NL8502650A - Gasleger alsmede hiervoor geschikt legerdeel. - Google Patents

Description

- .. 1 855107/vdV/kd

Korte aanduiding: Gasieger, alsmede hiervoor geschikt legerdeel.

De uitvinding heeft betrekking op een gasleger omvattende tenminste twee ten opzichte van elkaar beweegbare legerdelen, waarbij tussen de naar elkaar gekeerde werkvlakken van de twee legerdelen gastoevoermiddelen aanwezig zijn voor het 5 toevoeren van een gas om een gasspleet tussen de legerdelen te kunnen handhaven.

Deze luchtlegers omvattende twee ten opzichte van elkaar roteerbare legerdelen uit keramisch materiaal5glas en/ 10 of metaal zijn algemeen bekend. Dergelijke luchtlegers bieden het grote voordeel dat zij wrijvingsloos werken, zelfs bij grote en zware konstrukties zonder toepassing van enig glijmiddel .

Voor het verkrijgen van een zeer dunne luchtspleet 15 tussen de legerdelen kunnen deze voorzien zijn van luchtge-leidingsgroeven waardoor omgevingslucht geleid wordt tussen de twee werkvlakken van de roteerbare legerdelen onder vorming van een zeer dunne luchtspleet. De toepassing van een kleine luchtspleet is noodzakelijk voor het verkrijgen 20 van de gewenste stabiliteit van het luchtleger.

Een bezwaar van deze bekende luchtlegers is dat zij duur zijn vanwege het gebruik van dure legerdelen uit de genoemde materialen

Gebleken is echter dat vervanging van het keramisch 25 materiaal door bijvoorbeeld natuursteen, in het bijzonder graniet, wel leidt tot aanmerkelijke besparingen door het gebruik van veel goedkoper uitgangsmateriaal voor de legerdelen, doch in de oppervlakken van de werkvlakken van de legerdelen die gevormd worden bij het vervaardigen van 30 legerdelen uit grote natuursteenblokken een zodanig aantal poriën voorkomen dat het oppervlak wel vlak doch niet ondoordringbaar is voor gassen waardoor de gassen weglekken en geen luchtspleet van gewenste konstante dikte in stand kan worden gehouden. Dit leidt tot het ontstaan van ongewenste trillingen in het leger.

Het bovenstaande bezwaar van het weglekken van 850 2 65 ö -2- i Óf' * gassen en ontstaan van. trillingen wordt nog versterkt door het feit dat de porositeit in de oppervlakken van de wegvlakken van de legerdelen vaak niet overal hetzelfde is doch van plaats tot plaats varieert.

5 De uitvinding beoogt nu een gasleger te verschaf fen waarbij dit nadeel niet optreedt.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt doordat bij gebruik van een legerdeel met poriën in het oppervlak van zijn werkvlak de poriën afgesloten zijn door 10 een poriënafsluitende niet brosse stof.

Door afsluiten van de poriën in een oppervlak van een werkvlak van de legerdelen kan het in de gasspleet aanwezige gas niet meer weglekken door poriën zodat kontinu een gasspleet van een zeer bepaalde dikte gehandhaafd kan 15 worden en derhalve ook een zeer bepaalde gasdruk in het gebied tussen de twee naar elkaar gekeerde werkvlakken van de twee legerdelen, welke werkvlakken door een gaslaag, in het bijzonder een luchtlaag van elkaar gescheiden worden gehouden.

20 De poriënafsluitende stof is bij voorkeur transparant om het oorspronkelijke aanzicht van het oppervlak te behouden.

Het verdient aanbeveling dat de poriënafsluitende stof mechanisch bewerkbaar is om na behan- 25 deling met de poriënafsluitende stof het legerdeel een een zeer glad oppervlak geven.

De poriënafsluitende stof bestaat met voordeel uit een hardbare kunststof, daar men dergelijke kunststoffen gemakkelijk in vloeibare vorm op de werkvlakken 30 van de legerdelen kan aanbrengen, zodat de kunststof goed in de poriën wordt opgenomen en vervolgens door harden omgezet kan worden in geharde kunststof.

Doelmatig bestaat de poriënafsluitende stof uit een bij een temperatuur van beneden 30°C-bij voorkeur bij 35 ongeveer omgevingstemperatuur-hardbare kunststof, meer in het bijzonder een door ultraviolet licht hardbare kunststof. Vooral bij graniet is het gewenst om gebruik te maken 8502 65 0 r» -3- van een poriënafsluitende stof die bij ongeveer 20°C uithardt .het lang duurt alvorens of toegepast kan worden daar|het verhit graniet weer uitgewerkt is en geen vervormingen meer ondergaat bij afkoelen.

De poriënafsluitende stof wordt met voordeel 5 gekozen uit kunststoffen van het polyurethantype, acrylhars-type, epoxyharstype, siliconenharstype, polyvinylideen-fluoridetype, een poly p-fenyleentereftalaatamide en dergelijke.

Doelmatig kan de poriënafsluitende stof aangebracht 10 zijn als een bekledingslaag op het oppervlak van tenminste een van de naar elkaar gekeerde werkvlakken. In dat geval is deze bekledingslaag doelmatig mechanisch bewerkbaar om het oppervlak voldoende glad te maken met afwijkingen met minder dan lOyUm als grootste afwijking.

15 Vanzelfsprekend moet deze bekledingslaag ook zo dun mogelijk zijn om de oorspronkelijke stijfheid van de granietachtige stoffen volledig te handhaven.

Bij voorkeur past men voor een legerdeel een granietachtige stof toe.

20 Granietachtige stoffen omvatten in het bijzonder een op grote schaal in de natuur voorkomende diep gelegen hard rotsmateriaal bestaande uit orthoklaas, plagioklaas, kwartz, hoornblende, miotiet en/of muskoviet en kleine hoeveelheden van stoffen zoals magnetiet, granaat, zirkoon 25 en apatiet.

Vanzelfsprekend behoren ook de hierbovengenoemde mineralen afzonderlijk tot de granietachtige stoffen, alsmede mineralen van eenzelfde hardheid.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een 30 legerdeel geschikt voor toepassing bij een gasleger volgens de uitvinding waarbij poriën in het oppervlak van het werkvlak van een legerdeel, bij voorkeur op basis van granietachtige stoffen of poreuse metalen, af ges loten ziin door een poriënaf-sluitende niet brosse stof.

35 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening waarin: Λ 8502 650 -4-

Fig. 1 - een doorsnede toont van een luchtleger volgens de uitvinding;

Fig. 2 - een doorsnede van een detail van een legerdeel;

Fig. 3 - een doorsnede van een legerdeel met oppervlaktelaag.

5 Fig. 4 - een aanzicht van een oppervlak van een luchtleger- deel, van een ander type luchtleger.

In figuur 1 is een luchtleger 1 weergegeven omvattende een eerste legerdeel 2 en een tweede legerdeel 3 dat verbonden is met een as 3 van een niet nader weergegeven grote of zware 10 konstruktie. De tegenover elkaar liggende werkvlakken 4 en 5 van de legerdelen 2 en 3 zijn Vlak uitgevoerd en voorzien van luchtgeleidingsgroeven 6 die er voor zorgdragen dat lucht vanaf de buitenzijde van het luchtleger een luchtspleet vormt tussen de legerdelen 2 en 3. Deze met lucht gevulde spleet 15 is aangegeven met verwijzingscijfer 7.

Gebleken is dat bij gebruik van legerdelen op basis van granietachtige stoffen, in de oppervlakken van de werkvlakken 4 en 5 van de legerdelen 2 en 3 poriën voorkomen die ertoe leiden dat de lucht uit de -luchtspleet 20 7 tussen de twee werkvlakken op ongecontroleerde wijze weglekt en derhalve onmogelijk een luchtspleet van zeer konstante dikte tussen de twee delen gehandhaafd kan worden.

Dit bezwaar doet zich nog sterker gevoelen door -------- het feit dat de porositeit van de vlakken 4 en 5 van het 25 ene gebied tot het andere gebied sterk verschilt en derhalve onmogelijk bij de fabrikage van de legerdelen rekening gehouden kan worden met de genoemde porositeit.

Volgens de uitvinding worden de genoemde bezwaren .dat opgeheven door| de poriën in de oppervlakken van de genoemde 30 werkvlakken van de legerdelen 2 en 3 op basis van granietachtige stoffen afgesloten zijn door een poriënafsluitende stof. In figuur 2 is een gedeelte van werkvlak 3 van een granieten legerdeel met poriën 10 weergegeven waardoor gemakkelijk lucht uit de luchtspleten 7 naar buiten kan 35 weglekken. Deze poriën 10 zijn aan hun vrije einden afgesloten door een poriënafsluitende stof. Deze poriënafsluitende stof bestaat uit een geharde epoxyhars.

Het zal duidelijk zijn dat door het afsluiten 8502 85 0 -5- van de poriën 10 een luchtspleet 7 van konstante gelijkmatige dikte gehandhaafd kan worden tussen de twee legerdelen 2 en 3.

Vanzelfsprekend kan men in plaats van een epoxyhars 5 ook gebruik maken van een siliconenhars voor het afsluiten van de poriën of een aramidehars.

In fig. 3 is een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij een zeer dunne oppervlaktelaag 12 op het oppervlak van het werkvlak van een legerdeel is weergegeven. Deze 10 laag 12 dient bij voorkeur transparant te zijn, en mechanisch bewerkbaar om deze oppervlaktelaag de gewenste gladheid te geven daar afwijkingen in hoogte van ten hoogste 10 -urn toegelaten zijn. De bekledingslaag moet zeer dun gehouden worden om de stijfheid van de granietachtige stoffen te 15 behouden tijdens het aanlopen van het luchtleger waarbij de luchtspleet tot stand komt- Vooral bij zware konstrukties moet vanzelfsprekend het werkvlak een zeer grote stijfheid bezitten om beschadiging tijdens dit aanlopen van het luchtleger te voorkomen.

20 In plaats van epoxyharsen of siliconenharsen kan men natuurlijk ook gebruik maken van polyuretharsen, acrylharsen, polyvinylideenfluorideharsen alsmede van aramideharsen (poly p-fenyleentereftaalamideharsen).

Figuur 4 toont een andere uitvoeringsvorm van 25 een luchtleger waarbij het eerste legerdeel 2 uit graniet voorzien is van centrale boring 12 voor het vormen van een luchtspleet tussen de oppervlakken 4 en 5 v an de legerdelen 2 en 3.

Om ontsnappen van lucht te voorkomen draagt het 30 tweede legerdeel 3 een schort 11 om ontwijken v an lucht uit de spleet tegen te gaan.

De poriën in de granietoppervlakken 4 en 5 zijn afgesloten door een geharde epoxyhars 9 zoals weergegeven in fig. 2 of fig. 3.

35 Bij gebruik van metalen of andere poreuze materialen voor de legerdelen kan men op dezelfde wijze de poriën afsluiten.

85 02 65 0

Claims (9)

1. Gasleger omvattende tenminste twee ten opzichte van elkaar beweegbare legerdelen waarbij tussen de naar elkaar gekeerde werkvlakken van de twee legerdelen gastoevoer-middelen voorzien zijn voor het toevoeren van een gas om 5 een gasspleet tussen de legerdelen te kunnen handhaven, met het kenmerk, dat bij gebruik van een leger-deel met poriën in het oppervlak van hun werkvlak de poriën afgesloten zijn door een poriënafsluitende niet brosse stof.

2. Gasleger volgens conclusie 1, m e t het ken merk, dat tenminste één legerdeel bestaat uit een granietachtige stof|een metaal met poriën.

3. Gasleger volgens conclusie 1, m e t h e t "k e n- m e r k, dat de poriën afsluitende stof transparant is.

4. Gasleger volgens conclusie 1 of 2,met het * kenmerk, dat de_poriënafsluitende stof mechanisch bewerkbaar is.

5. Gasleger volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de poriënafsluitende stof bestaat uit een geharde hardbare kunststof. 20 6V Gasleger volgens conclusie 1-5, met het kenmerk, dat de poriënafsluitende stof bestaat uit een hardbare kunststof die bij een temperatuur beneden 30°C bij voorkeur bij ongeveer omgevingstemperatuur^gehard is.

7. Gasleger volgens een of meer der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de poriënafsluitende stof bestaat uit een door ultraviolet licht hardbare kunststof.

8. Gasleger volgens een of meer der voorgaande conclu-30 sies, met het kenmerk, dat de poriënafsluitende stof gekozen is uit een polyurethanhars, een acrylhars, een epoxyhars, een siliconenhars, een polyvinylideenfluoride, een poly -p fenyleentereftalaatamide en dergelijke.

9. Gasleger volgens een of meer der voorgaande conclu- 8502 65 0 -7- sies, met het kenmerk, dat de poriënafsluitende stof een dunne bekledingslaag op het oppervlak vormt, bij voorkeur met een dikte van ten hoogste 20,um.

10. Legerdeel geschikt voor toepassing bij een gasleger 5 volgens conclusie 1-6, met het kenmerk, dat poriën in het oppervlak van het werkvlak van een legerdeel, bij voorkeur op basis van granietachtige stoffen of poreuze metalen, afgesloten zijn door een poriënafsl uitende niet brosse stof. 8502 650