NL8600247A

NL8600247A - Verwarmingsinrichting.

Info

Publication number: NL8600247A
Application number: NL8600247A
Authority: NL
Original assignee: Atag Bv Apparatenfab
Priority date: 1986-01-31
Filing date: 1986-01-31
Publication date: 1987-08-17
Also published as: EP0291583A1

Description

*- --.1¾ T/Atag-49

VERWARMINGSINRICHTING

De uitvinding heeft betrekking op een verwarmingsinrichting omvattende een brander, een de brander opnemend stro-mingskanaal bestaande uit een verbrandingslucht naar de brander leidend toevoerkanaal en een verbrandingsgas van de bran-5 der afvoerend afvoerkanaal, een in het afvoerkanaal ópgenomen, door warmtetransportmedium doorstroombare warmtewisselaar, een in het stromingskanaal gemonteerde ventilator, en een besturing sinrichting voor het besturen van de werking van de brander en de ventilator.

10 Bij een dergelijke inrichting hangt de hoeveelheid verbrandingslucht die door de werking van de ventilator door het toevoerkanaal aan de brander wordt toegevoerd af van de totale stromingsweerstand in . het gaskanaal. Aangezien in elk geval het afvoerkanaal buiten· moet uitkomen, hangt de lengte 15 van dit afvoerkanaal af van de gebruikssituatie van de ketel.

Bij een lang afvoerkanaal is de totale weerstand in het stro-mingskanaal groter dan bij een kort afvoerkanaal. Dit houdt in dat wanneer de brander in de fabriek wordt ingesteld voor de maximale stromingsweerstand, dat wil zeggen de maximaal 20 toelaatbare afvoerkanaallengte, deze brander bij kortere afvoerkanalen een lager rendement heeft doordat een te grote hoeveelheid verbrandingslucht wordt toegevoerd.

De uitvinding beoogt een verwarmingsinrichting van de in de aanhef omschreven soort te verschaffen waarbij dit be-25 zwaar niet optreedt.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt door een in het gaskanaal aangebrachte instelbare restrictie, een in het gaskanaal na de instelbare aangebrachte vaste restrictie, en een het drukverschil aan weerszijden van de vaste restrictie 30 detecterende drukverschilsensor. Hierdoor kan met de instelbare restrictie de totale stromingsweerstand in het stromingskanaal worden ingesteld op de waarde waarbij het verbrandings-luchtdebiet optimaal is voor de brander. Het drukverschil over ’?: ' C 2 4 7 2 Ï -¾ de vaste restrictie is afhankelijk van de stromingssnelheid/ zodat de instelbare restrictie zodanig kan worden ingesteld tot de drukverschilsensor een vooraf bepaald drukverschil detecteert.

5 Een eenvoudige en betrouwbare uitvoeringsvorm wordt verkregen met de maatregel van conclusie 2. De drukschakelaar wordt in de fabriek op de gewenste waarde ingesteld. De instelbare restrictie wordt versteld totdat de drukschakelaar in werking treedt. Op dat moment is de juiste instelling be-10 reikt.

Wanneer de schakelcontacten verbreekcontacten zijn zal het signaallampje doven zodra het gewenste debiet optreedt. Zodra .de brander en ventilator worden uitgeschakeld gaat het lampje weer branden, zodat een blijvende controle op de goede 15 instelling van de regelbare restrictie wordt gevormd.

Een eenvoudige instelbaarheid wordt verkregen met de maatregel van conclusie 4. Vanuit een nagenoeg gesloten stand wordt de vlinderklep stap voor stap geopend, totdat het signaal lamp je het in werking treden van de drukschakelaar aan-20 geeft. Op dat moment is exact de juiste instelling bereikt.

Om de invloed van de verbranding ter plaatse van de brander op het debiet in het stromingskanaal uit te schakelen, wordt de maatregel van conclusie 5 toegepast. De instelling kan hierdoor geschieden zonder dat de brander werkt, waardoor 25 een grote nauwkeurigheid bereikbaar is.

De uitvinding zal hierna nader uiteen worden gezet aan de hand van de bijgevoegde tekeningen.

Fig. 1 toont schematisch een verwarmingsinrichting volgens de uitvinding.

30 Fig. 2 toont in detailaanzicht schematisch een uitvoe ringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

De verwarmingsinrichting 1 van fig. 1 omvat een brander 2, die in dit uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd is als een zogenaamde volledig voorgemengde brander. De brander 2 is op-35 genomen in een stromingskanaal 3 dat bestaat uit een verbrandingslucht- toevoerkanaal 4 en een verbrandingsgas-afvoerkanaal 5. Het toevoerkanaal 4 en het afvoerkanaal 5 leiden respectievelijk van en naar buiten 6.

i « 3

In tiet toevoerkanaal 4 is een ventilator 9 opgenomen die aangedreven wordt door een motor 10. Ter plaatse van de ventilator 9 wordt via gastoevoer 7 gas in het kanaal 4 gebracht. Door deze toevoer ter plaatse van de ventilator 9 5 wordt een goede menging van gas en verbrandingslucht bereikt.

De gastoevoer wordt geregeld met behulp van gaskraan 8.

In het verbrandingsgas-afvoerkanaal 5 is een warmtewisselaar 11 opgenomen. Deze maakt eveneens deel uit van het watercircuit 12 waarin water met behulp van pomp 13 geforceerd 10 wordt rondgepompt. Het met pomp 13 toevoerde water wordt in de warmtewisselaar 11 opgewarmd.

De brander 2 omvat een geperforeerde plaat 20 ter verdeling van het toegevoerde gas/lucht-mengsel en een daaronder geplaatste keramische branderplaat 21 met een groot aantal 15 fijne kanaaltjes. Het toegevoerde brandbare mengsel wordt met behulp van ontsteking 24 aan de onderzijde van de keramische plaat 21 tot ontbranding gebracht.

De verwarmingsinrichting 1 omvat verder een bestu-ringsinrichting 14. Op de besturingsinrichting 14 zijn aange-20 sloten een regelthermostaat 15 en een maximaal thermostaat 16 die samenwerken met in het verwarmingswater uitstekende voelers 17. Ook is een stromingsschakelaar 18 aangebracht, zodat de besturingsinrichting 14 kan detecteren of de pomp 13 functioneert. De gaskraan 8, de ventilatormotor 10 en de pomp 13 25 worden bestuurd door de besturingsinrichting 14. Om te controleren of voldoende water in het circuit aanwezig is en respectievelijk te zien wat de watertemperatuur is een algemeen bekende druk/temperatuurmeter aangebracht.

Voor het instellen van de met een optimaal verbran-30 dingsluchtdebiet corresponderende weerstand in het totale stromingskanaal 3 is een instelbare compensatieklep 22 aangebracht. De instelling kan worden gecontroleerd met de druksen-sor 23.

Zoals fig. 2 in meer detail toont, omvat de compensa-35 tieklep 22 een vlinderklep 25. Deze vlinderklep 25 kan in een aantal klikstanden worden gezet doordat de bedieningsknop 36 voorzien is van vertanding 37 die samenwerkt met een pal 38.

. . i / 4 i ' ^ I "

De vaste restrictie of stuwplaat 26 is in de uitvoeringsvorm van fig. 2 geïntegreerd met een als drukschakelaar uïtgevoerde drukverschilsensor. Aan weerszijden van de restrictie 26 komen kanalen 27 en 28 uit, die vertoonden zijn met 5 ruimten aan weerszijden van een membraan 30 in de drukschake-laar 29. kan de onderzijde werkt op het membraan 30 een veer 31. Aan de bovenzijde is het membraan verbonden met een stang 32 dat een met contacten 35 samenwerkend schakelelement draagt.

10 Bij toenemende stroming in de richting van pijl 39 neemt het drukverschil in kanaal 27 en 28 toe. Hierdoor beweegt het membraan 30 tegen de werking van veer 31 in naar beneden. Zodra het schakelelement van de stang 32 in contact komt met de schakelcontacten 35, gaat het lampje 33 in de voe-' 15 dingsschakeling 40 waarvan de contacten 35 zijn opgenomen, branden.

De instelling van de klep 25 na de installatie van de ketel 1 geschiedt als volgt. Eerst wordt klep 25 geheel gesloten. Met behulp van een niet nader in de figuur getoonde over-20 bruggingsschakeling wordt de motor 10 van de ventilator 9 ingeschakeld, zonder dat de brander 2 werkt. Doordat de klep 25 is gesloten, treedt geen stroming op in de richting van pijl 39 en is de druk aan weerszijden van de restrictie 26 dus gelijk. De drukschakelaar 29 staat in de met stippellijnen aan-25 gegeven stand. Vervolgens wordt .met behulp van de bedieningsknop 36 de klep 25 stap voor stap geopend. Het luchtdebiet neemt daarbij eveneens stap voor stap toe en dus ook het drukverschil tussen de kanalen 27 en 28. Zodra nu klep 25 een zodanige stand heeft bereikt dat het drukverschil in de kanalen 30 27 en 28 tot gevolg heeft dat de schakelcontacten 35 worden gesloten, gaat signaallampje 33 branden. De vaste restrictie 26 is in combinatie met de drukschakelaar 29 zodanig gedimensioneerd en van fabriekswege afgeregeld, dat deze toestand juist overeenkomt met de optimale verbrandingsluchtstroom. De 35 afregeling van de totale stromingsweerstand in het stromings-kanaal 3 van de verwarmingsinrichting 1 is hiermee voltooid.

:::M? • - , · * -."W * *

Claims

1. Verwarmingsinrichting omvattende een brander, een de brander opnemend stromingskanaal bestaande uit een verbrandingslucht naar de brander leidend toevoerkanaal en een verbrandingsgas van de brander afvoerend afvoerkanaal, een in het 5 afvoerkanaal opgenomen, door warmtetransportmedium doorstroom-bare warmtewisselaar, een in het stromingskanaal gemonteerde ventilator, en een besturingsinrichting voor het besturen van de werking van de brander en ventilator, gekenmerkt door een in het gaskanaal aangebrachte instelbare restrictie, 10 een in het gaskanaal na de instelbare aangebrachte vaste restrictie, en een het drukverschil aan weerszijden van de vaste restrictie detecterende drukverschilsensor.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drukverschilsensor een bij een bepaald druk- 15 verschil schakelende drukschakelaar is, waarvan elektrische schakelcontacten in een voedingsschakeling voor een signaal-lampje zijn opgenomen,

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de schakelcontacten verbreekcontacten zijn. 20

4· Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de instelbare restrictie een vlinderklep met een aantal vaste klikstanden is,

5. Inrichting volgens êên van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de besturingsinrichting 25 een overbruggingsschakeling omvat voor het afzonderlijk inschakelen van de ventilator.