NL8503474A - Inrichting voor het verwarmen van een kas. - Google Patents

Description

«ftrrasssits - 1 - BF 36 (IPC: A09G9/24)

INRICHTING VOOR HET VERWARMEN VAN EEN KAS

Door aanvraagster wordt als uitvinder genoemd:

Ir. Ronald LESUIS te OOSTERHOUT

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verwarmen van een kas voor het kweken van planten in bedden, waarbij tussen de bedden zich een stelsel bevindt van zich horizontaal uitstrekkende en op de vloer van de kas in ondersteuningen liggende warmwaterbuizen, waarvan telkens twee buizen op een afstand van enkele decimeters evenwijdig lopen en als rails dienen voor een tussen de bedden voort te bewegen transportwagentje.

Dergelijke inrichtingen zijn in de kastuinbouw veel in gebruik. De bij de bekende inrichtingen gebezigde verwarmingsbuizen ^ bestaan uit blank stalen buis, waarbij een zeer gangbare maat is die met een uitwendige diameter van 51 mm en een wanddikte van 2,2 mm. Per strekkende meter heeft een dergelijke buis een warmte- 2 afgevend buitenoppervlak van circa 0,16 m en een inwendige water- 3 inhoud van circa 0,002 m .

15

Nu zijn de meeste warmtesystemen in de kastuinbouw overgedimensioneerd en bezitten een overcapaciteit van bijvoorbeeld 20 a 25%. Bij een juiste dimensionering zou dus een smallere verwarmingsbuis op zichzelf volstaan, doch dan voor de andere functie, namelijk die van rail voor het transportwagentje, te slap zijn.

20

De uitvinding beoogt, een inrichting voor het verwarmen van een kas als hiervoor aangegeven te verschaffen, waarbij de verwarmingsbuis bij een nagenoeg gelijkgebleven warmte-afgevend buitenoppervlak een geringere inwendige waterinhoud heeft, en toch voldoende weerstandsmoment tegen doorbuiging onder de eroverheen 25 rijdende last bezit. Daartoe is volgens de uitvinding de inrichting daardoor gekenmerkt, dat de verwarmingsbuizen zijn uitgevoerd in ·:- * ": -y /. -7 i 'i i 'J ~ί J -* - 2 - BF 36 (IPC: A09G9/24) hoogkantig geplaatste, rechthoekige buis met een ronde bovenkant.

Door het aangepaste warmte-af gevend oppervlak kan een efficiënte energiehuishouding in een kas worden bewerkstelligd, terwijl door de geringere waterinhoud van de toegepaste buis de 5 reactietijd van het verwarmingssysteem op een gevraagde warmtebehoefte aanzienlijk is bekort. Deze reactietijd is namelijk essentieel bij de moderne klimaatbeheersing in kastuinbouw. Door de rechthoekige onderzijde van de buis wordt de ondersteuning stabieler.

10 Daarbij kan volgens een verder kenmerk de inrichting volgens de uitvinding zodanig zijn uitgevoerd, dat de ondersteuningen rechthoekige uitsparingen bezitten van ongeveer de halve hoogte van de· buis voor het opnemen van de rechthoekige onderzijde daarvan.

Dit blijkt voldoende zijdelingse steun voor de hoogkantig 15 geplaatste, rechthoekige buis te verschaffen.

Een voorkeursuitvoering van de inrichting zal in het navolgende onder verwijzing naar de schetsmatige tekening waarin de figuren 1 en 2 achtereenvolgens een paar ondersteunde verwarmingsbuizen en een paar uit de ondersteuningen getilde verwarmingsbuizen in 20 perspectief laten zien.

In figuur 1 en 2 is alleen dat gedeelte van een inrichting voor het verwarmen van een kas voor het kweken van planten afge-beeld» waarop de uitvinding betrekking heeft. De verwarmingsbron (bijvoorbeeld ketel met pomp) en de planten alsmede de omringende 25 kasconstructie zijn uit de figuren weggelaten. Op een pad tussen de bedden bevindt zich een stelsel van zich horizontaal uitstrekkende warmwaterbuizen die op de vloer van de kas in ondersteuningen liggen. In de figuren is een metalen vloerplaat 1 afgebeeld, waarop twee als bijvoorbeeld vierkant buisprofiel uitgevoerde ondersteu-30 ningen 2 en 3 verticaal zijn vastgelast. De verwarmingsbuizen, aangegeven met de verwijzingscijfers 4 en 5, zijn elk uitgevoerd als hoogkant geplaatste, rechthoekige buis met een ronde bovenkant, een zogenaamd tunnelprofiel. De hoogte van de buis 4 en 5 is bijvoorbeeld 50 mm, de breedte 20 mm bij een wanddikte van 2 mm. De buizen 35 4 en 5 liggen evenwijdig op een afstand van enkele decimeters, bij voorbeeld 4,2 dm, zodat ze als rails kunnen dienen voor een niet-afgebeeld transportwagentje, dat voor het behandelen of het oogsten tussen de plantenrijen of -bedden kan worden voortbewogen.

De ondersteuningen 2 en 3 zijn elk aan de bovenkant in twee 83 3. 7 7 i.

v W 'V ? * - 3 - BF 36 (IPC: A09G9/24) tegenoverliggende zieden voorzien van rechthoekige uitsparingen 6 en 7, zichtbaar in de uiteen-getekende opstelling van figuur 2, voor het opnemen van de rechthoekige onderzijde van de buizen 4 en 5. De diepte van deze uitsparingen 6 en 7 is ongeveer de halve 5 hoogte H (figuur 2) van de buizen, dus in het gegeven getallenvoorbeeld 25 mm, waarbij de breedte met de buitenmaat van de buizen 4 en 5 overeenkomt, zodat de buizen 4 en 5 ook zijdelings ondersteund worden.

Een tunnelbuis van de aangegeven afmetingen heeft per strek- 2 10 kende meter een warmte-afgevend oppervlak van circa 0,13 m bij een 3 inwendige waterinhoud van circa 0,001 m . Gezien de gebruikelijke overdimensionering van de warmwaterbron is het circa 20% kleinere oppervlak geen bezwaar, terwijl door de sterk gedaalde (circa 50%) waterinhoud het verwarmingsstelsel veel sneller op warmtebehoefte 15 kan reageren.

20 25 30 35 1 - V « , 7 , '2* V; j

Claims (2)

4. BF 36 (IPC: A09G9/24)

1. Inrichting voor het verwarmen van een kas voor het kweken van planten in bedden, waarbij tussen de bedden zich een stelsel 5 bevindt van zich horizontaal uitstrekkende en op de vloer van de kas in ondersteuningen liggende warmwaterbuizen, waarvan telkens twee buizen op een afstand van enkele decimeters evenwijdig lopen en als rails dienen voor een tussen de bedden voort te bewegen transportwagentje, daardoor gekenmerkt, dat de verwar-10 mingsbuizen (4, 5) zijn uitgevoerd in hoogkantig geplaatste, rechthoekige buis met een ronde bovenkant.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ondersteuningen (2, 3) rechthoekige uitsparingen (6, 7) bezitten van 15 ongeveer de halve hoogte (H) van de buizen (4, 5) voor het op nemen van de rechthoekige onderzijde daarvan. 20 25 30 35 Λ . tt ? . -V 1 ƒ V fce V J -/