NL8502244A - Hydraulische voedingseenheid voor een dubbelwerkende zuiger-cilinderinrichting. - Google Patents

Description

P <4 C 3». — W 3299-31 Ned.B/EvF -

Korte aanduiding: Hydraulische voedingseenheid voor een dubbelwerkende zuiger-cilinderinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een hydraulische voedingseenheid voor een dübbelwerkende zuiger-cilinderinrichting, bestaande uit een van een tweetal aansluitpoorten voor de zuiger-cilinderinrichting . voorzien huis en een daarmede samengebouwd reservoir, in welk huis de 5 via een zuigklep met het reservoir in verbinding staande pompruimte en het verdringerlichaam van een hydraulische pomp, alsmede een tussen tenminste twee standen beweegbare hydraulische stuurklep bevat, waarbij de stuurklep als selectief verbindingsorgaan tussen de poorten enerzijds en de pompruimte alsmede het reservoir anderzijds fungeert.

10 Een dergelijke voedingseenheid is bekend en wordt onder andere toegepast voor het besturen van de hydraulische kantelcilinder(s) van motorvoertuigen, die van een kantelbare cabine zijn voorzien. Bij een dergelijke toepassing bevindt zich de voedingseenheid veelal op een gemakkelijk toegankelijke plaats. Het zou dus ook voor een onbevoegde 15 gemakkelijk zijn de bijvoorbeeld als handpomp uitgevoerde hydraulische pomp te bedienen en daarmede de cabine te (toen kantelen. Er zijn reeds voorstellen ter beveiliging tegen bedienen door onbevoegden gedaan.

Zo beschrijft het Amerikaanse octrooischrift 4.440.252 de toepassing van een verbindingsleiding tussen de cilindereinden van de hydraulische 20 kantelinrichting, in welke leiding een normaal geopende en daardoor een kantelbeweging verhinderende klep is opgenomen, die alleen op een bijzondere wijze, zoals lanqp elektromagnetische weg met behulp van een speciale sleutel kan worden gesloten.

Naast de omstandigheid, dat een dergelijke oplossing niet 25 bruikbaar is in het geval van een "regeneratief" schakelende stuurklep, heeft deze oplossing het bezwaar van extra hydraulische componenten en leidingen nabij de kantelinrichting.

De uitvinding heeft het oogmerk, het hydraulische kantelsysteem van een voertuig met kantelbare cabine op eenvoudige en doeltreffende 30 wijze tegen bedienen door onbevoegden te beveiligen en tegelijkertijd de mogelijkheid te bieden het kantelsysteem te blokkeren in gevaar opleverende situaties, zoals bij een in een versnellingsstand staande gangwissel en/of bij niet aangetrokken parkeerrem.

De uitvinding verschaft daartoe een hydraulische voedings-35 eenheid van. de in de aanhef beschreven soort, die als kenmerk heeft, dat in het huis een extra verbindingskanaal tussen de pompruimte en 8502244 * «'* - 2 - het reservoir aanwezig is, waarin een ventiel is opgenomen, dat normaal geopend is en is ingericht voor het ontvangen van een op afstand te leveren sluitsignaal.

De voor de hier beschouwde toepassing gewenste beveiligings-5 functie is dus in de voedingseenheid volgens de uitvinding geïntegreerd, waardoor deze voedingseenheid universeel inzetbaar is bij voertuigen met kantelcabine van verschillende herkomst.

Het op afstand te leveren sluitsignaal is bijvoorbeeld een elektrisch signaal, in welk geval het ventiel een elektroventiel is, 10 dat is opgenomen in een elektrische voedingskring, die bijvoorbeeld vanuit de cabine door bedienen van een knop of met behulp van een kontaktsleutel kan worden gesloten. In deze voedingskring kunnen dan kontakten worden opgenomen, waarvan de stand (gesloten of geopend) afhangt van het al dan niet vervuld zijn van veiligheidsvoorwaarden, 15 zoals het in de vrij stand staan van de gangwissel en/of het aangetrokken zijn van de parkeerrem. In plaats van een elektrisch signaal valt echter ook te denken aan een pneumatisch signaal.

De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.

20 Pig. 1 toont het hydraulische schema van de voornaamste com ponenten van de voedingseenheid volgens de uitvinding, alsmede van een door deze voedingseenheid gestuurde hydraulische zuiger-cilinderinrichting; fig. 2 is een zijaanzicht van de hydraulische voedingseenheid volgens de uitvinding; 25 fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 2 en fig. 4 is een doorsnede volgens de lijn IV-IV in fig. 3.

In het schema van fig. 1 is met 1 een reservoir voor hydraulische vloeistof, met 2 een hydraulische pomp, met 3 een hydraulische stuurklep, met 4 een overbelastingsventiel en met 5 een veiligheidsventiel aangegeven. 30 De componenten 1-5 zijn geïntegreerd in een hydraulische voedingseenheid A van een bekend type. Deze voedingseenheid is via zijn beide aansluit-poorten a en b verbonden met de cilindereinden van de met B aangegeven hydraulische zuiger-cilinderinrichting, waarvan het onderste cilinder-einde op bekende, niet nader weergegeven wijze scharnierend met het 35 chassis van een motorvoertuig is verbonden en het bovenste zuigerstangeinde scharnierend aangrijpt op een om een horizontale dwarsas kantelbare cabine van dat voertuig.

In het schema van fig. 1 staat de stuurklep 3 in de kantelstand -302244 - 3 - en is de klep zodanig uigevoerd, dat beide cilindereinden met de perszijde van de pomp 2 in verbinding staan. Men spreekt in dit geval van een regeneratieve schakeling.

Volgens de uitvinding nu is aan de voedingseenheid A een 5 component 6 toegevoegd bestaande uit een ventiel, dat normaal (dat wil zeggen bij afwezigheid van een extern signaal) geopend is en dan de perszijde van de pomp 2 met het reservoir 1 verbindt. In deze stand van het ventiel 6 heeft het inschakelen van de pomp 2 (bijvoorbeeld door het bedienen van een hefboom in geval van een met de hand te bedienen pomp) 10 dus geen gevolg, daar de uit het reservoir aangezogen hydraulische vloeistof via het geopende ventiel 6 weer naar het reservoir wordt teruggepompt en er dus geen druk aan de perszijde van de pomp wordt opgebouwd. Aldus is een effectieve beveiliging verkregen tegen het van uit de rijstand kantelen van de cabine door onbevoegden.

15 Om de cabine te kunnen kantelen, zal eerst het ventiel 6 (tegen veerwerking in) moeten worden gesloten. Hiertoe is het ventiel 6 bijvoorbeeld als elektroventiel uitgevoerd en opgenomen in een elektrische stroomkring, die door het bedienen van een voor onbevoegden niet of moeilijk toegankelijke knop, dan wel met behulp van een speciale sleutel 20 kan worden gesloten. In deze stroomkring kunnen meerdere onderbrekings-plaatsen worden toegepast, en wel in de vorm van elektrische kontakt-paren, die geopend blijven en daarmede het op gang brengen van kantel-bewegingen verhinderen, zolang bij uitgeschakelde motor bepaalde, gevaar opleverende situaties blijven bestaan, zoals het in een versnellings-23 stand staan van de gangwissel en/of het niet aangetrokken zijn van de parkeerrem. Het sluiten\an het ventiel 6 en daarmede het kantelen zal dan eerst kunnen plaatsvinden wanneer aan alle daartoe te vervullen veiligheidsvoorwaarden is voldaan.

In de praktische uitvoeringsvorm volgens fig. 2-4 zijn de pomp 30 2 en de stuurklep 3 op bekende wijze samengebouwd in een gemeenschappelijk plat huis 7, dat tevens het afsluitende deksel vormt van het reservoir 1.

De pomp 2 wordt hier gevormd door een plunjer 8, die in een cilindrische pompkamer 9 heen en weer bewogen kan worden door middel van een met een handhefboom 10 heen en weer beweegbare, op een in het huis 7 gelegerde 35 as 11 bevestigde arm 12. De pompkamer 9 wordt aan zijn in een zijkant van het huis 7 uitmondende boveneinde afgesloten door een afsluit- c.q. ontluchtingsplug 13 en sluit met zijn benedeneinde aan op een nauwere boring 14, waarin een zitting 15 voor een kogelvormige zuigklep 16 is 3502244 - 4 - * ^ gevormd (zie fig. 3). Het beneden de zuigklep 15 gelegen gedeelte 17 van de boring 14 staat door een radiale boring 18 in verbinding met de vloeistofruimte binnen het reservoir 1.

De boring 14 wordt loodrecht gesneden door een boring 19, 5 waarin het cilindrische kleplichaam 20 van de hydraulische stuurklep 3 is gelegerd. Het cilindrische kleplichaam 20 draagt aan zijn buiten een zijkant van het huis 7 uitstekende einde een stelknop 21, met behulp waarvan het kleplichaam tussen twee bedrijfsstanden kan worden gedraaid. In de in de tekening weergegeven bedrijfsstand (zie fig. 2) 10 ligt het radiaal gerichte deel 21a van de stelknop 21 aan tegen de linkerzijde van een vaste aanslagpen 22. Door de knop 20 van de stand volgens fig. 2 rechtsom te draaien komt het kleplichaam in zijn tweede bedrijfsstand, waarbij het radiaal gerichte deel 21b van de stelknop aanligt tegen de rechterzijde van de aanslagpen 22.

15 Het cilindrische kleplichaam 20 heeft een bolle ruimte 23, die via radiale boringen 24 met de boring 14 en de pompkamer 9 in verbinding staat. In de holle ruimte 23 is een kogelvormige, door een veer belaste persklep 25 opgenomen. Het kleplichaam 20 is voorts van een cilindrische omtreksuitsparing 26 voorzien, die tezamen met de wand van de 20 boring 19 een ringvormige ruimte 27 begrenst, die door een niet nader weergegeven kanaal met het reservoir 1 in verbinding staat en dient voor het opvangen en naar het reservoir afvoeren van van de hydraulische zuiger-cilinderinrichting terugkerende hydraulische vloeistof.

In de bedrijfsstand volgens fig. 3 staat de aansluitpoort 6 via 25 een in de wand van het kleplichaam 20 aanwezige verbindingspoort 28 in verbinding met de holle ruimte 23 en via de persklep 25 in verbinding met de pompkamer 9, terwijl de aansluitpoort a in verbinding staat met de ringvormige afvoerruimte 27.In deze bedrijfsstand kan dus bij bediening van de pomp 2 de zuiger van de zuiger-cilinderinrichting naar beneden wor-30 den bewogen (zie fig. 1) , hetgeen correspondeert met het vanuit de gekantelde stand in de rijstand terugkantelen van de cabine.

Bij een voor een regeneratieve schakeling uitgevoerde stuurklep komt in de tweede bedrijfsstand (corresponderend met het vanuit de rijstand kantelen van de cabine) ook de aansluitpoort a, via een niet 35 weergegeven radiale verbindingspoort, in verbinding te staan met de holle ruimte 23.

De tweede bedrijfsstand komt overeen met die volgens fig. 1.

Tot zover kan de praktische uitvoeringsvorm volgens fig. 2-4 als bekend worden beschouwd. Het in het schema van fig. 1 met 6 aangegeven (¾ » A Λ Λ J? ? e 3 U 2 2 4 . V ' "* · - 5 - ventiel volgens de uitvinding is in de praktische uitvoeringsvorm volgens fig. 2-4 aangesloten op een radiale verbindingsboring 29 (zie fig. 4) tussen het reservoir 1 en een tussen de zuigklepzitting 15 en de boring 19 gelegen gedeelte van de boring 14. Het ventiel 6 bestaat uit een in 5 de verbindingsboring 29 geschroefd huis 30 met een kogelvormig klep-lichaam 31 en een klepzitting 32.

Met 33 is een penvormig element aangegeven, dat is opgenomen in een ruime boring, die zich vanaf de zitting 32 naar rechts (in fig. 4) uitstrekt en via een of meer radiale boringen bij 34 met de reservoir-10 ruimte in verbinding staat. Het penvormige element 33 is bestemd om de klepkogel 31 normaal (dat wil zeggen zolang geen kantelbewegingen gewenst zijn) van zijn zitting 32 gelicht te houden. De pompkamer staat dan via dit geopende ventiel 6 en de boringen bij 34 in verbinding met het reservoir 1 zodat bij bediening van een pomp geen druk kan worden opge-15 bouwd. Het penvormige orgaan 33 wordt hiertoe aangedrukt door een niet weergegeven, in een behuizing 35 opgenomen veerbelast aandruk-orgaan 36. In de behuizing 35 is voorts ruimte voor het onderbrengen van een commando-orgaan, zoals een elektromagneetspoel of zuiger, met behulp waarvan door het toevoeren van een elektrische spanning of het 20 toevoegen van een drukmedium het aandrukorgaan 36 naar rechts kan worden getrokken, zodat de klepkogel 31 kan sluiten. Het is duidelijk, dat de behuizing 35 hiertoe via een niet nader weergegeven verbindingsstuk mediumdicht door de wand van het reservoir 1 heen met een uitwendig aansluitpunt dient te worden verbonden.

25 8502244

Claims (1)

1. Hydraulische voedingseenheid voor een dubbelwerkende zuiger- cilinderinrichting, bestaande uit een van een tweetal aansluitpoorten voor de zuiger-c Hinder inrichting voorzien huis en een daarmede samengebouwd reservoir, in welk huis de via een zuigklep met het reservoir in ver-5 binding staande pompruimte en het verdringerlichaam van een hydraulische pomp, alsmede een tussen ten minste twee standen beweegbare hydraulische stuurklep bevat, waarbij de stuurklep als selectief verbindingsorgaan tussen de poorten enerzijds en de pompruimte alsmede het reservoir anderzijds fungeert, met het kenmerk, dat in het huis een extra verbindings-10 kanaal tussen de pompruimte en het reservoir aanwezig is, waarin een ventiel is opgenomen, dat normaal geopend is en is ingericht voor het ontvangen van een op afstand te leveren sluitsignaal. 15 8502244