NL8502209A - Werkwijze voor de beveiligde overdracht van radiosignalen. - Google Patents

Werkwijze voor de beveiligde overdracht van radiosignalen. Download PDF

Info

Publication number
NL8502209A
NL8502209A NL8502209A NL8502209A NL8502209A NL 8502209 A NL8502209 A NL 8502209A NL 8502209 A NL8502209 A NL 8502209A NL 8502209 A NL8502209 A NL 8502209A NL 8502209 A NL8502209 A NL 8502209A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
block
error
phase
signal block
Prior art date
Application number
NL8502209A
Other languages
English (en)
Other versions
NL191399B (nl
NL191399C (nl
Original Assignee
Standard Elektrik Lorenz Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Standard Elektrik Lorenz Ag filed Critical Standard Elektrik Lorenz Ag
Publication of NL8502209A publication Critical patent/NL8502209A/nl
Publication of NL191399B publication Critical patent/NL191399B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL191399C publication Critical patent/NL191399C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04BTRANSMISSION
    • H04B1/00Details of transmission systems, not covered by a single one of groups H04B3/00 - H04B13/00; Details of transmission systems not characterised by the medium used for transmission
    • H04B1/69Spread spectrum techniques
    • H04B1/713Spread spectrum techniques using frequency hopping
    • H04B1/7156Arrangements for sequence synchronisation
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04BTRANSMISSION
    • H04B1/00Details of transmission systems, not covered by a single one of groups H04B3/00 - H04B13/00; Details of transmission systems not characterised by the medium used for transmission
    • H04B1/69Spread spectrum techniques
    • H04B1/713Spread spectrum techniques using frequency hopping
    • H04B1/7156Arrangements for sequence synchronisation
    • H04B2001/71566Tracking

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Synchronisation In Digital Transmission Systems (AREA)
  • Mobile Radio Communication Systems (AREA)
  • Detection And Prevention Of Errors In Transmission (AREA)
  • Transmitters (AREA)
  • Reduction Or Emphasis Of Bandwidth Of Signals (AREA)

Description

Werkwijze voor de beveiligde overdracht van radiosignalen;
Technisch gebied.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de beveiligde overdracht van digitale resp. gedigitaliseerde signalen via radioverbindingen, waarbij de overdracht van de eventueel versleutelde signalen bloksgewijs (salvobedrijf) met bloksgewijs pseudotoeval-lig wisselende radiodraaggolffrequenties (frequentiespringen) plaatsvindt en waarbij de op elkaar volgende signaalblokken telkens met een foutbeveiliging voorzien worden, en waarbij de synchronisatie tussen twee stations in verbinding met op de stations aangebrachte kwartsklok-ken van hoge nauwkeurigheid door een tenminste aan het beging van een signaaloverdracht gezonden tijdteken in de vorm van een codereeks met goede autocorrelatie eigenschappen teweeggebracht wordt.
Ten grondslag liggende stand van de techniek.
Werkwijzen van dit typen zijn bijvoorbeeld in de literatuurplaats DE 32 30 726 Al beschreven. Zoals gebleken is, zijn de sinds het laatste decennium in toepassing gekomen diversity-technieken in verbinding met foutbeveiligingsmaatregelen dan niet meer toereikend voor de bedrijfsbeveiliging van een radio-overdrachtstraject wanneer dit traject door electronische middelen met opzet gestoord wordt. Teneinde aan dergelijke opzettelijke storingen met goed gevolg het hoofd te kunnen bieden is het nodig om de voor de signaaloverdracht toegepaste radiodraaggolffrequentie in een zo snel mogelijk ritme pseudotoevallig te veranderen. Teneinde bij een dergelijk frequentie-sprongbedrijf de voor het omschakelen van de radiodraaggolffrequenties vereiste signaalpauzes te verkrijgen, worden de aan de zendzijde aanwezige, over te dragen signalen eerst in de tijd gecomprimeerd en dan in op elkaar volgende signaalblokken, met van signaalblok tot signaalblok wisselende radiodraaggolffrequentie naar de ontvangzijde toe overgedragen. Op gebruikelijke wijze is elk signaalblok met een foutbeveiliging voorzien, zodat aan de ontvangzijde elk signaalblok daarop gecontroleerd kan worden of het voor de verdere verwerking toepasbaar is of echter als gestoord zijnde moet worden verworpen. De voor een correcte overdracht vereiste synchronisatie tusssen twee eindstations wordt door zeer nauwkeurige kwartsklokken op deze stations op eenvoudige manier hierdoor bereikt, dat tenminste aan het begin van een overdracht door het zendende station aan het ontvangende station een tijdtéken overgedragen wordt. Met behulp van een dergelijk tijdteken worden ook indirekt de bij een signaalversleuteling op de stations aanwezige sleu-telinrichtingen gesynchroniseerd.
De correcte bedrijfseigenschappen van een radio-over-drachtstraject worden in het algemeen door zogenaamde fadings benadeeld, welke door superpositie van meerdere van dezelfde bron afkomstige radiosignalen teweeggebracht worden. Bij de mobiele inzet van radiostations kunnen sterke schommelingen van de ontvangveldsterkte ook door plaatselijk veroorzaakte afschaduwingen teweeggebracht worden. De negatieve invloed van dergelijke fadings evenals ook van afschaduwings-gebieden op de signaalontvangst wordt hierdoor gematigd doordat radiogolven gewoonlijk zich over meerdere wegen uitbreiden en daarom tenminste ook dan nog een signaalontvangst, dan ook met beduidend geringere ontvangveldsterkte, mogelijk is wanneer de ontvangstweg, waarop juist ontvangen wordt, van tijd tot tijd volledig wegvalt. Dit verschijnsel van uitbreiding over meerdere wegen werkt nu bij toepassing van fre-quentiesprongbedrijf buitengewoon nadelig in op het correcte bedrijf van een radiotraject daarom daar de somniveau's ook in afhankelijkheid van de toegepaste radiodraaggolffrequenties veranderen en dergelijke frequentieselectieve fadings derhalve ertoe leiden dat de ontvanger gedwongen wordt de op elkaar volgende binnenkomende signaalblokken als gevolg van de continu wisselende radiodraaggolffrequenties afhankelijk van de radiodraaggolffrequentie op verschillende overdrachtswegen te ontvangen. Daar de verschillende overdrachtswegen looptijdverschillen kunnen hebben, die groter dan een halve bit zijn, kunnen de binnenkomende signaalblokken ondanks bitkloksynchronisatie soms niet meer juist verwerkt worden. Met andere woorden, de signaalblokfase van signaalblók tot signaalblok kan met één of meer bitperioden verspringen al naar het feit of het binnenkomende signaalblok op de direkte overdrachtsweg of op een beduidend langere omweg bij de ontvanger terechtkomt.
Openbaring van de uitvinding.
Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag om voor radionetten, in het bijzonder oppervlakte-radionetwerken, met fre-quentiesprongbedrijf een oplossing voor een werkwijze aan te geven, die het mogelijk maakt de aan de ontvangzijde binnenkomende signaalblokken ook dan correct te verwerken, wanneer de signaalblokfase van de op elkaar volgende signaalblokken fasesprongen heeft die in de grootte orde van één bit en meer liggen.
Aan deze opgave wordt bij een werkwijze van de' in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding aldus voldaan dat elk ontvangen signaalblok na zijn regeneratie in een door de bitklok gestuurde regenerator op zijn juiste blokfase gecontroleerd wordt en dat hierbij telkens de voor de verdere exacte verwerking van een signaalblok vereiste blokklokfase bepaald wordt.
Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag dat de springende signaalblokfase op doelmatige wijze het best hierdoor geëlimineerd wordt, doordat de ontvangen signaalblokken na hun regeneratie bij gelijktijdige bitsynchronisatie van het ontvangen klokritme telkens op hun juiste blokklokfase gecontroleerd worden en dat deze blokklokfase voor elk signaalblok voor wat betreft zijn verdere verwerking opnieuw bepaald wordt.
Voor de controle van de blokfase bestaan in principe twee mogelijkheden. Bevatten de signaalblokken een op de signaalinhoud betrokken foutbeveiliging in de vorm van aanvullend gecodeerde informatie, zoals bijvoorbeeld bij de zogenaamde FEC (Forward-Error-Correc-tion) het geval is, dan kan de juiste blokfase bepaald worden doordat elk aan de ontvangzijde geregenereerd signaalblok voor wat betreft zijn foutcontrole en eventueel een daarop aansluitende foutcorrectie tenminste voor drie op elkaar volgende blokfasen op afstand van een bit gewaardeerd wordt, en dat in afhankelijkheid van het betreffende fout-resultaat het fouten gecontroleerde en eventueel op fouten gecorrigeerde signaalblok voor zijn verdere verwerking geselecteerd wordt, dat foutvrij is resp. het kleinste aantal fouten heeft voor zover dit aantal fouten nog binnen het zijn bruikbaarheid waarborgende fouttoleran-tiebereik ligt.
Bij de andere mogelijkheid wordt er van uit gegaan dat de te controleren signaalblokken als foutbeveiliging met een speciaal tijdsignaal overgedragen worden, dat aan de ontvangzijde voor de bepaling de telkens juiste blokfase gewaardeerd wordt. Hierbij wordt aan de zendzijde aan elk over te dragen signaalblok voor de foutbeveiliging een speciaal tijdsignaal in de vorm van een codereeks met voor de aan de ontvangzijde uitgevoerde bepaling van de juiste blokfase geschikte autocorrelatie-eigenschappen bijgevoegd, waarbij verder dit speciale tijdsignaal na zijn terugwinning uit het bijbehorende signaalblok tenminste voor drie op elkaar volgende blokfasen op afstand van een bit voor de bepaling van de juiste blokfase met behulp van een foutcontrole gewaardeerd en aansluitend het intussen opgeslagen signaalblok met de op deze manier bepaalde juiste blokfase voor zijn verdere verwerking opnieuw opgeslagen wordt.
Bijzondere uitvoeringen van de werkwijze voor de overdracht van signaalblokken met speciaal tijdsignaal zijn in de ver-dere onderconclusies 4 tot 7 aangegeven.
Wanneer de over te dragen signaalblokken voor wat betreft hun inhoud spraaksignalen zijn, dan is het voor de reconstructie van het over te dragen spraaksignaal aan de ontvangzijde voldoende wanneer een als gestoord onderscheiden signaalblok vervangen wordt door een ongestoord signaalblok. Hierbij wordt aan de ontvangzijde bij de verdere signaalverwerking een als gestoord onderscheiden signaalblok door herhaling van het direkt voorafgegane ongestoorde signaalblok vervangen.
Een verdere voordelige uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding is in conclusie 9 aangegeven.
De uitvinding zal nader worden toegelicht met verwijzing naar de tekeningen, waarin:
Fig. 1 een schematische in blokschema aangegeven weergave toont van een van de werkwijze volgens de uitvinding gebruikmakend radiostelsel;
Fig. 2 het blokschema geeft met nadere details van de aan de zendzijde uitgevoerde signaalvoorbereiding van een eerste uitvoeringsvorm van het radiostelsel volgens fig. 1;
Fig. 3 een blokschema geeft met nadere details van de aan de ontvangzijde uitgevoerde signaalterugwinning van een eerste uitvoeringsvorm van het radiostelsel van fig. 1;
Fig. 4 een blokschema geeft met nadere details van de aan de zendzijde uitgevoerde signaalvoorbereiding van een tweede uitvoeringsvorm van het radiostelsel van fig. 1;
Fig. 5 een blokschema geeft met nadere details van de aan de ontvangzijde uitgevoerde signaalterugwinning van een tweede uitvoeringsvorm van het radiostelsel van fig. 1;
Fig. 6 een tijddiagram met een eerste type van signaalblokken toont ter toelichting van de eerste uitvoeringsvorm van het radiostelsel van fig. 1 samen met de fig. 2 en 3;
Fig. 7 een tijddiagram met een tweede type van signaalblokken toont ter toelichting van de eerste uitvoeringsvorm van hét radiostelsel van fig. 1 samen met de fig. 2 en 3; en
Fig. 8 een tijddiagram met signaalblokken toont ter toelichting van de tweede uitvoeringsvorm van het radiostelsel van fig. 1 samen met de fig. 4 en 5.
Beste methode voor het uitvoeren van de uitvinding.
Het radiostelsel uit het blokschema van fig. 1 bestaat aan de zendzijde uit een signaalbron SQ, een hierop aansluitende signaalvoorbereiding SA voor het geschikt maken van het over te dragen signaal, en de zender S met de antenne A. De zender S voert een salvobedrijf via de antenne A uit, waarbij de op elkaar volgende signaalblokken telkens op een pseudotoevallig wisselende radiodraag-golffrequentie uitgestraald worden.
Aan de ontvangzijde van het radiostelsel van fig. 1 wordt het op de antenne A ontvangen signaal aan de ontvanger E toegevoerd, die de binnenkomende signaalblokken met in achtname van hun radiodraaggolffrequentie in een voorgegeven middenfrequent positie omzet en aan de regenerator RG afgeeft. De regenerator RG heeft een op de bitklok van de binnenkomende signaalblokken gesynchroniseerde klok-generator en de eigenlijke regenereertrap. De aan de uitgang van de regenerator van de signaalterugwinning SR toegevoerde bitgesynchroni-seerde signaalblokken worden hier telkens op de juiste blokfase gecontroleerd en worden aansluitend in de juiste blokfase via de omschake-laar U aan de signaalopvanger SS toegevoerd.
Zoals fig. 1 aangeeft, worden de signaalblokken aan de uitgang al van de signaalterugwinning SR aan het ene schakelcontact van de omschakelaar U rechtstreeks en aan het andere schakelcontact via het vertragingselement ΔΓ met een vertragingstijd toegevoerd, die gelijk is aan een signaalbloklengte. Op deze manier wordt het mogelijk om bij overgedragen signalen met redundantie, zoals dat bijvoorbeeld bij spraaksignalen het geval is, een door de signaalterugwinning als gestoord onderscheiden signaal'blok in de signaalstroom door het direkt voorafgegane ongestoorde signaalblok te vervangen. Hiertoe schakelt de signaalterugwinning SR via de tweede uitgang a2 de omschakelaar U voor de duur van een signaalblok van de aangegeven getrokken schakelstand om in de onderbroken aangegeven schakelstand, waarin dan het met een signaalbloklengte vertraagde signaalblok een tweede keer aan de ingang van de signaalopvanger SS terecht komt.
Zoals de ontvangzijde van fig. 1 verder laat zien, heeft de signaalterugwinning SR een terugleiding r naar de ontvanger E. Via deze terugleiding r geeft de signaalterugwinning SR een signaal aan de ontvanger E dan af, wanneer zij bij optredende storingen, die een , bepaling van de juiste blokfase onmogelijk maken, met behulp van een looptijdintegratie het bepalingsresultaat vaststelt dat de verbinding onderbroken is. Met dit signaal wordt de ontvanger E dan in een verbin-dingsvrije bedrijfstoestand overgebracht, waarin hij een zoekactie uitvoert.
Zoals reeds eerder is vermeld, bestaan er in principe twee mogelijkheden voor de aan de ontvangzijde uitgevoerde controle van de blokfase van de ontvangen signaalblokken al naar gelang in welke vorm de over te dragen signalen aan de zendzijde in de signaalvoorbe-reiding SA gevormd worden.
Bij de eerste uitvoeringsvorm van het radiostelsel van fig. 1 voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding worden de door de signaalbron SQ geleverde digitale signalen met weglating van een van de signaalinhoud afhankelijke aanvullende foutcode met een van de signaalinhoud onafhankelijk speciaal tijdsignaal voorzien. Het hiervoor van toepassing zijnde blokschema voor de aan de zendzijde uitgevoerde signaalvoorbereiding SA van fig. 2 geeft aan dat de door de signaalbron, SQ geleverde digitale signalen aan een geheugeneigenschap-pen bezittende compander KP toegevoerd worden, waarin de op elkaar volgende signaalbits met het inleesklokritme Te ingelezen en met het snellere uitleesklokritme Ta opnieuw uitgelezen worden. Op deze manier worden de voor de overdracht in frequentiesprongbedrijf vereiste signaal-delen van de signaalblokken gevormd. Het speciale tijdsignaal wordt in de tijdsignaalgever ZSG opgewekt. De uitgang van de tijdsignaalgever ZSG en de uitgang van de compander KP zijn telkens op een schakelcon-tact van een omschakelaar UI aangesloten, waarvan het omschakelcontact verbonden is met de modulatie-ingang van de zender S, dus de uitgang van de signaalvoorbereiding SA vormt. Het uitleeskloksignaal Ta wordt zowel aan de compander KP als aan de tijdsignaalgever ZSG toegevoerd. Voor dit doel is een omschakelaar U2 aangebracht, waarvan het ene scha-kelcontact met de uitleesklokingang van de compander en waarvan het andere schakelcontact met de klokingang van de tijdsignaalgever verbonden is. Aan het omschakelcontact van de omschakelaar U2 wordt het uitleeskloksignaal Ta toegevoerd. De omschakelaar UI en de omschakelaar U2 worden gemeenschappelijk door de stuurinrichting ST1 bekrachtigd, die op zijn beurt voorzien wordt van het stelselgrondkloksignaal To. Voor het geval dat de signalen versleuteld overgedragen moeten worden, is aan de ingang van de compander KP een in onderbroken lijn aangegeven sleutelapparaat SHG geschakeld, dat via een in de stuurinrichting STE aangebrachte sleutelgever gestuurd wordt. De besturing van de omschake-laars Ul en U2 door de stuurinrichting STE vindt op die manier plaats, dat bij aansluiting van het uitleeskloksignaal Ta aan de uitleesklokin-gang van de compander KP de uitgelezen signaaldelen en bij aansluiting van het uitleeskloksignaal Ta aan de klokingang van de tljdsignaalgever ZSG het speciale tijdsignaal via de omschakelaar Ul aan de modulatorin-gang van de zender S afgegeven worden.
De met de aan de zendzijde uitgevoerde signaalvoorbe-reiding SA van fig. 2 voor een eerste uitvoeringsvorm van het radio-stelsel van fig. 1 overeenkomende, aan de ontvangzijde uitgevoerde signaal terugwinning SR van fig. 3 heeft aan de ingangszijde een geheugen SP, waarin de binnenkomende signaalblokken opgeslagen worden. Gelijktijdig wordt aan de ingangszijde via een door een ook hier aanwezige stuurinrichting STE gestuurde schakelaar sl het signaaldeel van een binnenkomend signaalblok uitgefilterd en wordt het overblijvende speciale tijdsignaal aan de tijdsignaalcorrelator ZSK toegevoerd. Aan de uitgangszijde van het geheugen SP zijn drie uitgangen voorzien, die met de drie schakelcontacten van een drievoudige omschakelaar U3 verbonden zijn. Het opgeslagen signaalblok kan via elke van de drie uitgangen afgenomen worden. Aan elke van de drie uitgangen heeft het signaalblok echter een andere bitfase. Ten opzichte van de middelste uitgang heeft het signaalblok aan de bovenste uitgang een faseverschuiving over +1 bit en aan de onderste uitgang een faseverschuiving over -1 bit. Al naar gelang welk resultaat de tijdtekencorrelator ZSK verkrijgt, geeft hij via zijn stuurleiding St aan de stuurinrichting STE een signaal af, dat in deze stuurinrichting STE voor de besturing van de omschakelaar U3 zodanig omgezet wordt, dat deze omschakelaar telkens in de schakel-stand gebracht wordt, waarin het met juiste blokfase onderscheiden signaalblok afgenomen kan worden.
Het omschakelcontact van de omschakelaar U 3 is via de schakelaar s2 verbonden met de ingang van de expander EP, waaraan het inleeskloksignaal Te via de door de stuurinrichting STE gestuurde schakelaar s3 toégevoerd wordt. Het stuurkloksignaal voor de schakelaar s3 is op dezelfde manier voor de schakelaar s2 in de verbindingsweg tussen de omschakelaar U3 en de ingang van de expander EP voorzien. Wanneer beide schakelaar s2 en s3 gesloten zijn, wordt het signaaldeel van het in het geheugen SP opgeslagen signaalblok in de juiste blokfase in de geheugeneigenschappen bezittende expander EP ingelezen. Op deze manier wordt het in het signaalblok eveneens aanwezige speciale tijdsignaal uit de signaalstroom uitgefilterd. De op deze manier in de geheugeneigenschappen bezittende expander ÊP opgeslagen signaaldelen worden nu voor de terugwinning van het oorspronkelijk continue signaal met behulp van het in onderscheid tot de zendzijde hier met het inlees-kloksignaal Te overeenkomende langzamere uitleeskloksignaal Ta uit de expander EP uitgelezen, en, voor zover het signaal versleuteld was, via het sleutelapparaat SHG aan de uitgang al toegevoerd. Het sleutelappa-raat SHG is hier ook opnieuw slechts in onderbroken lijn aangegeven.
Dit geldt overigens ook voor de weergave van de sleutelapparaten in de fig. 4 en 5. In overeenstemming met de ontvangzijde van het radiostel-sel van fig. 1 heeft de signaalterugwinning SR nog de uitgang a2 voor de omschakelaar U alsmede de terugleiding r naar de ontvanger E. Beide stuurleidingen worden eveneens door de stuurinrichting STE bediend.
Bij de tweede principiële mogelijkheid voor de controle van de blokfase wordt ervan uitgegaan, dat elk signaalblok met een signaalinhoudspecifieke foutbeveiliging in de vorm van een aanvullende foutcode voorzien is. Het blokschema van fig. 4 toont de aan de zendzijde uitgevoerde signaalvoorbereiding overeenkomstig deze tweede uitvoeringsvorm. Deze bestaat aan de ingangszijde uit twee met een inleeskloksignaal Te en een uitleeskloksignaal Ta gestuurde blokken, en wel een geheugen SP en een foutbeveiligingsinrichting FSE, die aan de ingangszijde onderling parallel geschakeld en aan de uitgangszijde telkens met één van de beide schakelcontacten van de door de foutbeveiligingsinrichting FSE gelijktijdig gestuurde omschakelaar U4 verbonden zijn. De foutbeveligingsinrichting FSE bepaalt voor het in een signaalblok over te dragen signaaldeel de bijbehorende foutcode en voegt deze door omschakeling van de omschakelaar U4 van de getrokken schakelstand in de onderbroken getekende schakelstand aan het bijbehorende signaaldeel toe. De op deze manier gevormde signaalblokken worden door de omschakelcontactaansluiting van de omschakelaar U4 eventueel via het sleutelapparaat SHG aan de modulatie-ingang van de zender S van fig. 1 toegevoerd. Het sleutelapparaat SHG verkrijgt zijn sleutel van een sleutelgenerator PNG, die eveneens door het uitleeskloksignaal Ta gestuurd wordt. Een speciale weergave van de kloksignaalvoeding is weggelaten.
De met de signaalvoorbereiding SA van fig. 5 overeenkomende, aan de ontvangzijde aanwezige signaalterugwinning SR heeft aan de ingangszijde een looptijdketen van twee looptijdelementen,.'Χ , die een binnenkomend signaalblok telkens over een bit vêPtr«gea«~De-uit de beide looptijdelementen L bestaande looptijdketen heeft drie aftakkingen, waarvan hetzelfde signaalblok in drie telkens over een bit verschoven fasen in het gegeven geval via een de ontsleuteling uitvoerend sleutelapparaat SHG aan een foutdetector FD toegevoerd wordt. De drie foutdetectoren FD zijn aan de uitgangszijde via een drievoudige omschakelaar U5 met de uitgang al verbonden. De foutdetectoren FD scheiden bij elk signaalblok het signaaldeel af van de foutcode en controleren met behulp van de foutcode de juiste ontvangst van het signaalblok. Wanneer de blokfase niet overeenstemt, toont de foutdetector een fout aan, die door elke foutdetector aan een voor hun gemeenschappelijke logische waarderingseenheid AL toegevoerd wordt. Op deze manier kan de logische waarderingseenheid AL de juiste blokfase bepalen en dienovereenkomstig de omschakelaar U5 in de schakelstand sturen, waarin aan de uitgang van de bijbehorende foutdetector FD het signaaldeel van het oorspronkelijke signaalblok in de juiste blokfase aanwezig is. De logische waarderingseenheid AL bedient in overeenstemming met de stuurinrichting STE van fig. 3 de met de uitgang a2 verbonden stuurlei-ding voor de omschakelaar U alsmede de stuurterugleiding r voor de ontvanger E van fig. 1. De eventueel aanwezige sleutelapparaten SHG worden alle met hetzelfde sleutelsignaal voorzien, dat opnieuw door de eveneens in onderbroken lijn aangegeven, door het inleeskloksignaal Te gestuurde sleutelgenerator PNG opgewekt wordt.
Het tijddiagram voor een signaalblokreeks van fig. 6 toont zeven op elkaar volgende signaalblokken BI, B2, ... B7 met de bloklengte Lb, die telkens met een speciaal tijdsignaal ZS in de vorm van een deelblok, dat hierbij gearceerd aangegeven is, voorzien zijn. Teneinde het speciale tijdsignaal, dat in het signaalblok niet versleuteld is, niet zo gemakkelijk te laten onderkennen, wordt zijn positie binnen een signaalblok ten opzichte van het signaalblokbegin, in de opvolgende reeks van de signaalblokken BI, B2, ... B7 pseudotoevallig aan een verschuiving onderworpen. Deze pseudotoevalligè verschuiving kan met behulp van de in fig. 2 aangegeven basisschakeling gemakkelijk gestuurd worden daar immers altijd dan, wanneer de omschakelaars UI en U2 door de stuurinrichting STE bekrachtigd worden, betrokken op de uitgang van de signaalvoorbereiding SA het signaal afgeschakeld en het tijdsignaal ingeschakeld en omgekeerd. Via de synchronisatie tussen zendzijde en ontvangzijde wordt gewaarborgd dat ook aan de ontvangzijde de stuurinrichting STE van de signaalterugwinning SR van fig. 3 de schakelaar s synchroon zodanig kan sturen, dat bij continu wisselende positie van het speciale tijdsignaal ZS binnen een signaalblok altijd slechts dit tijdsignaal binnen een voorgegeven mogelijke verschuivings-breedte aan de ingang van de tijdsignaalcorrelator ZSK terecht kan komen.
Op doelmatige manier is dit, een speciaal tijdteken voorstellende tijdsignaal een code, die voor wat betreft zijn autocor-relatie-eigenschappen zodanig vastgelegd is, dat bij vergelijking in de tijdtekencorrelator tussen het aan de ontvangzijde vast opgeslagen en het ontvangen speciale tijdteken niet slechts bij overeenstemmende bit-fase maar tenminste ook bij een onderlinge faseverschuiving van + n bit (waarbij n een geheel positief getal > 2 is) een correlatiepiek optreedt. De afstand van de juiste correlatiepiek tot verdere correla-tiepieken bij een faseverschuiving van + n bit is zodanig te bepalen dat aan de ontvangzijde de juiste blokfase op elk moment correct onderscheiden kan worden, en de verdere correlatiepieken slechts dienen tot het op een dwaalspoor brengen van de ongerechte medeluisteraar. Een dergelijke autocorrelatie eigenschappen bezittende code heeft bijvoorbeeld het hiernavolgend aangegeven bitpatroon voor n=3 van 0 11 00 10 11 01.
Het verdere tijddiagram van fig. 7 komt met dat van fig. 6 overeen met het verschil, dat hier het speciale tijdsignaal gelijkmatig "versmeerd" over meerdere plaatsen binnen de op elkaar volgende signaalblokken Bl, B2, ... B7 ingevoerd is. De invoering hierbij is voor alle blokken vast. Een dergelijk versmeerd speciaal tijdteken levert een beter "boven-alles-kwaliteit-kriterium” van een signaalblok, maar verzwaart echter de autocorrelatie daar de vergelijking hierbij ten opzichte van ruis uitgevoerd moet worden. De overdracht van het speciale tijdteken ZS van fig. 6 staat wel een betrouwbare autocorrelatie toe daar hier de vergelijking van het tijdteken ten opzichte van een verschoven tijdteken uitgevoerd wordt. De foutvrije ontvangst geeft echter geen garantie ervoor dat het signaaldeel van dit blok eveneens ongestoord is. Als gevolg van de meer gunstige realisatie wordt echter aan de overdracht van het speciale tijdteken ZS overeenkomstig fig. 6 in het algemeen de voorkeur gegeven.
In het tijddiagrara van fig. 8 is een van het signaal onafhankelijk speciaal tijdteken weggelaten, en het diagram komt dus met de tweede uitvoeringsvorm van een radiostelsel van fig. 1 overeenkomstig de fig. -4 en 5 voor de aan de zendzijde uitgevoerde signaal- voorbereiding SA en de aan de ontvangzijde uitgevoerde signaalterugwin-ning SR overeen. De foutbeveiligingscode FS is telkens aan het einde van het signaaldeel opgehangen en vormt met dit signaaldeel samen telkens een signaalblok met de bloklengte Lb. In fig. 8 is de foutbeveiligingscode FS telkens in gearceerde vorm aangegeven. De onderscheiding daarvan in het signaal kan op eenvoudige manier hierdoor belemmerd worden dat bij toepassing van een versleuteling telkens het totale signaalblok aan de zendzijde versleuteld en aan de ontvangzijde ontsleu-teld wordt.
Toepasbaarheid in de nijverheid.
Radiostelsels die met frequentiesprong werken zijn van bijzonder belang bij troepenradioverkeer bij tactische toepassingen, daar hiermede ook onder moeilijke bedrijfsomstandigheden altijd nog radioverkeer uitvoerbaar is.
Lijst van de in de figuren van de tekeningen toegepaste verwijzingstekens: SQ signaalbron SA signaalvoorbereiding S zender A antenne E ontvanger RG regenerator SR signaalterugwinning ΔΓ vertragingselement (1 bloklengte) U,UI,2,3,4,5 omschakelaar SS signaalopvanger SHG sleutelapparaat KP compander ZSG tijdsignaalgever STE stuurinrichting
Te inleeskloksignaal
Ta uitleeskloksignaal
To systeembasiskloksignaal sl,2,3 schakelaar ^ SP geheugen EP expander FSE foutbeveiligingsinrichting PNG sleutelgenerator '’i vertragingselement (1 bitlengte) FD foutdetector
Bi signaalblok ZS speciaal tijdsignaal FS foutbeveiliginscode
Lb bloklengte ZSK tijdtekencorrelator

Claims (9)

1. Werkwijze voor de beveiligde overdracht van digitale resp. gedigitaliseerde signalen via radioverbindingen, waarbij de overdracht van de eventueel versleutelde signalen bloksgewijs (salvobe-drijf) met bloksgewijs pseudotoevallig wisselende radiodraaggolffrequenties (frequentiespringen) plaatsvindt en de op elkaar volgende sig-naalblokken telkens met een foutbeveiliging voorzien worden, en waarbij de synchronisatie tussen twee stations in verbinding met op de stations aangebrachte kwartsklokken van hoge nauwkeurigheid door een tenminste aan het begin van een signaaloverdracht gezonden tijdteken in de vorm van een codereeks met goede autocorrelatie-eigenschappen teweeggebracht wordt, met het kenmerk, dat elk ontvangen signaalblok (Bl, B2, ... B7) na zijn regeneratie in een door het bitkloksignaal gestuurde regenerator (RG) op zijn juiste blokfase gecontroleerd wordt en dat hierbij telkens de voor de verdere exacte verwerking van een signaalblok vereiste blokklokfase bepaald wordt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat elk aan de ontvangzijde geregenereerde signaalblok (Bl, B2, ... B7) ten aanzien van zijn foutcontrole en eventueel ten aanzien van een hierop aansluitende foutcorrectie tenminste voor drie op elkaar volgende blokfasen op afstand van een bit gewaardeerd wordt, en dat in afhankelijkheid van het betreffende foutresultaat het op fouten gecontroleerde en eventueel op fouten gecorrigeerde signaalblok voor zijn verdere verwerking geselecteerd wordt, dat foutvrij is resp. het kleinste aantal fouten heeft, voor zover dit aantal fouten nog binnen het zijn bruikbaarheid waarborgende fouttolerantiegebied ligt.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat aan de zendezijde aan elk over te dragen signaalblok (Bl, B2, ... B7) voor de foutbeveiliging een speciaal tijdsignaal (ZS) in de vorm van een codereeks met voor de aan de ontvangzijde uitgevoerde bepaling van de juiste blokfase geschikte autocorrelatie-eigenschappen bijgevoegd wordt, dat verder dit speciale tijdsignaal na zijn terugwinning uit het bijbehorende signaalblok tenminste voor drie op elkaar volgende blokfasen op afstand van een bit voor de bepaling van de juiste blokfase met behulp van een foutcontrole gewaardeerd wordt en aansluitend het intussen opgeslagen signaalblok met de op deze manier bepaalde juiste blokfase voor zijn verdere verwerking opnieuw~opgesla- gen wordt.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de het speciale tijdteken (ZS) voorstellende code voor wat betreft zijn autocorrelatie-eigenschappen zodanig vastgelegd is, dat bij aan de ontvangzijde uitgevoerde vergelijking tussen het aan de ontvangzijde vast opgeslagen en het ontvangen speciale tijdteken niet slechts bij overeenstemmende bitfase maar tenminste ook bij een onderlinge faseverschuiving van + n bit (waarbij n een geheel positief getal >2 is) een correlatiepiek optreedt.
5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4,met het kenmerk, dat het speciale tijdsignaal (ZS) telkens in de vorm van een blokeenheid op voorgegeven plaats binnen een signaalblok (Bl, B2, ... B7) overgedragen wordt.
6. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4,met het kenmerk, dat het speciale tijdsignaal (ZS) telkens in onderverdeelde vorm op verschillende, vast voorgegeven plaatsen binnen een signaalblok (Bl, B2, ... B7) overgedragen wordt.
7. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4,met het kenmerk, dat het speciale tijdsignaal (ZS) telkens in de vorm van een blokeenheid binnen een signaalblok (Bl, B2, ... B7) overgedragen en hierbij zijn op het signaalblokbegin betrokken positie in de opvolgende reeks van de signaalblokken pseudotoevallig aan een verschuiving onderworpen wordt.
8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de over te drage gedigitaliseerde signalen spraaksignalen zijn, met het kenmerk, dat aan de ontvangzijde tijdens de verdere signaalverwerking een als gestoord onderscheiden signaalblok (Bl, B2, ... B7) door herhaling van het direkt voorafgegane ongestoorde signaalblok vervangen wordt.
9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de ontvangzijde bij optredende storingen die een bepaling van de juiste blokfase van de signaalblokken (Bl, B2, ... B7) onmogelijk maken, met behulp van een looptijdintegra-tie van de bepalingsresultaten vastgesteld wordt wanneer een verbinding voor onderbroken aangezien moet worden en dientengevolge de ontvanger (E) in een verbindingsvrije bedrijfstoestand overgebracht moet worden, waarin hij een zoekactie uitvoert.
NL8502209A 1984-08-10 1985-08-09 Werkwijze voor de beveiligde overdracht van digitale danwel gedigitaliseerde signalen via radioverbindingen. NL191399C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3429453A DE3429453C1 (de) 1984-08-10 1984-08-10 Verfahren zur gesicherten Funksignaluebertragung
DE3429453 1984-08-10

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8502209A true NL8502209A (nl) 1992-06-01
NL191399B NL191399B (nl) 1995-02-01
NL191399C NL191399C (nl) 1995-07-03

Family

ID=6242762

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8502209A NL191399C (nl) 1984-08-10 1985-08-09 Werkwijze voor de beveiligde overdracht van digitale danwel gedigitaliseerde signalen via radioverbindingen.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US5168506A (nl)
DE (1) DE3429453C1 (nl)
FR (1) FR2673497B1 (nl)
GB (2) GB8508986D0 (nl)
IT (1) IT1235236B (nl)
NL (1) NL191399C (nl)
NO (1) NO170609C (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6963599B1 (en) * 1992-12-30 2005-11-08 Itt Manufacturing Enterprises, Inc. Multitone frequency hop communications system
DE4337211C1 (de) * 1993-10-30 1994-12-15 Grundig Emv Funkalarmanlage mit einer Funkstrecke zwischen den Außenstationen und der Zentraleinheit einer Alarmanlage
US6539517B1 (en) * 1999-11-09 2003-03-25 Sony Corporation Data transformation for explicit transmission of control information
GB0022269D0 (en) * 2000-09-12 2000-10-25 Koninkl Philips Electronics Nv Data transmission system

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4361890A (en) * 1958-06-17 1982-11-30 Gte Products Corporation Synchronizing system
SE338076B (nl) * 1969-12-23 1971-08-30 Philips Svenska Ab
JPS55135450A (en) * 1979-04-10 1980-10-22 Mitsubishi Electric Corp Synchronous signal formation for digital transmission signal
DE3032296C2 (de) * 1980-08-27 1982-02-11 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Schaltungsanordnung zum Synchronisieren einer Sende-und Empfangsstelle auf das Datennetz eines digitalen Nachrichtensystems
DE3136461A1 (de) * 1981-09-15 1983-03-31 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Verfahren zur gesicherten uebertragung von digitalen signalen
DE3230726A1 (de) * 1982-08-18 1984-02-23 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Verfahren zur stoerresistenten funkuebertragung auf kurzwelle
GB2126844B (en) * 1982-09-11 1986-01-15 Racal Res Ltd Multipath correction in radio systems
GB2132450A (en) * 1982-12-01 1984-07-04 Plessey Co Plc Intra-hop synchroniser
DE3302828A1 (de) * 1983-01-28 1984-08-02 Standard Elektrik Lorenz Ag, 7000 Stuttgart Empfangsgeraet
DE3333714A1 (de) * 1983-09-17 1985-04-04 Standard Elektrik Lorenz Ag, 7000 Stuttgart Schaltungsanordnung zur rahmen- und phasensynchronisation eines empfangsseitigen abtasttaktes

Also Published As

Publication number Publication date
NO170609C (no) 1992-11-04
NO852817L (no) 1992-03-03
GB2252017B (en) 1992-12-09
DE3429453C1 (de) 1992-05-27
FR2673497A1 (fr) 1992-09-04
NL191399B (nl) 1995-02-01
US5168506A (en) 1992-12-01
NO170609B (no) 1992-07-27
GB8508986D0 (en) 1992-04-08
NL191399C (nl) 1995-07-03
FR2673497B1 (fr) 1995-01-13
IT8521141A0 (it) 1985-06-13
GB2252017A (en) 1992-07-22
IT1235236B (it) 1992-06-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5228055A (en) Spread spectrum communication device
CA2177416C (en) Full duplex modulated backscatter system
US5206881A (en) Wireless local area network
US5428647A (en) Method and apparatus for synchronizing a received signal in a digital radio communication system
JP2746190B2 (ja) スペクトラム拡散通信装置
US4972410A (en) Method and apparatus for controlling signal coherency in simulcast systems
EP0423715A2 (en) Synchronization for entry to network in a frequency hopping communication system
WO2006024939B1 (en) Two non-orthogonal states quantum cryptography method and apparatus with intra-and inter-qubit interference for eavesdropper detection
JP2001267988A (ja) アンテナ信号の位相制御合計を有するアンテナダイバーシチ装置
US5117424A (en) Method and apparatus for setting clock signals to predetermined phases at remote broadcast sites in simulcast systems
US7961811B2 (en) Radio transmitting apparatus and radio transmitting method
JP4341127B2 (ja) 情報処理装置、icカード及びリーダライタ
AU2009500A (en) Method for combining signals on a digital interface
US6256325B1 (en) Transmission apparatus for half duplex communication using HDLC
NL8502209A (nl) Werkwijze voor de beveiligde overdracht van radiosignalen.
JP3419379B2 (ja) Dsrc無線機の受信回路
US6473450B1 (en) Adaptive reference pattern for spread spectrum detection
EP1898583A1 (en) Frame synchronization device and frame synchronization method
US5107488A (en) Circuit arrangement for switching a digital service channel through a radio relay repeater
EP1085672B1 (en) Method and system for minimising crosstalk
US4510579A (en) Fast correlation system
EP0886393B1 (en) TDMA voice information reading apparatus
JP2603608B2 (ja) 切替型スペースダイバーシティディジタル無線通信の伝搬時間差補正回路
JPS594252A (ja) ユニ−クワ−ド検出方式
US3676593A (en) Demodulation apparatus for a time-divisional multiplex phase-shift keyed signal of burst mode

Legal Events

Date Code Title Description
A1C A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20030301