NL8503094A

NL8503094A - Hoist cables guide mechanism - has guide disc for several cables connected to winch or hoist mechanism

Info

Publication number: NL8503094A
Application number: NL8503094A
Authority: NL
Original assignee: Itrec Bv
Priority date: 1985-11-11
Filing date: 1985-11-11
Publication date: 1987-06-01
Also published as: NL192679C; NL192679B

Abstract

The cable guide mechanism includes rotary guide pulleys, e.g. for a top hoist cable, main hoist cable and auxiliary hoist cable. The cables lead from a fixed point to a point rotating w.r.t. the hoist or winch. Hoist cables guide mechanism includes a top hoist (1), auxiliary hoist (2) and main hoist (3) which stretches to the centre of rotary member (4), which in turn is connected with the crane or hoist mast. The main hoist is centred by plastics guide pulleys (5). To compensate for reciprocating cables movement along drum (8) a guide (7) is fitted. Guide pulley discs (12,13) which are pref. made of a plastics have rims of unequal height to improve cable guidance.

Description

N.0. 33.522N.0. 33,522

Korte aanduiding: KabelgeleidingsmechanismeShort designation: Cable guiding mechanism

De uitvinding heeft betrekking op een kabelgelei-dingsmechanisme voor het geleiden van een aantal kabels in een in hoofdzaak dwars c^> de lengterichting der kabels draaiende constructie. Indien verscheidene kabels gespannen worden zullen deze bij aanzien-5 lijke draaiing (bijvoorbeeld meer dan 360°), met elkaar verward raken. Dit probleem ontstaat bijvoorbeeld indien men bij een kraan de lieren niet op een plaats aanbrengt die meedraait, dus op een stationaire positie. Indien daarbij verscheidene kabels aanwezig zijn, bijvoorbeeld een hoofdhijs, een hulphijs en een tophijs welke op drie trommels 10 opgewikkeld worden die vast staan zal bij het draaien van de kraan verstrengeling van deze kabels ontstaan tenzij maatregelen genomen worden.The invention relates to a cable guiding mechanism for guiding a number of cables in a construction rotating substantially transversely of the longitudinal direction of the cables. If several cables are tensioned, they will become entangled with each other during considerable rotation (for example more than 360 °). This problem arises, for example, if the winches are not mounted at a crane that rotates, ie at a stationary position. If several cables are present, for example a main hoist, an auxiliary hoist and a top hoist which are wound on three drums 10 which are fixed, entanglement of these cables will occur when the crane is turned, unless measures are taken.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding cm deze maatregelen aan te geven cm zo het ineendraaien van de kabels te 15 voorkomen.The aim of the present invention is to indicate these measures in order to prevent the cables from being twisted together.

Dit doeleinde wordt verwezenlijkt bij een kabeigeleidingsmechanisme van het hierboven genoemde soort waarbij de kabels zich uitstrekken van een vast punt naar een met de kraan meedraaiend orgaan, dat die kabels geleidt in punten, die op een onderling verschillende 20 straal ten opzichte van de draaiingsas van dat draaibare orgaan liggen, en dat voor elk der kabels een leidinrichting tussen dat vaste punt en dat draaibare orgaan is aangebracht, waarbij die kabels elk slechts in een bepaalde hoeks tand van het draaibare orgaan met die leidinrichting in samenwerkende aanraking konen en in hoeks tanden in één richting 25 daarvan afwijkend daarmee in aanraking blijven.This purpose is achieved in a cable guide mechanism of the above-mentioned type in which the cables extend from a fixed point to a member rotating with the crane, which guides those cables into points which are at a mutually different radius from the axis of rotation of that rotatable member, and that for each of the cables a guide device is arranged between said fixed point and said rotatable member, said cables each only in co-operating contact with said guide device in a certain angular tooth of the rotatable member and in angular teeth in one deviating from it in the direction thereof.

Door het gebruik van een leidinrichting voor de niet in het rotatiecentrum van het draaibare orgaan aangebrachte kabels wordt op het punt waar deze kabels de in het rotatiecentrum liggende kabel of elkaar dreigen te raken in cmsturing voorzien zodat dit raken 30 voorkomen wordt. Op deze wijze is het mogelijk cm de hierboven beschreven mastkraan te verwezenlijken. Het op aanzienlijke afstand van de mast aanbrengen van de trcmmels kan vooral bij gebruik op vaartuigen aanzienlijke voordelen hebben. Ten eerste wordt de vaarbreedte niet bepaald door uitstekende lieren, hetgeen bij doorgang door sluizen en 35 bruggen van belang kan zijn. Tevens kan bij vaartuigen het zwaartepunt naar beneden verlegd worden hetgeen de stabiliteit daarvan ten goede kant. Bovendien kunnen de lieren en bijbehorende delen beter beschermd 3533034 i #* 2 worden ten opzichte van de omgeving zoals zeewater.By using a guiding device for the cables not mounted in the center of rotation of the rotatable member, control is provided at the point where these cables threaten to touch the cable lying in the center of rotation or each other so that this contact is prevented. In this way it is possible to realize the mast crane described above. Installing the trims a considerable distance from the mast can have significant advantages, especially when used on vessels. Firstly, the sailing width is not determined by protruding winches, which can be important when passing through locks and bridges. In the case of vessels, the center of gravity can also be moved downwards, which enhances its stability. In addition, the winches and associated parts can be better protected from the environment such as seawater.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering waarbij ten minste drie kabels gebruikt worden en waarbij een kabel zich door het rotatiecentrum van het draaibare orgaan uitstrekt zijn de ten 5 minste twee andere kabels op verschillende afstand van het rotatiecentrum van het draaibare orgaan daar geleid.According to an advantageous embodiment in which at least three cables are used and in which a cable extends through the center of rotation of the rotatable member, the at least two other cables are guided at different distances from the center of rotation of the rotatable member.

Deze leidinrichtingen zijn bij voorkeur vast aangebracht. Een verdere leidinrichting kan aanwezig zijn cm niet alleen verstrengelen in één draaizin te voorkomen maar cm tevens 10 verstrengeling in een andere draaizin te voorkomen.These guide devices are preferably fixed. A further guiding device can be provided to not only prevent entanglement in one sense of rotation, but also to prevent entanglement in another sense of rotation.

Bij een bijzonder eenvoudige uitvoering is de leidinrichting een leidschijf. Deze kan zodanig gedimensioneerd zijn dat deze bij het zwenken van het draaibare orgaan zowel in de ene zin als in de andere zin als kabelgeleiding werkt. Deze leidschijf kan a-15 symmetrisch uitgevoerd zijn, waarbij deze een verhoogde rand heeft voor het vangen van de bijbehorende kabel.In a particularly simple embodiment, the guiding device is a guiding disc. It can be dimensioned such that when the pivoting member is pivoted it acts as a cable guide both in one sense and in the other. This guide disc can be a-15 symmetrical, with an elevated edge for catching the associated cable.

Omdat tijdens het bewegen van de kabels, bijvoorbeeld voor het bedienen van een hoofdhijs, hulphijs of tophijs deze tijdens het draaien met aanzienlijke snelheid ineens tegen de leidinrichting 20 kunnen kernen te liggen, wordt er de voorkeur aan gegeven cm de leidschijf zodanig uit te voeren dat deze een geringe traagheidsmassa heeft waardoor deze zonder al te veel slippen met de kabels in aangrijping kemt. Hierdoor wordt zowel slijtage van de leidschijf als de kabels vermeden. Hiertoe kan de leidschijf bijvoorbeeld van een kunststof soort 25 vervaardigd zijn.Since during the movement of the cables, for instance for operating a main hoist, auxiliary hoist or top hoist, they can suddenly lie against the guiding device 20 during rotation at a considerable speed, it is preferred to design the guiding disc such that it has a low inertia mass, so that it can engage the cables without too much slipping. This avoids both wear of the guide pulley and the cables. For this purpose, the guide disc can be manufactured, for example, of a plastic type 25.

Indien op het stilstaande deel één of meer lier-trcmmels aangebracht zijn verdient het de voorkeur om in een verdere leidinrichting te voorzien cm een vast punt te verkrijgen. Daardoor wordt een nauwkeurig gedefinieerde kabelloop verzekerd.If one or more winch drums are arranged on the stationary part, it is preferable to provide a further guiding device in order to obtain a fixed point. This ensures a precisely defined cable run.

30 Indien het hierboven beschreven kabelgeleidings- mechanisme bij een mastkraan gebruikt wordt kan door de bijzondere constructie de liertrcmmel op aanzienlijke afstand van de mast aangebracht worden. Daardoor ontstaat ruimte voor het tussen de liertrcmmel en de mastkraan aanbrengen van een ccmpensatie-inrichting voor 35 het opnemen van bewegingsvariaties, zoals deze kunnen ontstaan indien de kraan op een vaartuig aangebracht is en de last van of op een ander vaartuig, de wal of zeebodem getakeld moet worden welke een andere beweging hebben dan het vaartuig waarop de mastkraan aangebracht is.If the cable guide mechanism described above is used with a mast crane, the special construction allows the winch drum to be arranged at a considerable distance from the mast. This creates space for arranging a compensation device between the winch drum and the mast crane for accommodating movement variations, such as these can arise when the crane is mounted on a vessel and the load of or on another vessel, the shore or sea bottom. hoists that have a different movement than the vessel on which the mast crane is mounted.

8503094 38503094 3

De uitvinding zal thans aan de hand van een uit-voeringsvoorbeeld dat afgebeeld is in de figuren uiteengezet worden. Daarbij tonen:The invention will now be explained with reference to an exemplary embodiment shown in the figures. Show:

Figuur 1 een eerste stand van een kabelgeleid ings-5 mechanisme volgens de uitvinding.Figure 1 shows a first position of a cable guiding mechanism according to the invention.

Figuur 2 een tweede stand van de inrichting afgebeeld in figuur 1.Figure 2 shows a second position of the device shown in Figure 1.

Figuur 3 een derde stand van de inrichting afgebeeld in figuur 1.Figure 3 shows a third position of the device shown in Figure 1.

10 Figuur 4 een vierde stand, slechts gedeeltelijk afgebeeld, van de inrichting afgebeeld in figuur 1,Figure 4 shows a fourth position, only partially shown, of the device shown in figure 1,

Figuur 5 een vijfde stand van de inrichting afgebeeld in figuur 1, enFigure 5 shows a fifth position of the device shown in Figure 1, and

Figuur 6 een aanzicht van een leidschijf.Figure 6 shows a view of a guide disk.

15 In figuur 1 is het kabelgeleidingsmechanisme volgens onderhavige uitvinding afgebeeld omvattende een met dunne lijn aangegeven tophijs 1, een gestreept afgebeelde hulphijs 2 en een doorgetrokken hoofdhijs 3. De hoofdhijs 3 strekt zich door het midden van het rotatiecentrum van het draaibare orgaan 4 uit waarop verdere 20 middelen aanwezig zijn voor verbinding met de mast van een kraan. Cto de hoofdhijs te centreren zijn leidmiddelen 5 aanwezig. Deze zijn noodzakelijk omdat de hoofdhijskabel niet vanaf een vast punt afkomstig is maar vanaf een trommel 6, waarlangs de kabel heen en weer beweegt bij het op- en afwikkelen. De hulphijs 2 wordt door het draaibare orgaan 4 25 op enige afstand van het rotatiecentrum via (niet afgebeelde) leidmiddelen geleid. Voor compensatie van de heen- en weergaande beweging langs tronmel 8 zijn ook hier weer leidmiddelen 7 aanwezig. Tophijs 1 wordt via leidmiddelen op nog aanzienlijker afstand ten opzichte van het rotatiecentrum door het draaibare orgaan 4 geleid en via leid-30 middelen 9, 10 op trommel 11 gewikkeld of daarvan afgewikkeld. In de in figuur 1 afgebeelde toestand bestaat niet het gevaar dat een van de kabels 1, 2 de hoofdhijs 3 raakt. Bij verplaatsing echter naar de toestand afgebeeld in figuur 2 naderen kabels 1, 2 elkaar alsmede de hoofdhijs 3. Bij verder draaien zoals afgebeeld in figuur 3 zouden deze 35 elkaar raken tenzij, zoals afgebeeld leidschijven 12, 13 aanwezig zijn. Daardoor worden de tophijs en hulphijs ongestuurd on te voorkanen dat de kabels 1, 2, 3 elkaar raken. Deze leidschijven 12, 13 kunnen van kunststof vervaardigd zijn cm in een laag gewicht te voorzien, zodat bij het bewegen van de kabels 1, 2 snel een aanpassing aan de snelheid 6503094 £ -¾ 4 daarvan verkregen kan worden cm zo slijtage te vermijden. Daarbij wordt bij voorkeur een kunststofsoort gebruikt dat in extra grip voorziet zoals bijvoorbeeld nylatron-polyamide. In figuur 5 is de toestand afgebeeld die ontstaat bij het vanuit figuur 3 over ongeveer 420° 5 draaien van het draaibare orgaan 4 in de in figuur 5 met een pijl aangegeven richting. Daarbij dient de andere kant van de leidschijven 12, 13 als omleiding voor de toplier respectievelijk hulplier.Figure 1 shows the cable guiding mechanism according to the present invention, comprising a thin line indicated top hoist 1, a striped auxiliary hoist 2 shown and a continuous main hoist 3. The main hoist 3 extends through the center of the center of rotation of the rotatable member 4 on which further 20 means are provided for connection to the mast of a crane. In order to center the main hoist, guide means 5 are present. These are necessary because the main lifting cable does not come from a fixed point, but from a drum 6, along which the cable moves back and forth during winding and unwinding. The auxiliary hoist 2 is guided by the rotatable member 4 at some distance from the center of rotation via guide means (not shown). Guide means 7 are again provided here to compensate for the reciprocating movement along drum 8. Top lift 1 is guided through the rotatable member 4 via guide means at an even greater distance from the center of rotation and is wound on or unwound on drum 11 via guide means 9, 10. In the situation shown in figure 1 there is no danger of one of the cables 1, 2 hitting the main hoist 3. However, when moved to the state shown in Figure 2, cables 1, 2 approach each other as well as the main hoist 3. Upon further rotation as shown in Figure 3, these 35 would touch unless, as shown, guide disks 12, 13 are present. As a result, the top hoist and auxiliary hoist are not controlled so that the cables 1, 2, 3 touch each other. These guide disks 12, 13 can be made of plastic material to provide a low weight, so that when the cables 1, 2 are moved an adaptation to the speed 6503094 £ -4 thereof can be obtained in order to avoid wear. Preferably, a type of plastic is used that provides extra grip, such as, for example, nylon-polyamide. Figure 5 shows the situation which arises when the rotatable member 4 is rotated about 420 ° from figure 3 in the direction indicated by an arrow in figure 5. The other side of the guide discs 12, 13 serves as a diversion for the top winch or auxiliary winch.

In figuur 4 zijn de uiterste stand in de draaiing afgebeeld in figuur 3 en de uiterste stand van de draaiing afgebeeld in 10 figuur 5 gecombineerd afgebeeld voor de verschillende kabels 1, 2 en 3. Daaruit blijkt dat een gebied vrijgelaten wordt voor de hoofdhijs 3 en de tophijsdraden 2.In Figure 4, the extreme position in the rotation shown in Figure 3 and the extreme position in the rotation shown in Figure 5 are shown combined for the different cables 1, 2 and 3. This shows that an area is left free for the main hoist 3 and the top lifting wires 2.

In figuur 2 is bovendien een uitvoering afgebeeld waarbij trommel 6 op aanzienlijke afstand van de mast aangebracht is.Figure 2 also shows an embodiment in which drum 6 is arranged at a considerable distance from the mast.

15 Daarbij is tussen het kabelgele id ingsmechanisme volgens onderhavige uitvinding en deze trommel 6 een hydraulische cilinder 14 aangebracht. Door deze hydraulische cilinder 14 kunnen deiningsbewegingen qpgencmen worden, die bijvoorbeeld ontstaan indien de kraan op een (deinend) vaartuig aangebracht is en de last op de (stilstaande) wal of zeebodem 20 gezet moet worden.In addition, a hydraulic cylinder 14 is arranged between the cable guiding mechanism according to the present invention and this drum 6. This hydraulic cylinder 14 can produce heaving movements, which occur, for example, if the crane is mounted on a (heaving) vessel and the load has to be placed on the (stationary) embankment or seabed 20.

Om het geleiden van de topdraad en hulphijsdraad te verbeteren en er voor te zorgen dat de hijdraden in de leidschijven 12 en 13 worden opgevangen, zijn deze leidschijven, zoals in aanzicht afgebeeld in figuur 6, aan één zijde uitgevoerd met een verhoogde 25 rand.In order to improve the guiding of the top wire and auxiliary wire and to ensure that the wire wires are received in the guide discs 12 and 13, these guide discs, as shown in figure 6, are provided on one side with a raised edge.

Begrepen moet worden dat de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm slechts een voorbeeld is. Het is duidelijk dat degene bekwaam in de stand der techniek de verschillende leidschijven en/of leidmiddelen qp andere plaatsen aan kan brengen zonder buiten het 30 bereik of de gedachte van de onderhavige uitvinding te geraken.It should be understood that the above-described embodiment is only an example. It is clear that the person skilled in the art can place the various guide disks and / or guide means in other places without going beyond the scope or idea of the present invention.

83 0 3 0 9 483 0 3 0 9 4

Claims

1. Cable guiding mechanism for guiding a number of cables in a construction rotating substantially transversely to the longitudinal direction of the cables, characterized in that these cables extend from a fixed point to a member rotating with the crane, said cables conducts in points which are at a mutually different radius with respect to the rotation axis of that rotating member, and that for each of the cables a guide device is arranged between that fixed point and that rotatable member, said cables each only at a certain angular position of the rotatable member can interact with said guide device in co-operating contact and remain in angular teeth deviating therefrom in one direction therefrom.

Cable guiding mechanism according to claim 1, characterized in that at least three cables are used, one cable extending through the center of rotation of the rotatable member and the at least two other cables spaced differently from the center of rotation of the rotatable member to be.

Cable guiding mechanism according to claim 1 or 2, characterized in that the guiding device is fixed.

Cable guiding mechanism according to claim 1.2 or 3, characterized in that for the second and / or third cable a further guiding device is present to prevent hitting the cable during rotation in another sense.

Cable guiding mechanism according to one of the preceding claims, characterized in that the guiding device is a guiding disc.

Cable guiding mechanism according to claim 5, characterized in that the guiding disc has a diameter 30 such that it guides the associated cable both in one sense and in another sense.

Cable guiding mechanism according to claim 5 or 6, characterized in that the guide disc has a low inertia.

Cable guiding mechanism according to claim 7, characterized in that the guide disc is provided with a raised edge on one side. 2003034

Cable guiding mechanism according to one of the preceding claims, characterized in that at least one of the cables is arranged on a drum on the stationary crane part and wherein for this cable at least one further guiding device is present in the fixed point. for that cable.

10. Mast crane comprising a main hoist, auxiliary hoist and top hoist, characterized in that the winches are accommodated in the stationary part and that the cables are guided with the cable guiding mechanism according to any one of the preceding claims.

Mast crane according to claim 10, characterized in that the winch of at least one hoisting wire is arranged at a considerable distance from the fixed point and there is a compensating device therebetween for accommodating movement variations of the mast crane with respect to a point where the load must be supplied or removed. • i * ö λ "Π 3 A SP V Vv V * J ~