NL8701974A - Sigarettefilter. - Google Patents

Description

# N.0. 34676 -f ·' «r

Sigarettefilter.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een filter voor sigaretten. Enerzijds heeft deze betrekking op een filter met nieuwe ven-tilatieluGhtmiddelen. Anderzijds heeft de uitvinding betrekking op een filter voor een sigaret met stroming sturende groeven daarin gevormd, 5 voor het sturen van ventilatielucht naar het mondeinde van het filter onder bepaalde rookomstandigheden, het afgeven van met lucht verdunde gefilterde rook door het filter naar het mondeinde van het filter en onder bepaalde andere rookomstandigheden voor het sturen van tenminste enige ventilatielucht gaande van de rooksturende groeven en in het fil-10 ter om te mengen met de rook die in het filter stroomt en deze verder te verdunnen voordat deze het mondeinde van het filter bereikt.

Het is in de stand der techniek algemeen bekend om filters aan sigaretten toe te voegen, waarbij de filters voorzien zijn van ventila-tieluchtmiddelen om omgevingslucht in het filter te brengen om de rook 15 die daardoorheen gaat te verdunnen. De verdunning van de rook beperkt de hoeveelheid rookdeeltjes alsmede de zich in gasfase bevindende bestanddelen, die aan de mond van de roker toegevoerd worden. Een aantal middelen is voorgesteld en wordt gebruikt voor het inbrengen van ventilatielucht in de sigaret. De wikkel voor de tabak van een sigaret kan 20 bijvoorbeeld uit een poreus materiaal vervaardigd zijn, dat het inbrengen van lucht langs de hele lengte van de sigaret mogelijk maakt, waar deze mengt met de rookstroom die daardoor gaat, waardoor de rook in de stroom verdund wordt. Eveneens kan de sigarettewikkel op bepaalde plaatsen in de lengte van de sigaret geperforeerd worden, hetgeen in 25 openingen in de sigaret voorziet, waardoor ventilatielucht binnentreedt. Bovendien is het bekend om de wikkel van het filter van een van filter voorziene sigaret te perforeren om ventilatielucht in staat te stellen het filter binnen te treden en de rookstroom gaande door het filter te verdunnen. Eveneens is een aantal suggesties gedaan om groe-30 ven binnen het filter van een filtersigaret op te nemen om het toevoegen van ventilatielucht in de rookstroom te vergemakkelijken.

US-A-3.596.663 heeft bijvoorbeeld betrekking op een tabaksrookfliter voorzien van een gegolfde poreuze stopwikkel, die een filterelement omgeeft, dat omgeven wordt door mondstukpapier met doorstroomopeningen.

35 De ventilatielucht treedt in het filterelement en de groeven door de openingen in het mondstukpapier en gaat verder naar de mond van de roker. Uit US-A-4.256.122 is een filter bekend voor een sigaret, dat groeven omvat, die zich in langsrichting uitstrekken langs het buiten- 8701974 « 2 oppervlak van een filterstang omgeven door een niet poreuze stopwikkel en de stang en de wikkel worden omhuld met beluchtend mondstukpapier, zodat tijdens gebruik ventilatielucht slechts langs de groeven beweegt en slechts rook door het filter gaat. Andere octrooi schriften die be-5 trekking hebben op sigarettefliters met groeven die het fi1terelement omgeven voor het inbrengen van ventilatielucht in het sigarettefilter omvatten US-A-3.577.995; US-A-3.752.347; US-A-3.490.461; US-A-3.788.330; US-A-3.773.053; US-A-3.752.165; US-A-3.638.661; US-A-3.608.561; US-A-3.910.288 en US-A-4.256.122.

10 De onderhavige uitvinding voorziet op van voordeel zijnde wijze in een doelgerichte inrichting van een filter voor een sigaret, die in hoofdzaak normale drukval van een sigaret verwezenlijkt met weinig tot gemiddeld doelmatige filters. De onderhavige uitvinding voorziet bovendien in een sigarettefilter voor het in hoofdzaak door ventilatie be-15 perken van het teergehalte terwijl eveneens in filtratie van met lucht verdunde sigaretterook voorzien wordt. De onderhavige uitvinding voorziet bovendien in een van groeven voorzien sigarettefilter met lucht-stroomuitlaten bij het mondeinde, waarbij onder bepaalde omstandigheden luchtstroommiddelen in het filter aanwezig zijn in de wanden van de 20 groeven en bij bepaalde gebieden van het omtreksoppervlak van het filter buiten de groeven.

Meer in het bijzonder voorziet de onderhavige uitvinding in een filter voor een sigaret omvattende: een poreuze filterstang met in hoofdzaak cilindrische vorm; 25 een luchtondoorlatende wikkel die zich in langsrichting langs die filterstang uitstrekt vanaf een einde daarvan naar het andere einde en die stang omgeeft waarbij doorstroomde tegenoverliggende einden van die filterstang vrijblijven; waarbij die wikkel gevormd is met een veelheid van groeven verzon-30 ken in die filterstang, waarbij elk van die groeven open is bij een einde van die filterstang en zich vandaar uitstrekt in in hoofdzaak langsrichting van die filterstang over een afstand kleiner dan de lengte van die filterstang; mondstukmateriaal dat zich in langsrichting van de van wikkel 35 voorziene filterstang uitstrekt en deze omgeeft; eerste doorstroomperforaties gevormd door het mondstukmateriaal, welke eerste perforaties open zijn naar en in verbinding staan met die groeven waarbij die eerste perforaties bemeten zijn voor luchtstroming daardoor en in de groeven met een eerste bepaalde drukval; 40 tweede luchtstroomperforaties gevormd door het mondstukmateriaal 8701974 ♦ 3 * en de wikkel in een bepaald gebied buiten die groeven waardoor in luchtstroming voorzien wordt in het inwendige van die poreuze filter-stang, waarbij die tweede perforaties bemeten zijn voor luchtstroming daardoor met een tweede bepaalde drukval die groter is dan die eerste 5 bepaalde drukval; en, derde luchtstroomperforaties gevormd door de wikkel in elk van de groeven in een luchtstroming voorziende vanaf de groeven in het inwendige van die poreuze filterstang, waarbij die derde perforaties bemeten zijn voor luchtstroming daardoor bij een derde bepaalde drukval groter 10 dan die tweede bepaalde drukval.

Een beter begrip van de onderhavige uitvinding zal verkregen worden aan de hand van de onderstaande beschrijving samen met de bijgevoegde tekeningen, waarin overeenkomstige verwijzingscijfers in de verscheidene figuren betrekking hebben op dezelfde delen en waarbij: 15 Fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van een voorkeursuitvoering van een sigarettefilter volgens de onderhavige uitvinding;

Fig. 2 een perspectivisch aanzicht is van het filter volgens fig.

1 bevestigd aan een tabaksstang maar het mondstukmateriaal gedeeltelijk afgewikkeld tonend om details duidelijker aan te geven; en 20 Fig. 3 een dwarsdoorsnede-aanzicht is van het filter zoals gezien in de richting van pijlen 3-3 in fig. 1.

Fig. 1, 2 en 3 tonen een sigarettefilter, in het geheel aangegeven met verwijzingscijfer 10, omvattende de eigenschappen volgens de onderhavige uitvinding. Het sigarettefilter 10 is afgebeeld omvattende een 25 in hoofdzaak cilindrisch gevormde filterstang 12 en een luchtondoorla-tend omgevende wikkel 14. De wikkel 14 strekt zich in langsrichting langs de filterstang 12 uit vanaf een einde 16 van de filterstang naar het andere einde 18 daarvan, zodat de filterstangeinden 16 en 18 onderling in doorstromend verband staan.

30 De filterstang 12 is vervaardigd uit een poreus materiaal zoals bijvoorbeeld vezelachtig of geschuimd celluloseacetaat of elk ander materiaal geschikt voor het filteren van sigaretterook.

Het sigarettefilter 10 omvat bovendien een veelheid van groeven 20 gevormd in de wikkel 14 en verzonken in de filterstang 12. Elk van de 35 groeven 20 is open zoals aangegeven door het verwijzingscijfer 22 bij het mondeinde 16 van de filterstang 12 en strekt zich in hoofdzaak in langsrichting van de filterstang 12 daarvan uit over een afstand kleiner dan de lengte van de filterstang. Fig. 1, 2 en 3 tonen vier van dergelijke groeven 20 op gelijke afstand ten opzichte van elkaar aange-40 bracht langs de omtrek van de filterstang 12.

8701974 4

X

Bij het vervaardigen van de sigaret 10, kan de wikkel 14 als een geheel gevormd worden met de filterstang 12 of een afzonderlijk deel zijn. De gewikkelde filterstang 12 kan bijvoorbeeld geplaatst worden in een vorm of ander behandelingsmiddel voor het op bepaalde plaatsen in-5 drukken van de wikkel 14 om zo de wikkel 14 in de filterstang 12 te verzinken en de groeven 20 te vormen. Een dergelijke werkwijze wordt in de industrie voor het vervaardigen van sigaretten algemeen met warm-vormtechniek aangegeven.

Zoals het meest duidelijk uit fig. 2 blijkt, is de filterstang 12 10 aan een tabakskolom 24 bevestigd met mondstukmateriaal 26 dat de met wikkel bedekte filterstang 12 omgeeft om een van filter voorziene sigaret 28 te vormen. Eerste luchtdoorstroommiddelen zoals eerste lucht-stroomperforaties 30 zijn gevormd door het mondstukmateriaal 26 in een eerste omtreksreeks langs de omtrek van de filterstang 12. De eerste 15 stroomperforaties 30 liggen dichter bij de afgesloten einden van de groeven 20 dan de open einden van de groeven 20. Bij voorkeur liggen de eerste perforaties 30 net stroomafwaarts van de gesloten einden van de groeven 20, dat wil zeggen dat einde van elke groef tegenover het open einde 22 daarvan bij het mondeinde 16 van de filterstang 12. Bij voor-20 keur zijn de eerste kleine doorstroomperforaties 30 voor ventilatielucht open naar en staan in verbinding met de groeven 20 nabij het gesloten einde van de groeven die in de stroming van lucht in de groeven 20 voorzien. De eerste doorstroomperforaties voor lucht zijn bemeten voor luchtstroming daardoor met een eerste bepaalde drukval.

25 De wikkel 14 is gevormd met tweede luchtstroommiddelen, zoals tweede luchtstroomperforaties 32 door het mondstukmateriaal 26 en wikkel 14 in een eerste bepaald gebied buiten de groeven in luchtstroming daardoor voorziend in het inwendige van de poreuze filterstang 12. De tweede luchtstroomperforaties 32 zijn afgebeeld aangebracht in een om-30 treksreeks langs de omtrek van de filterstang 12 stroomopwaarts van de gesloten einden van de groeven 20. De tweede perforaties 32 zijn bemeten voor luchtstroming daardoor met een tweede bepaalde drukval groter dan de eerste bepaalde drukval.

De wikkel 14 heeft derde luchtdoorlatende stroommiddelen in een 35 bepaald gebied in de groeven 20 zoals kleine doorstroomperforaties 34 voor lucht gevormd door de dikte van de wikkel 14 in elk van de groeven 20 in luchtstroming voorziende vanaf de groeven in het inwendige van de poreuze filterstang 12. De derde perforaties 34 liggen dichter bij de open einden van de groeven 20 dan bij de gesloten einden van de groeven 40 20. Bij voorkeur liggen de derde perforaties 34 nabij het open einde 22 8701974 5 " van de groeven 20. De derde perforaties 34 zijn bemeten voor luchtstroming daardoor met een derde bepaalde drukval groter dan de tweede bepaalde drukval.

Voor gebruikelijk bemeten sigarettefilters, die typisch een diame-5 ter van ongeveer 8 mm hebben, is bepaald dat een eerste perforatie 30 met een diameter van ongeveer 1/2 mm, een tweede perforatie 32 met een diameter van 1/2 mm en een derde perforatie 34 met een diameter van 3/8 mm goed werken om in de noodzakelijke verschillende waarden van drukda-ling te voorzien tussen respectievelijk eerste, tweede en derde perfo-10 raties 30, 32 en 34. Bovendien is bepaald dat eerste perforaties 30 liggend tussen ongeveer 2 mm tot ongeveer 4 mm vanaf het gesloten einde van de groeven 20, en de derde perforaties 34 liggend ongeveer 2 mm tot ongeveer 4 mm vanaf het open einde 22 van de groef 20 van voordeel zijn.

15 Tijdens bedrijf zal, zoals het meest duidelijk blijkt uit fig. 3, onder bepaalde rookomstandigheden, waarbij de groeven 20 niet belemmerd zijn, een belangrijk deel van de ventilatielucht door de eerste perforaties 30 en in de groeven 20 stromen, langs de groeven 20 en in de mond van de roker vanaf de open einden 22 van de groeven 20. Weinig, zo 20 al enige, ventilatielucht zal door de tweede perforaties 32 en derde perforaties 34 stromen, omdat de drukval over deze perforaties 32 en 34 wezenlijk groter is dan de drukval door de eerste perforaties 30 en over de groeven 20 naar de open einden 22 van de groeven 20. Wanneer de groeven 20 geblokkeerd raken, bijvoorbeeld bij de open einden 22 van de 25 groeven 20, een vergrote drukval over de groeven 20 veroorzakend, zal een toenemende hoeveelheid ventilatielucht het inwendige van de filter-stang 12 binnentreden door de tweede perforaties 32 en zal eveneens van de groeven 20 door de perforaties 34 in het inwendige van de filter-stang 12 gaan.

30 De bovenstaande gedetailleerde beschrijving wordt in hoofdzaak gegeven voor het duidelijke begrip daarvan en daaruit moeten geen niet noodzakelijke beperkingen begrepen worden aangaande wijzigingen die duidelijk zullen worden voor degenen bekwaam in de stand der techniek bij het lezen van deze beschrijving en die uitgevoerd kunnen worden 35 zonder buiten de gedachte en het bereik van de onderhavige uitvinding te geraken.

8701974

Claims (4)

1. Filter voor een sigaret omvattende: een poreuze filterstang met in hoofdzaak cilindrische vorm; een luchtondoorlatende wikkel die zich in langsrichting langs die 5 filterstang uitstrekt vanaf een einde daarvan naar het andere einde daarvan en die filterstang omgevend, waarbij doorstroomde tegenoverliggende einden van die filterstang vrij blijven; waarbij die wikkel gevormd is met een veelheid van groeven verzonken in die filterstang, waarbij elk van die groeven open is bij een 10 einde van die filterstang en zich daarvan uitstrekt in in hoofdzaak langsrichting van die filterstang over een afstand kleiner dan de lengte van die filterstang; mondstukmateriaal dat zich in langsrichting van de van wikkel voorziene filterstang uitstrekt en deze omgeeft; 15 met het kenmerk, dat het filter omvat: eerste doorstroomperforaties gevormd door het mondstukmateriaal, welke eerste perforaties open zijn naar en in verbinding staan met die groeven en in luchtstroming in die groeven voorzien, welke eerste perforaties bemeten zijn voor luchtstroming daardoor en in de groeven met 20 een eerste bepaalde drukval; tweede luchtstroomperforaties gevormd door het mondstukmateriaal en de wikkel in een bepaald gebied buiten die groeven in luchtstroming in het inwendige van die poreuze filterstang voorziende, welke tweede perforaties bemeten zijn voor luchtstroming daardoor met een tweede be-25 paalde drukval groter dan die eerste bepaalde drukval; en derde luchtstroomperforaties gevormd door de wikkel in elk van die groeven, in luchtstroming vanaf de groeven in het inwendige van die poreuze filterstang voorziende, welke derde perforaties bemeten zijn voor luchtstroming daardoor met een derde bepaalde drukval groter dan die 30 tweede bepaalde drukval.

2. Filter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat die eerste doorstroomperforaties dichter bij de gesloten einden van de groef liggen dan bij de open einden van de groeven.

3. Filter volgens een van de voorgaande conclusies, met het ken-35 merk, dat de derde doorstroomperforaties dichter bij de open einden van de groeven liggen dan bij de gesloten einden van de groeven.

4. Filter volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede doorstroomperforaties stroomafwaarts van de gesloten einden van de groeven liggen. +++++++ 8701974