NL8600202A - Speen met aansluitnippel. - Google Patents

Description

* . i

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op spenen en in het bijzonder op spenen voor gebruik bij afgedichte houders met vloeistof.

Speen met aansluitnippel.

Vloeistoffen voor de voeding van baby's kunnen worden 5 geleverd in afgedichte houders. In het bijzonder kunnen steriele soorten melk, die gereed zijn voor consumptie, worden geleverd in afgedichte flessen, waarop een speen kan worden bevestigd, nadat de dop van de fles is verwijderd. Verder kunnen een steriele speen en vastzetring ook worden geleverd in een afgedichte verpakking, zodat 10 er voor het voeden geen sprake is van vervuiling van hetzij de melk of de speen. De baby wordt daarom beschermd tegen infectie en gevoed met een produkt met een in hoofdzaak onveranderlijke kwaliteit. De fles en de speen zijn bedoeld, om na gebruik te worden weggegooid.

Tot nu toe zijn glazen flessen gebruikt voor het verpakken 15 van steriele soorten melk. Het is ook bekend, dergelijke flessen te leveren met een daaraan bevestigde speen, waarbij de speen in steriele toestand wordt gehouden door een afneembare uitwendige afdekking. Een membraan scheidt de melk van de speen, zodat bij transport "natte" en "droge" steriele kamers zijn gevormd; er zijn middelen aangebracht 20 voor het breken van het membraan direct voorafgaand aan het voeden. Het samenstel van fles en speen is bedoeld als wegwerpartikel. Ofschoon glazen dessen bevredigend zijn gebleken, zijn zij zwaar, nemen veel ruimte in en hebben een lage verpakkingsdichtheid en worden steeds duurder vergeleken met de kosten van de inhoud. Glazen flessen zijn 25 ook gevoelig voor transportschade en moeten veilig worden verpakt, waardoor de kosten voor de consument verder worden verhoogd.

Vloeistoffen, in het bijzonder vloeistoffen die gereed zijn voor consumptie, worden tegenwoordig dikwijls geleverd in parallelepipedum-vormige dozen, die zijn vervaardigd van een laminaat van kunststof en 30 papier. Dergelijke dozen zijn licht, gemakkelijk wegwerpbaar, hebben een hoge verpakkingsdichtheid en zijn voldoende flexibel, om zonder speciale verpakking weerstand te kunnen bieden aan normale schokken bij transport. Dozen van gelamineerd materiaal kunnen ook veel goedkoper zijn dan . Λ * * , r% τκ S . ·' ^ w r:m 4f ·? - 2 - glazexrfl.essen, vooropgesteld, dat de aantallen voldoende groot zijn.

Ofschoon vloeistoffen, die gereed zijn voor consumptie en die geschikt zijn voor baby's, zouden kunnen worden geleverd in dergelijke dozen van gelamineerd materiaal, zouden zij moeten worden gele-5 digd in conventionele voedingflessen. Dit zou onhandig zijn, waarschijnlijk aanleiding geven tot knoeien en het risico van infectie door vervuiling zou worden vergroot.

Volgens de uitvinding wordt een speenaansluitnippel voorgesteld, omvattende een buisvormig lichaam, dat met één einde kan worden 10 gestoken door de wand van éen vloeistofhouder en dat aan het andere einde een speen kan opnemen.

Een dergelijke aansluitnippel voorziet in middelen voor het voeden van een baby uit een vloeistofhouder van gelamineerd materiaal, zonder de noodzaak de vloeistof eerst te moeten gieten in een conven-15 tionele voedingfles. De voordelen van houders van gelamineerd materiaal zijn zodoende bereikbaar bij dranken voor baby's en vloeibare voeding met een veel kleiner risico van vervuiling en daaruit voortvloeiende infectie. Bij voorkeur wordt een steriele aansluitnippel geleverd in een hermetisch afgedichte verpakking, ofschoon de aansluitnippel voor 20 gebruik ook kan worden gesteriliseerd door een willekeurig geschikt middel.

Bij één uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is op de aansluitnippel een onderbreking aangebracht, om het insteken door de wand van de houder te beperken; de onderbreking kan een doorlopende, 25 in hoofdzaak ronde flens zijn.

Afdichtingsmiddelen kunnen zijn aangebracht, om de aansluitnippel tegen de wand van de houder af te dichten. Alle willekeurig geschikte afdichtingsmiddelen kunnen worden toegepast, bijvoorbeeld een verend samendrukbare ringvormige afdichting, die rondom de aan-30 sluitnippel is aangebracht. Bij een alternatieve constructie kan een kleefmiddel zijn aangebracht op de afdichting of op de aansluitnippel zelf, om een sterke, lekvrije verbinding te vormen. Een dergelijk af-dichtingsmiddel wordt toegevoegd aan de afdichting, gevormd door één of meer lagen polytheen van een laminaat van de hierin beschreven soort.

35 Vasthoudmiddelen kunnen zijn aangebracht op de aansluitnippel -~\ f- Γ f) fi Λ v.· -? .·’ *.«* i * Si - 3 - of op de houder, om de aansluitnippel .en de houder bij elkaar te houden. De vasthoudmiddelen: kunnen, bestaan uit één of meer stukken schroefdraad; de schroefdraad of stukken schroefdraad kunnen discontinu zijn en kunnen variëren wat betreft de spoed, de diepte en de vorm, 5 aangepast aan het bedoelde gebruik. De vasthoudmiddelen kunnen ook in de houderwand "snappen", doordat zij bijvoorbeeld zijn voorzien van een schouder met een tapse voorzijde, waarover de houderwand kan worden gestrekt# dergelijke vasthoudmiddelen kunnen ook zijn voorzien van schroefdraad.

10 Een uiteinde van de aans luitnippel kan zijn aangepast voor het doorsteken van de houderwand. De aansluitnippel kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een scherpe punt voor het doorsteken van de wand en een dergelijke constructie is in het bijzonder nuttig, wanneer de houder niet is voorzien van een voorgevormde toegangspoort.

15 Een speen kan afzonderlijk worden geleverd voor bevestiging aan de aansluitnippel of wordt bij voorkeur kant en klaar bevestigd geleverd. Elk bekend middel van bevestiging is geschikt, bijvoorbeeld door vormen, door een kLeefmiddel of met behulp van de natuurlijke elasticiteit van het materiaal van de speen. In het laatst genoemde 20 geval kan de speen worden gesnapt of gestrekt in een groef, die op één einde van de aansluitnippel is aangebracht. Bij voorkeur wordt een steriele speen en aansluitnippel geleverd in een hermetisch afgedichte verpakking.

Een houder met vloeistof, die gereed is voor consumptie, 25 kan worden geleverd met een daaraan bevestigde steriele speen en aansluitnippel. Een dergelijk samenstel is bijzonder nuttig voor moeders met baby's op reis, wanneer gemak en reinheid essentieel zijn en voor pasgeboren baby's, waarbij vraag is naar afzonderlijke goedkope verpakkingen van melk, die gereed is voor de voeding en die een constante 30 kwaliteit heeft. Dergelijke houders kunnen bijvoorbeeld een melkprepa-raat, een vruchtensap of een dextrosepreparaat bevatten, dat gereed is voor gebruik.

De uitvinding voorziet ook in een werkwijze voor het voeden van een baby, omvattende het nemen van een houder met vloeistof die 35 gereed is voor gebruik, het steken van een buisvormig lichaam door de ~ « ,η. Λ -\ **

-· „ / i * V

: ' -» v -i* λ* - 4 - wand daarvan, het aanbrengen van een speen op het buitenste einde van het lichaam en het voeden van de baby door het doen stromen van vloeistof uit de houder door het lichaam naar de speen.

Andere kenmerken van de uitvinding zullen duidelijk worden 5 uit de volgende beschrijving van verscheidende uitvoeringsvormen, die slechts bij wijze van voorbeeld zijn beschreven onder verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van een typische vloeistofhouder, die is vervaardigd van een laminaat van papier en 10 kunststof? fig. 2 een doorsnede is door een typisch laminaat van papier en kunststof; fig. 3 een zijaanzicht is van de uitvinding bij een eenvoudige uitvoeringsvorm; 15 fig. 4 een axiale doorsnede is van een tweede uitvoerings vorm van de uitvinding; fig. 5 een zijaanzicht is van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding, die enigszins soortgelijk is aan de uitvoeringsvorm volgens fig. 4? 20 fig. 6 een gedeeltelijke axiale doorsnede is door een samen stel van speen, aansluitnippel en afdichting; fig. 6a het samenstel volgens fig. 6. toont met een gewijzigde aansluitnippel voor de speen; fig. 7 een gedeeltelijke axiale doorsnede is door het samen-25 stel volgens fig. 6, gestoken in een houder en voorzien van een daarop bevestigde speen; fig. 8 een zijaanzicht is van een alternatieve aansluitnippel voor een speen; fig. 9 een axiale doorsnede is door een speenaansluitnippel 30 volgens fig. 8; fig. 10 overeenkomt met fig. 9 en de aansluitnippel toont, gestoken in de wand van een vloeistofhouder; fig. 11 overeenkomt met de figuren 9 en 10 en de aansluitnippel toont, bevestigd in de houderwand; 35 fig. 12 een steriel samenstel van speen, speenaansluitnippel -Γ .·" ·. r' 0 A Λ c - V -J 1 - 5 - en afdichting toont, verpakt als een hermetisch af gedichte eenheid; en fig. 13 een zijaanzicht is van een andere alternatieve aansluitnippel voor een speen.

5 In fig. 1 is een vloeistofhouder 11 getekend, die is ver vaardigd van en laminaat van papier en kunststof. De houder is voorzien van een toegangspoort 12 van laminaat met een kleinere dikte, waardoor een buis kan worden gedrukt, om de overblijvende lagen van het laminaat te schuren; de vloeistof kan dan door de buis worden aange-10 zogen.

Ook kan een eindlip 13 worden opgetild en afgescheurd of afgesneden, om een giettuit aan de houder te vormen; dikwijls zijn op de flap stippellijnen aangebracht, om de beste plaats voor het doorsnijden aan te geven.

15 Een doorsnede door een typisch laminaat 15 is in fig. 2 getekend. Een dunne kunststoflaag 16, 17 is aangebracht aan beide zijden van een betrekkelijk dikke laag van dragermateriaal 18. Het kunststofmateriaal kan polytheen zijn en het dragermateriaal kan papier, karton of enig ander vezelig materiaal zijn. Het kunststof-20 materiaal is van een soort, dat gemakkelijk met behulp van warmte en druk kan worden afgedicht, als de houder wordt gevormd. Het laminaat kan zijn voorzien van andere lagen, bijvoorbeeld een laag van aluminiumfolie, om een zuurstofbarriëre te vormen en om het doorlaten van licht te verminderen; de opslagduur van het produkt wordt 25 daardoor verlengd.

Dergelijke vloeistofhouders zijn licht, flexibel, hebben een goede verpakkingsdichtheid en zijn bestand tegen transportschade. Zij zijn hermetisch afgedicht, om de inhoud in een steriele toestand te houden en zijn geschikt voor kant en klare melk voor baby's.

30 Houders van dit type worden bijvoorbeeld verkocht onder de namen Tetrabrik (handelsmerk) en Combibloc (handelsmerk) .

Een eenvoudige uitvoeringsvorm van de uitvinding is in fig. 3 getekend. Een speen met aansluitnippel 21 omvat een speen 22, die met behulp van een willekeurig geschikt middel is bevestigd aan 35 een buisvormige aansluitnippel 23. De aansluitnippel is voorzien van -Λ ' ^ ·*. Λ Λ 3 * - 6 - een uitstekende spits voor het insteken door de poort 12, zodat de vloeistof naar de speen kan stromen. Bij het insteken van de spits zullen de polytheen laag of lagen gedeeltelijk worden doorgesneden en gedeeltelijk worden gestrekt, om de spits vast te pakken en lekkage 5 te verhinderen, wanneer de houder in de voedingstand wordt gehouden. Lucht wordt op de gebruikelijke wijze in de houder toegelaten door de speen uit de mond van de baby te verwijderen; ook kan één van een aantal bekende oplossingen zijn toegepast, om lucht in de houder toe te laten, teneinde het volume van de verwijderde vloeistof te compenseren. 10 Een steriele speen en aansluitnippel kunnen worden geleverd in een hermetisch afgedichte verpakking, Zoals hierna nader zal worden beschreven, zodat zowel de speen als de vloeistof voor het voeden in steriele toestand blijven.

Nadat het voeden is beëindigd, kunnen de houder en de 15 speen met aansluitnippel worden weggegooid.

Een alternatieve speen met aansluitnippel is in fig. 4 getekend. De aansluitnippel is voorzien van een tapse, van schroefdraad voorziene spits 25 (ook in fig. 5 getekend). De spits wordt door de poort 12 van de houder gedrukt en de wand van de poort wordt gestrekt 20 over verscheidene gangen van de schroefdraad 26, totdat de speen met aansluitnippel bijna geheel is ingestoken. De speen met aansluitnippel kan dan worden gedraaid, om het geheel in de houder vast te zetten, totdat een flens 27 in aanraking komt met de houderwand. De van schroefdraad voorziene spits zorgt ervoor, dat de aansluitnippel 25 positiefwordt gekoppeld met de houder; de aanligging van de flens 27 tegen het buitenoppervlak van de houder brengt een extra afdichting tegen lekkage van vloeistof tot stand.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 zijn oren 28 aangebracht voor het schroeven van de speenaansluitnippel in de houder, 30 waarbij de oren het verhinderen van vervuiling van de speen zelf door de vingers van de gebruiker bevorderen.

De uitvoeringsvormen volgens de figuren 4 en 5 zijn meer geschikt voor oudere baby's, die de houder kunnen vasthouden en zichzelf kunnen voeden. De uitvoeringsvorm volgens fig. 3 is geschikt voor 35 kleine baby's, die de speen met aansluitnippel niet uit de houder ft Λ /¾ ^ C y v v <. c i - 7 - kunnen trekken.

De figuren 6 en 7 tonen een alternatieve indrukbare speenaansluitnippel 31, die is voorzien van een vloeistofafdichtring 37. De aansluitnippel heeft een buisvormig lichaam met op afstand van 5 elkaar liggende flenzen 32, 33 aan zijn buitenste einde, die zijn bedoeld voor het vasthouden van een speen, die over de buitenste flens 32 is gestrekt (zoals in fig. 7 is getekend) . Een.cilindrische spits 34 is voorzien van een rechte tapse flens 35, waarvan de middellijn vanaf het vrije uiteinde van de spits toeneemt en die eindigt in een 10 schouder 36, die tegenover de flens 33 ligt. Tussen de schouder 36 en de flens 33 bevindt zich een af dichtring 37; de axiale afstaiid tussen de schouder en de flens is iets kleiner dan de som van de dikten van de af dichtingsring 37 en de wand van cfe houder 11.

Bij gebruik wordt de aansluitnippel, met of zonder daaraan 15 bevestigde speen, in de poort 12 gedrukt, waarbij de wand van de poort wordt gestrekt maar niet wordt gescheurd door de tapse flens 35 en de afdichtingsring 37 wordt samengedrukt tegen de houderwand, zodat de wand van de poort kan snappen in de spleet tussen de schouder 36 en de afdichtingsring 37. De afdichtingsring, die kan zijn vervaardigd 20 van een willekeurig geschikt samendrukbaar, verend elastisch materiaal, zet zich uit en dicht de aansluitnippel stevig af tegen de houder, zoals in fig. 7 is getekend.

Bij de alternatieve uitvoeringsvorm, die in fig. 6a is getekend, verloopt de schouder 36a taps in de richting van de flens 25 33, om steviger op de houderwand aan -te grijpen.

De aansluitnippel volgens de figuren 6 en 7 zorgt voor een veilige, lekvrije bevestiging van de speen zonder schroefdraad. Deze uitvoeringsvorm vermijdt het probleem bij de gebruiker, die niet weet in welke richting een van schroefdraad voorziene aansluitnippel moet 30 worden gedraaid, om de aansluitnippel vast te zetten op de houder en die niet het optimale aandraaikoppel kent.

De uitvoeringsvorm volgens de figuren 8 t/m 11 moet worden gedrukt en gedraaid. De aansluitnippel 41 is voorzien van een buitenste einde met een dubbele grens, overeenkomende met fig. 6, voor het opnemen 35 van een op de nippel gestrekte speen. De spits 42 van de aansluitnippel 9. -» *-% - è V \i - 8 - is voorzien van een tapse flens 43, die eindigt in. een schouder 44.

De spits is voorzien van schroefdraad vanaf de schouder tot het binnenvlak van de flens 45; de schroefdraad is bij voorkeur trapeziumschroef-draad zoals in de tekening is aangegeven en de schouder 44 vormt een 5 onderste trapeziunrwand van de schroefdraad.

Een coaxiaal ringvormig uitsteeksel 46 is aangebracht op de flens 45, steekt uit in de richting van de tapse flens 43 en omgeeft het bovenste gedeelte van de schroefdraad. Het uitsteeksel 46 verloopt taps buitenwaarts en benedenwaarts vanaf zijn binnen- naar zijn 10 buitenmiddellijn, zodat de hoogte van het uitsteeksel het grootst is aan de buitenmiddellijn.

Bij gebruik wordt de aansluitnippel 41 in de poort 12 gedrukt, totdat de poortwand over de tapse flens 43 in het onderste gedeelte van de trapeziumschroefdraad snapt; deze stand is in fig. 10 15 getekend. De aansluitnippel wordt dan gedraaid, totdat de houderwand stevig wordt vastgeknepen tussen het bovenste gedeelte van de schroefdraad en het ringvormige uitsteeksel 46, zoals in fig. 11 is getekend.

Een dergelijke constructie zorgt voor een stevige, lekvrije verbinding tussen de aansluitnippel en de houder zonder gebruik van 20 afzonderlijke afdichtingsringen.

Fig. 12 toont een steriele speen met aansluitnippel, opgesloten in een hermetisch afgedichte houder 51. De speen is voor het verpakken rondom het lichaam van de aansluitnippel gevouwen en kan gemakkelijk in de gebruiksstand worden getrokken bij het openen van de 25 houder en het verwijderen van het samenstel. De speen kan zijn ingericht automatisch in de gebruiksstand te veren door een zorgvuldig ontwerp van de aansluitnippel en de speen. De houder omsluit een speen met aansluitnippel, die reeds is beschreven aan de hand van de figuren 6 en 7, maar elke soortgelijke speen met aansluitnippel, die hierin 30 is beschreven, kan op soortgelijke wijze worden verpakt. De houder kan na het maken van de verpakking door bestraling worden gesteriliseerd.

Fig. 13 toont nog een andere alternatieve speenaansluitnippel, omvattende een hol lichaam 61 met een dubbele flens 62, 63 voor het opnemen van een daarop gestrekte speen en een van een scherpe punt en 35 schroefdraad voorziene spits 64. Het lichaam is voorzien van een opening, ..,,; -I o 2 ? 5- - 9 - die zich uitstrekt van. de bovenste flens in de spits; openingen 65 in de wortel van de schroefdraad zijn verbonden met de opening en vormen een vloeistoftoevoerkanaal. Deze speenaansluitnippel is bedoeld voor gebruik bij vloeistofverpakkingen, waarin geen poort 5 is aangebracht. De gebruiker maakt een gat met het van een scherpe punt voorziene uiteinde van de spits 64 en schroeft de spits in de houderwand, totdat het buitenvlak van de houder dicht aanligt tegen de onderzijde van de flens 63. Een dergelijke aansluitnippel is nuttig, wanneer men een alternatief type vloeistofhouder wil gebruiken of 10 wanneer een in de houder aangebrachte poort zich niet op:... een geschikte plaats bevindt, bijvoorbeeld wanneer de poort zich te dicht bij de rand van de houder bevindt;.. om onder alle gebruiks-omstandigheden een geschikte afdichting in stand te houden. De aansluitnippel zou natuurlijk indien gewenst kunnen worden toegepast 15 in een houder met een poort.

Als alternatief zouden de openingen 65 kunnen worden vervangen door één of meer axiale sleuven tussen discontinue delen van de schroefdraad. Andere oplossingen zijn mogelijk, altijd vooropgesteld, dat de spits voldoende mechanische sterkte heeft om een 20 houderwand te doorsteken.

De onderhavige uitvinding is slechts beschreven onder verwijzing naar verscheidene uitvoeringsvoorbeelden; veel wijzigingen of alternatieven zijn mogelijk, die binnen de omvang van de uitvinding zouden vallen. Zo kan bijvoorbeeld de speen alternatief aan de aan-25 sluitnippel worden bevestigd met behulp van een kleefmiddel of door krimpen; de speen en de aansluitnippel zouden als een enkele eenheid kunnen worden gevormd. De aansluitnippel is bij voorkeur van kunststof, maar kan van elk willekeurig geschikt materiaal zijn vervaardigd, dat verenigbaar is met de eisen wat betreft de sterkte en de hygiëne.

30 De aansluitnippel kan bijvoorbeeld worden vervaardigd van polytheen, polystyreen of celluloseacetaat.

De schroefdraad, die bij bepaalde uitvoeringsvormen is aangebracht, kan een regelmatige, conventionele schroefdraad zijn of kan variëren in spoed of diepte, om hem aan de gestelde gebruikseisen 35 aan te passen. Het schroefdraadprofiel kan afgerond zijn, om het in- m" __ v ν α -10- steken van de aansluitnippel te Vergemakkelijken, maar kan een trapezium-schroefdraad zijn, om een positieve koppeling tot stand te brengen, of kan een combinatie van beide zijn. Verscheidene schroefdraadvormen kunnen gezamelijk zijn. aangebracht, om een "snelle indraaiing" tot 5 stand te brengen, zodat een minimale draaiing van de aansluitnippel zal zorgen voor een positieve af dichtende koppeling tussen de aansluitnippel en de houder. Het profiel en de spoed van de:··schroefdraad kan over zijn lengte variëren.

De uitvinding, is beschreven onder bijzondere verwijzing 10 naar vloeistofhouders, die zijn vervaardigd van een laminaat van papier en kunststof. De houders zouden in het normale geval hoeveelheden bevatten, die voldoende zijn voor een enkele voeding van een baby, maar kunnen in capaciteit variëren in de orde van grootte van 100 ml tot één liter.

15 De hierin beschreven speenaansluitnippels zijn ook geschikt voor gebruik bij andere soorten van papieren en kunststofhouders en kunnen bijvoorbeeld ook worden gebruikt bij glazen fLessen, die zijn afgedicht door een doorsteekbaar membraan.

Ofschoon aanvrager zijn. uitvinding heeft bedoeld voor 20 gebruik bij gelamineerde houders van soorten melk die kant en klaar zijn voor de voeding, kunnen de speena'ansluitnippels worden gebruikt bij elke geschikte verpakte drank.

V* ·* * ΛΝ v.· -../ V V V ΐ-j

Claims (14)

1. Speenaans luitnippel, gekenmerkt door een buisvormig lichaam, dat aan één einde kan worden gestoken door de wand van een vloeistofhouder en dat aan het andere einde een speen kan opnemen.

2. Aansluitnippel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 5 op het lichaam een onderbreking is aangebracht, om het insteken door de wand te beperken.

3. Aansluitnippel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de onderbreking een continue flens is.

4. Aansluitnippel volgens een voorgaande conclusie, gekenmerkt 10 door afdichtingsmiddelen, die het lichaam tegen de wand kunnen afdichten, om vloeistoflekkage te verhinderen.

5. Aansluitnippel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de afdichtingsmiddelen bestaan uit een verend samendrukbaar ringvormig orgaan, dat rondom het lichaam is geplaatst.

6. Aansluitnippel volgens een voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat tegenhoudmiddelen op het lichaam zijn aangebracht, die de aansluitnippel en de houder bij elkaar kunnen houden.

7. Aansluitnippel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de tegenhoudmiddelen bestaan uit één of meer uitwendige schroefdraad- 20 gangen.

8. Aansluitnippel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de tegenhoudmiddelen bestaan uit een schouder, die is voorzien van een tapse voorloper, waarover de houderwand kan worden gestrekt bij het insteken van de aansluitnippel.

9. Aansluitnippel volgens een voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat één einde van het lichaam is aangepast voor het doorsteken van de houderwand.

10. Speen met aansluitnippel, voorzien van een buisvormig lichaam volgens een voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat het 30 lichaam aan één einde kan worden gestoken door de wand van een vloeistofhouder en aan het andere einde is voorzien van een speen.

11. Samenstel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de speen op het lichaam is gevormd.

12. Verpakking van een speen met aansluitnippel, gekenmerkt ^ ^ ·% \ 4 V η - 12 - door een speen met aansluitnippel volgens conclusie 10 of conclusie 11 binnen een hermetisch afgedichte houder.

13. Vloeistofhouder, gereed om uit te drinken, gekenmerkt door een daaraan bevestigde verpakking volgens conclusie 12,

14. Houder volgens conclusie 13, met het-kenmerk, dat de houder een steriele soort melk bevat, die gereed is voor voeding. 0. o 2