NL8600262A

NL8600262A - Buigzame verpakkingshouder voor stortbaar vulmateriaal.

Info

Publication number: NL8600262A
Application number: NL8600262A
Authority: NL
Original assignee: Bischof & Klein
Priority date: 1985-02-02
Filing date: 1986-02-03
Publication date: 1986-09-01
Also published as: GB8602307D0; GB2171390B; MW786A1; IN165900B; GB2171390A

Description

863001/vdV/en t y

Korte aanduiding: Buigzame verpakkingshouder voor stortbaar vulmateriaal.

De uitvinding heeft betrekking op een buigzame verpakkingshouder voer stortbaar vulmateriaal in de vorm van een zak of zakje met een aan zijn beide einden steeds dcor een kruis-, of blok, of dergëlijke vormbodem begrensde vulruimte, waarbij de vormbodems 5 steeds paarsgewijze tegenoverelkaar liggende hoekinslagen alsmede een binnenste bc-demzijdeomslag en een buitenste bodemzijde-omslag omvatten, die op hun beurt paarsgewijze tegenoverelkaar liggen en in de gesloten toestand van de vormbodem met elkaar en met de hoekinslagen verlijmd zijn, en waarbij één van de 10 beide vormbodems een standbodem en de andere een vulbodem met een afsluitbare vulopening voor het vulmateriaal vormt.

Bij bekende verpakkingshouders van dit type wordt de vulopening voor het vullen van de vulruimte gewoonlijk door een buisvormig ventiel gevormd, dat op éér van de beide hoekinslagen van de 15 vulbodem geplaatst en bij het vormen van de bodem door vouwen en verlijming van de beide bodemzijdeomslagen in de vulbodem ingebouwd is. Het ventiel vormt in de gerede bodem een ventiel-slang, waarvan de langsas in de langsrichting van de bodem en daardoor dwars op de hoge as van de vulruimte verloopt. Het 20 door de ventielslang met behulp van de tijdelijk aangebrachte vulmond van een vulmachine in het inwendige van de verpakking geleide vulmateriaal verkrijgt derhalve binnen in de verpakking een omkering van 90°, om op de bodem van de vulruimte terecht te komen en de vulruimte naar boven toenemend tot een 25 zo groot megelijke hoogte te vullen. Deze hoogste stand is vanwege de zijdelingse toevoer van het vulmateriaal begrensd, terwijl ook aan een gewenste verhoging van de vulsnelheid door de dwarstoevoer van het vulmateriaal in de vulruimte grenzen gesteld zijn. Tenslotte bestaat in het algemeen bij 30 de bekende verpakkingshouders in de vorm van in het bijzonder kruis-, of blokbodemventielzakken niet de mogelijkheid voorwerpen van grotere afmetingen, zoals maatbekers, door de O ventielslang naast het vulmateriaal in de vulruimte te brengen.

\ 350Ö262 Ζ ΐ - 2 -

Er zijn weliswaar ook reeds buigzame verpakkingshouders voor stortbaar vulmateriaal in de vorm van een zak of zakje bekend, die een vulling van de vulruimte loodrecht van beven door een meer of minder grote zakopening respectievelijk het van boven 5 nog open einde van de zak toelaten, deze verpakkingshouders bezitten echter geen door een kruis-, blok- of dergelijke vormbodem begrensde vulruimte, waardoor de verpakkingsheuder in de gevulde toestand een rechthoekige respectievelijk bakvormige vorm aanneemt, die een goede stapeling en palleti-10 sering van de gevulde verpakkingshouders waarborgt. Bij de bekende verpakkingshouders met loodrechte vulling is de vulruimte respectievelijk de verpakkingshouder, voor zover deze uit kunststoffoelie bestaat, aan zijn beide einden uitsluitend door eenvoudige eindlassen afgesloten, of worden vouw-15 of wikkelsluitingen door omvouwen en verlijmen van de zak-respectievelijk zakje buiseinden gevormd. In beide gevallen is een gewenste hogere vulling van het vulmateriaal in de vulruimte niet mogelijk, omdat de bovenste eindafsluiting eerst na het vullen aangebracht wordt en een hogere vulling 20 het handhaven en bewerken van het zakmateriaal voor het aanbrengen van de vulrandafsluiting verhinderen zou. In het bijzonder zijn echter dergelijke verpakkingshouders vanwege het gebrek van door vormbodems gevormde eindafsluitingen van hun vulruimte in gevulde toestand eerder kussenvormige vorm 25 slecht stapelbaar en slechts met grote moeilijkheden voor een palletisering geschikt.

De uitvinding beoogt een buigzame verpakkingshouder voor stortbaar materiaal in de vorm van een zak of zakje met een aan zijn beide einden steeds door een kruis-, blok- of der-30 gelijke vormbodem begrensde vulruimte van de in de aanvang aangegeven soort te verschaffen, die onder behoud van zijn goede stapelbaarheid en palletiseerbaarheid dcor vorming van een bakvorm in de gevulde toestand op eenvoudige wijze snel en zeker onder bereiken van hoge vullingen gevuld kan worden 35 en waarbij voorts de mogelijkheid bestaat, voorwerpen van grotere afmetingen op eenvoudige wijze in de vulruimte naast 1 S ' -1 3 9 0 9 - 3 - het vulmateriaal aan te brengen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat in de lege toestand van de verpakkingshouder alleen de binnenste bodemzijdeomslag met de beide hoekinslagen verlijmd is en de 5 vulopening voor een in hoofdzaak loodrecht van boven uitvoerbare vulling van de vulruimte door de met de bcdem onverlijmd geh'ouden, om zijn zijvouwlijn vrij klapbare buitenste bodemzi jdeomslag gevormd is, die na het vullen van de vulruimte als de vulopening afsluitende afdekklep met de bodem verlijmd 10 worden.

Bij deze uitvoering is een eenvoudige vulling van de vulruimte loodrecht van boven met hoge vulsnelheid bij opgeklapte buitenste bodemzijdeomslag, waardoor een vulopening met direkte toegang naar de vulruimte geschapen is, zondermeer tot een maximale 15 vultoestand onder praktisch volle benutting van het vulruimte-volume mogelijk, daar enerzijds scherpe omkeringen van de vul-materiaalstroom bij het vullen van de vulruimte, zoels bij vullen door een ventiel vanaf de ventielvormende hoekinslag, vermeden worden en anderszijds na beëindiging van de vulbe-20 werking aan het vuleinde van de verpakking geen eindafsluiting vanaf het begin vervaardigd moet worden. Veeleer moet uitsluitend nog de buitenste bodemzijdeomslag bij het beëindigen van de vulbewerking als afdekklep voor de' vulopening gesloten worden. De deer de kruis-, of blok-, of dergelijke vormbodems 25 aan de beide einden van de verpakkingshouder voorafbepaalde rechthoekige ruimtevorm van de verpakking in gevulde toestand blijft hierdoor volledig behouden. Ook bestaat zondermeer de mogelijkheid, door de vulopening bijvoorbeeld bij afsluiting van de vulbewerking een groter voorwerp, zoals een maatbeker, 30 in de verpakking te brengen.

Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding blijken uit de onderconclusies en uit de volgende beschrijving aan de hand van de tekening waarin een uitvoeringsvoorbeeld van het voorwerp van de uitvinding schematisch weergegeven is. In de 35 tekening tonen: \ * ·> · -? 5 · »<»- / ,a

X

- 4 - v Ki

Fig.1 een aanzicht van een buigzame verpakkingshouder in de vorm van een kruisbodemzak en;

Fig.2 een middelste langsdoorsnede volgens de lijn II-II van fig.1.

5 In'fig.1 is een buigzame verpakkingshouder als lege verpakking, dat wil zeggen in de toestand weergegeven, waarin deze door de zak- of zakjes vervaardiger aan een vulbedrijf geleverd wordt.

Deze bestaat in het weergegeven voorbeeld uit één- of meer 10 lagen bestaand respectievelijk bekleed papier en bezit de vorm van een zak of zakje, waarvan de beide wanden 1 in de getoonde lege toestand van de verpakking vlak op elkaar liggen en aan de door de vouwranden gevormde zakranden 2 en 3 met elkaar verbonden zijn. Aan de beide einden van de zakranden 1 15 is volgens op zichzelf bekende wijze steeds een vormbodem 4 respectievelijke 5 in de vorm van een kruisbodem volgens op zichzelf bekende vervaardigingstechnieken gevormd.

De vorm-, respectievelijk kruisbodems 4 en 5 omvatten steeds paarsgewijze tegenoverelkaar liggende, driehoekige naar binnen 20 gevouwde hoekinslagen 6 en 7 en paarsgewijze daartegenover liggende, trappeziumvormige naarbinnen-gevouwen bodemzijde-omslagen 8 en 9. De zijvouwrand van de tijdens de vervaardiging van de kruisbodem 5 eerst naar binnen gevouwen, binnenste bodemzijdeomslag 8 is met 10 aangegeven. Bij 11 is met 25 een streeppuntlijn een zijvouwlijn van de aanvankelijk nog open buitenste bodemomslag 9 weergegeven, die in gesloten, op de bodemzijdeomslag 8 liggende toestand van de bodemzijdeomslag 9 de zijvouwrand daarvan bepaalt i. Bi j 12 is in fig.1 de voor de vervaardiging noodzakelijke bodemrriddenbreuklijn 30 van de beide kruisbodems 4 en 5 weergegeven.

De onderste vormbodem 4 vormt een standbodem tijdens het vullen van de verpakkingshouder en is van een buitenste bodemdekblad 13 voorzien, dat door een in fig.1 door arcering en in fig.2 ' Λ ' ^ -'3 -~s.

Ü ·., >) -J i'J^.

^ 3 - 5 - dcor kleine cirkeltjes kenbaar gemaakte kleefstoflaag 14 met de hoekinslagen 6 en 7 alsmede met de bodemzijdeomslagen 8 en 9 verlijmd is- Bij 15 is in fig.2 een nog andere kleef-' stoflaag weergegeven, waardoor de bodemzijdeomslag 8 met de 5 bodemzijdeomslag 9 van de standbodem 4 verlijmd is.

De standbodem 4 is bovendien van een draaggreep 16 voorzien, die uit het bodemdekblad 13 gevormd is. Hiertoe is het bcdem-dekblad 13 van twee de draaggreep 16 aan de randen begrenzende, in de fcodemlangsrichting verlopende evenwijdige insnijdingen 10 voorzien en in het bereik van de aldus gevormde handgreep 16 vrijgehouden van de kleefstoflaag 15. Door middel van de draaggreep 16 wordt de gevulde verpakkingsbouder in een ten opzichte van de weergave in f'ig.1 om 1.80c gedraaide toestand gedragen.

15 In de in de tekening weergegeven lege toestand van de verpak-kingshouder is, zoals weergegeven, alleen de binnenste bodemzi jdeomslag 8 met de beide hoekinslagen 6 en 7 door kleefstoflagen 17 verlijmd. De bodemzijdeomslag 9 is met de hoekinslagen 6 en 7 alsmede met de bodemzijdeomslag 8 niet verlijmd 20 er. in de fig.1 en 2 in een van de bodemzi jdeomslag 8 af naar buiten wijzende positie getoond. In deze positie vormt de bodemzijdeomslag 9 een vulopening 18, die voor een in hoofdzaak loodrecht van boven af uitvoerbare vulling van de docr de vcrmbodems 4 en 5 eindzijdig begrensde vulruimte een öirek-25 te toegang naar deze verschaft, doordat voor het uitvoeren van de vulbewerking een vulbuis of dergelijk toevoerorgaan van een vulmachine door de vulopening 18 in de vulruimte 19 geleid wordt. Hierbij worden de bodemzijdeomslagen 8 en 9 uit elkaar gespreid, waarbij de met de bodemzijdeomslag 8 ver-30 lijmde hoekinslagen 6 en 7 aan deze uitspreidbewèging deelnemen. De vulopening 18 is daarbij vierzijdig dat wil zeggen door de beide hoekinslagen 6 en 7 alsmede de beide bodemzijdeoms lagen 8 en 9 begrensd.

Voor een dergelijke begrenzing van de vulopening 18 en in het \ « J -i/ - 6 - belang van het bereiken van hogere vullingen van het vulmateriaal in de vulruimte 19 is een uitvoering aan te bevelen, waarbij de binnenste bodemzijdeomslag 8 een breedte bezit tot voorbij de bodemmiddenbreuklijn 12 in met de hcekinsla-5 gen 6 en 7 verlijmde toestand. Bij voorkeur is daarbij de binnenste bodemzijdeomslag 8, zoals de tekening weergeeft, tot direkt aan de zijvouwlijn 11 van de buitenste bcdemzijde-omslag 9 uitgevoerd.

Na het vullen van de vulruimte 19 wordt de bodemzijdeomslag 9 10 met de vormbodem 5 verlijmd, om de vulopening 18 als afdekklep af te sluiten. Hiertoe is de bodemzijdeomslag 9 op zijn binnenzijde van een kleefstoflaag 20 voorzien, die na het vullen uit een eerste onwerkzame toestand in een kleefmiddelwerk-zame toestand omgezet wordt, waarna de bodemzijdeomslag 9 15 om zijn zijvouwlijn 11 omgevouwen en voor het afdekken van de vulopening 18 door middel van de kleefstoflaag 20 met de hoekinslagen 6 er. 7 en de bodemzijdeomslag 8 verlijmd wordt.

De kleefstoflaag 20 kan hierbij door een door warmteaktiveerbare hot melt-laag of ook door een duurzaam kleefmiddel gevormd 20 zijn, dat, om dit in een als kleefmiddel onwerkzame toestand te houden, door een gemakkelijk aftrekbare afdekstrook afgedekt is. Het is echter ook mogelijk de kleefstoflaag 20 bij het vullen door een overeenkomstige aanvullende inrichting aan de vulmachine direkt in de werkzame kleeftoestand te 25 brengen en direkt daarop de verlijming van de bodemzijdeomslag 9 uit te voeren.

Overeenkomstig het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de kleefstoflaag 20 op een randstrook 21 van de bodemzijdeomslag 9 aangebracht, die door tot de diagonaalvouwranden 22 van de 30 hoekinslagen 6 en 7 reikende insnijdingen in de bijbehorende zakwand 1 eindzijdig verlengd is. Ook de bodemzijdeomslag 8 bezit bij het weergegeven voorbeeld een door materiaalin-snijdingen van de bijbehorende zakwand 1 eindzijdig verlengd binnendeel 23. De lengte van dit binnendeel 23 is evenwel 35 niet zo groot als de lengte van de afsluitstrook 21, zodat \Pi ?. ^ O > S) ^ -V Λ ) £ Λ -ΤΙ aat st genoemde niet eindzijdig uitsteekt buiten het binnendeel 23 van de bodem?1jdeomslag 8.

Als materiaal voor het verpakkingsmateriaal komen allen geschikte materialen zoals kunststoffoelies en papier respec-5 tievelijk kombinaties van deze materialen in aanmerking. Daarbij kan afhankelijk van de keuze van het materiaal de door de bodemzijdeomslag 9 gevormde afsluiting van de vulopening 18 ook gemakkelijk losneembaar en meervoudig opnieuw aanbreng-baar uitgevoerd zijn, als de kleefstoflaag 20 bijvoorbeeld 10 uit een hechtkleefstof gevormd is.

X

\ ; ^2 i ____

Claims

863001/vdV/en 'J Λ* A - 8 -«t

1. Buigzame verpakkingshouder voor stortbaar vulmate riaal in de vorm van een zak of zakje met een aan zijn beide einden· s-teeds deer een kruis- of blok, -of dergelijke verm-bodem begrensde vulruimte, waarbij de vormbodems steeds paars-5 gewijze tegenoverelkaar liggende hoekinslagen alsmede een binnenste bodem2.ijdeomslag en een buitenste bodemz-i jdeomslag omvatten, die op hun beurt paarsgewijze tegenoverelkaar liggen en in de gesloten toestand van de vormbodem met elkaar en met de hoekinslagen verlijmd zijn, en waarbij één van de 10 beide vormbodems een standbodem en de andere een vulbodem met een afsluitbare vulopening voor het vulmateriaal vormt, met het kenmerk, dat in de lege toestand van de verpakkingshouder alleen de binnenste bedemzijdeomslag (8) met de beide hoekinslagen (6, 7) verlijmd is en de vulopening (18) 15 voor een in hoofdzaak loodrecht van boven uitvoerbare vulling van de vulruimte (19) door de met de bodem (5) onverlijmd gehouden, oir. zijn zijvouwlijn (11) vrij klapbare buitenste bo-demzijdeomslag (9) gevormd is, die na het vullen van de vulruimte (19) als de vulopening (18) afsluitende afdekklep met 20 de bodem (5) verlijmd kan worden.

2. Verpakkingshouder volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de binnenste bodemzijdeomslag (8) een breedte bezit tot voorbij de bodemmiddenbreuklijn (12).

3. Verpakkingshouder volgens conclusie 1, m e t het 25 kenmerk, dat de binnenste bodemzijdeomslag (8) met zijn breedte tot direkt aan de zijvouwlijn (11) van de buitenste bodemzijdeomslag (9) uitgevoerd is.

4. Verpakkingshouder volgens één der conclusies 1 tot 3,met het kenmerk, dat de buitenste bodemzijde- 30 omslag (9) op zijn binnenzijde van een na het vullen van de-vulruimte (19) activeerbare kleefstoflaag (20) voorzien is.

5. Verpakkingshouder volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de kleefstoflaag (20) op, een door materiaal- Cv 35 insnijdingen eindzijdig verlengde randstrook (21) van de J buitenste bodemzijdeomslag (9) aangebracht is. \ · λ .· · λ λ η * \