NL8502306A - Houder met buigzaam deksel. - Google Patents

Description

- 1 - NL 32015 Jb/hf

Houder met buigzaam deksel.

De uitvinding heeft betrekking op een houder met buigzaam deksel, waarbij deze houder een bodem, een mantel-oppervlak, een houdermond en een deze mond omgevende ringvormige verdikking omvat, terwijl het deksel op de mond van 5 de houder aanbrengbaar is en losneembaar met de houder verbindbaar is.

Bij de uit het Duitse Offenlegungsschrift 32 20 184 bekende houder wordt het deksel over de ringvormige verdikking van de houdermond gestulpt. Aan de binnenzijde van 10 het deksel zijn afdichtlippen aangebracht, die, als de houder gesloten is, elastisch tegen de ringvormige verdikking worden gedrukt en daardoor een absoluut dichte afsluiting waarborgen. Daar de houder zonder beschadiging geopend en weer gesloten kan worden, is de gebruiker niet in staat, een 15 niet toegestaan vroeger open maken van de houder vast te stellen.

Voor het verpakken van levensmiddelen en farmaceutische produkten zijn derhalve verschillende houders voorgesteld, die een zogenaamde garantiesluiting bezitten en 20 bij het voor het eerst openen duidelijk zichtbaar worden beschadigd. Deze houders zijn evenwel meestal duur te vervaardigen en lastig te hanteren, terwijl de houder na het eerste openen niet meer geheel afgedicht kan worden gesloten. De uitvinding beoogt een houder met een buigzaam 25 deksel te verschaffen, die - tegen onbevoegd openen is beschermd, - absoluut afgedicht is en ook na voor de eerste keer te zijn geopend, nog een aantal malen afdichtend afsluit, - zonder hulpmiddelen en met geringe krachten op eenvoudige 30 wijze met de hand kan worden geopend, en die niettemin in grote aantallen goedkoop kan worden vervaardigd.

Hiertoe wordt de houder met buigzaam deksel volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de houder op een 35 afstand van de ringvormige verdikking een buitenwaarts uitstekende en in de omtreksrichting verlopende ribbe bezit, terwijl in het randgebied van het deksel een in de omtreks- 8502 306 - 2 - $ richting verlopende ring is toegepast, die onder de ribbe grijpt en die langs een verzwakkingslijn volledig van het bovengedeelte van het deksel scheidbaar is.

De houder volgens de uitvinding kan even eenvou-5 dig en gemakkelijk geopend en weer gesloten worden als de bekende houders zonder garantiesluiting.

In de onderconclusies zijn verdere met voordeel toe te passen maatregelen beschreven.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan 10 de hand van de tekening, die enige uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding weergeeft.

Fig. 1 is een zijaanzicht van een deksel.

Fig. 2 is een bovenaanzicht, gezien op de onderzijde van het deksel volgens fig. 1.

15 Fig. 3 is een dwarsdoorsnede door een deksel en het bovenste gebied van de houder.

Fig. 4a is een gedeeltelijk aanzicht van een voor de eerste maal gedeeltelijk geopende houder op kleinere schaal.

20 Fig. 4b is een gedeeltelijk aanzicht van een ge heel geopende houder op kleinere schaal.

Fig. 5 is een zijaanzicht van een deksel volgens een tweede uitvoering.

Zoals uit de figuren blijkt, bestaat het deksel 1 25 uit een bovengedeelte 23, dat in hoofdzaak met het deksel volgens het Duitse Offenlegungsschrift 32 20 184 overeenkomt, en een ring 17, die aan de onderrand van het deksel is aangebracht.

Het bovengedeelte 23 van het deksel bezit een 30 zijdelingse bedieningslip 8 met een verstijvingsribbe 9 en een opstaande rand 20, welke er toe dient, op elkaar gestapelde glazen zijdelings te blokkeren. Op het deksel 1 verzamelde vloeistof kan door sleuven 21 weglopen. Zoals uit fig. 3 blijkt, zijn aan de binnenzijde van het deksel 1 35 rondlopende afdichtlippen 6 aangebracht, die elastisch tegen een rondlopende verdikking 10 van de houder 2 aanliggen. Verder is aan de binnenzijde van de randpartij 3 van het bovengedeelte 23 van het deksel een rondlopende ribbe 12 gevormd, die elastisch achter de ringvormige verdikking 10 8502 30 6 ι - 3 - y .

grijpt en hiertegen afdichtend aanligt. De afdichtlippen 6 en de ringvormige verdikking 10 vormen een afdichtsysteem, dat in belangrijke mate ongevoelig is ten opzichte van tolerantie-verschillen van de houder 2.

5 De ring 17 is uit hetzelfde materiaal als het boven gedeelte 23 van het deksel vervaardigd en hiermede via een ringvormige, in een rondlopende groef 15 liggende openscheur-huid 14 verbonden.

De, een verzwakkingslijn vormende openscheurhuid 14 10 kan, gezien in de omtreksrichting, gesloten zijn of onder de aangrijpingslip 8 door een zich over een betrekkelijk kleine hoek öC uitstrekkende spleet 16 zijn onderbroken. De in het onderste gebied cilindrische ring 17 bezit aan de bovenkant een binnenwaarts uitstekende ribbe 13, die onder een buiten-15 waarts uitstekende ribbe 11 van de houder 2 grijpt. De ribbe 11 is op een afstand van de ringvormige verdikking 10 aangebracht en eveneens ringvormig uitgevoerd, zodat onder de ringvormige verdikking 10 een ringvormige groef 22 aanwezig is, waarin de ribbe 12 van het bovengedeelte 23 van het 20 deksel kan grijpen.

De ring 17 bezit aan zijn buitenzijde een aantal loodrecht op de omtreksrichting verlopende kanten 18, waartussen het buitenoppervlak van de ring binnenwaarts is gewelfd. Hierdoor wordt een hogere zijstabiliteit van de ring 25 17 en een betere verdeling van de krachtstroom bij het opbrengen van het deksel 1 bereikt.

Het deksel 1 bestaat uit een buigzame kunststof, bijvoorbeeld polyethyleen of rubber, terwijl de houder 2 uit glas of een passende kunststof is gevormd.

30 Bij het voor het eerst openen wordt het deksel 1 aan de aangrijpingslip 8 naar boven gedrukt. Daar de ring 17 tegen de ribbe 11 stuit, scheurt de huid 14 onder de aangrijpingslip 8 open (fig. 4a). Het bovengedeelte 23 van het deksel kan nu met geringe kracht van de houder worden ver-35 wijderd, waarbij de huid 14 in beide omtreksrichtingen openscheurt, totdat de ring 17 geheel van het bovengedeelte 23 van het deksel is losgekomen (fig. 4b). De afgescheiden ring 17 valt op een onmiddellijk onder de ribbe 11 aangebrachte schouder 24.

8502 30 6 , * - 4 - <

De openscheurhuid 14 is slechts ongeveer 0,02 tot ongeveer 0,07 mm en bij voorkeur 0,02 tot 0,03 mm dik, zodat de huid 14 bij het omhoog verplaatsen van het bovengedeelte 23 van het deksel zeer gemakkelijk en onvermijdelijk scheurt. 5 Het losgeraakt zijn van de ring 17 is duidelijk zichtbaar en onomkeerbaar. De huid 14 kan, met uitzondering van de spleet 16, ononderbroken zijn of, zoals in fig. 5 is weergegeven, een aantal over de omtreksrichting verdeelde onderbrekingen 25 bezitten. De ring 17 is hier via betrekkelijk 10 smalle dammen 26 met een bovengedeelte 23 van het deksel verbonden.

Het verwijderde bovengedeelte 23 van het deksel kan een aantal malen en zonder achteruitgang van de afdicht-werking weer worden aangebracht en daarna weer verwijderd 15 worden. De houder kan zonder problemen ook door kinderen worden geopend. Het losgemaakte deksel bezit geen scherpe en gevaarlijke randen of hoeken.

De houder 2 kan een glas met wijde hals, bijvoorbeeld een yoghurtglas of een glas met nauwe hals, bijvoor-20 beeld een melkfles zijn.

8502 30 6

Claims (11)

1. Houder met buigzaam deksel, waarbij deze houder een bodem, een manteloppervlak, een houdermond en een deze mond omgevende ringvormige verdikking omvat, terwijl het deksel op de mond van de houder aanbrengbaar is en losneem- 5 baar met de houder verbindbaar is, met het kenmerk, dat de houder (2) op een afstand van de ringvormige verdikking (10) een buitenwaarts uitstekende en in de om-treksrichting verlopende ribbe (11) bezit, terwijl in het randgebied (3) van het deksel (1) een in de omtreksrichting 10 verlopende ring (17) is toegepast, die onder de ribbe (11) grijpt en die langs een verzwakkingslijn volledig van het bovengedeelte (23) van het deksel scheidbaar is.

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verzwakkingslijn door een zich in de 15 omtreksrichting uitstrekkende openscheurhuid (14) is gevormd.

3. Houder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de openscheurhuid (14) een aantal onderbrekingen (25) bezit.

4. Houder volgens een der conclusies 1-3, met 20 het kenmerk, dat de ring (17) door een, in de omtreksrichting verlopende, groef (15) van het bovengedeelte (23) van het deksel is gescheiden.

5. Houder volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de ring (17) aan de binnenzijde 25 een naar binnen uitstekende en in de omtreksrichting verlopende ribbe (13) bezit, die onder de ribbe (11) van de houder (2) grijpt.

6. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het deksel (1) in het 30 gebied van de verzwakkingslijn een in de omtreksrichting verlopende sleuf (16) bezit.

7. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ring (17) aan de buitenzijde een aantal loodrecht op de omtreksrichting verlopende 35 kanten (18) bezit, terwijl het buitenoppervlak van de ring (17) tussen deze kanten (18) binnenwaarts is gewelfd.

8. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bovengedeelte (23) van 05 02 30 6 Λ St, «i . - 6 - het deksel een naar buiten uitstekende aangrijpingslip (8) bezit.

9. Houder volgens een der conclusies 6 en 8, met het kenmerk, dat de aangrijpingslip (8) boven de 5 sleuf (16) is aangebracht.

10. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze houder (2) onmiddellijk onder de ring (17) een buitenwaarts uitstekende schouder (24) bezit. 10

11. Houder volgens een der conclusies 2-10, met het kenmerk, dat de openscheurhuid (14) 0,02 - 0,07 mm en bij voorkeur 0,02 - 0,03 mm dik is. ✓ rl X V 8582 3 0 8