NL8503044A - Gordijngevel, in het bijzonder met structurele beglazing. - Google Patents

Description

, · JE^ • N.O. 33506

Korte aanduiding: Gordijngevel, in het bijzonder met structurele beglazing.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een gordijngevel, in het bijzonder met structurele beglazing, anvattende panelen, zoals ruiten, aan te brengen in een stijlen- en regel-constructie aan te brengen tegen de gevel.

5 Een dergelijke structurele beglazing wordt algemeen toegepast en daarbij is het doel dat aan de buitenzijde van het gebouw slechts panelen zoals ruiten zichtbaar zijn welke door een zeer smalle naad van elkaar gescheiden worden. Dit in tegenstelling tot het gebruik van kozijnen. Tot nu toe werd een dergelijke structurele beglazing 10 verkregen door eerst een stijlen- en regelconstructie tegen de gevel aan te brengen welke voorzien is van opneemopeningen voor de panelen.

De panelen, in het bijzender ruiten, werden vervolgens op de bouwplaats met kit aan de stijlen- en regelconstructie bevestigd. De scheiding tussen de verschillende panelen werd eveneens met kit opgevuld. Deze 15 werkwijze heeft als nadeel dat in het bijzonder aider vochtige omstandigheden het gevaar bestaat dat de kit niet goed hecht waardoor een bevestiging van de panelen aan de stijlen- en regelconstructie niet gewaarborgd is. Omdat bovendien de panelen slechts via kitten afgesteund zijn aan de stijlen- en regelconstructie bestaat het gevaar 20 dat in de loop der tijd door kruip van de kit de gevelpanelen naar beneden bewegen. Tevens bestaat de moeilijkheid dat men, indien men een in de hoogte in het midden liggend paneel wil vervangen, alle panelen van de betreffende reeks die daar boven of daar onder liggen uit moet nonen. Dit is zeer omslachtig, tijdrovend en brengt aanzienlijke kosten 25 met zich mee.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding cm bovengenoemde nadelen te vermijden.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven gordijngevel verwezenlijkt doordat de panelen aan de zijde, die na het aan-30 brengen naar de stijlen- en regelconstructie toeligt, voorzien zijn van een frame, nabij de cmtrek daarvan, dat aan de stijlen- en regelconstructie bevestigd kan worden.

Door het gebruik van een frame, kan de bevestiging tussen de panelen en stijlen- en regelconstructie omgezet worden naar 35 een verbinding tussen frames en stijlen- en regelconstructie. Deze verbinding kan op alle in de stand der techniek bekende wijzen plaats 350 3 04 4 > '· 2 * vinden. Daardoor wordt kitten op de bouwplaats overbodig zodat gewaarborgd is dat optimale bevestiging van de panelen plaats vindt. Later "verzakken" van de panelen vindt dan ook niet meer plaats. Door de bevestiging van de frames aan de stijlen- en regelconstructie wordt het 5 tevens mogelijk willekeurige panelen uit te nemen zonder de daar bovenof onderliggende panelen te moeten verwijderen.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering worden de panelen door kitten aan de frames bevestigd. Dit kitten kan in de werkplaats uitgevoerd worden zodat de met kitten verkregen voordelen 10 behouden kunnen worden, terwijl de voor kitten optimale omstandigheden verwezenlijkt kunnen worden zodat een betrouwbare verbinding verkregen wordt.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering omvatten de frames ü-profielen met geperste hoekverbindingen.

15 Volgens een andere van voordeel zijnde constructie zijn de frames en de stijlen- en regelconstructie zodanig op elkaar af gestemd, dat bij het schuin ten opzichte van de stijlen- en regelconstructie inbrengen van het paneel een zijde van het frame achter een stijldeel of regeldeel grijpt en dat na het insteken van het paneel, 20 dit bij het terugschuiven tevens achter een stijldeel of regeldeel grijpt, dat tegenover eerdergenoemd stijl- of regeldeel ligt. Op deze wijze wordt in een bijzonder eenvoudige bevestigingswijze van de panelen voorzien.

Bij een verdere uitvoering van deze constructie is 25 ten minste het deel van het frame dat achter het stijldeel of regeldeel moet grijpen een U-profiel, met de benen evenwijdig aan het paneel en naar buiten stekend, waarbij het verst van het paneel verwijderde been achter het stijldeel of regeldeel grijpt. Voor het in de andere richting borgen van het paneel kan dit aan ten minste een cmtrekszijde 30 die niet in een stijldeel of regeldeel grijpt voorzien zijn van ten minste een grendelinrichting. Deze grendelinrichting kan een kikker omvatten.

Om de plaats van de panelen nauwkeurig vast te leggen alsmede voor het ondersteunen van de aangebrachte panelen kunnen de 35 stijlen van naar buitengerichte uitsteeksels voorzien zijn. In aangebrachte toestand kunnen tussen deze uitsteeksels en het paneel steun-blokjes aangebracht worden cm de hoogte van het paneel nauwkeurig te kunnen stellen.

s λ "f λ t f § 0 kj 0 * ,Α 3

Bovendien kunnen de uitsteeksels aan de naar beneden gerichte zijde van een profiel voorzien zijn waardoor aangrijping met een afdichtprofiel mogelijk wordt. Een dergelijk afdichtprofiel wordt aangebracht cm afdichting tussen de verschillende panelen onderling te 5 verwezenlijken.

Deze afdichting kan een T-profiel omvatten waarbij de poot van de T van middelen voorzien is cm tussen de panelen aan te grijpen en het lijf van de T in aangebrachte toestand aan weerszijden van de poot een ander paneel aangrijpt.

10 Deze poot kan enerzijds de van profiel voorziene stijl aangrijpen en anderzijds een verlenging van het been van het 0-profiel, welk been het dichtst bij het paneel ligt en welke verlenging zich evenwijdig aan het lijf van het U-profiel uitstrekt. Voor aansluiting van de profielen aangebracht aan de langszijde en dwarszijde van 15 het paneel kan een kruisstuk aanwezig zijn. Dit kruisstuk kan al naar gelang de plaats waar dit toegepast wordt, aan de boven- of onderzijde van het paneel van ontluchtings- respectievelijk ontwateringsmiddelen voorzien zijn. Door dit kruisstuk wordt in een goede aansluiting van de verschillende delen voorzien.

20 De uitvinding zal thans aan de hand van een niet beperkend uitvoeringsvoorbeeld nader beschreven worden verwijzend naar de bijgaande tekeningen, waarin:

Figuur 1 een zij-aanzicht in doorsnede toont van een gordijngevel, 25 Figuur 2 een bovenaanzicht in doorsnede toont, en

Figuur 3 een vooraanzicht van een kruisstuk van het afdichtprofiel toont.

In figuur 1 zijn van de stijlen- en regelconstructie slechts de regels 1 afgebeeld terwijl in figuur 2 een lijst 2 getoond 30 is. Tussen deze regels 1 en stijlen 2 moeten panelen 3 en 4 aangebracht worden. Daarbij bestaat het paneel 3 uit een dubbelwandige beglazing terwijl paneel 4 uit een enkelwandige beglazing met daar achter een vulplaat 5 bestaat. Hierdoor ontstaat naar buiten de indruk dat de gevel over het gehele oppervlak van beglazing voorzien is terwijl aan 35 de binnenzijde slechts op bepaalde plaatsen vensters aanwezig zijn.

Zowel paneel 3 als paneel 4 zijn van cmtrekframes 6 voorzien. De verbinding tussen de cmtrekframes 6 en de glazen platen kan op gebruikelijke wijze door kitranden 7 plaats vinden. Deze verbindingen kunnen reeds in de werkplaats aangebracht worden. Daardoor wordt 850 3 0 4 4 * 4 gewaarborgd dat deze verbindingen optimaal zijn en niet te lijden hebben onder van nadeel zijnde weersomstandigheden. Het paneel 3, 4 wordt voorzien van het frame 6 aan de bouwplaats toegeleverd. Voor het aanbrengen van de beglazing worden eerst de stijlen 2 en vervolgens de 5 regels 1 aangebracht. De frames 6 bestaan uit een U-profiel met een lijf 8 en benen 9 en 10. Daarbij ligt het been 9 het dichtst bij het paneel 3, 4. Het paneel 3, 4 wordt dan als volgt aangebracht. Het paneel wordt met de bovenzijde, ten opzichte van de toestand zoals afgebeeld in figuur 1, schuin naar rechts bewogen en met de onderzijde 10 schuin naar links bewogen. Daardoor steekt been 10 achter lip 11.

Vervolgens wordt het paneel 3, 4 cmhoog bewogen en naar links gescharnierd met het been 10 dat aan de onderzijde van het paneel 3, 4 ligt over lip 12 bewegend. Bij het naar beneden bewegen van paneel 3, 4 zal het laatste been 10 eveneens achter lip 12 schuiven waardoor het paneel 15 bevestigd is. Het paneel kan daarbij rechtstreeks op een uitsteeksel 13 rusten of met tussenkomst van een steunblokje 14, waarvan er verschillende in de langsrichting van het paneel met tussenruimte aangebracht zijn. Om in afdichting tussen de panelen en de uitsteeksels 13 van de stijlen 1 te voorzien kan een rubber profiel aangebracht worden. Dit 20 rubber profiel grijpt enerzijds in een vertanding 17 aangebracht op het uitsteeksel 13 en anderzijds op het paneel aan. Hiertoe kan been 9 van het frame voorzien zijn van een verlenging 18 die zich evenwijdig met het lijf 8 van het U-vormige profiel uitstrekt. Deze verlenging kan eveneens ter ondersteuning van het paneel 3, 4 dienen. Om afdichting 25 tussen het U-vormige profielframe 6 en de stijlen te verwezenlijken kunnen afdichtrubbers 19 aanwezig zijn. De in figuur 1 af geheelde delen van het profiel maken deel uit van een kruisstuk 23, dat in figuur 3 in vooraanzicht afgebeeld is. Dit kruisstuk kan van ontluchtingsopeningen 16 of van ontwateringsopeningen 15' voorzien zijn. Ook kunnen deze, 30 zoals afgebeeld in figuur 3, naast elkaar liggend in eenzelfde kruisstuk 23 aangebracht worden zodat een universeel toepasbaar kruisstuk verkregen wordt. Door het gebruik van deze profielen in combinatie met de panelen 3, 4 ontstaat een uitneembare structurele beglazing welke nergens koude bruggen heeft zodat aanvullende isolatiemaatregelen niet 35 noodzakelijk zijn. Om het paneel verder te borgen en rammelen of spanningen te voorkomen kan het bovendien van grendelinrichtingen voorzien zijn die op de stijlen 2 aangrijpen. In figuur 2 is afgebeeld hoe daartoe zogenaamde kikkers 20 gebruikt kunnen worden die enerzijds aangrijpen op de benen 10 van het U-vormige frame en via een schroef 21 850 3 04 4 5 ~ * op de stijlen 2 bevestigd zijn. Door het losnemen van deze schroef kunnen de kikkers verwijderd of gedraaid worden waarna door optillen van de panelen 3, 4 deze verwijderd kunnen worden. Hoewel slechts één grendelinrichting afgebeeld is moet begrepen worden dat verscheidene 5 van dergelijke inrichtingen per zijde van het paneel aangebracht kunnen worden alsmede aan verschillende zijden van het paneel gebruik gemaakt kan worden van deze grendel inrichtingen. Tussen de panelen afgebeeld in figuur 2 kan een afdichtprofiel 22 aangebracht worden.

Hoewel de hierboven beschreven uitvoering een voor-10 keursuitvoering van de uitvinding is, kunnen verschillende wijzigingen en veranderingen aangebracht worden door degene bekwaam in de stand der techniek zonder buiten het bereik van de onderhavige uitvinding te geraken.

85^ ~ ; V V v V·’ v v

Claims (16)

1. Gordijngevel, in het bijzonder met structurele beglazing, omvattende panelen, zoals ruiten, aan te brengen in een stijlen- en regelconstructie aan te brengen tegen de gevel, met het kenmerk, dat de panelen aan de zijde, die na het aanbren- 5 gen naar de stijlen- en regelconstructie toeligt, voorzien zijn van een frame, nabij de ontrek daarvan, dat aan de stijlen- en regelconstructie bevestigd kan worden.

2. Gordi jngevel volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de panelen door kitten aan de frames bevestigd 10 zijn.

3. Gordi jngevel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de frames U-profielen met geperste hoekverbindingen omvatten.

4. Gordijngevel volgens een van de voorgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat de frames en de stijlenen regelconstructie zodanig op elkaar afgestemd zijn dat bij het schuin ten opzichte van de stijlen- en regelconstructie inbrengen van het paneel een zijde van het frame achter een stijldeel of regeldeel grijpt en dat na het insteken van het paneel dit bij terugschuiven tevens 20 achter een stijldeel of regeldeel grijpt, dat tegenover eerder genoemd stijldeel of regeldeel ligt.

5. Gordijngevel volgens conclusie 3 en 4, m e t het kenmerk, dat ten minste het deel van het frame dat achter het stijldeel of regeldeel moet grijpen een U-profiel omvat met de 25 benen evenwijdig aan het paneel en naar buiten stekend, waarbij het * verst van het paneel verwijderde been van het frame het stijldeel of regeldeel aangrijpt.

6. Gordi jngevel volgens conclusie 4 of 5, m e t het kenmerk, dat ten minste een omtrékszijde van het frame, 30 die in aangebrachte toestand niet in een regeldeel of stijldeel grijpt, van ten minste een met de stijlen- en regelconstructie in aangrijping te brengen grendelinrichting voorzien is.

7. Gordi jngevel volgens een van de conclusies 4-6, met het kenmerk, dat de grendelinrichting een kikker 35 omvat. 350 3 04 4 * 7

8. Gordijngevel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stijlen van naar buiten gerichte uitsteeksels voorzien zijn.

9. Gordijngevel volgens conclusie 8, m e t h e t 5 kenmerk, dat op de uitsteeksels in aangebrachte toestand van de panelen tussen de uitsteeksels en de panelen steunblokjes aangebracht zijn.

10. Gordijngevel volgens conclusie 8 of 9, m e t het kenmerk, dat de uitsteeksels aan de in aangebrachte 10 toestand naar beneden gerichte zijde van een profiel voorzien zijn waardoor aangrijping met een afdichtprofiel mogelijk wordt.

11. Gordijngevel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze omvat een T-profiel-deel, aan te brengen tussen de verscheidene panelen, waarbij de poot 15 van de T van middelen voorzien is cm tussen de panelen aan te grijpen en het lijf van de T in aangebrachte toestand aan weerszijden van de poot een ander paneel aangrijpt.

12. Gordijngevel samenwerkend met een T-profiel volgens conclusie 11,met het kenmerk, dat de poot in 20 aangebrachte toestand het profiel volgens conclusie 10 aangrijpt.

13. Gordijngevel volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de poot aangrijpt op een verlenging van het been van het U-profiel, dat het dichtst bij het paneel ligt, welke verlenging zich evenwijdig aan het lijf van het U-profiel uitstrekt.

14. Gordijngevel volgens één van de conclusies 11 - 13, met het kenmerk, dat bij de kruispunten van de , T-profielen aan de langs- en dwarszijden van de panelen een kruisstuk aangebracht is.

15. Gordijngevel volgens conclusie 14, met het 30 kenmerk, dat het kruisstuk van afwateringsmiddelen voorzien is.

16. Gordijngevel volgens conclusie 14 of 15, m e t het kenmerk, dat het kruisstuk van ontluchtingsmiddelen voorzien is. 3305044