NL8503522A - Platenspeler. - Google Patents

Description

A A

PHN 11.588 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken "Platenspeler”.

De uitvinding heeft betrekking op een platenspeler voorzien van een tweetal aandrijfbare draaitafels voor het ondersteunen van schijfvormige platen, waarbij de draaitafels zijn aangebracht op een gemeenschappelijk steunorgaan, dat om een zwenkas verzwenkbaar is tus-5 sen een eerste stand waarin een door de ene draaitafel ondersteunde plaat zich in een afspeelstand tegenover een opneemorgaan zal bevinden, en een tweede stand, waarin een door de andere draaitafel ondersteunde plaat zich in de afspeelstand tegenover het opneemorgaan zal bevinden.

Een dergelijke platenspeler is bekend uit het Britse octrooi 10 2.137*797. Bij gebruikmaking van een dergelijke platenspeler kunnen met gebruikmaking van dezelfde platenspeler verschillende typen platen, zoals bijvoorbeeld beeldinformatie dragende platen of geluidinformatie dragende platen worden afgespeeld, waarbij voor ieder van de beide plaattypen een geeigende draaitafel in een voor afspelen geschikte 15 stand kan worden opgesteld.

Bij de uit het Britse octrooischrift 2.137.797 bekende constructie is daarbij iedere draaitafel bevestigd aan de uitgaande as van een afzonderlijke aandrijfrnotor en zijn de beide aandrij ftaotoren op afstand van elkaar aan het gemeenschappelijke steunorgaan bevestigd, zo- 20 danig, dat de draaiingsassen van de motoren een hoek met elkaar insluiten. Het steunorgaan is daarbij over een overeenkomstige hoek verzwenkbaar tussen een tweetal standen, waarbij in de ene stand de draaiingsas van de ene motor verticaal is opgesteld en in andere stand de draaiingsas van de andere motor verticaal is opgesteld. Het gebruik van een 25 tweetal aandrijfmotoren voor de beide draaitafels is duur, terwijl tevens het gewicht van de platenspeler door toepassing van meerdere motoren verhoudingsgewijs groot zal zijn, en daarnaast voor het onderbrengen van de beide door het steunorgaan ondersteunde motoren verhoudingsgewijs veel ruimte nodig zal zijn, waardoor de platenspeler ongewenst ^ volumineus zal worden.

Met de uitvinding wordt beoogd een platenspeler van bovengenoemde soort te verkrijgen, waarbij aan bovengenoemde nadelen van de .Λ 'j ά i.

* -1¾ PHN 11.588 2 bekende constructie kan worden tegemoet gekomen.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat beide draaitafels voor hun aandrijving met eenzelfde, door het steunorgaan gedragen motor zijn gekoppeld, waarbij het steunorgaan verzwenkbaar is 5 tussen de eerste stand en de tweede stand.

Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan voor de aandrijving van de beide draaitafels een enkele motor worden gebruikt, welke met het steunorgaan en de draaitafels tot een compacte, bijvoorbeeld over 180® verstelbare eenheid te verenigen is, zodat een eenvoudige en lichte opbouw van de platenspeler te bereiken is.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren waarin slechts schematisch die onderdelen van de platenspeler zijn weergegeven, die voor een goed begrip van de 15 uitvinding noodzakelijk zijn. Voor de verdere gebruikelijke opbouw van dergelijke platenspelers kan bijvoorbeeld verwezen worden naar het bovengenoemde Britse octrooi 2.137.797 of het Amerikaanse octrooi 4.218.065 (herewith incorporated by reference).

Fig. 1 toont een zijaanzicht op een eerste uitvoeringsvorm 2Q van de om een zwenkas verzwenkbare motor volgens de uitvinding met een tweetal met deze motor verbonden draaitafels.

Fig. 2 toont een zijaanzicht op fig. 1.

Fig. 3 toont een bovenaanzicht op fig. 1.

Fig. 4 toont een met fig. 1 overeenkomend zijaanzicht, waar-2Q bij de motor met de draaitafels vanuit de in fig. 1 weergegeven stand over 180° is verzwenkt om de zwenkas.

Fig. 5 toont een zijaanzicht op een tweede uitvoeringsvorm van de verzwenkbare motor volgens de uitvinding.

Aan een in fig. 1 slechts schematisch aangeduide huis 1 van 30 een platenspeler is een drager 2 bevestigd, welke is voorzien van een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende armen 3. Tussen deze armen is een steunorgaan 5 gelegen dat is voorzien van een eerste plaatvormig deel 5 op een rand waarvan een zich haaks op het plaatvormige deel 5 uitstrekkend plaatvormig deel 6 aansluit. De verbinding 35 tussen de beide plaatvormige delen 5 en 6 is verstevigd met behulp van een tweetal zich haaks op de zijkanten van het plaatvormige deel 6 uitstrekkende plaatvormige wangen 7 en 8, welke zich eveneens haaks op het plaatvormige deel 5 uitstrekken.

♦« ·"» *** ·

* :-· “•J

PHN 11.588 3

Het steunorgaan 4 is met behulp van in eikaars verlengde gelegen pennen 9 en 10, die zijn gestoken door in in de armen 3 en in de wangen 7 en 8 aangebrachte gaten verzwenkbaar gekoppeld met de drager 2.

5

Op de plaat 5 rust een aan het steunorgaan 4 bevestigde electromotor 11. De motor 11 is voorzien van een as 12, die aan beide uiteinden buiten het huis van de motor 11 uitsteekt. Aan het gezien in fig. 1 bovenste uiteinde van de as 12 is een snaarschijf 13 bevestigd.

Aan het onder de plaat 5 van de steun 4 uitstekende uiteinde van de as 10 12 is een op zich bekende draaitafel 14 voor het ondersteunen van een beeldinformatie dragende plaat, een zogenaamde videoplaat, bevestigd.

Aan het plaatvormige deel 6 van de steun 4 is een bus 15 bevestigd waarin een as 16 vrij draaibaar is gelegerd. De as 16 strekt zich daarbij evenwijdig aan de as 12 uit. Aan het boven de bus 15 uit-15 stekende uiteinde van de as 16 is een snaarschijf 17 bevestigd, die met behulp van een snaar 18 is gekoppeld met de snaarschijf 13·

Boven de snaarschijf 17 is aan de as 16 een draaitafel 18 bevestigd welke draaitafel 18 een gebruikelijke constructie heeft voor * het opnemen van een geluidinformatie dragende plaat, bijvoorbeeld een zogenaamde compact disc.

Zoals verder nog uit fig. 1 blijkt ligt de door de in eikaars verlengde gelegen hartlijnen van de pennen 9 en 10 gevormde zwenkas X-X, waarom de steun 4 met de door de steun 4 ondersteunde onderdelen ten opzichte van de drager 2 verdraaibaar is, gezien in de 25 lengterichting van deze zwenkas midden tussen de rotatieassen 12a en 16a van de assen 12 resp. 16. Ten gevolge van deze opstelling zal bij verdraaiing van het steunorgaan 4 vanuit de in de fig. 1 weergegeven bedrijfsstand naar de in fig. 4 weergegeven bedrijfsstand de rotatieas van de as 12 en daarmede de draaiingsas van de draaitafel 14 komen in de positie voordien ingenomen door de rotatieas van de as 16 en daarmede in de door de draaiingsas van de draaitafel 19 ingenomen positie.

Ligt de genoemde zwenkas tevens precies tussen de oplegvlakken van de draaitafels, dan wordt tevens bereikt, dat de oplegvlakken in de respectievelijke bedrijfsstanden in hetzelfde niveauvlak liggen.

O 5

Een zich in fig. 1 op de draaitafel 18 bevindende, schematisch aangeduide plaat 20 zal dus ten opzichte van voor het afspelen van de plaat belangrijke onderdelen van de platenspeler, zoals het op- o . - PHN 11,588 4 ψ *.

neemorgaan 21 of het klemorgaan waarmede de plaat op de draaitafel wordt vastgeklemd dezelfde stand innemen als een plaat 20 ondersteund door de draaitafel 14 indien deze in de in fig. 4 weergegeven stand is gebracht.

5

Opgemerkt wordt nog, dat men door een geschikte keuze van de diameters van de beide snaarschijven 13 en 17, zoals veelal gewenst, kan bewerkstelligen, dat de draaitafel 19 tijdens bedrijf wordt aangedreven met' een toerental, dat afwijkt van het toerental waarmede de draaitafel 14 wordt aangedreven.

10

Uiteraard zijn er binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding aanvullingen en/of wijzigingen op boven omschreven en in de voorafgaande figuren afgebeelde uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uitvinding denkbaar.

Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om, zoals in figuur 5 sche-15 matisch is weergegeven, het steunorgaan 4 met de door dit steunorgaan gedragen onderdelen in plaats van met de door de in figuur 1 getoonde pennen 9 en 10 gevormde scharnieras met de drager 2 te verbinden met behulp van een scharnieras, welke zich loodrecht op de door de pennen 8 ^ en 9 gevormde scharnieras en loodrecht op de rotatieassen 12a en 16a van de assen 12 en 16 uitstrekt. Het zal duideljk zijn, dat bij een verzwenking om een dergelijke scharnieras niet een zodanige verplaatsing van de rotatieassen van de assen 12 en 16 plaatsvindt, dat bij verzwenking over 180° de rotatieas van de ene as op de plaats komt van de rotatieas van de andere as. Om dit toch te kunnen bewerkstelligen 25 kan men het steunorgaan 4 zodanig met de drager 2 verbinden, dat het steunorgaan 4 gezien in figuur 5 ten opzichte van de drager 2 in horizontale richting verschuifbaar is over een afstand gelijk aan de hart-afstand tussen de beide assen 12 en 16.

De drager 2 kan daartoe bijvoorbeeld voorzien zijn van een 30 lange pen 9a, die midden tussen de armen 3 van de drager 2 is aange- . bracht en parallel daaraan loopt. Het steunorgaan 4 met de motor 11 is met een daartoe geschikte constructie zodanig bevestigd op de pen 9a, dat zowel een zwenkbeweging om als een glijbeweging langs de zwenkas Γ-Υ mogelijk is.

00

Een dergelijke verschuivingsmogelijkheid kan men laten vervallen bij toepassing van een aandrijfmotor voor de draaitafel, die met twee snelheden kan draaien. In een dergelijk geval kunnen de beide ; 7 '· " * o 2 «·* — mr PHN 11.588 5 draaitafels rechtstreeks op de buiten de motor uitstekende uiteinden van de as 12 worden gemonteerd en kan men middelen aanbrengen, die bij verzwenking van het steunorgaan 4 over 180° automatisch de motor 11 ook omschakelen op een ander toerental.

5 Het zal duidelijk zijn, dat een motor, die met twee toeren tallen kan draaien en waarbij de beide draaitafels rechtstreeks op de uiteinden van de as 12 zijn gemonteerd, ook kan worden toegepast bij de opstelling volgens fig. 1, in welk geval de pennen 9 en 10 zodanig kunnen zijn aangebracht, dat de hartlijnen van deze pennen 9 en 10 de 10 hartlijn van de as 12 snijden.

Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan de opbouw van de gebruikelijke platenspeler, zoals bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse oetrooischrift 4.218.065 in hoofdzaak worden gehandhaafd, daar voor het onderbrengen van de verzwenkbare motor 15 met de beide draaitafels weinig meer ruimte nodig is dan voor het onderbrengen van een vast opgestelde motor met draaitafel bij de gebruikelijke platenspeler, zodat onder handhaving van alle mogelijkheden en voordelen van de gebruikelijke platenspeler de platenspeler toch op eenvoudige wijze toepasbaar is voor verschillende plaattypes.

20 Opgemerkt wordt nog, dat de constructie volgens de uitvin ding bijzonder geschikt is voor het uitvoeren van een kleine kanteling van de zich in de bedrijfsstand bevindende draaitafel, teneinde de scheefstelling van een zich op de desbetreffende draaitafel liggende plaat te corrigeren.

25 30 35 4 * ’ . —

Claims (8)

1. Platenspeler voorzien van een tweetal aandrijfbare draaitafels voor het ondersteunen van schijfvormige platen, waarbij de draaitafels zijn aangebracht op een gemeenschappelijk steunorgaan, dat om een zwenkas verzwenkbaar is tussen een eerste stand waarin een door de 5 ene draaitafel ondersteunde plaat zich in een afspeelstand tegenover een opneemorgaan zal bevinden en een tweede stand waarin een door de andere draaitafel ondersteunde plaat zich in de afspeelstand tegenover het opneemorgaan zal bevinden, met het kenmerk, dat beide draaitafels voor hun aandrijving met eenzelfde, door het steunorgaan gedragen motor 10 zijn gekoppeld, waarbij het steunorgaan verzwenkbaar is tussen de eerste en de tweede stand.

2. Platenspeler volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunorgaan tussen de eerste en de tweede stand over 180° verzwenkbaar is. 15

3. Platenspeler volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een van de draaitafels rechtstreeks op de motoras is bevestigd, terwijl de andere draaitafel draaibaar is om een zich evenwijdig aan de motoras uitstrekkende draaiingsas en via een overbrengingsmechanisme met de motoras is gekoppeld. 20

4. Platenspeler volgens conclusie 3> met het kenmerk, dat het steunorgaan met de motor en draaitafels draaibaar is om een zwenkas, welke zich loodrecht uistrekt op het vlak door de draaiingsassen van beide draaitafels en daarbij, gezien in de lengterichting van de zwenkas midden tussen de beide draaiingsassen van de draaitafels is gelegen. 25

5. Platenspeler volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de zwenkas voorts midden tussen de plaatoplegvlakken van de draaitafels is gelegen.

6. Platenspeler volgens conclusie 3,. met het kenmerk, dat het steunorgaan met de motor en de draaitafels verzwenkbaar is om een 30 zwenkas, welk in het vlak door de draaiingsassen van de draaitafels is gelegen en zich loodrecht op deze draaiingsassen uitstrekt.

7. Platenspeler volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het steunorgaan voorts evenwijdig aan de zwenkas verschuifbaar is over een afstand die gelijk is aan de afstand tussen de draaiingsassen van de 35 draaitafels.

8. Platenspeler volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat beide draaitafels rechtstreeks op de motoras zijn bevestigd, waarbij de motor ν' λ r » ‘y V .·„ O :i l 5 ΡΗΝ 11.588 7 -Ή - - ingericht is voor het met twee verschillende snelheden aandrijven van de motoras. 10 15 20 25 30 ·"* 4*1 35