale einde 8 of het daaruit stekende einde van de voerdraad 7 op het juiste moment door de centrale opening van de aortaklep 5 5 te steken. Omdat de catheter de neiging heeft zich te bewegen langs de wand van de aortawortel, is het soms moeilijk de opening van de klep 5 te vinden. Er moet dan vooral bij bijvoorbeeld een aortaklepvernauwing soms lang gemanoeuvreerd worden.
10 Het vinden van de aortaklepopening is bij een normale aortaklep niet zo'n probleem, maar soms zeer moeilijk bij een pathologische aortaklep, die onder andere door vergroeiing van de drie slipen nauwelijks nog open gaat.
De slippen kunnen bovendien bedekt zijn door kalk, 15 cholesterol, celdebris en dergelijke, waardoor bij het manipuleren van de catheter het gevaar bestaat, dat deeltjes worden losgestoten en in de bloedbaan terecht komen met noodlottige gevolgen voor de patient.
Het is dus gewenst, dat zonder veel manipuleren, 20 dus zonder deeltjes los te stoten, de aortaklepopening wordt gevonden en het einde van de voerdraad 7 daardoor kan passeren.
Om dit mogelijk te maken is de buiskonstruktie van de catheter volgens de uitvinding niet alleen voorzien 25 van een centraal lumen 9, maar bovendien van een aantal, tenminste twee, maar bij voorkeur drie of meer in hoofdzaak coaxiaal verlopende kanalen 10, zie fig. 4.
Door deze kanalen 10 lopen steundraden 11, die zowel 30 op trek als op druk belast kunnen worden.
De buiskonstruktie 6 bestaat bij voorkeur uit al dan niet gewapende kunststof. De steundraden 11 bestaan uit metaal of uit een ander geschikt materiaal.
Zoals blijkt uit fig. 2, 3 en 5 is de buiskonstruk-35 tie 6 over een afstand van 50-100 mm vddr de bij voorkeur halfbolvormige top 8 van de catheter voorzien van langs-sleuven 12, waarin de steundraden 11 zich uitstrekken.
* kj -n . , · , ϋ
V
- 6 -
De einden van de steundraden 11 zijn bevestigd in de top 8.
De catheter volgens de uitvinding dient vooral op de plaats 13, zie fig. 2 en fig. 3, zo sterk te zijn dat 3 inscheuren van de buiskonstruktie 6 wordt voorkomen.
De steundraden 11 steken met hun proximale einden, evenals de buiskonstruktie 6 van de catheter en de centrale voerdraad 7 buiten het lichaam van de patient uit.
10 Door de steundraden 11 onafhankelijk van elkaar of gezamenlijk naar binnen of naar buiten te bewegen ten opzichte van de buiskonstruktie 6 treden delen van de steundraden 11 bochtvormig uit de langssleuven 12 of worden daarin teruggetrokken, zie fig. 1 en fig, 3.
15 Bij een centrische aortaklepopening zullen alle steundraden 11 evenver naar buiten worden gebogen om aan te liggen tegen de wand van de aortawortel.
Bij meer excentrische aortaklepopeningen zal één der steundraden of zullen twee steundraden verder 20 moeten worden uitgebogen dan de andere.
In plaats van drie steundraden kunnen ook twee, vier steundraden of zelfs meer worden gebruikt (niet getoond).
Als voerdraad 7 wordt een zgn. "lange voerdraad" 25 bruikt, zoals in de handel beschikbaar is. Met "lange voerdraad" wordt een voerdraad bedoeld, die tenminste tweemaal de lengte van de buiskonstruktie van de catheter heeft. Dit om wisselen van catheter over de voerdraad mogelijk te maken.
30 Wanneer met behulp van de catheter volgens de uitvinding het einde van de voerdraad 7 in de linker kamer 1 van het hart is gekomen, worden de steundraden 11 weer recht getrokken, zie fig. 2.
7 : Λ .* 7 '3 W .v V \J V ^ - 7 -
De catheter volgens de uitvinding kan over de lange voerdraad 7, die achterblijft in de linker kamer verwijderd worden. Een geschikte conventionele catheter kan dan over de achtergebleven lange voerdraad 7 worden 5 opgevoerd tot in de linker hartkamer.
Dit kan bijvoorbeeld een catheter zijn, waarvan het distale einde de vorm heeft van een varkensstaart (pigtail-catheter). Deze catheter wordt dan over de voerdraad 7 in het lichaam gevoerd. De krul van de staart wordt daar-10 bij tijdelijk recht gebogen.
Wanneer het distale einde van de conventionele catheter in de linker kamer is aangekomen kan de voerdraad 7 worden verwijderd.
Door deze catheter kan de druk in de linker kamer 15 worden gemeten, bloedmonsters worden afgenomen, contrastvloeistof worden toegediend om de linker kamer af te beelden, enzovoorts.
De catheter volgens de uitvinding zou desgewenst ook tot in de linker hartkamer kunnen worden opgevoerd, 20 nadat de centrale voerdraad 7 in deze kamer is gebracht.
Hen zou dan na verwijderen van de voerdraad een aantal funkties, zoals drukmeting, toediening van medicamenten en afnemen van bloedmonsters kunnen verrichten met de catheter volgens de uitvinding. Voor het afbeelden van 25 de linker kamer is deze catheter minder geschikt.
Voor dit doel wordt de catheter volgens de uitvinding over de lange voerdraad 7 gewisseld voor bijvoorbeeld een bekende pigtail-catheter.
Het is op deze manier dus mogelijk om een vernauwde 30 aortaklep eenvoudiger te passeren, ook als dit voorheen moeilijk of onmogelijk was. Bovendien neemt met behulp ' i 5 3 - 8 - van de catheter volgens de uitvinding het aantal vruchteloze pogingen om de klep te passeren af, waardoor het reeds geschetste risico van embolische complicaties eveneens afneemt.
5 Dit alles geldt ook voor situaties waarbij de aorta ascendens verwijd is.
Variaties van het boven beschreven concept zouden mogelijk ook bij andere invasieve ingrepen in het menselijk lichaam, waarbij positioneren relevant is, kunnen 10 worden toegepast.
De catheter volgens de uitvinding is recht, buigbaar en soepel en beschikt over een centraal axiaal lumen en een aantal coaxiale kanalen. Het centrale lumen dient om: 1. de catheter zelf zo nodig over een voerdraad vanaf 15 perifeer te kunnen opvoeren; 2. nadat de catheter in de buurt van de aortaklep is gebracht, een geschikte voerdraad op te voeren, die de opening van de aortaklep moet passeren (de voerdraad sub 1. en 2. zal in het algemeen de-20 zelfde zijn. Doorgaans lukt het goed om de catheter vanuit een perifere arterie (met name art-brachialis of art-femoralis) naar het hart te . schuiven, waarbij de voerdraad iets uit de catheter steekt en de punt van de voerdraad soepel is; 25 3. indien men dat wenst, bloedmonsters te nemen, drukken te meten, medicamenten of andere stoffen, toe te dienen, enzovoorts.
De voerdraden verschillen niet wezenlijk van reeds bestaande typen en kunnen recht zijn of een 30 J-tip hebben, terwijl de punt eventueel stug en soepel kan worden gemaakt.
Met behulp van de hier beschreven catheter worden een aantal aspekten van hartkcatheterisaties beter uitvoerbaar, met name kan nu eenvoudiger en met minder 35 risico's voor de patiënt de aortaklep gepasseerd worden in situaties waar dit voorheen moeilijk of onmogelijk was en gepaard ging met risico van embolische complicaties.
,Λ ’ "7 ρ.
* -j.' .J ' V
- 9 -
Hetzelfde principe is ook mogelijk bij catheteri-satie van andere tubulaire en holle strukturen in het menselijk (of dierlijk) lichaam, waarbij positioneren van belang is.
5 De diameter van de catheter volgens de uitvinding behoeft niet wezenlijk af te wijken van de diameter van conventionele catheters. Een geschikte maat is bijvoorbeeld 7-9 French (dit is een diameter van 2,2-2,9 mm).
Bij een dergelijke diameter is het technisch zeer 10 wel mogelijk êén centraal lumen en meerdere coaxiale kanalen en sleuv.en aan te brengen.
.» . -V
'l 4 ' J ·.#
Claims (4)
1. Catheter, bestemd voor catheterisatie van het hart, bloedvaten of andere tubulaire en holle lichaams-structuren-, bestaande uit een flexibele buiskonstruktie met een centraal lumen, waardoor een voerdraad geleid 5 kan worden, met het kenmerk, dat de catheter voorzien is van positioneermiddelen, die werkzaam zijn aan het distale einde en die vanaf het proximale einde, dus buiten het lichaam bediend kunnen worden, om de distale monding van het centrale lumen te kunnen positioneren ten ΙΟ· opzichte van de wand van de lichaamsstruktuur.
2. Catheter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de positioneermiddelen bestaan uit tenminste twee maar bij voorkeur drie of meer flexibele op trek en druk te belasten steundraden, die over vrijwel de 15 gehele lengte zijn geleid door rondom het centrale lumen in de buiskonstruktie aangebrachte conaxiale kanalen en langs-sleuven, waarbij de distale einden van de steundraden zijn bevestigd aan de top van de buiskonstruktie en de draden over een zekere afstand voor de top vanuit de langssleuven in 20 radiale richting onafhankelijk van elkaar bochtvormig kunnen worden uitgebogen.
3. Catheter volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de buiskonstruktie bij de overgang van kanalen naar langssleuven extra versterkt is om uitscheuren door de 25 steundraden te verhinderen.
4. Catheter volgens conclusie 2 of 3, met het k e n m e r k, dat de langssleuven een lengte hebben van 50-100 mm. t f* / . J ,- V
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8600338A NL8600338A (nl) | 1986-02-11 | 1986-02-11 | Catheter voorzien van positioneermiddelen. |
EP87200098A EP0238106A1 (en) | 1986-02-11 | 1987-01-23 | Catheter provided with positioning means |
JP62030622A JPS62197072A (ja) | 1986-02-11 | 1987-02-10 | 位置決め手段を備えたカテ−テル |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8600338 | 1986-02-11 | ||
NL8600338A NL8600338A (nl) | 1986-02-11 | 1986-02-11 | Catheter voorzien van positioneermiddelen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8600338A true NL8600338A (nl) | 1987-09-01 |
Family
ID=19847561
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8600338A NL8600338A (nl) | 1986-02-11 | 1986-02-11 | Catheter voorzien van positioneermiddelen. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0238106A1 (nl) |
JP (1) | JPS62197072A (nl) |
NL (1) | NL8600338A (nl) |
Families Citing this family (30)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5769812A (en) | 1991-07-16 | 1998-06-23 | Heartport, Inc. | System for cardiac procedures |
US6482171B1 (en) | 1991-07-16 | 2002-11-19 | Heartport, Inc. | Multi-lumen catheter |
US5584803A (en) | 1991-07-16 | 1996-12-17 | Heartport, Inc. | System for cardiac procedures |
US6224619B1 (en) | 1991-12-17 | 2001-05-01 | Heartport, Inc. | Blood vessel occlusion trocar having size and shape varying insertion body |
US5728122A (en) * | 1994-01-18 | 1998-03-17 | Datascope Investment Corp. | Guide wire with releaseable barb anchor |
NL9400841A (nl) * | 1994-05-24 | 1996-01-02 | Industrial Res Bv | Cathetersamenstel. |
US5478309A (en) | 1994-05-27 | 1995-12-26 | William P. Sweezer, Jr. | Catheter system and method for providing cardiopulmonary bypass pump support during heart surgery |
US5885278A (en) | 1994-10-07 | 1999-03-23 | E.P. Technologies, Inc. | Structures for deploying movable electrode elements |
US6464700B1 (en) | 1994-10-07 | 2002-10-15 | Scimed Life Systems, Inc. | Loop structures for positioning a diagnostic or therapeutic element on the epicardium or other organ surface |
US6071274A (en) * | 1996-12-19 | 2000-06-06 | Ep Technologies, Inc. | Loop structures for supporting multiple electrode elements |
US7175619B2 (en) | 1994-10-07 | 2007-02-13 | Boston Scientific Scimed, Inc. | Loop structures for positioning a diagnostic or therapeutic element on the epicardium or other organ surface |
US6048329A (en) | 1996-12-19 | 2000-04-11 | Ep Technologies, Inc. | Catheter distal assembly with pull wires |
US6071279A (en) | 1996-12-19 | 2000-06-06 | Ep Technologies, Inc. | Branched structures for supporting multiple electrode elements |
US6332880B1 (en) | 1996-12-19 | 2001-12-25 | Ep Technologies, Inc. | Loop structures for supporting multiple electrode elements |
US6203525B1 (en) | 1996-12-19 | 2001-03-20 | Ep Technologies, Inc. | Catheterdistal assembly with pull wires |
US5755687A (en) | 1997-04-01 | 1998-05-26 | Heartport, Inc. | Methods and devices for occluding a patient's ascending aorta |
US5879295A (en) * | 1997-04-02 | 1999-03-09 | Medtronic, Inc. | Enhanced contact steerable bowing electrode catheter assembly |
US6610055B1 (en) | 1997-10-10 | 2003-08-26 | Scimed Life Systems, Inc. | Surgical method for positioning a diagnostic or therapeutic element on the epicardium or other organ surface |
EP1108441A3 (en) * | 1997-10-30 | 2001-07-04 | E.P. Technologies, Inc. | Catheter distal assembly with pull wires |
US6159178A (en) | 1998-01-23 | 2000-12-12 | Heartport, Inc. | Methods and devices for occluding the ascending aorta and maintaining circulation of oxygenated blood in the patient when the patient's heart is arrested |
US6217528B1 (en) | 1999-02-11 | 2001-04-17 | Scimed Life Systems, Inc. | Loop structure having improved tissue contact capability |
US6542781B1 (en) | 1999-11-22 | 2003-04-01 | Scimed Life Systems, Inc. | Loop structures for supporting diagnostic and therapeutic elements in contact with body tissue |
US6645199B1 (en) | 1999-11-22 | 2003-11-11 | Scimed Life Systems, Inc. | Loop structures for supporting diagnostic and therapeutic elements contact with body tissue and expandable push devices for use with same |
US6529756B1 (en) | 1999-11-22 | 2003-03-04 | Scimed Life Systems, Inc. | Apparatus for mapping and coagulating soft tissue in or around body orifices |
US6613046B1 (en) | 1999-11-22 | 2003-09-02 | Scimed Life Systems, Inc. | Loop structures for supporting diagnostic and therapeutic elements in contact with body tissue |
WO2001068178A1 (en) * | 2000-03-10 | 2001-09-20 | Cardiofocus, Inc. | Steerable catheter |
US6916306B1 (en) | 2000-11-10 | 2005-07-12 | Boston Scientific Scimed, Inc. | Steerable loop structures for supporting diagnostic and therapeutic elements in contact with body tissue |
US7785323B2 (en) | 2000-12-04 | 2010-08-31 | Boston Scientific Scimed, Inc. | Loop structure including inflatable therapeutic device |
US20080027411A1 (en) * | 2006-04-21 | 2008-01-31 | Abbott Laboratories | Guidewire placement device |
US20170252152A1 (en) * | 2016-03-04 | 2017-09-07 | Boston Scientific Scimed, Inc. | Self-centering guide catheter |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3568659A (en) * | 1968-09-24 | 1971-03-09 | James N Karnegis | Disposable percutaneous intracardiac pump and method of pumping blood |
US3704711A (en) * | 1971-06-30 | 1972-12-05 | Sang C Park | Catheter |
US4154242A (en) * | 1977-06-17 | 1979-05-15 | Zafmedico Corp. | Bladder catheter |
-
1986
- 1986-02-11 NL NL8600338A patent/NL8600338A/nl not_active Application Discontinuation
-
1987
- 1987-01-23 EP EP87200098A patent/EP0238106A1/en not_active Withdrawn
- 1987-02-10 JP JP62030622A patent/JPS62197072A/ja active Pending
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
JPS62197072A (ja) | 1987-08-31 |
EP0238106A1 (en) | 1987-09-23 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8600338A (nl) | Catheter voorzien van positioneermiddelen. | |
US5300025A (en) | Dilatation catheter having a coil supported inflation lumen | |
EP0260711B1 (en) | Aortic valvuloplasty dilatation catheter instrument | |
JP3715988B2 (ja) | 迅速交換カテーテル | |
US5413559A (en) | Rapid exchange type over-the-wire catheter | |
US5246007A (en) | Vascular catheter for measuring flow characteristics and method | |
US5980486A (en) | Rapidly exchangeable coronary catheter | |
US6254549B1 (en) | Guidewire replacement device with flexible intermediate section | |
JP5733759B2 (ja) | 方向性のある拡張をする脈管内器具 | |
US6494846B1 (en) | Dual-mode catheter | |
US20040210190A1 (en) | Interventional diagnostic catheter and a method for using a catheter to access artificial cardiac shunts | |
US5971974A (en) | Left coronary artery catheter | |
JPH06197972A (ja) | 迅速交換カテーテルシステム | |
JPH02191467A (ja) | 操縦―調節可能の先端を有するガイドワイヤ組立体 | |
KR101396017B1 (ko) | 풍선 카테터 | |
JPH01158936A (ja) | 血圧モニタ用ガイドワイヤおよびその使用法 | |
US10569050B1 (en) | Guide catheter support instrument | |
EP1424943A1 (en) | Interventional and diagnostic catheter and method for use | |
US20100318169A1 (en) | Delivery system for endoluminal devices | |
WO2002049511A1 (en) | Double lumen pigtail pressure monitoring catheter | |
Hays et al. | The crumpled coronary: an enigma of arteriographic pseudopathology and its potential for misinterpretation | |
US20240285901A1 (en) | Catheter for cerebral angiography and neurointerventions | |
Koleśnik et al. | Catheters and wires | |
EP0587794A1 (en) | Aortic branch internal thoracic artery catheter | |
den Heijer et al. | Coronary angioplasty using the probing catheter in combination with the Probe™ balloon wire |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |