NL8501628A - Werktafel met beschermkast. - Google Patents

Description

* K * '

Werktafel met beschermkast.

De uitvinding heeft betrekking op een werktafel met > beschermingskast, geschikt voor onder meer biologische werkzaamheden, voorzien van een aan één zijde open werkruimte net een bovenvlak, zijvlakken en een beneden- of werkvlak, 5 luchtdoorlaten in het werkvlak, die zich tenminste gedeeltelijk bij de open zijde en bij de daar tegenover liggende zijde bevinden, een ventilator, die lucht vanuit de ruimte beneden het werkvlak, waar de doorlaten mee in verbinding staan, aanzuigt en naar een instelbaar verdeelorgaan stuwt, 10 dat de lucht toevoert aan enerzijds een afvoer en anderzijds een zich boven de werkruimte bevindende ruimte, waarbij tenminste één filter aanwezig is in de luchtweg van de doorlaten naar het verdeelorgaan en tenminste één verder filter in de luchtweg van het verdeelorgaan naar de werkruimte.

15 Een dergelijke werktafel is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage no. 8203523 of de daarmede overeenstemmende Europese octrooiaanvrage no. 0 106 382.

Deze bekende werktafel verschaft een hoge mate van veiligheid, hetgeen ook noodzakelijk is, gezien de grote 20 gevaren die minimale ontsnappingen van bacteriologisch materiaal kunnen hebben.

Gebleken is evenwel, dat het een probleem is, dat een dergelijke werktafel niet alleen met een zeer hoge mate van veiligheid kan worden bedreven, maar dat dit ook inderdaad 25 gebeurt.

De mogelijkheden van ontsnapping van materiaal ontstaan doordat de luchtstroming niet voldoende afscherming geeft voor de open zijde van de werkruimte en/of doordat in de werktafel en de beschermkast hogere drukken heersen dan 30 noodzakelijk zijn. Hoewel een dergelijke werktafel met beschermkast bij aflevering hermetisch dicht is en dit meestal gedurende de levensduur blijft, houdt een plaatselijke overdruk steeds een gevaar in van het ontwijken van materiaal.

Dit gevaar wordt tegengegaan naar mate de plaatselijk aan- 850 1 628 — C-

V S

wazige overdruk kleiner is.

In dit verband is het belangrijk, dat de luchtstroom uit de werkruimte normaal direkt door een zogenaamd absoluut-filter wordt gevoerd, en vandaar naar de ventilator. Voorbij 5 de ventilator heerst dan overdruk, tot in de ruimte boven de werkruimte, die normaal met een filter met de werkruimte is verbonden. Dit filter heeft naast een nuttige filterwerking ook tot gevolg, dat een zeer gelijkmatige luchttoestroming aan de werkruimte vanaf de bovenzijde wordt verkregen.

10 De genoemde overdruk blijft evenwel het gevaar opleveren van ontsnapping van lucht, die slechts eenmaal door een filter is gegaan na uit de werkruimte gekomen te zijn.

Voor het gebruik van een dergelijke werktafel is het van groot belang, dat direkte gegevens beschikbaar zijn over 15 de toestand van de luchtcirculatie. ken verstopt filter kan tot te lage luchthoeveelheden leiden met het daarbij horende gevaar van het naar buiten treden van materiaal uit de werkruimte door de genoemde open zijde. Ook is het mogeli'jk, dat de beide luchtstromen door enigerlei reden niet de juiste 20 onderlinge verhouding vertonen, hetgeen enerzijds kan leiden tot een gevaarlijke toestand en anderzijds tot een te groot luchtverbruik. Ook is het kennen van de genoemde verhouding van belang, omdat daardoor eventuele storingen, zoals een opgetreden lek of een stromingsbelemmering of verstopping 25 van de afvoer direkt blijken.

De uitvinding beoogt nu er in te voorzien, dat een onjuiste of gevaarlijke werking van de luchtcirculatie bij de werktafel direct zichtbaar is en dat op uitermate eenvoudige wijze kan worden ingegrepen tot werkelijk grote 30 afwijkingen optreden, waarna een iets gecompliceerdere ingreep mogelijk is.

De bovengenoemde doeleinden worden volgens de uitvinding bereikt door er in te voorzien, dat tenminste twee van de drie luchtstromen, nl. de luchtstroom die van boven de werk, 35 ruimte binnenstroomt, de luchtstroom die door de doorlaten gaat en de luchtstroom door de afvoer, gemeten wordt en dat de waarde van één van. deze luchtstromen en een maat voor de verhouding van de luchthoeveelheid, die door de open voorzijde van de werkruimte wordt aangezogen en de door de boven-40 zijde van de werkruimte toegevoerde luchthoeveelheid bepaald 8501628 ï f en op vveergcefinriohtingen weergegeven wordt ten opzichte van een door de verhouding van het oppervlak van de doorlaten aan de open zijde tot het oppervlak van de doorladen aan de van de open zijde afgekeerde zijde bepaalde waarde, 5 waarbij een direkt toegankelijke regeling voor de ventilator aanwezig is en een zich achter een hermetische afsluiting bevindend instelorgaan voor het verdeelorgaan.

Eet is daarbij mogelijk de genoemde verhouding direkt v/eer te geven, waarbij in eerste instantie de vraag of een 10 gevaarlijke toestand optreedt beantwoord wordt door het betrekken van de genoemde verhouding op de verhouding tussen de doorlaten bij de open zijde en bij de daar tegenover liggende zijde. Aangezien deze verhouding vast ligt is het ook mogelijk de weergeefinrichtingen daarop in te stellen 15 dan v/el aan te geven dat bepaalde Tvaarden niet overschreden mogen worden.

Het verhogen van de eirculatiesnelheid leidt ertoe, dat moer lucht uit de lokaliteit, waarin de werktafel staat, wordt aangezogen en verhoogt dan de veiligheid. Daarbij is 20 het evenwel van belang, dat door toepassing van de uitvinding er steeds voor gezorgd kan worden, dat de totale luchtstroom door de ventilator niet groter is dan nodig is voor optimale veiligheid.

In verband niet de drie in de inrichting volgens de 25 uitvinding optredende luchtstromen wordt er op gewezen, dat de afvoerluohtstroom gelijk is a.i: de aangezogen luchtstroom en dat de luchtstroom door de ventilator gelijk is aan de som van enerzijds de afvoerluohtstroom of de aangezogen luchtstroom en de luchtstroom die door de bovenzijde de 30 werkruimte binnen treedt.

Hij een doelmatige toepassing van de uitvinding is het van belang, dat degene die aan de werktafel werkt steeds de weergeefinrichtingen in het gezicht heeft en in het bijzonder dat deze voor een willekeurige passant, bijvoorbeeld een 55 veiligheidsinspecteur, direkt zichtbaar zijn. Dit doel wordt volgens een nadere uitwerking van de uitvinding gecombineerd met een gunstige toestroming van de lucht uit de lokaliteit j waar zich de werktafel bevindt naar de werkruimte door er j in te voorzien, dat de open zijde van de werkruimte aan de ^ 40 bovenzijde is afgeschermd door een van boven naar beneden 8501628 z * licht naar de werkruimte toe hellende bugrenzingswand, waarin zich de weergeefinrichtingen bevinden.

Bij de bekende inrichting heeft het verdeelorgaan een klep, die om een as loodrecht op de open zijde van de werk-5 ruimte kan scharnieren. Deze klep was evenwel betrekkelijk moeilijk bereikbaar en wel via een betrekkelijk groot luik aan de achterzijde van de beschermingskast van de werktafel.

Nu zijn dergelijke werktafels veelal zodanig opgesteld dat dit luik niet of moeilijk bereikbaar is zonder de werktafel 10 te verplaatsen. Bovendien is het hanteren van een betrekkelijk groot luik voor de gebruiker van een dergelijke werktafel veelal minder aantrekkelijk, terwijl tenslotte het goed hermetisch afdichtend vastschroeven van een dergelijk luik moeilijker is naarmate het groter is.

15 De uitvinding voorziet er nu in dat de klep verbonden is met een in lengterichting verschuifbare doch vastzetbare stang, die bedienbaar en vastzetbaar is, via een aan de zijkant van de werktafel aangebracht, klein, op een dichting vastschroefbaar luik. Uiteraard is daarbij bij voorkeur het 20 verdeelorgaan eveneens nabij een zijde van de werktafel aangebracht.

Het betrekken van de verhouding tussen de aangezogen luchthoeveelheid en de van boven aan de werkruimte toegevoerde luchthoeveelheid dient bij voorkeur zodanig te geschieden, 25 dat een stroming in de werkruimte wordt verkregen, die in hoofdzaak vertikaal is of een geringe bewegingscomponent vanuit de open zijde naar het inwendige van de werkruimte toe heeft.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt door er in te 30 voorzien, dat I ^ (0 - 0a) ^ °a v/aarin L de aangezogen luchthoeveelheid is; z ±i, de van boven aan de werkruimte toegsvoorde hoeveelheid lucht is; 35 0y het doorsnede-oppervlak van de doorlaten aan de open zijde van de werkruimte is; en 0_ de doorsneden van de doorlaten aan de tegenover liggende zijde van de werkruimte zijn.

De uitvinding wordt in het volgende nauer toogelicht 40 aan de hand van de tekening, waarin: 8501628 fig. 1 een horizontale doorsnede is door het benedendeel van een werktafel volgens de uitvinding; fig. 2 in aanzicht het aan de achterzijde gelegen deel van de werktafel volgens fig. 1 toont; en 5 fig. 3 een schematische vertikale doorsnede door een werktafel volgens de uitvinding toont.

In fig. 1 bevindt zich aan de achterzijde van de werktafel een ventilator 1, met roratias 2, aanzuiging aan de voorzijde bij 3 en afvoer aan de rechterzijde bij 4, waarbij 10 een koker 5 naar boven loopt, een opening 6 naar de ruimte boven de ventilator voert (zie ook fig. 2). Verder is er een bedieningsstang 7 verbonden met een klep 3, die kan scharnieren om een as 9 en die door de rechterwand 10 van de koker 5 is gevoerd en ten opzichte van een vaste beugel 11 15 kan worden vastgezet, bijvoorbeeld doordat de stang van schroefdraad is voorzien en er twee moeren op zijn geschroefd. Hechts van de stang 7 bevindt zich een klein luik 12, dat met een viertal schroeven op een afdichting 13 is geschroefd.

Dit luik is voldoende groot om er doorheen de moeren op de 20 stang 7 te bedienen, maar overigens gemakkelijk hanteerbaar.

In fig. 3 is een doorsnede van de uitvinding getoond, waarbij de werkruimte is aangeduid net 14, waarbij door een filter 15 lucht zeer gelijkmatig verdeeld wordt aangeveerd ; -------_ vanuit de ruimte 16.

25 Aan de benedenzijde van de ruimte 14 bevindt zich een werkvlak 17 met links een doorlaatoppervlak 0o en rechts een doorlaatoppervlak 0 .

Bij gebruik van de werktafel wordt door de rechter of open zijde van de werkruimte 14 lucht aangezogen. _,r ontstaat 30 nu een zoveel mogelijk met laminaire gelijkmatige stroming overeenkomende stroming, indien het doorlaatoppervlak 0y de door de open zijde aangezogen lucht volledig op kan nemen zonder dat daarbij verstoring van de laminaire stroming optreedt. Dit is aangeduid met de stippellijn 18. V/anneer nu 35 de doorstroomsnelheid van de lucht door 0 en 0 overal

Cl V

ongeveer gelijk is, hergeen bereikt is doordat boven het gehele werkvlak een zelfde druk heerst en slechts zeer weinig lagere druk beneden het werkvlak 17, zal het met X aangegeven deel, dat verkregen is door 0 van 0 af te trekken bij de 40 het meest op laminaire stroming lijkende stroming de aange- 8501628 -o- ΐ zogen lucht o priemen en de overige doorlaat van 0 un de doorlaat 0 de van 16 afkomstige luchtstroom.

hen optimale veiligheid wordt verkregen, wanneer de aangezogen luchtstroom en de gerecirculeerde luchtstroom 5 een zodanige onderlinge verhouding hebben, dat de scheiding tussen de gerecirculeerde en de aangezogen luchtstroom kan verlopen langs de met 18 aangeduide stippellijn. Uiteraard zal dit nimmer volledig het geval zijn en zal er steeds een afwijking van deze toestand optreden, ook al omdat de 10 aangezogen luchtstroom, hoewel van bovenaf reeds door het voorvlak 19 ongeveer in deze richting geleid, moet worden afgebogen naar beneden. .Vanneer evenwel de verhouding tussen enerzijds tweemaal 0a en anderzijds 0γ min 0a (oftewel x) kleiner is dan die tussen de gerecirculeerde 15 en de aangezogen luchtstroom bestaat geen gevaar dat lucht uit de ruimte 14, bijvoorbeeld bij geringe turbulentie, naar buiten treedt door de open zijde.

De uitvinding geeft nu de verhouding tussen deze beide luchtstromen weer, op een weergeefinrichting 20, 20 evenals de totale sterkte van de luchtstroming op verdere op dezelfde hoogte gelegen weergeefinrichting.

Uanneer nu de verhouding van de luchtstromen voor een voldoende veiligheid zorgt kan het vermogen van de ventilator betrekkelijk laag gesteld zijn. Is de verhouding evenwel 25 ongunstiger, dan is het door het opvoeren van het ventilator-vermogen mogelijk meer lucht door de open zijde van de werkruimte aan te zuigen en daardoor een aanvullende veiligheid te verschaffen. De uitvinding geeft evenwel de mogelijkheid steeds een zo klein mogelijk ventilatorvermogen ~e gecruiken 30 en daardoor het gevaar van eventuele lekkage uit overdrukke bieden van de werktafel te beperken., 8501628

Claims (5)

1. Werktafel met beschermingskast, geschikt voor onder meer biologische werkzaamheden, voorzien van een aan één zijde open werkruimte met een bovenvlak, zijvlakken en een beneden- of werkvlak, luchtdoorlaten in het werkvlak, die 5 zich tenminste gedeeltelijk bij de open zijde en bij de daar tegenover liggende zijde bevinden, een ventilator, die lucht vanuit de ruimte beneden het werkvlak, waar de doorlaten mee in verbinding staan, aanzuigt en naar een instelbaar verdeel-orgaan stuwt, dat de lucht toevoert aan enerzijds een afvoer 10 en anderzijds een zich boven de werkruimte bevindende ruimte, waarbij tenminste één filter aanwezig is in de luchtweg van de doorlaten naar het verdeelorgaan en tenminste één verder filter in de luchtweg van het verdeel orgaan naar de werkruimte, met het kenmerk, dat tenminste twee 15 van de drie luchtstromen, nl. de luchtstroom die van boven de werkruimte binnenstroomt, de luchtstroom, die door de doorlaten gaat en de luchtst oom door de afvoer, gemeten wordt en dat de waarde van één van deze luchtstromen en een maat voor de verhouding van de luchthoeveelheid, die door 20 de open voorzijde van de werkruimte wordt aangezogen en de door de bovenzijde van de werkruimte toegevoerde luchthoe* veelheid bepaalt en op weergeefinrichtingen weergegeven wordt ten opzichte van een door de verhouding van het oppervlak van de doorlaten aan de open zijde tot het oppervlak 25 van de doorlaten aan de van de open zijde afgekeerde zijde bepaalde waarde, waarbij een direkt toegankelijke regeling voor de ventilator aanwezig is en een zich achter een hermetische afsluiting bevindend instelorgaan voor het verdeelorgaan.

2. Werktafel volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de maat van de genoemde verhouding die verhouding zelf is.

3. Werktafel volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk , dat de open zijde van de werkruimte aan de 35 bovenzijde is afgeschermd door eenvanboven naar beneden licht naar de werkruimte toe hellende begrenzingswand, waarin zich de weergeefinrichtingen bevinden. 8501628 -8-

4. Werktafel volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, waarbij het verdeelorgaan een klep bevat, die kan scharnieren om een as loodrecht op de open zijde van de werkruimte, met het kenmerk, dat de klep 5 verbonden is met een in lengterichting verschuifbare doch vastzetbare stang, die bedienbaar en vastzetbaar is, via een aan de zijkant van de werktafel aangebracht, klein, op een dichting vastschroefbaar luik,

5. Werktafel volgens één of meer van de voorafgaande 10 conclusies, met het kenmerk, dat de ver houden tussen de aangezogen luchthoeveelheid L_ en de van boven aan de werkruimte toegevoerde luchthoeveelheid voldoet aan de betrekking Lz (0γ - 0 ), waarin 0V 2 ua het doorsnedeoppervlak is van de doorlaten aan de open zijde 15 van de werkruimte en 0g het doorsnedeoppervlak van de doorlaten aan de tegenover de open zijde gelegen zijde. 8501628