NL8502183A - Inrichting ten behoeve van de anticorrosiebehandeling en mechanische versterking van samenstellende onderdelen van ondergedompelde constructies. - Google Patents

Description

«, € Ν.0. 33359 1

Inrichting ten behoeve van de anticorrosiebehandeling en mechanische versterking van samenstellende onderdelen van ondergedompelde constructies.

5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor de anticor rosiebehandel ing en de mechanische versterking van samenstellende onderdelen van ondergedompelde constructies, en ook op een werkwijze voor het toepassen van zo'n inrichting.

Alle ondergedompelde bouwkundige constructies, zoals bijvoorbeeld 10 brugpijlers, dijken, dammen of buitengaatse boorplatforms worden gedurende een meer of minder lange tijd blootgesteld aan de effecten van corrosie. Zulke effecten zijn in het bijzonder waar te nemen op alle metalen onderdelen die ondergedompeld zijn in zee, en afhankelijk van de mate van corrosie, kan daaruit mechanische verzwakking volgen van de 15 gehele bouwkundige constructie. De stevigheid en de levensduur van de constructie worden dientengevolge verminderd.

De tot nu toe toegepaste anticorrosiebehandelingen maken gebruik van technieken die beheerst worden door vaklui. De meest toegepaste werkwijze bestaat in feite uit het gebruik maken van duikers die, in 20 waterdiepten van verschillende meters of verschillende tientallen meters, de te behandelen onderdelen bedekken door middel van bijvoorbeeld verven, harsen of mastiek. Zulke technieken worden onder moeilijke omstandigheden toegepast, ze zijn duur, gevaarlijk voor het personeel, en vaak onbevredigend vanuit het oogpunt van doelmatigheid. Wanneer een 25 mechanische versterking van ondersteuningsonderdelen nodig is, is verder het lassen van ondersteuningsbalken of metalen platen bijvoorbeeld eveneens problematisch in zulke omstandigheden, en ook onbetrouwbaar vanuit het oogpunt van doelmatigheid.

Voor de vakman is het derhalve belangrijk dat hij kan beschikken 30 over technische oplossingen die gemakkelijk toegepast kunnen worden, en die betrouwbaar zijn en niet gevaarlijk. Dit wordt bereikt door middel van een inrichting voor de anticorrosiebehandeling en de mechanische versterking van samenstellende onderdelen van ondergedompelde constructies, met het kenmerk dat hij stijve voorgevormde mantelonderdel en be-35 vat die tenminste twee aan twee samenwerken door middel van hun randen teneinde rondom een punt van de constructie, dat behandeld moet worden, een behuizing te vormen die aan de bovenkant open is, voorzien van doorgangen die nauwkeurig het profiel volgen van bepaalde samenstellende onderdelen van de constructie, dat hij middelen bevat voor het aan 40 elkaar bevestigen van de genoemde behuizingonderdelen en middelen waar- ,¾ J? (\ 9 1 « 3

«v· w - V

i ,.

2 mee een polymeriseerbare vloeibare substantie in het onderste gebied gebracht kan worden van de ruimte die begrensd wordt door de behuizing, en door deze te gebruiken volgens de werkwijze voor de anticorrosiebe-handeling en de mechanische versterking van samenstellende onderdelen 5 van ondergedompelde constructies, die bestaat uit het aanbrengen van de stijve voorgevormde behuizingelementen op het niveau van het punt van de constructie dat behandeld moet worden door hen tenminste twee aan twee door middel van hun randen samen te stellen teneinde rondom het te behandelen punt een behuizing te vormen die open is aan de bovenkant, 10 met vlakken waarvan door sommige de samenstellende onderdelen van de constructie kunnen lopen door de doorgangen vervolgens uit het vullen met een vloeibare substantie die kan polymeriseren zonder dat daarbij krimp optreedt, van de ruimte die begrensd wordt door de behuizing vanaf het onderste gebied van de genoemde ruimte en, indien gewenst, uit 15 het verwijderen van de behuizingelementen van de ingebrachte massa wanneer de laatste gepolymeriseerd is.

In feite werd ontdekt dat de inrichting volgens de onderhavige uitvinding met voordeel gebruikt kan worden voor de anticorrosiebehan-deling en mechanische versterking van samenstellende onderdelen van on-20 dergedompelde constructies zoals ondergedompelde leidingen (pijpleidingen) of kabels, ondersteuningspalen, of samenstellende onderdelen van constructies die meer ingewikkeld zijn, zoals bijvoorbeeld de knooppunten van vertakte ondersteun!ngselementen die vervaardigd zijn van balken of buizen die buitengaatse boorplatforms ondersteunen.

25 De bijgevoegde figuren tonen, als voorbeeld, een van de uitvoeringen van de uitvinding.

Fig. 1 toont een inrichting volgens de uitvinding die toegepast is op de behandeling van een knooppunt in een vertakkingspunt van buisvormige elementen.

30 Fig. 2 is een opengewerkt aanzicht waarin elk van de onderdelen van de inrichting afgebeeld in fig. 1 getoond wordt, evenals het knooppunt van het vertakkingspunt, waarbij dit behandeld en versterkt is.

Volgens de uitvinding bevat de inrichting stijve voorgevormde be-huizingonderdelen 1, 2, 3, 4, ·. die tenminste twee aan twee door mid-35 del van hun randen la/2a, 2b/3b, 3c/4c, .. samenwerken. Wanneer ze eenmaal samengesteld zijn rondom een punt van de constructie dat behandeld moet worden, vormen de genoemde onderdelen een behuizing 5 die open is aan de bovenkant. Vanwege voor de hand liggende praktische redenen, zal de constructie van de inrichting bij voorkeur zo uitgevoerd worden dat 40 zijn bovenste oppervlak geheel vrij is. Teneinde de best mogelijke ver- Ö3 0 i iVd .> 1 3 binding te verkrijgen tussen de samengestelde onderdelen, zullen de randen la/2a, 2b, .. een geschikte overeenkomstige vorm hebben: zij kunnen voorzien zijn van mannelijke, respektievelijk vrouwelijke profielen die samenwerken met het overeenkomstige profiel van de rand van 5 het aangrenzende onderdeel zoals afgebeeld in fig. 1 en 2.

Volgens de uitvinding is elk van de genoemde behuizingelementen tenminste aan een van zijn randen voorzien van een of verscheidene holten die zo uitgevoerd zijn dat ze samenvallen met een of verscheidene overeenkomstige holten van het aangrenzende behuizingonderdeel waardoor 10 de doorgangen 6, 7, 8, .. gevormd worden waarvan de symmetrieas over het algemeen voorgesteld wordt door de gemeenschappelijke rand van twee naburige onderdelen. De genoemde doorgangen 6, 7, 8, .. bezitten overeenkomstige vormen teneinde nauw te passen op het profiel van een of verscheidene samenstellende onderdelen 9, 10, 11, .. bijvoorbeeld bui-15 zen of balken, van de ondergedompelde constructie. Een dergelijk voorvormen leidt niet tot bijzondere problemen, aangezien dit aan de wal uitgevoerd kan worden op een zeer nauwkeurige wijze vanaf de constructietekeningen van de te behandelen constructie.

Al naar gelang de omstandigheden, kunnen de randen van de doorgan-20 gen 6, 7, 8, .. voorzien zijn van elastische voegen 16 met, onder andere, het doel de onnauwkeurigheden van de constructie of van het voorvormen op te nemen. Zulke voegen 16 kunnen ook aangebracht worden op de randen door middel waarvan de behuizingonderdelen 1, 2, 3, .. samenwer-· ken. Dergelijke voegen 16 kunnen ook als afdichtingen fungeren.

25 Volgens de uitvinding bevat de inrichting middelen 12 waarmee de samengestelde behuizingonderdelen 1, 2, 3, .. aan elkaar bevestigd kunnen worden. Elk geschikt middel, zoals bijvoorbeeld grendels, klemmen, schroeven of boutsamenstellingen kunnen voor dat doel gebruikt worden.

De genoemde middelen zullen zo uitgevoerd worden dat zij een tijdelijke 30 dan wel permanente behuizingsamenstelling verschaffen.

Volgens de uitvinding bevat de inrichting ook middelen 13 waarmee het onderste gebied van de ruimte 15, die begrensd wordt door de behuizing 5, gevuld kan worden met een polymeriseerbare vloeibare substantie 14. Een voorbeeld van een middel 13 is bijvoorbeeld een inspuitpomp die 35 bevestigd is aan een leiding waarvan het eind geplaatst is in de behuizing 5 nabij de bodem. De eenvoudigste inrichting bestaat uit een flexibele buis van een voldoend grote diameter die gebruikt wordt om de vloeibare substantie 14 vanaf het oppervlak aan te voeren.

De inrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt als volgt 40 geplaatst. Allereerst worden de voorgevormde stijve behuizingonderdelen ·. jt V mj -*' - i 4 1, 2, 3, .. op het niveau gebracht van een punt van de constructie dat behandeld moet worden, en vervolgens worden zij tenminste twee aan twee samengesteld door middel van hun randen la/2a, 2b/3b, .. teneinde om het te behandelen punt een behuizing 5 te vormen die open is aan zijn 5 bovenkant en waarvan door sommige vlakken de samenstellende onderdelen 9, 10, 11, .. van de constructie kunnen lopen door hun openingen 6, 7, 8, .. Wanneer de genoemde onderdelen aan elkaar bevestigd zijn met behulp van de middelen 12 en de samenstelling bevestigd is aan het te behandelen punt, wordt de ruimte 15 die begrensd wordt door de behuizing 10 5 gevuld met een vloeibare substantie 14 die kan polymeriseren zonder dat daarbij krimp optreedt. Door middel van de middelen 13, kan de genoemde samenstelling, waarvan het soortelijk gewicht hoger is dan de hem omgevende vloeistof, in het onderste gebied gebracht worden van de ruimte 15, die dan steeds verder gevuld wordt vanaf de bodem, waarbij 15 de substantie 14 het water naar boven verdringt wanneer het aangebracht wordt. Door op deze wijze te werk te gaan vermijdt men het ongewenste omroeren van de aanwezige vloeistoffen, welk omroeren zou kunnen leiden tot de vorming van emulsies, en mogelijkerwijze tot gebreken in de homogeniteit van de massa 14 nadat polymerisatie opgetreden is.

20 Afhankelijk van de omstandigheden en met het oog op het gemakke- * lijk verwijderen van de behuizingelementen vanaf de gepolymeriseerde massa 14, kan men vooraf de inwendige vlakken van de genoemde onderdelen bekleden met een vel of een film bestaande uit een polymeer die slechts weinig hecht aan de massa 14, zoals bijvoorbeeld een polyester 25 vel.

Afhankelijk van de te behandelen constructie of van de vereiste mechanische sterkte, kunnen de onderdelen 1, 2, 3, .. op hun plaats gelaten worden.

Verder, en afhankelijk van de omstandigheden, kunnen de genoemde 30 behuizingelementen 1, 2, 3, .. versterkt worden door gebruik van hoek-steunen of beugels die overeenkomstig de te dragen mechanische spanningen geplaatst zijn. Om hun behandeling in een vloeistofmedium te vergemakkelijken worden de genoemde onderdelen bij voorkeur vervaardigd van een substantie die een soortelijk gewicht heeft dat in wezen overeen-35 komt met dat van de hem omgevende vloeistof. Ze kunnen vervaardigd zijn van composiet materialen, zoals bijvoorbeeld hout met een hoge dichtheid, polyester dat versterkt is met glasvezels, dat indien nodig voldoende gebalanceerd is door metalen onderdelen.

Afhankelijk van de omstandigheden kan men ook stalen behuizingele-40 menten toepassen, welke laatste drijvende gehouden worden door drijvers $5 0 2 1 8 3 4? 5 of Indien mogelijk vanaf het oppervlak door middel van kabels of door andere geschikte middelen vastgehouden worden. Wanneer de metalen behuizing gebruikt wordt voor het behandelen van ondergedompelde constructies, wordt een zogenaamde "sandwich" samenstelling verkregen 5 (metaal/polymeer/metaal) die op doelmatige wijze bijdraagt tot de mechanische versterking van de constructie.

Zoals hiervoor reeds aangegeven is, bezit de polymeriseerbare vloeibare substantie 14 een soortelijk gewicht dat hoger ligt dan dat van het omgevende vloeibare medium. De aanpassing van het soortelijk 10 gewicht wordt op de gebruikelijke manier uitgevoerd, door het gebruik van op de markt verkrijgbare produkten. De genoemde vloeibare substantie 14 wordt verder gekarakteriseerd doordat het polymeriseert onder de omstandigheden van het omgevende medium zonder te krimpen: wanneer deze voorwaarden is vervuld kan een goede hechting van het polymeer aan het 15 te behandelen onderdeel, bijvoorbeeld vervaardigd van metaal of beton, gegarandeerd worden, en kan dientengevolge een doeltreffende anticorro-siebescherming en mechanische versterking bereikt worden. Teneinde het aanbrengen van stijve punten in de ondergedompelde constructie te vermijden die een gevolge zijn van zo'n behandeling, bezit de vloeibare 20 substantie 14 een zodanige formule dat daarmee een elastische gepolyme-riseerde massa verkregen kan worden, bij voorkeur een massa waarvan de elasticiteitsmodulus naar keuze aangepast kan worden naar gelang het gewenste effect van de mechanische versterking.

Als voorbeeld van een vloeibare substantie 14, kan men met vrucht 25 gebruik maken van mengsels bestaande uit twee delen die instaat zijn tot het vormen van epow of polyurethaan kunstharsen, die indien gewenst gemengd kunnen worden met verschillende toevoegingen, zoals bijvoorbeeld ballastsubstanties, polymerisatievertragers, kleurstoffen.

Belangrijk is een vloeibare substantie te verkrijgen die kan polymeri-30 seren onder water, en waarvan de kenmerken aangepast kunnen worden aan de te verwachten omstandigheden teneinde aan de hierboven genoemde eisen te voldoen: de vakman kan dit gemakkelijk bereiken door speciale op de markt verkrijgbare produkten te gebruiken.

Het gebruik van de inrichting van de uitvinding volgens de hier-35 boven beschreven werkwijze is bijzonder goed geschikt gebleken voor de anticorrosiebehandelingen en de mechanische versterking van ondergedompelde onderdelen van constructies die nogal ingewikkeld zijn, en in het bijzonder van onderdelen met een afwikkelbaar of niet-afwikkelbaar niet-continu oppervlak.

3 S fi ? -1 η % ~ (x-i ·* V# ^

Claims (9)

1. Inrichting voor de anticorrosiebehandeling en de mechanische versterking van samenstellende onderdelen van ondergedompelde construc- 5 ties, met het kenmerk, dat hij stijve voorgevormde behuizingelementen (1, 2, 3, ..) bevat die tenminste twee aan twee door middel van hun randen (la/2a, 2b/3b, 3c/4c, ..) samenwerken teneinde rond een punt van de constructie, dat behandeld moet worden, een behuizing (5) te vormen die aan de bovenkant open is, voorzien van doorgangen (6, 7, 8, ..) die 10 nauwkeurig het profiel volgen van bepaalde van de samenstellende onderdelen (9, 10, 11, ..) van de constructie, dat hij middelen (12) bevat voor het aan elkaar bevestigen van de genoemde behuizingonderdelen en middelen (13) voor het aanbrengen van een polymeriseerbare vloeibare substantie (14) in het onderste gebied van de ruimte (15) die begrensd 15 wordt door de behuizing (5).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de omtrek van de doorgangen (6, 7, 8, ..) en indien gewenst van de randen (la, 2a, 2b, 3b, ..) voorzien is van elastische afdichtingen.

3. Werkwijze voor de anticorrosiebehandeling en mechanische ver-20 sterking vatn samenstellende onderdelen van ondergedompelde constructies, met het kenmerk, dat hij bestaat uit het aanbrengen van stijve voorgevormde behuizingelementen (1, 2, 3, ..) op het niveau van het punt van de constructie dat behandeld moet worden door hen tenminste twee aan twee door middel van hun randen (la/2a, 2b/3b, 3c/4c, ..) 25 samen te stellen teneinde rond het te behandelen punt een behuizing (5) te vormen die open is aan de bovenkant, waarvan door sommige vlakken de samenstellende onderdelen (9, 10, 11, ..) van de constructie kunnen lopen door de doorgangen (6, 7, 8, ..), vervolgens uit het vullen met een vloeibare substantie (14) die kan polymeriseren zonder dat daarbij 30 krimp optreedt van de ruimte (15) die begrensd wordt door de behuizing (5) van het onderste gebied van de genoemde ruimte (15) en indien gewenst uit het verwijderen van de behuizingelementen van de aangebrachte massa (14) wanneer de laatste gepolymeriseerd is.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de samen-35 stellende onderdelen van de ondergedompelde constructie onderdelen zijn met een continu of een niet-continu oppervlak, dat afwikkelbaar of niet-afwikkelbaar is.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de samenstellende onderdelen van de ondergedompelde constructie ingewikkelde 40 onderdelen zijn, zoals de knooppunten van vertakte ondersteuningsonder- ,3 £ ·') A φ Ί C & I 9 v delen.

6. Werkwijze volgens een van de conclusies 3 t/m 5, met het kenmerk. dat de faehuizingonderdelen (1, 2, 3, ..) een soortelijk gewicht hebben dat in wezen gelijk is aan dat van het omgevende vloeibare me- 5 dium.

7. Werkwijze volgens een van de conclusies 3 t/m 6, met het kenmerk. dat de vloeibare samenstelling (14) een soortelijk gewicht heeft dat hoger is dan dat van het omgevende vloeibare medium.

8. Werkwijze volgens een van de conclusies 3 t/m 7, met het ken-10 merk, dat de vloeibare samenstelling (14) een gepolymeriseerde elastische massa opwekt.

9. Werkwijze volgens een van de conclusies 3 t/m 8, met het kenmerk, dat de vloeibare samenstelling (14) naar keuze aangepast kan worden wat betreft de elasticiteitsmodulus van de gepolymeriseerde massa. 15 —o— - * i ^ ^