NL8503446A

NL8503446A - STEERING VALVE.

Info

Publication number: NL8503446A
Application number: NL8503446A
Authority: NL
Original assignee: Tlv Co Ltd
Priority date: 1984-12-14
Filing date: 1985-12-13
Publication date: 1986-07-01
Also published as: PT81635B; NO855032L; IT8568032A0; FI79395B; NO159554C; MX161859A; DK166470B1; CA1270721A; GB2168504A; PH23609A; FI79395C; PT81635A; CN1004024B; BE903840A; SE8505883L; CN85108998A; IT1215168B; ES8700403A1; NL188712B; LU86199A1

Description

* ......* ......

VO 7500VO 7500

Stuur-afsluiter.Steering valve.

De uitvinding heeft betrekking op een druk-reduceerafsluiter van het stuur-type voor toepassing in een leidingssysteem voor stoom/ perslucht of dergelijke, om secundaire fluidumdruk op een vooraf-bepaalde, ingestelde waarde te houden, en, in het bijzonder, op ver-5 beterde afdichtmiddelen, welke worden toegepast in een een glijdend verplaatsbaar gedeelte van een plunjerconstructie, gekoppeld met een hoofd- of stuurafsluiter ter regeling daarvan.The invention relates to a pilot-type pressure reducing valve for use in a steam / compressed air or the like piping system to maintain secondary fluid pressure at a predetermined set value, and, in particular, at variable improved sealing means, which are used in a slidingly movable part of a plunger construction, coupled to a main or control valve for control thereof.

Zoals bijvoorbeeld beschreven staat in het Japanse Gebruiksmodelschrift No. 45-27 184 omvat een drukreduceerafsluiter j_q van het stuur-type een stuurafsluiter, aanvullend op een hoofdafsluiter, welke aangebracht is in een fluidumbaan, welke de primaire zijde van de hoofdafsluiter verbindt met een holte boven een zuiger, wdJee is gekoppeld met de hoofdafsluiter ter regeling daarvan. De stuurafsluiter wordt, zoals hieronder nader zal worden beschreven, geregeld 15 door een membraan, dat reagerend op fluidumdruk aan de secundaire zijde van de hoofdafsluiter doorbuigt, ter regeling van de fluidumhoeveel-heid, welke tot in de bovenste holte stroomt, waardoor de zuiger en de daarmee gekoppelde hoofdafsluiter overeenkomstig een druk-verschil tussen het bovenoppervlak van de zuiger en het zuigeronder-20 vlak, dat zich in de secundaire atmosfeer bevindt, wordt aangedreven.As described, for example, in Japanese Utility Model No. 45-27 184, a pilot type pressure reducing valve j_q comprises a pilot valve, in addition to a main valve, which is arranged in a fluid path, which connects the primary side of the main valve to a cavity above a piston, which is coupled to the main valve for regulation thereof. The pilot valve, as will be described in more detail below, is controlled by a diaphragm that deflects in response to fluid pressure on the secondary side of the main valve to control the amount of fluid flowing into the upper cavity through which the piston and the main valve coupled thereto is driven in accordance with a pressure difference between the top surface of the piston and the piston bottom surface located in the secondary atmosphere.

Een drukreduceerafsluiter van deze soort omvat een dergelijke zuiger en een stuurafsluiter, welke gevoelige beweging overeenkomstig de primaire en de secundaire zijden, zoals hierboven beschreven teweegbrengen, en in hoofdzaak de operatieve eigen-25 schappen van de afsluiter zelf beïnvloeden. Meer in het bijzonder wordt wat betreft de fluidumdruk welke op het bovenoppervlak daarvan werkzaam is, geregeld door het laten lekken van het primaire fluïdum, dat via de stuurafsluiter tot in de holte boven de zuiger gestroomd is. dóór een spelingruimte tussen de zuiger en de cilinder. Wanneer deze 30 spelingruimte gering is, is de hoeveelheid lekkend fluïdum gering, hetgeen tot gevolg kan hebben,dat de hoofdafsluiter geopend blijft zitten, en/of de zuiger aan de cilinder vast gaat zitten. Wanneer echter de spelingruimte groot genoeg is, om dit euvel van vast gaan zitten te voorkomen, wordt de lekkage te groot, om de kracht voor het aandrijven 35 van de hoofdafsluiter te reduceren. Wat betreft de stuurafsluiter 5:3445A pressure reducing valve of this type comprises such a piston and a pilot valve, which cause sensitive movement according to the primary and secondary sides, as described above, and mainly affect the operative properties of the valve itself. More particularly, as for the fluid pressure acting on its top surface, it is controlled by leaking the primary fluid, which has flowed through the pilot valve into the cavity above the piston. through a clearance between the piston and the cylinder. When this clearance is small, the amount of leaking fluid is small, which may result in the main valve being left open and / or the piston becoming attached to the cylinder. However, when the clearance is large enough to avoid this jamming problem, the leakage becomes too great to reduce the force to actuate the main valve. As for the pilot valve 5: 3445

i- ύ Xi- ύ X

Λ -2- varieert, wanneer het primaire fluïdum stroomt dóór een spelingruimte tussen de stuurafsluitersteel en een steelgeleiding tot in een holte onder het membraan (in hetgeen hieronder volgt als "membraankamer" betiteld) , de druk in de membraankamer, welke aanvankelijk de secundaire 5 druk moet zijn, en kan als gevolg daarvan het membraan, waarvan de werking onderworpen is aan deze druk, verkeerd werken. Wanneer echter de spelingruimte nauwer wordt gemaakt, om de lekkage te voorkomen, verstoort de verhoogde glijweerstand soepele werking ervan. Zo blijkt het dus gewenst, zulk een glijgedeelte te verschaffen in een constructieve 10 uitvoering, welke een hoge mate van afdichtend werkzame kracht paart aan geringe glijweerstand.Λ -2- when the primary fluid flows through a clearance between the pilot valve stem and stem guide into a cavity below the diaphragm (hereinafter referred to as "diaphragm chamber"), the pressure in the diaphragm chamber initially decreases the secondary pressure, and as a result, the membrane, the operation of which is subject to this pressure, may malfunction. However, when the clearance space is made narrower to prevent leakage, its increased slip resistance disrupts its smooth operation. It thus appears to be desirable to provide such a sliding section in a constructional embodiment, which combines a high degree of sealing active force with low sliding resistance.

Overeenkomstig de bovengenoemde Japanse publikatie, is daartoe een vaste spelingruimte gevormd tussen zuiger en cilinder en is een metalen ring , in de zijwand van de zuiger gevormde ringvormige groef 15 aangebracht, waardoor het fluidum boven die zuiger dóór de spelingruimte tussen de metalen ring en de cilinder kan lekken.According to the above-mentioned Japanese publication, a fixed clearance space is formed between piston and cylinder for this purpose and a metal ring, annular groove 15 formed in the side wall of the piston, through which the fluid flows above that piston through the clearance space between the metal ring and the cylinder. may leak.

Een dergelijke constructie leidt echter tot een onstabiele beweging van het glijgedeelte, waardoor het geheel verkeerd gaat werken. Meer in het bijzonder leidt de metalen ring, welke in een typerend 20 geval uit fosforbrons is vervaardigd, tot ongelijkmatige lekkage tussen de metalen ring en het cilinderbinnenoppervlak, als gevolg van de onregelmatigheid van zijn buitendiameter, waardoor in sommige gevallen het glijgedeelte als gevolg van thermische uitzetting vast komt te zitten, hetgeen verkeerde werking tot gevolg kan hebben.However, such a construction leads to an unstable movement of the sliding part, as a result of which the whole works incorrectly. More specifically, the metal ring, which is typically made of phosphor bronze, leads to uneven leakage between the metal ring and the cylinder inner surface, due to the irregularity of its outer diameter, which in some cases causes the sliding portion to be caused by thermal expansion becomes jammed, which can result in improper operation.

25 Dienovereenkomstig is het noodzakelijk geworden de fosforbronsring door een andere ring met gering elastische werking en lage contactweerstand te vervangen.Accordingly, it has become necessary to replace the phosphor bronze ring with another ring of low elastic performance and low contact resistance.

Dienovereenkomstig bestaat een met de uitvinding beoogd doel in het verschaffen van een verbeterde constructie van een drukreduceer-30 afsluiter, welke met zijn glijgedeelte zodanig gemodificeerd is, dat dit een hoge mate van afdichtend werkzame kracht paart aan een lage glijweerstand, onder vermijding van het vast gaan zitten als gevolg van thermische uitzetting.Accordingly, an object of the present invention is to provide an improved construction of a pressure reducing valve which has been modified with its sliding portion to combine high sealing force with low sliding resistance, while avoiding the solid sit down due to thermal expansion.

Overeenkomstig de uitvinding wordt een drukreduceerafsluiter 35 verschaft, omvattende een hoofdafsluiter en een stuurafsluiter, elk v *=* t fl £ * ^ ' -3- geassocieerd met een plunjerconstructie voor het regelen van de corresponderende afsluiter. De plunjerconstructie is samengesteld uit een beweegbaar binnenste element met een cilindrisch buitenoppervlak, en uit een stationair buitenste element met een cilindrisch binnen-5 oppervlak, dat gekeerd is naar het buitenoppervlak van het binnenste element. Als essentiële bijzonderheid volgens de uitvinding omvat het eerste element ten minste twee ringvormige groeven, welke axiaal uiteen in het buitenoppervlak daarvan aangebracht zijn en elk ten minste één daarin passend afdichtelement bevatten. Het afdichtelement is ver-10 vaardigd uit fluorhars en over ten minste een deel ervan onderverdeeld.In accordance with the invention, a pressure reducing valve 35 is provided, comprising a main valve and a control valve, each associated with a plunger construction for controlling the corresponding valve. The plunger construction is composed of a movable inner element with a cylindrical outer surface, and a stationary outer element with a cylindrical inner surface, which faces the outer surface of the inner element. As an essential feature according to the invention, the first element comprises at least two annular grooves, which are arranged axially apart in the outer surface thereof and each contain at least one sealing element fitting therein. The sealing element is made of fluorine resin and divided over at least part of it.

In de praktijk kunnen het eerste en het tweede element worden gevormd door respectievelijk zuiger en cilinder voor het regelen van de hoofdafsluiter, öf door respectievelijk stuurafsluitersteel en -geleiding voor het regelen van de stuurafsluiter.In practice, the first and second elements may be formed by piston and cylinder for controlling the main valve, respectively, or by control valve stem and guide for controlling the control valve, respectively.

15 De bovenvermelde en verdere bijzonderheden en effecten overeen komstig de onderhavige uitvinding zullen hieronder, onder verwijzing naar de bijgevoegde tekening.nader worden beschreven.The above and further details and effects in accordance with the present invention will be described below with reference to the accompanying drawings.

Fig. 1 is een doorsnede-met-zijaanzicht van een drukreduceer-afsluiter, waarin de uitvinding is belichaamd; 20 fig. 2 is een gedeeltelijke doorsnede-met-zijaanzicht op ver grote schaal van een zuiger-cilinderconstructie van de druk-reduceer-afsluiter volgens fig. 1; en fig. 3 is een doorsnede-met-zijaanzicht op vergrote schaal van een stuurafsluiterconstructie van de drukreduceerafsluiter 25 volgens fig. 1.Fig. 1 is a cross-sectional side view of a pressure reducing valve embodying the invention; FIG. 2 is an enlarged partial cross-sectional side view of a piston-cylinder construction of the pressure reducing valve of FIG. 1; and FIG. 3 is an enlarged cross-sectional side view of a pilot valve construction of the pressure reducing valve 25 of FIG. 1.

In de gehele tekening zijn met gelijke verwijzingscijfers corresponderende constructie-componenten aangeduid.Throughout the drawing, like construction numerals designate corresponding structural components.

Thans allereerst verwijzende naar fig. 1, omvat een uitvoeringsvorm van een drukreduceerafsluiter volgens de uitvinding een, 30 van een bodemwand 31 voorzien opvanglichaam 29 waarin opgenomen een vlotter 34, een hoofdlichaam 1 voor het opnemen van een zuiger 6, een een cilinder 9, een hoofdafsluiter 5 en een afscheidingsconstructie met wervelschoepen 27, en een afvoerelement 28, een stuurafsluiter-lichaam 32 voor het opnemen van een stuurafsluiter 11, en een veer-huii 35 33 voor het opnemen van een drukinstelveer 14. Deze onderdelen zijn zoals blijkt uit de tekening in deze volgorde gekoppeld door middel van hun flenzen met daartussenin aangebrachte, geschikte pakkingen.Referring firstly to Fig. 1, an embodiment of a pressure reducing valve according to the invention comprises a collecting body 29, provided with a bottom wall 31, in which a float 34, a main body 1 for receiving a piston 6, a cylinder 9, a cylinder 9, a main valve 5 and a separating structure with swirl vanes 27, and a discharge element 28, a control valve body 32 for receiving a control valve 11, and a spring housing 33 33 for receiving a pressure setting spring 14. These parts are as shown in the drawing coupled in this order by means of their flanges with suitable gaskets interposed therebetween.

- * * - - i -- * 3 4 **- -4- h v- * * - - i - * 3 4 ** - -4- h v

Tussen het stuurafsluiterlichaam 32 en het veerhuis 33 is een membraan aangebracht.A diaphragm is arranged between the control valve body 32 and the spring housing 33.

Het hoofdlichaam 1 is voorzien van een inlaatpoort en van een, daarmee coaxiale, uitlaatpoort, welke wederzijds zijn verbonden via 5 een afsluiterpoort 4. De hoofdafsluiter 5, welke door middel van een veer omhoog gedrukt wordt tegen een rondom de afsluiterpoort 4 gevormde afsluiterzitting, heeft een centrale pen, welke omhoogreikt en binnen in de afsluiterpoort 4 aanslaag neemt tegen het ondereinde van een zich vanuit de zuiger 6 omlaag uitstrekkende zuigerpen.The main body 1 is provided with an inlet port and with an outlet port, coaxial therewith, which are mutually connected via a valve port 4. The main valve 5, which is pushed up by means of a spring against a valve seat formed around the valve port 4 a central pin, which extends upwardly and abuts within the valve port 4 against the lower end of a piston pin extending downward from the piston 6.

10 , De stuurafsluiter 11 is aangebracht tussen een verbindingsgat 12 voor een holte onder de hoofdafsluiter 5 en een ander verbindingsgat 13 voor een holte boven de zuiger 6, en wordt tegen het membraan 15 omhoog gedrukt door middel van een veer. Anderzijds is op het membraan 15 een veerkussen 23 werkzaam door middel van een 15 drukinstelveer 14, waarvan de samendrukkracht kan worden gejusteerd, door middel van een justeerschroef 22. Een kamer onder het membraan 15 (d.w.z. de membraankamer) is via een verbindingsgat 26 met de uitlaatpoort 3 verbonden terwijl een kamer boven het membraan 15 via een verbindingsgat 25 in verbinding staat met de buitenatmosfeer.10. The pilot valve 11 is disposed between a cavity connection hole 12 below the main valve 5 and another cavity connection hole 13 above the piston 6, and is pressed up against the diaphragm 15 by a spring. On the other hand, a spring pad 23 acts on the diaphragm 15 by means of a pressure adjusting spring 14, the compression force of which can be adjusted, by means of an adjusting screw 22. A chamber under the diaphragm 15 (ie the membrane chamber) is connected via a connecting hole 26 to the outlet port 3 connected while a chamber above the membrane 15 communicates with the outside atmosphere through a connection hole 25.

20 Het afvoerelement 28 is met een scherm 33 in het inwendige van de ruimte onder de afsluiterpoort 4 aangebracht.Het afvoerelement 28 omvat twee coaxiale, cilindrische elementen, waarvan het binnenste met zijn ondereinde verwijd uitgevoerd is, terwijl een tussen de binnenste en buitenste elementen een aantal wervelschroepen 27 is 25 aangebracht.The discharge element 28 is arranged with a screen 33 in the interior of the space below the valve port 4. The discharge element 28 comprises two coaxial, cylindrical elements, the inner of which is made widened with its lower end, while one between the inner and outer elements number of swirl blades 27 is provided.

Binnen in het opvanglichaam 29 wordt een half-bolvormige vlotter-afdekking 35 met een aantal doorgaande gaten 36 boven de bodemplaat 31 ondersteund door middel van niet-weergegeven, daarvoor geschikte--middelen, terwijl een holle, bolvormige vlotter 34 vrij in het 30 inwendige van de ruimte tussen de afdekking 35 en de bodemplaat 31 is opgenomen. De bodemplaat 31 bevat een afvoerpoort 37, welke is voorzien van een afvoerafsluiterzitting 38, welke normaliter door de vlotter 34, als afsluiterlichaam, gesloten is.Inside the receptacle 29, a hemispherical float cover 35 with a plurality of through holes 36 above the bottom plate 31 is supported by means not shown, suitable means, while a hollow spherical float 34 is exposed freely in the interior of the space between the cover 35 and the bottom plate 31 is received. The bottom plate 31 contains a discharge port 37, which is provided with a discharge valve seat 38, which is normally closed by the float 34 as a valve body.

Bij werking van de inrichting is de hoofdafsluiter 5 normaliter 35 gesloten door een er in opwaartse richting op uitgeoefende veerkracht, l. "t> ’-J “V } v -5- terwijl de stuurafsluiter 11 normaliter geopend is door een vooraf ingestelde, omlaag gerichte veerkracht van de tevoren, door middel van de instelschroef 22 ingestelde drukinstelveer 14. Wanneer nu een stoom-stroom met waternevel in de inlaatpoort komt, wordt de druk daarvan 5 via het verbindingsgat 12 naar de holte onder de stuurafsluiter 11 geleid en vervolgens naar de holte boven de zuiger 6 door de geopende stuurafsluiter 11 en het verbindingsgat 13, teneinde de zuiger omlaag te drukken, waardoor de hoofdafsluiter 5 opengaat. Aldus komt stoom terecht in de opvangruimte 29, passeert dóór de geopende hoofd-10 afsluiter 5 en komt vervolgens uit de uitlaatpoort 3. Tijdens dit passeren van stoom, wervelen de wervelschoepen 27 de stoom zodanig dooreen, dat de waternevel door centrifugaalkracht wordt afgescheiden, zodat deze onder in de opvangruimte 29 ter afwatering wordt opgevangen. Wanneer zich voldoende afvalwater heeft opgehoopt, om het gewicht 15 van de vlotter 34 op te heffen, wordt die vlotter 34 van de zitting 38 afgelicht, zodat het af te voeren water via de afvoerpoort 37 wegstroomt.During operation of the device, the main valve 5 is normally closed by an upwardly applied spring force, l. "t>" -J "V} v -5- while the pilot valve 11 is normally opened by a preset downward spring force of the pressure setting spring 14 previously set by the adjusting screw 22. If now a steam stream with water spray into the inlet port, its pressure 5 is directed through the connection hole 12 to the cavity below the pilot valve 11 and then to the cavity above the piston 6 through the opened pilot valve 11 and the connection hole 13 to depress the piston, causing the piston to main valve 5 opens, thus steam enters the collecting space 29, passes through the opened main valve 5 and then comes out of the outlet port 3. During this passage of steam, the swirl vanes 27 swirl the steam in such a way that the water mist is centrifuged by centrifugal force is separated, so that it is collected for drainage at the bottom of the collection space 29. When sufficient waste water has accumulated, the weight 15 of the float 3 4, the float 34 is lifted from the seat 38 so that the water to be drained flows away via the discharge port 37.

Wanneer de stoomdruk tot boven een vooraf ingestelde waarde oploopt, komt die druk via het verbindingsgat 26 naar de membraan-20 kamer om het membraan 15 tegen de veer 14 te drukken. Dit resulteert in sluiting van de stuurafsluiter 11, welke omhoog wordt gedrukt door een veer, zoals in de tekening is afgebeeld, en dientengevolge in drukevenwicht tussen de boven- en onderzijde van de zuiger 6, als gevolg van een lekstroom via een mondingsopening 10(fig. 2) 25 in de zuiger 6.Een en ander heeft tot gevolg, dat de hoofdafsluiter 5 door de veerkracht, ondersteund door de stroomdruk aan de primaire zijde, wordt gesloten en de stoomstroom wordt afgesloten.When the steam pressure rises above a preset value, that pressure passes through the connection hole 26 to the membrane 20 chamber to press the membrane 15 against the spring 14. This results in closure of the pilot valve 11, which is pushed up by a spring, as shown in the drawing, and consequently in pressure equilibrium between the top and bottom of the piston 6, due to a leakage flow through a mouth opening 10 (fig. 2) 25 in the piston 6. This has the consequence that the main valve 5 is closed by the spring force, supported by the flow pressure on the primary side, and the steam flow is shut off.

Dezelfde toedracht herhaalt zich bij variatie in de primaire stoomdruk om de secundaire druk daarvan op de vooraf ingestelde waarde 30 te regeler;.The same fact is repeated with variation in the primary steam pressure to adjust the secondary pressure thereof to the preset value 30;

Fig. 2 laat de zuigerconstructie volgens de uitvinding zien.Fig. 2 shows the piston construction according to the invention.

Deze constructie omvat een zuigercilinder 9 en een zuiger 6, welke in die cilinder 9, onder het daartussenin vrijlaten van een geringe speling-ruimte is ingezet. De zuiger 6 bevat een mondingsopening 10 ter verbinding 35 van zijn bovenzijde met zijn onderzijde voor bovenvermeld doel. In de r* i · "1 i w IV '! -6- V * cilindrische buitenwand is een tweetal ringvormige groeven axiaal van elkaar gescheiden aangebracht, terwijl in elke groef 61 een ringvormig afdichtelement 8 passend opgenomen is. Het afdichtelement 8 is vervaardigd uit fluorhars en op ten minste één plaats 62 onderverdeeld.This construction comprises a piston cylinder 9 and a piston 6, which is inserted in said cylinder 9, leaving a small clearance between them in between. The piston 6 includes a mouth opening 10 for connecting its top side with its bottom side for the above purpose. In the r * i · "1 iw IV '! -6- V * cylindrical outer wall, two annular grooves are arranged axially separated from each other, while in each groove 61 an annular sealing element 8 is suitably accommodated. The sealing element 8 is made of fluorine resin and subdivided in at least one place 62.

5 Een bladveer 7 is tussen het afdichtelement 8 en de bodem van de groef 61 aangebracht, om het afdichtelement 8 tegen het binnenoppervlak van de cilinder 9 te drukken, teneinde een innige aanraking daartussen te verzekeren.A leaf spring 7 is interposed between the sealing element 8 and the bottom of the groove 61 to press the sealing element 8 against the inner surface of the cylinder 9 to ensure intimate contact between them.

Thans verwijzende naar fig. 3, omvat de stuurafsluiterconstructie 10 (fig.1) overeenkomstig de uitvinding een steelgeleiding 16 en een stuurafsluitersteel 17, welke in een geleidingsgat 161 van de laatste ingezet is. Rondom het ondereinde van het geleidingsgat 161 is een afsluiterzitting 162 gevormd voor aanraking met asn afsluiterlichaam 21 van de stuurafsluitersteel 17. In de steelgeleiding 16 is een hori-15 zontaai, doorgaand gat 18 gevormd, dat het geleidingsgat 161 snijdt en is verbonden met het verbindingsgat 13 (fig. 1) voor bovenomschreven doel.Referring now to FIG. 3, the pilot valve assembly 10 (FIG. 1) of the present invention comprises a stem guide 16 and a pilot valve stem 17 inserted into a guide hole 161 of the latter. Around the lower end of the guide hole 161, a valve seat 162 is formed for contact with the valve body 21 of the pilot valve stem 17. In the stem guide 16, a horizontal, through hole 18 is formed, which cuts the guide hole 161 and is connected to the connecting hole 13 (FIG. 1) for the purpose described above.

De stuurafsluitersteel 17 is samengesteld· uit een spil 171 met een diameter, welke aanzienlijk geringer is, dan de binnendiameter 20 van het geleidingsgat 161 van de steelgeleiding 16. De spil 171 heeft een flensachtig verwijd gedeelte 172, dat daar ééndelig mee gevormd is even boven het dóórgaande gat 18, terwijl een afsluiterlichaam is bevestigd aan het ondereinde en een bovenelement 173 met perspassing is aangebracht op de bovenzijde, en een mof 20 met glijdende 25 passing op de spil 171 tussen de beide elementen 172 en 173 is aangebracht. De elementen 20,172 en 173 hebben een diameter, welke iets geringer is, dan de binnendiameter van het geleidingsgat 161. Tussen de elementen 20 en 172 en de elementen 20 en 173 is respectievelijk een tweetal ringvormige afdichtelementen 19 aangebracht. Elk element 19 is ver-30 vaardigd uit fluorhars en op ten minste één plaats 191 onderverdeeld.The pilot valve stem 17 is composed of a spindle 171 with a diameter which is considerably smaller than the inner diameter 20 of the pilot hole 161 of the stem guide 16. The spindle 171 has a flange-like widened portion 172 formed in one piece with it just above the through hole 18, while a valve body is attached to the bottom end and a top element 173 is press fit on the top, and a sleeve 20 with sliding fit is provided on the spindle 171 between the two elements 172 and 173. The elements 20, 172 and 173 have a diameter which is slightly smaller than the inner diameter of the guide hole 161. Between the elements 20 and 172 and the elements 20 and 173, two annular sealing elements 19 are arranged. Each element 19 is made from fluorine resin and is divided in at least one place 191.

De axiale afmeting van de elementen 19 en 20 is zodanig, dat de som daarvan geringer is, dan de ruimte tussen de elementen 172 en 173, waarbij aanzienlijke axiale verplaatsing van de elementen 19 en 20 mogelijk is. Hierdoor is het mogelijk, eventuele thermische uit-35 zetting van de afdichtelementen 19 in zowel axiale als radiale richtingen op te vangen ter voorkoming van het in het voorgaande ver- V' ts V* '•j -7- melde probleem van het gaan vastzitten. Op het bovenelement 173 is passend een domvormige kap 24 aangebracht voor aanraking met het membraan 15 (fig.1).The axial dimension of the elements 19 and 20 is such that the sum thereof is less than the space between the elements 172 and 173, allowing substantial axial displacement of the elements 19 and 20. This makes it possible to compensate for any thermal expansion of the sealing elements 19 in both axial and radial directions to avoid the aforementioned problem of jamming. . A dome-shaped cap 24 is suitably mounted on the top element 173 for contact with the membrane 15 (FIG. 1).

Zoals hierboven uiteengezet, hebben de afdichtelementen 8 en 19, 5 welke zijn vervaardigd uit fluorhars en op ten minste één plaats (62,191) daarvan zijn onderverdeeld overeenkomstig de onderhavige uitvinding, een aanzienlijk verminderde glijweerstand, waarbij thermische uitzetting, wanneer deze zich voordoet, op effectieve wijze wordt ondervangen, terwijl door hun axiale onderverdeling 10 elke schuine stand op elke aiiger 6 of de stuurafsluitersteel 17, welke zou kunnen leiden tot ongelijkmatige aanraking wordt vermeden, waardoor constante, soepele werking van de afsluiter gehandhaafd blijft.As explained above, the sealing elements 8 and 19, 5 which are made of fluororesin and are subdivided in at least one location (62,191) thereof in accordance with the present invention have a significantly reduced slip resistance, with thermal expansion, when it occurs, effectively their axial subdivision 10 avoids any tilt on each piston 6 or pilot valve stem 17, which could lead to uneven contact, thereby maintaining constant, smooth operation of the valve.

Opgemerkt wordt nog, dat de bovenstaande beschrijving uitsluitend bedoeld is ter toelichting en dat binnen het kader van de uitvinding, 15 zoals nesrgelegd in de volgende conclusies, diverse varianten en wijzigingen , mogelijk zijn.It is to be noted that the above description is only intended to be illustrative and that within the scope of the invention, as set out in the following claims, various variants and modifications are possible.

tt

Claims

1. Pressure reducing valve comprising a main valve and a control valve, each of those valves being associated with a plunger construction, comprising a movable inner element having a cylindrical outer surface and a stationary outer element with a cylindrical inner surface facing said outer surface said inner element for regulating said valve, characterized in that said inner element is provided with at least two annular grooves axially separated from each other in the outer surface 10 of said inner element, each groove containing at least one annular sealing element fitting therein, said sealing element being made of fluororesin and subdivided at least in part thereof.

2. Pressure reducing valve according to claim 1, characterized in that between the bottom of said groove and said sealing element, an elastic element is arranged such that said sealing element is forced against the inner surface of the outer element.

3. Pressure reducing valve according to claim 2, characterized in that said elastic element is an annular leaf spring.

Pressure reducing valve according to claim 1, characterized in that said inner element is a piston, and said outer element is a cylinder, said piston having a mouth opening connecting both sides thereof. 25

Pressure reducing valve according to claim 3, characterized in that said inner element is a pilot valve stem and said outer element is a stem guide, said pilot valve stem having a diameter which is reduced over an intermediate portion thereof, said diameter on both side portions of said intermediate portion is unchanged, a cylindrical sleeve with sliding fit accommodated on said intermediate portion, and said sealing elements disposed about said intermediate portion between said sleeve and said mutually unchanged diameter portions below maintaining some radial and axial clearances. - * · '· *: ί * £ 7 7 ’o