NL8502758A - Kettingschijf. - Google Patents

Description

N.0. 33407

Kettingschijf.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kettingschijf, in het bijzonder bestemd voor gebruik aan boord van schepen en gelagerd op een as, bestaande uit een tweetal in hoofdzaak platte schijfvormige organen met daartussen meeneemnokken voor het aangrijpen van ketting-5 schalmen.

Dergelijke kettingschijven zijn in de praktijk en in de literatuur algemeen bekend. Als voorbeeld kan gewezen worden op de ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 7904559.

De bekende kettingschijven vormen een stijf geheel en kunnen voor 10 gebruik met dikke kettingen wel een gewicht hebben van 3000 kg.

Booreilanden en boorschepen worden in het algemeen gemeerd met behulp van zware kettingen. Deze kettingen kunnen in dikte variëren van 2 inch tot 4,5 inch. Het meren van dergelijke grote aan het wateroppervlak of half-ondergedompelde drijvende lichamen vindt plaats met sche-15 pen, die behalve voor het meren in het algemeen ook dienen als sleepboten en als bevoorradingsschepen.

Tot nu toe moeten, bij het meren en/of verslepen van een booreiland of dergelijke, de kettingschijven op de grote lieren van deze schepen verwisseld worden, wanneer men met een andere kettingdikte te 20 maken krijgt.

Dit verwisselen van de zeer zware kettingschijven is een zwaar en gevaarlijk werk, dat uitsluitend in havens met kraanhulp van de wal kan gebeuren.

De uitvinding beoogt een kabel schijf te verschaffen, die op zee 25 kan worden aangepast aan een andere kettingdikte en waarbij geen zware en gevaarlijke handelingen verricht behoeven te worden.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat het ene schijfvormige orgaan op de as is gelagerd en het andere schijfvormige orgaan ringvormig is uitgevoerd en doordat de meeneemnokken deel uitmaken van 30 een aantal op elkaar aansluitende inzetstukken, die losneembaar en verwisselbaar met de beide schijfvormige organen zijn verbonden.

Door toepassing van losneembare en verwisselbare inzetstukken en een losneembaar tweede schijfvormig orgaan vormen alle te demonteren en te monteren onderdelen handelbare onderdelen, terwijl na montage toch 35 een stevige en robuuste kettingschijf ontstaat, die in staat is de zeer grote krachten op te nemen.

Het schip behoeft dus slechts een aantal inzetstukken van verschillende grootte aan boord te hebben. Het op de as gemonteerde 8502 758 7 . ,·*£ 2 schijfvormige orgaan vormt als het ware de moederschijf, die op de as blijft zitten en waarop ook de aandrijving en de rem kunnen aangrijpen.

Ook het tweede schijfvormige orgaan behoeft slechts in enkelvoud 5 aanwezig te zijn, daar dit past bij meerdere typen inzetstukken.

De uitvinding zal aan de hand van perspectivische schematische tekeningen nader worden toegelicht, waarin:

Fig. 1 de diverse onderdelen van de kabelschijf volgens de uitvinding toont voor het monteren; 10 Fig. 2 tijdens het monteren; en

Fig. 3 na het monteren.

De kabelschijf volgens de uitvinding bestaat in de eerste plaats uit het ene schijfvormige orgaan 1, de zogenaamde moederschijf. Dit orgaan 1 is robuust uitgevoerd en is vrij draaibaar gelagerd op een niet-15 getoonde as.

Aan de niet-zichtbare zijde kunnen nokken zijn aangebracht waarop een niet-getoonde aandrijfinrichting kan aangrijpen om het orgaan 1 en dus de kabelschijf te doen roteren.

De cilindrische omtrek van het orgaan 1 kan samenwerken met een 20 niet-getoonde remband om het orgaan 1 en dus de kabelschijf af te remmen.

Een zeshoekige tap 2 vormt een geheel met het orgaan 1.

De identieke inzetstukken zijn aangegeven met 3, 4 en 5 en strekken zich in omtreksrichting over een hoek van 120° uit.

25 De drie inzetstukken 3, 4 en 5 vormen, wanneer zij tegen elkaar zijn geplaatst, aan de omtrek het normale nokkenpatroon van een kabelschijf, zie fig. 2 en fig. 3.

De naar de hartlijn gerichte zijden van de inzetstukken zijn zodanig gevormd, dat zij passen op de zeshoekige tap 2.

30 Bij montage worden de inzetstukken 3, 4 en 5 aan de ene zijde met bouten 6 bevestigd aan de moederschijf 1. Van de bouten 6 zijn alleen de hartlijnen in fig. 2 getoond.

Vervolgens wordt het andere schijfvormige orgaan 7, dat de vorm heeft van een platte ringvormige schijf met bouten 8 bevestigd tegen de 35 andere zijde van de inzetstukken 3, 4 en 5.

Op deze wijze wordt de kabelschijf volgens de uitvinding verkregen, zie fig. 3.

Wanneer met een andere kettingdikte gewerkt moet worden, worden de bouten 8 losgedraaid, waarna de ringvormige plaat 7 verwijderd kan wor-40 den. Vervolgens worden de bouten 6 losgedraaid, zodat de inzetstukken 8502 758 3 z*.

3, 4 en 5 kunnen worden verwijderd en worden vervangen door andere inzetstukken .

Uitsluitend betrekkelijk lichte onderdelen behoeven dus te worden verplaatst.

5 De inzetstukken zijn bij voorkeur gietstukken.

In plaats van drie inzetstukken kunnen er ook twee of meer dan drie worden toegepast, onder aanpassing van de vorm van de nok 2.

3 r 7 5 3

Claims (6)

1. Kettingschijf, in het bijzonder bestemd voor gebruik aan boord van schepen en gelagerd op een as, bestaande uit een tweetal in hoofdzaak platte schijfvormige organen met daartussen meeneemnokken voor het 5 aangrijpen van kettingschalmen, met het kenmerk, dat het ene schijfvormige orgaan op de as is gelagerd en het andere schijfvormige orgaan ringvormig is uitgevoerd en dat de meeneemnokken deel uitmaken van een aantal op elkaar aansluitende inzetstukken, die losneembaar en verwisselbaar met de beide schijfvormige organen zijn verbonden.

2. Kettingschijf volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de in zetstukken identieke gietstukken zijn.

3. Kettingschijf volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat drie inzetstukken aanwezig zijn, die zich ieder in omtreksrichting over 120° uitstrekken.

4. Kettingschijf volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het op de as gelagerde schijfvormige orgaan in de richting van het andere schijfvormige orgaan voorzien is van een veelhoekige tap, waarop de naar de hartlijn toegekeerde zijden van de inzetstukken wat vorm betreft passen.

5. Kettingschijf volgens een of meer der voorafgaande conclusies, voorzien van middelen voor het aangrijpen van een aandrijving en rem, met het kenmerk, dat deze middelen zich bevinden aan het op de as gelagerde ene schijfvormige orgaan.

6. Kettingschijf volgens een of meer der voorafgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat de inzetstukken via bouten door de nokken enerzijds bevestigd zijn aan het ene schijfvormige orgaan en anderzijds aan het andere schijfvormige orgaan. +++++++ 8502 75 3