NL8503095A

NL8503095A - Filter voor een sigaret.

Info

Publication number: NL8503095A
Application number: NL8503095A
Authority: NL
Original assignee: Brown & Williamson Tobacco
Priority date: 1984-11-16
Filing date: 1985-11-11
Publication date: 1986-06-16
Also published as: GR852730B; IT1186078B; AU557787B2; NO163084C; FR2573287B1; IT8522842A0; IL76922A; DE3539938C2; BR8505691A; ATA334185A; CH665094A5; ES296765Y; AT392877B; IL76922A0; DK162692C; FR2573287A1; FI854444A; GB2166938A; LU86140A1; US4585015A

Description

‘ t- N.0. 33510 χ

Filter voor een sigaret

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op filters voor sigaretten. De uitvinding heeft enerzijds betrekking op een filter voor een sigaret welke ten minste een stromingsweg verschaft voor sigarettenrook en een andere stromingsweg voor ventilatielucht uit de omgeving en ge-5 filterde rook naar het uiteinde van het mondstuk van het filter. Anderzijds heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een filter voor een sigaret met een vernauwing voor de stroming in ten minste een stromingsweg voor de rook teneinde een drukval te scheppen om de weerstand tegen trek daar doorheen te vergroten.

10 Bij het vervaardigen van filtersigaretten is het bekend om filters te verschaffen met middelen voor de ventilatielucht teneinde de stroming van de rook te verdunnen. Door. het verdunnen van de stroming van de rook wordt de hoeveelheid rookdeeltjes verminderd, evenals de bestanddelen in de gasfase die de mond van de roker bereiken. Een aantal 15 middelen is voorgesteld, en wordt toegepast, om ventilatielucht in de sigaret te brengen. De omslag voor de tabak in een sigaret kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn van poreus materiaal waardoor de lucht langs de gehele lengte van de sigaret binnengelaten kan worden, waar deze vermengd wordt met de stroming van de rook die daardoorheen loopt, waar-20 door de rook in de stroming verdund wordt voordat deze binnentreedt in de mond van de roker. In een ander voorbeeld is de omslag van de sigaret doorboord op bepaalde plaatsen langs de lengte van de sigaret doorboord, hetgeen poorten verschaft waardoor ventilatielucht de sigaret kan binnentreden teneinde zich te vermengen met de stroming van de 25 rook. Het is ook bekend om het sigarettefilter te omhullen met een poreus filteromhulsel zodat ventilatielucht het filter kan binnendringen teneinde de stroming van de rook, die door het sigarettefilter stroomt, te verdunnen, voordat deze de mond van de roker bereikt. Aan de andere kant kan het omhulsel van het sigarettenfilter doorboord zijn zodat 30 ventilatielucht in het filter kan treden teneinde de rook die door het filter stroomt, te verdunnen. Verder zijn, teneinde ventilatielucht in het filter te brengen om de rook daarin te verdunnen, cirkel vormige schijven met kleine openingen toegepast bij de samenvoeging van het filter en de tabakskolom teneinde de rook, die de tabakskolom verlaat, 35 te versnellen, zoals bijvoorbeeld in US-A-2.954.778 en US-A-3.395.712.

De onderhavige uitvinding verschaft op gunstige wijze een eenvoudige uitvoering van een filter voor een sigaret die aan de ene kant een drukval verschaft die die van meer conventionele sigaretten benadert.

·'' . . _ J

• I

2

Aan de andere kant verschaft de onderhavige uitvinding een filter voor een sigaret dat bestemd is om het teergehalte te verminderen door het vermengen van de tabaksrook met ventilatielucht uit de omgeving, en door filtratie.

5 Meer in het bijzonder verschaft de onderhavige uitvinding een fil ter voor een sigaret welke een poreuze filterstaaf bevat met een cilindrische vorm; kanaalmiddelen die zich in langsrichting uitstrekken door de filterstaaf, van het ene uiteinde naar het andere uiteinde daarvan, waarbij de kanaalmiddelen een ondoordringbare zijwand bezitten welke 10 een stromingsweg bepaalt voor de tabaksrook; middelen die doorlaatbaar zijn voor rook en die aangebracht zijn bij het uiteinde van de filterstaaf welke het grensvlak vormt met een tabakskolom van de sigaret; en middelen welke een opening bepalen door de voor rook doordringbare middelen, teneinde een verbinding te verschaffen tussen de tabakskolom van 15 de sigaret en de kanaalmiddelen in de filterstaaf, en welke daarover een drukval scheppen.

De hierboven besproken kenmerken en andere kenmerken van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden voor de vakman aan de hand van de hierna volgende toelichting.

20 De onderhavige uitvinding zal nu toegelicht worden aan de hand van de volgende beschrijving onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen,waarbij overeenkomstige getallen betrekking hebben op overeenkomstige onderdelen in de verschillende figuren.

Fig. 1 toont een aanzicht in perspectief, gedeeltelijk in dwars-25 doorsnede, van een filter voor een sigaret dat verschillende kenmerken bevat van de onderhavige uitvinding.

Fig. 2 toont een langsdoorsnede van een sigaret met het filter van fig. 1.

Fig. 3 toont een aanzicht in perspectief, gedeeltelijk in doorsne-30 de, van een andere gunstige uitvoering van een filter voor een sigaret dat verschillende kenmerken van de onderhavige uitvinding bevat.

Fig. 4 toont een doorsnede in langsrichting van een sigaret met het filter van fig. 3.

De fig. 1 en 2 tonen een filter 10 van een sigaret volgens de on-35 derhavige uitvinding. Het sigarettenfilter bevat een poreuze filterstaaf 12 met een cilindrische vorm. De filterstaaf is. vervaardigd van vezelachtig of schuimvormig materiaal, zoals bijvoorbeeld celluloseace-taat. Een kamer of kanaal 14 strekt zich in langsrichting uit door de filterstaaf 12, van het ene uiteinde naar het andere uiteinde daarvan. 40 Het afgeheelde kanaal 14 is bepaald door een holle buis 16 die coaxiaal V if j IJ .4 h . 1 3 aangebracht is in de filterstaaf 12. De buis 16 is vervaardigd van materiaal dat ondoordringbaar is voor rook en lucht, en bezit een kleiner oppervlak in dwarsdoorsnede dan de tabakskolom 17 waarmee hij in combinatie toegepast wordt. Het uiteinde van de filterstaaf 12, dat op de 5 tabakskolom 17 aangebracht moet worden, is ondoordringbaar voor rook.

Zoals afgebeeld wordt dit bereikt door een voor gas ondoordringbare scheidingswand 18 aan te brengen aan het uiteinde van de filterstaaf 12 dat het grensvlak vormt met de tabakskolom. De voor gas ondoordringbare scheidingswand bezit ten minste een eerste opening 20 daar doorheen, 10 teneinde een verbinding voor de stroming van de rook te vormen tussen de tabakskolom 17 van de sigaret en het kanaal 14 in de filterstaaf.

Zoals afgebeeld is, is ten minste een eerste opening 20 coaxiaal aangebracht in de holle buis 16, doch de oppervlakte van de dwarsdoorsnede daarvan is kleiner dan de oppervlakte van de dwarsdoorsnede van de buis 15 16 die de kamer of het kanaal 14 bepaalt. De filterstaaf 12 van de sigaret kan omgeven worden met voor lucht doordringbaar tipmateriaal 22.

Het tipmateriaal kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn van poreus materiaal, of kan op bepaalde plaatsen doorboord zijn teneinde een luchtstroming daar doorheen te verschaffen in het lichaam van de filterstaaf 12.

20 De afgebeelde scheidingswand 18 is ook uitgerust met ten minste een tweede opening 24 daar doorheen, teneinde een verbinding te vormen voor de stroming van de rook tussen de tabakskolom 17 en de filterstaaf 12.

In verband met de duidelijkheid, zijn twee zulke openingen 24 afgebeeld, doch elk aantal tweede openingen 24 kan aangebracht worden door 25 de scheidingswand 18, afhankelijk van ontwerpvoorwaarden zoals de inspanning die nodig is bij het trekken en de grootte van het stromings-volume van rook in de filterstaaf 12. Zoals afgebeeld bezit elke tweede opening 24 een diameter die kleiner is dan de diameter van de eerste opening 20.

30 Bij gebruik van het filter 10 van de onderhavige uitvinding, zoals afgebeeld in de fig. 1 en 2 zal tabaksrook van de tabakskolom 17 door de opening 20 stromen en de stromingsweg volgen welke bepaald wordt door het kanaal 14, en uit het kanaal 14 door zijn open uiteinde aan het tegenoverliggende uiteinde van de filterstaaf 12 van de tabakskolom 35 17. Tegelijk stroomt tabaksrook van de tabakskolom 17 door de tweede opening 24 in de filterstaaf 12. Ventilatielucht uit de omgeving wordt ook in de filterstaaf 12 gezogen door het doordringbare tipmateriaal 22 heen, waarin het vermengd wordt met de rook en langs een stromingsweg, die gescheiden is van de stromingsweg van de ongefilterde, onverdunde 40 rook die door het kanaal 14 stroomt, in de langsrichting van de filter- 2 * 4 staaf 12 in de tussenruimte van de filterstaaf naar het uiteinde van het mondstuk van het filter stroomt. De vermengde rook en lucht die uit de filterstaaf 12 stromen, en ongefilterde, onverdunde tabaksrook, die uit het kanaal 14 stroomt, worden buiten het uiteinde van het mondstuk 5 van het filter 10 vermengd, waarna de tabaksrook uit het kanaal verdund wordt met de verdunde, gefilterde rook van de filterstaaf 12 terwijl de smaak van de tabaksrook behouden blijft.

De opening 20 bezit een afmeting van de oppervlakte van de dwarsdoorsnede van het kanaal 14 die geschikt is om elke gewenste drukval 10 daaroverheen te verschaffen van de tabakskolom 17 naar het kanaal 14.

De opening 20 kan een zodanige gunstige afmeting bezitten dat een drukval verschaft wordt welke een trekweerstand schept zoals bij een meer conventionele sigaret. Wanneer de eerste opening 20 de geschikte afmeting heeft teneinde, wat in de industrie genoemd wordt, een geprogram-15 meerd stromingseffect te verschaffen wanneer de sigaret wordt gerookt, zal verder uit deeltjes bestaand materiaal in de tabaksrook zich op de wand van de opening 20 verzamelen waardoor geleidelijk de afmeting van de opening verminderd wordt, met het gunstige resultaat dat de inspanning bij het trekken, of de trekweerstand, geleidelijk zal toenemen en 20 zo geleidelijk de hoeveelheid ventilatielucht uit de omgeving zal doen toenemen die naar binnen gezogen wordt door de filterstaaf 12. Derhalve is de afgeleverde hoeveelheid deeltjesmateriaal meer constant per trek tijdens het roken, vergeleken met meer conventionele filtersigaretten.

Op overeenkomstige wijze bezitten de tweede openingen 24 geschikte 25 afmetingen teneinde elke gewenste drukval daarover te verschaffen vanaf de tabakskolom 17 naar de filterstaaf 12. Verder bezitten de tweede openingen 24 geschikte afmetingen teneinde een geprogrammeerd stromingseffect voor de rook te verschaffen wanneer de sigaret wordt gerookt .

30 Onder verwijzing naar de fig. 3 en 4 is er een andere gunstige uitvoering afgebeeld van een sigarettefilter 110 volgens de onderhavige uitvinding. Het sigarettefilter bevat een poreuze filterstaaf 112 met een cilindrische vorm. De filterstaaf is vervaardigd van vezelachtig of schuimvormig materiaal, zoals bijvoorbeeld celluloseacetaat. Een kamer 35 of kanaal 114 strekt zich in langsrichting uit van het ene uiteinde naar het andere uiteinde door de filterstaaf 112. Het afgebeelde kanaal 114 wordt bepaald door een holle buis 116 die coaxiaal aangebracht is in de filterstaaf 112. De buis 116 is vervaardigd van materiaal dat ondoordringbaar is voor rook en lucht, en bezit een kleiner oppervlak in 40 dwarsdoorsnede dan de tabakskolom, in combinatie waarmee hij gebruikt ;· - ···> a

- - v o O

* ' * 1 5 moet worden. Het uiteinde van de filterstaaf 112, dat bij de tabakskolom 17 aangebracht moet worden, is doordringbaar voor rook. Zoals afge-beeld, wordt dit bereikt door een voor gas doordringbare scheidingswand 118, welke het scheidingsvlak vormt met de tabakskolom, dwars aan te 5 brengen bij het uiteinde van de filterstaaf 112. De voor gas doordringbare scheidingswand is voorzien van ten minste een opening 120 teneinde een verbinding voor de stroming van de rook te verschaffen tussen de tabakskolom van de sigaret en het kanaal 114 in de filterstaaf. Zoals afgebeeld, is ten minste een eerste opening 120 coaxiaal aangebracht in 10 de holle buis 116, doch deze bezit een kleinere oppervlakte van de dwarsdoorsnede dan de oppervlakte van de dwarsdoorsnede van de buis 116 welke de kamer of het kanaal 114 bepaalt. De filterstaaf 112 van de sigaret kan omgeven worden met een voor lucht doordringbaar tipmateriaal 122. Het tipmateriaal kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn van een poreus 15 materiaal of kan op bepaalde plaatsen doorboord worden teneinde de luchtstroming daardoorheen mogelijk te maken in het lichaam van de filterstaaf 112.

Bij gebruik van het filter 110 van de onderhavige uitvinding, zoals afgebeeld in de fig. 3 en 4, loopt tabaksrook van de tabakskolom 17 20 door de opening 120, en volgt de stromingsweg die bepaald wordt door het kanaal 114, en uit het kanaal 114 door zijn open uiteinde bij het tegenoverliggende uiteinde van de filterstaaf 112 van de tabakskolom 17. Tegelijkertijd loopt tabaksrook van de tabakskolom 17 door de doorlaatbare scheidingswand 118 in de filterstaaf 112. Ventilatielucht uit 25 de omgeving wordt ook door het doordringbare tipmateriaal 122 heen in de filterstaaf 112 gezogen waarin het vermengd wordt met de rook en langs een stromingsweg beweegt, die gescheiden is van de stromingsweg van de ongefilterde, onverdunde rook die door het kanaal 114 stroomt, in langsrichting van de filterstaaf 112 in de tussenruimte van de fi1-30 terstaaf naar het uiteinde van het mondstuk van het filter 110. De vermengde rook en lucht die uit de filterstaaf 112 stroomt, en ongefilterde onverdunde tabaksrook die uit het kanaal 114 stroomt, vermengen zich buiten het uiteinde van het mondstuk van het filter 110 waarna de tabaksrook uit het kanaal vermengd wordt met de vermengde gefilterde 35 rook van de filterstaaf 112 waarbij de smaak van de tabaksrook behouden blijft.

De opening 120 bezit een geschikte afmeting met betrekking tot de oppervlakte van de dwarsdoorsnede van het kanaal 114 teneinde elke gewenste drukval daaroverheen te verschaffen van de tabakskolom 17 naar 40 het kanaal 114. De opening kan een zodanig gunstige afmeting bezitten 6 dat een drukval verschaft wordt welke een trekweerstand levert van een meer conventionele sigaret. Verder zal, indien de opening de geschikte afmeting bezit, wanneer de sigaret gerookt wordt uit deeltjes bestaand materiaal in de tabaksrook zich verzamelen op de wand van de opening 5 120, waardoor de afmeting van de opening geleidelijk verminderd wordt, met het gunstige resultaat dat de inspanning bij het trekken of de trekweerstand, geleidelijk zal toenemen en zo geleidelijk de hoeveelheid ventilatielucht uit de omgeving, die binnengezogen wordt door de filterstaaf 112, zal vergroten. Derhalve is de afgeleverde hoeveelheid 10 deeltjesmateriaal per trek constant tijdens het roken, vergeleken met meer conventionele filtersigaretten.

Er wordt op gewezen dat in verband met bijzondere eisen, de verschillende gunstige resultaten veranderd kunnen worden, door verschillende materialen voor de filterstaaf te gebruiken, verschillende mate-15 rial en voor het omhullen van de filtertip en door het veranderen van de relatieve afmetingen van de opening en de holle buis.

*** ' - -.j V> . - -.j

Claims

1. Filter voor een sigaret gekenmerkt door: een poreuze filterstaaf met een cilindrische vorm; kanaalmiddelen die zich in langsrichting uitstrekken door de genoemde filterstaaf van het ene uiteinde naar het andere uiteinde daar-5 van, welke kanaalmiddelen een ondoordringbare zijwand bezitten welke een stromingsweg bepaalt voor de tabaksrook; middelen die doorlaatbaar zijn voor rook die aangebracht zijn bij het uiteinde van de genoemde filterstaaf dat het grensvlak vormt met een tabakskolom van de sigaret; 10 middelen die een opening bepalen door de genoemde voor rook doorlaatbare middelen waardoor een verbinding verschaft wordt tussen de tabakskolom van de sigaret en de genoemde kanaalmiddelen in de genoemde filterstaaf en daarover een drukval scheppen.

2. Filter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde 15 kanaalmiddelen een holle buis bevatten die vervaardigd is van ondoordringbaar materiaal.

3. Filter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde kanaalmiddelen en de genoemde opening coaxiaal aangebracht zijn.

4. Filter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat hij verder een 20 voor lucht doordringbaar papier voor de tip bevat dat de genoemde cilindrische filterstaaf omgeeft.

5. Filter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde opening een kleinere oppervlakte van de dwarsdoorsnede bezit dan de oppervlakte van de dwarsdoorsnede van de genoemde kanaalmiddelen.

6. Filter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde middelen, die doordringbaar zijn voor rook, een scheidingswand bevatten die vervaardigd is van materiaal dat doordringbaar is voor rook.

7. Filter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rook doorlatend middelen bestaan uit: 30. schot dat is vervaardigd uit materiaal dat geen rook doorlaat en middelen die althans een opening bepalen in het niet doorlaatbare schot teneinde een doorstroomverbinding te verschaffen tussen de poreuze filterstaaf en de tabakskol cm van de sigaret. : 1