NL8501388A - Tankstation-constructie waar motorvoertuigen van brandstof kunnen worden voorzien. - Google Patents

Tankstation-constructie waar motorvoertuigen van brandstof kunnen worden voorzien. Download PDF

Info

Publication number
NL8501388A
NL8501388A NL8501388A NL8501388A NL8501388A NL 8501388 A NL8501388 A NL 8501388A NL 8501388 A NL8501388 A NL 8501388A NL 8501388 A NL8501388 A NL 8501388A NL 8501388 A NL8501388 A NL 8501388A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fuel
station construction
gas station
roof
construction according
Prior art date
Application number
NL8501388A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Shotmeyer Albert
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Shotmeyer Albert filed Critical Shotmeyer Albert
Publication of NL8501388A publication Critical patent/NL8501388A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D7/00Apparatus or devices for transferring liquids from bulk storage containers or reservoirs into vehicles or into portable containers, e.g. for retail sale purposes
    • B67D7/06Details or accessories
    • B67D7/78Arrangements of storage tanks, reservoirs or pipe-lines
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60SSERVICING, CLEANING, REPAIRING, SUPPORTING, LIFTING, OR MANOEUVRING OF VEHICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60S5/00Servicing, maintaining, repairing, or refitting of vehicles
    • B60S5/02Supplying fuel to vehicles; General disposition of plant in filling stations
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H1/00Buildings or groups of buildings for dwelling or office purposes; General layout, e.g. modular co-ordination or staggered storeys
    • E04H1/12Small buildings or other erections for limited occupation, erected in the open air or arranged in buildings, e.g. kiosks, waiting shelters for bus stops or for filling stations, roofs for railway platforms, watchmen's huts or dressing cubicles
    • E04H1/1205Small buildings erected in the open air
    • E04H1/1233Shelters for filling stations
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/3802With vehicle guide or support, e.g., service station
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/6851With casing, support, protector or static constructional installations
    • Y10T137/6966Static constructional installations
    • Y10T137/6969Buildings

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Vehicle Cleaning, Maintenance, Repair, Refitting, And Outriggers (AREA)
  • Cooling, Air Intake And Gas Exhaust, And Fuel Tank Arrangements In Propulsion Units (AREA)

Description

t - /*, — 1 —
Tankstation-constructie waar motorvoertuigen van brandstof kunnen worden voorzien.
De uitvinding heeft betrekking op een tankstation-constructie waar motorvoertuigen van brandstof kunnen worden voorzien en welke constructie is gekenmerkt door een dak dat zich over het pomp-plateau heen uitstrekt, 5 daar waar zich de vulplaatsen van het tankstation bevinden en waarbij de bewaking zich bevindt in êên of meer kiosken op het pomp-plateau.
De bekende en nagenoeg universeel geaccepteerde wijze voor opslag en afgifte van motorbrandstof vanaf 10 vulstations omvat het gebruik van ondergrondse opslagtanks van waaruit brandstof wordt opgepompt door middel van een pomp en via een afgifte-eenheid wordt gebracht in de tanks van motorvoertuigen. Deze methode heeft echter een aantal bezwaren en nadelen, waar er één is het gevaar 15 van brandstof-lekken vanuit de ondergrondse opslagtanks en buizen, wat weer kan leiden tot ernstige verontreiniging van de omgeving. Zo kan bijvoorbeeld de brandstof het bodemwater dat wordt gebruikt als drinkwater, verontreinigen. Het gebruik van ondergrondse brandstofopslag-20 tanks bij tankstations levert dus een gevaar op voor de volksgezondheid en het probleem van lekkage houdt bepaalde instanties sterk bezig.
Een doel van de uitvinding is daarom deze bezwaren, nadelen en gevaren van de bekende opslagsystemen 25 van tankstations op te heffen en een praktisch, veilig, attractief en economisch bovengronds brandstofopslagsysteem te verschaffen.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een bovengronds brandstofopslagstelsel bij 30 een tankstation waarbij gebruik gemaakt wordt van een dak dat zich uitstrekt over de vulplaatsen heen, die gebruikt worden door de automobilisten.
Een verder doel van de uitvinding is nog het verschaffen van een bovengronds brandstofopslagsysteem 35 waarbij de reservoirs en tanks voor de opslag van de brandstof zijn opgenomen in een dak dat zich uitstrekt ύ £ S 1 3 8 8 . "πτ V * - 2 - over de vulplaatsen heen.
Een daarmee gepaard gaand doel van de uitvinding is het verschaffen van een tankstation-constructie waarbij de compartimenten die brandstoftanks bevatten deel uitmaken 5 en een integraal geheel vormen met een daksamenstel.
Nog een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een tankstation-constructie, waarbij reservoirs voor het opnemen van brandstoftanks eveneens het dak ondersteunen zodat dus het dak zowel dient voor 10 het afdekken van de vulplaatsen als voor het verschaffen van de constructie voor de opslag van brandstof.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een tankstation-constructie waarbij kan worden afgezien van de noodzaak van pompen, waardoor brandstof 15 vanuit de brandstofopslagtanks gebracht wordt in het voertuig van de gebruiker,
Een daarmee gepaard gaand doel van de uitvinding is het verschaffen van een tankstation-constructie waarbij de brandstof aan het voertuig van de gebruiker wordt 20 toegevoerd vanuit de brandstofopslagtanks door sifon-werking,
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een tankstation-constructie met bovengrondse brandstofopslagtanks waarbij het gevaar van brand tot een 25 absoluut minimum wordt beperkt.
Verdere doeleinden, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nu nader worden uiteengezet aan de hand van de beschrijving en de bijbehorende tekening, 30 De bovenstaande doeleinden, kenmerken en voorde len van de onderhavige uitvinding worden verkregen door het verschaffen van een tankstation-constructie dat een dak bezit voor het afdekken van een gebied voor de te tanken voertuigen, welk dak is aangebracht boven grond-35 niveau en boven het niveau van de van brandstof te voorziene voertuigen, waarbij de tankstation-constructie eveneens ten minste één hoogliggend, bovengronds brand-stofopslagreservoir omvat voor het opnemen van de aan voertuigen af te geven brandstof, waarbij het 40 brandstofopslagreservoir nabij het dak ligt. Het dak en *s w* Λ Λ Λ rt α ύ y j o 8 8 * * - 3 - het bovengrondse brandstofopslagreservoir kunnen tezamen een geïntegreerd, afgedekt, bovengronds tankstation vormen.
De enige brandstofopslag voor het tankstation volgens de onderhavige uitvinding vindt plaats door middel van één 5 of meer hoogliggende, bovengrondse reservoirs. Dat wil zeggen dat alle brandstofopslag bovengronds geschiedt en dat er geen ondergrondse tanks of reservoirs zijn.
Elk brandstofopslagreservoir omvat een compartiment met daarin een aantal verschillende brandstoftanks.
10 Er kunnen dus verschillende typen brandstoffen worden opgeslagen en afgegeven vanaf één opslagreservoir via de verschillende brandstoftanks. Het compartiment waarin de tanks zijn opgenomen is geïsoleerd en dient als brandscherm in het geval van een lek in één van de tanks. Een aantal 15 brandstofafgifte -' inrichtingen in de vorm van robots zijn onder elk opslagreservoir aangebracht. Ten minste één sifonleiding strekt zich. uit tussen het opslagreservoir en brandstofafgifte-inrichtingen voor de toevoer van brandstof aan de brandstofafgifte-inrichtingen door sifon-20 werking.
In de tekening toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een tank-station-constructie volgens de onderhavige uitvinding; fig. 2 een vooraanzicht van de constructie 25 volgens fig. 1; fig. 3 een zijaanzicht van de constructie van fig, 2? fig, 4 een bovenaanzicht van de constructie van fig. 2, waarbij een deel van het dak is weggelaten 30 voor het tonen van de vakwerk-constructie; fig. 5 een bovenaanzicht van het ene einde van de tankstation-constructie op het niveau van het brandstofafgifteplateau met in streeplijnen de plaats van het dak en van het brandstofopslagreservoir ten 35 opzichte van het plateau? fig. 6 schematisch een doorsnede over het ene einde van de tankstation-constructie volgens de lijn VI^VI van fig. 4; fig. 7 een doorsnede volgens de lijn VII-VII 40 van fig. 6 en wel van de vakwerk^constructie van een V > 3¾ 3 V * - 4 - brandstofopslagreservoir; fig. 8 schematisch een bovenaanzicht van het onderste rechter deel van het dakframe van fig. 4; fig. 9 schematisch een doorsnede volgens de 5 twee stellen lijnen IX-IX van fig. 7; fig. 10 schematisch een doorsnede volgens de lijn X-X van fig. 6; en fig, 11 schematisch het brandstofvulsysteem en brandstofafgiftesysteem volgens de onderhavige uit-10 vinding,
In de nu volgende beschrijving en in de tekening zijn overeenkomstige onderdelen in de verschillende figuren met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.
In de fig. 1-3 is de specifieke uitvoeringsvorm 15 van een tankstation-constructie, zoals deze is weergegeven in de tekening, in het algemeen aangeduid met 10,
De tankstation-constructie 10 omvat een gebied 12 dat zich op grondniveau 14 bevindt voor het vullen van de tanks van motorvoertuigen 16. Een dak 18 bedekt het 20 vulgebied 12, dat wil zeggen het gebied waar de voertuigen 16 van brandstof worden voorzien. Uiteraard is het dak 18 aangebracht boven het niveau van de van brandstof te voorziene voertuigen.
Bij de weergegeven en beschreven uitvoeringsvorm 25 zijn, bij wijze van voorbeeld, een paar op afstand van elkaar liggende bovengrondse brandstofopslagreservoirs 20, 20’ aanwezig voor het opnemen van de aan te voertuigen 16 af te geven brandstof, De brandstofreservoirs 20, 20’1 die langwerpig zijn en onderling evenwijdig zijn aange-30 bracht, sluiten aan op het dak, zodat het dak en de bovengrondse brandstofopslagreservoirs tezamen een geïntegreerd, afgedekt, bovengronds tankstation vormen. Het dak 18 sluit aan op de brandstofopslagreservoirs 20, 20' en wordt daardoor ondersteund. Het dak 18 strekt zich .
35 uit vanaf de opslagreservoirs 20, 20' over het pompgebied 12 heen op een zodanig niveau, dat het dak 18 zich bevindt boven de motorvoertuigen 16 in het pompgebied 12. Dat wil zeggen dat het dak 18 een bescherming vormt welke zich over de motorvoertuigen heen uitstrekt.
40 De brandstofopslagreservoirs 20, 20' vormen 85 0 U88 * * - 5 - respectievelijke compartimenten 22, 22'. Elk compartiment 22, 22’ omvat een stel brandstoftanks voor verschillende typen brandstof, zoals loodvrije beiizine, normale benzine, superbenzine of ook dieselolie. Bij de weergegeven uit-5 voeringsvorm omvat elk reservoir 20, 20' drie verschillende brandstofopslagtanks, dat wil zeggen twee relatief grote tanks voor de meest gebruikte brandstoffen en een relatief kleine tank voor de minder gebruikte brandstof. In het bijzonder omvat het reservoir 20 in zijn compartiment 10 22 een eerste relatief grote brandstoftank 24, een tweede relatief kleine brandstoftank 26 en een derde relatief grote brandstoftank 28, waarbij de kleinere tank 26 is aangebracht tussen de twee grotere tank 24, 28. Op overeenkomstige wijze omvat het reservoir 20' in zijn 15 compartiment 22' een eerste relatief grote brandstoftank 24r, een tweede relatief kleine brandstoftank 26' en een derde relatief grote brandstoftank 28', waarbij de kleinere tank 26* is aangebracht tussen de twee grotere tanks 24’, 28'.
20 De grotere brandstoftanks, namelijk de tanks 24, 24',28,28' zijn bij voorkeur tanks met een inhoud van 36.350 liter en de kleinere tanks, namelijk de tanks 26, 26' hebben bij voorkeur een inhoud van 27.300 liter.
De kamer ofwel compartiment 22, 22’ van elk reservoir 20, 25 20’ zal dus drie tanks omvatten, bij voorkeur met een totale capaciteit van 100.000 liter. De tanks 24, 24', 26, 26', 28, 281 zijn bij voorkeur vervaardigd uit staal en zijn bij voorkeur cilindrisch van vorm. Dit zijn standaard, gemakkelijk in de handel verkrijgbare tanks.
30 De toegang tot de tanks geschiedt via openingen in de bovenzijden van de horizontaal aangebrachte tanks. Dat wil zeggen dat zich geen openingen in de bodems van de tanks bevinden.
Elk reservoir 20, 20’ en het daardoor bepaalde 35 compartiment 22, 22' is rechthoekig van vorm als gezien in langsdoorsnede en vierkant in vorm gezien in dwarsdoorsnede. Dat wil zeggen dat zij zijn vervaardigd uit rechthoekige en vierkante wanden 30. De wanden 30 zullen worden geïsoleerd, zodat zij dienen als brandschermen 40 in het geval van eventuele lekkage vanuit de tanks 24,
q ~ Γ: . ‘.7 -~i O
w ·ν i V* -V Ü * * - 6 - 24', 26, 26', 28, 28'.
Zoals uit de tekening blijkt zijn de reservoirs 20, 20' die de tanks 24, 24', 26, 26', 28, 28' bevatten, opgenomen in het dak 18 dat zich over het pompgebied 12 5 uitstrekt. Dat wil zeggen dat de reservoirs 20, 20' en de daardoor gevormde compartimenten 22, 22' deel uitmaken van en een integraal geheel vormen met het totale dak-samenstel. De reservoirs 20, 20’ vervullen een dubbele taak door het verschaffen van de compartimenten voor het 10 opnemen van de brandstoftanks 24, 24', 26, 26', 28, 28' en door het ondersteunen van het dak. Dat wil zeggen dat de reservoirs 20, 20' voor een deel bijdragen aan de afdekkende funktie van het dak. Vanuit een ander standpunt gezien vervult het dak 18 een dubbele funktie door zowel 15 te dienen als afdekking van het pompgebied 12 als door het verschaffen van de constructie voor de opslag van brandstof.
Poten 32, 32' ondersteunen de reservoirs 20 resp. 20' boven de grond in hun omhooggebrachte stand.
20 Een centraal deel 34 van het dak 18 strekt zich uit tussen de omhooggebrachte reservoirs 20, 20' en wordt daardoor op een hoogliggend niveau ondersteund. Andere delen, dat wil zeggen de zijvleugels 36 van het dak 18, strekken zich uit vanaf de omhooggebrachte reservoirs. 20, 25 20' in vrijdragende toestand. Uiteraard worden ook de vleugels 36 in hun omhooggebrachte standen ondersteund door de reservoirs 20, 20'.
Een aantal brandstofafgifte-inrichtingen, in het algemeen aangeduid met het verwijzingscijfer 38, die 30 in het bijzonder de vorm van robots 40 bezitten, zijn aangebracht onder elk voorraadreservoir 20, 20'. Sifon-leidingen 42 strekken zich uit tussen de voorraadreservoirs 20, 20' en de brahdstofafgifte-inrichtingen 38 voor de toevoer van brandstof aan de afgifte-inrichtingen door 35 middel van een sifonwerking. Ook is een bewarkersonderkomen of kiosk 44, 44' aangebracht onder êên van de beide opslagreservoirs 20, 20',
De brandstoftanks, dat wil zeggen de tanks 24, 26 en 28 in het compartiment 22 van het reservoir 20 40 en de tanks 24', 26' en 28' in het compartiment 22' rusten 85 0 'i 3 5 8 * « - 7 - op zadels 48 (fig. 6) aangebracht in de respectievelijke compartimenten 22, 22'. Elk zadel is aangebracht nabij de vloer 50 van één der compartimenten, waarbij de vloer 50 in elk geval één van de wanden 30 van de kamer 22 of 5 22' vormt. Schoren 52 strekken zich uit vanaf de bodemhoe- ken van de compartimenten 22, 22' voor het ondersteunen van de boogvormig uitgevoerde zadels 48 op hun plaats voor het opnemen van brandstoftanks 24, 24', 26, 26', 28, 28',
De zadels 48 steunen de brandstoftanks in een zodanige 10 stand dat, gezien in bovenaanzicht, de randen van de tanks nauw op elkaar aan zullen sluiten en nauw aan zullen liggen tegen de wanden 30 van het bijbehorende compartiment. Zoals blijkt uit fig. 8 sluiten de randen 54 van de tank 28’ nauw aan op de wanden 30 van het compartiment, 15 evenals de ene rand 56 van de tank 26'. Op hun beurt zijn de andere randen 56 van de tank 26' dicht aangebracht bij de wanden 30 van het compartiment 22' en de ene wand 58 van de tank 24'. Op gelijke wijze liggen de resterende randen 58 van de tank 24' dicht bij de wanden 30 van de 20 kamer 22',
Het dak 18 is samengesteld uit een aantal horizontaal lopende vakwerken 62, zoals in het bijzonder blijkt uit de fig. 6 en 8. Elk vakwerk 62 is vervaardigd uit hoofd^frame**elementen 64 zoals blijkt uit de fig. 6 25 en 10. In aanvulling daarop omvatten de vakwerken 62 enkele lichtere diagonaal^lopende vakwerkelementen 66 (fig. 6] die zich uitstrekken tussen de hoofd**frame-elementen 64 voor het verschaffen van de noodzakelijke sterkte. De vakwerken zijn zodanig aangebracht dat zij 30 evenwijdig aan elkaar lopen in lengterichting, welke richting dwars op de lengteas van de reservoirs 20, 20’ loopt, zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 8. Eveneens blijkt uit fig. 8 dat de vakwerken 62, wanneer deze zijn aangebracht, met elkaar worden verbonden door verankeringen 35 67 met een gering gewicht.
De vakwerken 62 leveren de belasting-dragende constructie van het dak. De afdekking van de dakconstructie omvat een onderste dakdeel 68, zoals in het bijzonder blijkt uit de fig. 1, 2 en 10. Een bovenste rand 70 van 40 het onderste dakdeel 68 is met streeplijnen weergegeven in 3 £ jj λ 'V V V * ij ij - 8 - fig. 6. De onderrand van de vakwerken 62 zal in het algemeen samenvallen met de onderrand 72 van het onderste dakdeel 68. De onderzijde van het dak zal worden bedekt door middel van een plaatmetaal plafond 73. Het dak 18 5 omvat eveneens een bovenste dakdeel 74 samengesteld uit hellende, geribde metalen panelen, zoals in het bijzonder blijkt uit de fig. 1, 2 en 3.
Een deel van het totale dak van de tankstation-constructie 10 wordt uiteraard geleverd door de boven-10 zijde van de brandstofopslagreservoirs 20, 20'. In het bijzonder omvat elk brandstofopslagreservoir 20, 20' een deksel 76, Het deksel 76 is verplaatsbaar om toegang te verschaffen tot de tanks 24, 24', 26, 26', 28, 28'. Uiteraard zal het deksel op deze wijze de verwijdering 15 of vervanging mogelijk maken van de tanks met behulp van een kraan indien dit noodzakelijk zou zijn, De toegang tot de compartimenten 22, 22' van de reservoirs 20, 20' kan verder worden vergemakkelijkt door het deksel 76 te verdelen in twee verzwenkbaar gemonteerde helften 77, 77' 20 zoals weergegeven in fig. 7.
Zoals blijkt uit fig, 7 wordt de constructie van de reservoirs 20, 20', die de compartimenten 22, 22’ vormen, eveneens verschaft door een constructie van het vakwerktype, In het bijzonder zijn de reservoirs 20 samen-25 gesteld uit frame^elementen 78 zoals blijkt uit de fig. 7 en 9. Verankeringselementen 80 met een licht gewicht lopen diagonaal tussen de frame-^elementen 78 voor het versterken en volledig maken van de vakwerkconstructie.
Deze frames en vakwerkelementen 78, 80 worden uiteraard 30 bedekt door isolerende wanden 30. De daardoor gevormde reservoirs 20, 20' rusten daardoor op langgerekte balken 82, vervaardigd uit vierkante buis van 250 mm. De balken 82 worden op hun beurt in hun hoogliggende stand boven de grond ondersteund door poten 32, 32' op de reservoirs 35 20, 20' in hun omhooggebrachte stand te houden.
De poten 32, 32' strekken zich naar beneden toe uit in en door verhoogde betonnen plateaus 84 (fig. 5). Zoals dit in het algemeen het geval is bij mengstations zijn de brandstofafgifte-inrichtingen 38 aangebracht op de 40 plateaus 84, Eveneens zijn de onderkomens 44, 44' voor
850 1 3 BS
- 9 - de bewakers aangebracht op de plateaus (dat wil zeggen êên op elk plateau). Zoals in het bijzonder blijkt uit de fig. 2 en 5 zijn de reservoirs 20, 20* aangebracht boven de plateaus 84, zodanig dat zij daarmee samenvallen.
5 Dat wil zeggen dat de reservoirs 20, 20' in wezen de plateaus 84 overdekken.
De poten 32, 32', die de reservoirs 20, 20' in hun verhoogde standen vasthouden, strekken zich uit tot onder het grondniveau 14 en worden onder de grond verankerd 10 in voeten 86 (fig. 2, 3 en 7). In aanvulling daarop kunnen de voeten 86 verder worden ondersteund door een geschikte ondergrond 88.
Bij de langseinden van elk reservoir 20, 20' zijn verlichtingspanelen 90 aangebracht zoals blijkt uit 15 fig. 1, terwijl de details het duidelijkst zijn weergegeven in fig. 9. De verlichtingspanelen 90 dienen voor het opnemen van de naam of het merk van het tankstation, voor het adverteren of voor het tonen van ander materiaal, Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 9 is het paneel 20 80 opgenomen door een metalen frame 92 aan elk einde van elk brandstofopslagreservoir 20, 20'. Het gevormde metalen frame 92 heeft een bovenste deel 93 en een onderste deel 94. Het onderste deel 94 omvat bij zijn bovenzijde een hellende wand 95 voor afvoer van regen-25 water vanaf het paneel 90 en weg van het bijbehorende reservoir 20 of 20'. Hiertoe zorgt de lip 96 bij de onderrand van het deel 94 eveneens voor het afvoeren van regenwater vanaf het paneel en het bijbehorende reservoir. Het verlichtingspaneel 90 omvat een gematteerd, plexiglas 30 ruit 98 voor het opnemen van de gegevens. De gematteerde ruit 98 wordt van achteren af belicht via lampen 101 waaraan stroom wordt toegevoerd via de kabel 103.
In aanvulling op de verlichting van het paneel 90 wordt het onderste dakdeel 68 verlicht via lampen 35 105, zoals weergegeven in fig. 10. Het'.licht van de lamp 105 wordt gericht op een wit of lichtgekleurd oppervlak 107 waarop letters of andere tekens kunnen zijn aangebracht. Het overhangende lamparmatuur 105 heeft aan zijn ondereinde een lip 109 voor afvoer van regen-40 water vanaf het armatuur en weg van het inwendige van het P £ V ; 0 S Ó * o - 10 - dak 18. Het lichtgekleurde oppervlak 107 omvat eveneens een lip 111 aan zijn onderrand voor afvoer van regenwater vanaf het inwendige van het dak 18.
Het brengen van brandstof in de tanks 24, 24', 5 26, 261, 28, 28' van de reservoirs 20, 20' wordt uitgevoerd via drie centrifugaalpompen 115a, 115b, 115c, die schematisch zijn aangeduid in fig. 11. De brandstof stroomt vanaf de pompen 115a, 115b, 115c door leidingen 117a resp. 117b, 117c met een diameter van 100 mm. De pompen 10 115a, 115b, 115c zullen worden aangebracht bij de zijde of bij het achterste deel van de tankstation-constructie 10 om het gevaar van brand minimaal te maken indien een pomp niet goed zou funktioneren. Een beveiligings-besturing, die schematisch is weergegeven en aangeduid met 118, wordt 15 geïnstalleerd voor het automatisch tot stilstand brengen van de stroom benzine wanneer een tank 90 % van zijn capaciteit heeft bereikt. Dat wil zeggen dat de automatische voelers het stelsel 118 doen stoppen en daarmee de brandstofstroom volledig onderbreken wanneer de brandstof in 20 de tank is gepompt tot een niveau van ongeveer 100 mm vanaf de bovenzijde. De brandstoftoevoer aan de tanks 24, 24', 26, 26', 28, 28’ vindt op dezelfde wijze plaats als dit het geval is bij het vullen met brandstof van vliegtuigtanks.
25 De afgifte van brandstof aan gebruikers vindt plaats door middel van de zwaartekracht en via een sifon door de bovenzijde van de tanks 24, 24', 26, 26', 28, 28'.
De brandstof wordt toegevoerd via drie, door middel van de zwaartekracht werkende, terugslagkleppen 119a, 119b, 30 119c voor het verzekeren van een gelijkmatige stroom op elk moment, onafhankelijk van de hoeveelheid produkt die zich in de tank bevindt. Alle door sifonwerking aan de hoofdtanks 24, 24’, 26, 26', 28, 28' onttrokken brandstof zal terechtkomen in de reservetanks 123a, 123b, 35 123c in de vorm van ronde stalen buizen met een diameter van 300 mm en een lengte van 4,3 meter onder elk der grotere tanks 24, 24', 28, 28' en in de vorm van ronde stalen buizen met een diameter van 300 mm en een lengte van 2,4 meter onder elk der kleinere tanks 26, 26'.
40 Stromingsmeters 125a, 125b, 125c zijn verbonden met de 'V “ v ü u > » - 11 - reservetank 123a resp. 123b, 123c. Deze worden bestuurd door terugslagkleppen en lucht-eliminatoren, die tezamen zijn aangeduid met 127a, 127b, 127c, zodanig dat gezorgd wordt voor een continue drukstroom naar de meters en de 5 afgifte-inrichtingen 38. De reservetanks zullen een beperkte hoeveelheid brandstof bevatten, zodat wanneer brandstof wordt afgevoerd door de stromingsmeters 125a, 125b, 125c, de brandstof een ononderbroken stroom zal vormen, die niet wordt beïnvloed door het brandstofniveau 10 in de hoofdtanks.
Een nood-afsluitstelsel omvat een klep en voelerinrichting schematisch aangeduid met de verwijzings-cijfers 129a, 129b, 129c in fig. 11. Deze afsluitkleppen en voelers zijn bij elke verbinding aangebracht, dat 15 wil zeggen êën bij de stromingsmeter 125a, 125b en 125c, êën bij de reservetank 123a, 123b of 123c en één bij de toevoerleiding 130a, 130b, 130c naar de reservetanks.
Tussen de reservetanks 123a, 123b, 123c en de hoofdtanks 24, 24', 26, 26', 28, 28' bevinden zich sifon-startbalgen 20 131a, 13lb, 131c die worden gebruikt in geval dat een tank droog komt te staan of de zuiging verloren is gegaan.
De balgen 13la, 131b, 131c kunnen hetzij automatisch via een voeler, ofwel met de hand worden bediend.
Er bevinden zich geen fittingen of aansluitingen 25 in de bodem van de tanks 24, 24', 26, 26', 28, 28'.
Het gehele mechanische stelsel wordt bediend via een laag-voltage voelerstelsel en er bevinden zich geen pomp-inrichtingen voor het afgeven van benzine aan de tanks van de gebruikers. Het waarnemen van de afgegeven brand-30 stof en de brandstof die in de tanks achterblijft zal worden uitgevoerd door het gebruik van meters en peil-glazen in het sifon-stelsel, waardoor eveneens de stroomsnelheid van de brandstof kan worden vastgelegd die wordt afgevoerd vanuit de tanks. De meters en peilglazen 35 zullen eveneens de tankinhoud op elk moment registreren.
In geval dat b rands to f-stromingen worden geregistreerd maar de brandstofafgifte-inrichtingen 38 niet worden gebruikt, zullen de voeler 129a, 129b, 129c alle terugslagkleppen 119a, 119b, 119c afsluiten om lekkage te 40 vermijden.
8£ ' '.·· » v υ * o ö 3 - 12 -
Op elk moment zal niemand in staat zijn om meer dan 110 liter te onttrekken aan éên der stromingsmeters 123a, 123b, 123c zonder dat het afgiftesysteem wordt teruggesteld. Dat wil zeggen dat na afgifte van 110 liter 5 ëên van de voelers 129a, 129b, 129c de brandstofstroom naar de afgifte-inrichting 38 zal onderbreken. Indien een verbruiker meer brandstof nodig heeft zal de bewaker bij het station of de kiosk 44, 44' het stelsel terug moeten stellen om verdere brandstof af te kunnen nemen.
10 Door veiligheidsmaatregelen van dit type zal ook in het geval dat een slangbreuk optreedt of dat zich een andere onregelmatigheid voordoet, niet meer dan 110 liter brandstof kunnen worden verspild. In aanvulling daarop regelen de stromingsmeters 125a, 125b, 125c de stroming 15 zodat de brandstof slechts met een zekere stroomsnelheid kan worden afgevoerd. Indien dus de stromingssnelheid te hoog wordt zullen de stromingsmeters er voor zorgen dat het gehele systeem wordt afgesloten.
De robots 40, die dienen als brandstofafgifte-20 inrichtingen, hebben een meervoudige funktie. Zij groeten cliënten en geven instructies in verschillende talen bij het drukken op knoppen. Hiertoe is een niet weergegeven kaart aangebracht op de zijde van de robot met de nummers en namen van ongeveer 40 landen. De cliënt 25 drukt op een knop voor het kiezen van de taal die hij of zij verstaat en de robot zal hoorbare instrukties in die taal verschaffen. Zo zal bijvoorbeeld de robot de cliënten waarschuwen niet te roken.
De robot omvat eveneens een rookdetector en 30 zal automatisch de brandweer waarschuwen in het geval van vuur of rook. Hij zal de politie waarschuwen in het geval dat geknoeid wordt of dat zich andere moeilijkheden voordoen en zal een ambulance oproepen in geval van een ongeluk. De robot fotografeert de kentekenplaat van elke 35 auto die in het tankstation stopt en zorgt er voor dat de handgreep van de afgifte-inrichting wordt afgesloten wanneer gemorst wordt of in een ander noodgeval en bekrachtigt sirenes wanneer een overval wordt uitgevoerd. Eveneens doet hij de lichten van het tankstation op 40 geschikte tijden aan en uit. De robot 40 overhandigt 8501388 »' ^ ** - 13 - de cliënten de benzineslang. In het bijzonder zijn de slangen en mondstukken in de handen van de robot. Wanneer de cliënt aangeeft welke benzine hij of zij wenst te kopen door het kiezen van de juiste knop op de robot zal 5 de robot het juiste mondstuk aan de cliënt overhandigen die dan de slang zover als nodig is aantrekt om het mondstuk in de brandstoftank van zijn of haar auto aan te brengen. Ook kan de robot een lichte, dampstroom van ruitenreiniger activeren, terwijl de tank wordt gevuld.
10 De robot 40 heeft een houder 137 voor credit kaarten voor de bank of voor benzine voor het uitvoeren van creditkaarttransacties. Hij zal geschikte waarschuwings-geluiden geven in het geval dat iemand tracht de robot mee te nemen of te vernielen en hij zal de linker arm 139 15 defensief gebruiken in het geval dat iemand tracht de robot te verwijderen van de voet of in te grijpen in wat de robot uitvoert,. Elke robot zal eveneens de politie waarschuwen in het geval dat een cliënt het tankstation verlaat zonder te betalen, De robot dirigeert cliënten 20 naar zelfbedieningsafgifte-inrichtingen door het gebruik van een groen licht en naar bediende inrichtingen door het gebruik van een blauw licht. Hij wenst tevens de cliënten een goede dag en bedankt hen voor hun clandizie en levert andere geschikte informatie na voltooiing van 25 hun transactie.
Elke robot heeft een paar brandblussers die hij zal bedienen in geval van brand. Elke robot heeft eveneens een klok die de cliënt de juiste tijd toont en de naam van de plaats waar het tankstation is gevestigd. In het 30 borstgebied van de robot bevindt zich een meetinrichting 135, die de hoeveelheid afgegeven brandstof toont en de prijs van de brandstof. Slangen en haspels zijn eveneens binnen de robot aangebracht. Wanneer de cliënt brandstof wenst af te nemen en nadat de robot het mondstuk aan de 35 klant heeft overhandigt, neemt de robot de stroming waar zodat de stroom slechts begint nadat het mondstuk in de benzinetank van het voertuig van de cliënt is aangebracht.
In aanvulling op de brandbeschermingsmaatregelen die reeds* zijn beschreven, bevindt zich over het gehele 40 dak 18 een brandblus^systeem, dat schematisch is weergege-
Ολ A ^ « 5 O
'W jr ΛΓ * V , V
* -A
- 14 - ven en aangeduid met het verwijzirygscijfer 151 in fig. 11.
Dit systeem wordt geactiveerd door een robot 40 op hetzelfde moment dat de robot automatisch de brandweer waarschuwt bij het waarnemen van brand of rook. Binnen de 5 stalen reservoirs 20, 20', waarin de brandstoftanks 24, 24', 26, 26', 28, 28' zijn opgenomen, bevindt zich een verder brandbestrijdingsstelsel dat schematisch is weergegeven en aangeduid met 152 in fig, 11 en dat afzonderlijk is en afzonderlijk werkt van het brandbestrijdingsstelsel van 10 het dak.
Op een gebied op afstand van de tankstation-constructie 30 bevindt zich aanvullend een luchtbehandelings-stelsel, dat is aangeduid met het verwijzingscijfer 155 in fig. 11. Dit stelsel zal in de zomer koude lucht 15 toevoeren aan de reservoirs 20, 20' om de temperatuur op ongeveer 20°C te houden. In aanvulling op deze veiligheidsmaatregel wordt hierdoor eveneens de inhoud van de tanks 24, 24’, 26, 26', 28, 28’ koel gehouden zodat geen verdamping daarvan optreedt, waardoor het niet noodzaken 20 lijk is damp terug te winnen terwijl de mate van luchtvervuiling wordt beperkt. Wanneer de omgevingstemperaturen die toestaan kunnen de reservoirs koel worden gehouden door een ventilatorsysteem omvattende koele-lucht-inlaten 157 en warme*·lucht-inlaten 159, 25 Alle verlichting zal plaatsvinden met damp- dichte armaturen en elektrische verbindingen. Niet weergegeven indirekte verlichting, anders dan die welke reeds hierboven is beschreven, zal worden verbonden met de stalen kolommen die dienen als poten 32, 32'. Deze 30 verlichting zal worden gericht naar het glanzende witte plafond 73 van het dak 18. Het licht zal door dit plafond 73 worden gereflecteerd naar de grond en rondom de pomp-plateaus.
Het gebied rond de pompplateaus en rond de 35 tankstation-constructie 30 zal op grondniveau 14 voorzien worden van plaveisel. Geplaveide gebieden buiten de tankstation-constructie 30 zullen worden verlicht door middel van lampen die zich bevinden bij de omtrek waarop de constructie is aangebracht. Op enige afstand van de 40 tankstation-constructie 10 zullen een niet weergegeven 8501388 ^ 15 luchtcompressor en luchtslang aanwezig zijn. In het gebied van de tankstation-constructie 10 zal een minimum aan elektrische verbindingen en leidingen aanwezig zijn om daardoor het gevaar van brand zoveel mogelijk te reduceren.
5 Hoewel de uitvinding is beschreven en weer gegeven aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm, zal duidelijk zijn dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen.
- conclusies -
85 0 < i 8 S

Claims (17)

1. Tankstation-constructie waar motorvoertuigen van brandstof kunnen worden voorzien en omvattende een dak dat zich over het pomp-plateau uitstrekt en dat zich op enige afstand boven de grond bevindt en boven het 5 niveau van de van brandstof te voorziene voertuigen, waarbij ten minste ëën brandstofopslagreservoir aanwezig is voor het opnemen van de aan de voertuigen af te geven brandstof, met het kenmerk, dat het brandstofopslagreservoir boven de grond is aangebracht 10 en zich naast het dak bevindt zodanig dat het dak en het bovengrondse brandstofopslagreservoir tezamen een geïntegreerd, afgedekt, bovengronds tankstation vormen.
2. Tankstation-constructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het brandstofopslag- 15 reservoir een compartiment omvat met een aantal verschillende brandstoftanks aangebracht binnen elk compartiment waardoor verschillende typen brandstoffen kunnen worden opgeslagen en afgegeven vanuit ëën opslagreservoir vanuit de verschillende daarin aanwezige brandstoftanks, 20 terwijl het reservoir dient als een brandscherm in geval van een lek in één der tanks.
3. Tankstation-constructie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat ten minste een paar opslagreservoirs aanwezig zijn waarbij elk opslagreservoir 25 zich op afstand boven de grond bevindt door middel van een aantal poten en een deel van het dak zich uitstrekt tussen een paar opslagreservoirs en op afstand van de grond wordt ondersteund door de opslagreservoirs.
4. Tankstation-constructie volgens conclusie 3, 30 met het kenmerk, dat verdere delen van het dak zich vanaf de opslagreservoirs uitstrekken op vrij-dragende wijze en worden ondersteund door de opslagreservoirs. is i; fs 1 t π q Si Ü rj O Ö - 17 -
5, Tankstation-constructie volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat een aantal brandstof-afgifte-inrichtingen is aangebracht onder elk der opslag-reservoirs.
6. Tankstation-constructie volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat ten minste ëën sifon-leiding zich uitstrekt tussen het opslagreservoir en de brandstofafgifte-inrichtingen voor de toevoer van brandstof aan deze inrichtingen onder sifonwerking.
7. Tankstation-constructie volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de brandstofafgifte-inrichtingen de vorm hebben van robots.
8. Tankstation-constructie volgens ëën der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een 15 bewakersvertrek is aangebracht onder ëën der opslag-reservoirs.
9. Tankstation-constructie volgens ëën der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dit een bovengronds brandstofopslagreservoir omvat voor het op- 20 nemen van brandstof en de afgifte daarvan aan voertuigen, welk brandstofreservoir is aangebracht nabij het afvul-gebied, waarbij een dak grenst aan het brandstofopslagreservoir en daardoor wordt ondersteund terwijl het dak zich uitstrekt vanaf het opslagreservoir en over het 25 pompgebied op een zodanig niveau dat het dak zich uitstrekt over motorvoertuigen in het vulgebied.
10. Tankstation-constructie volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het voorraadreservoir een compartiment omvat waarin zich een aantal brandstof- 30 tanks bevinden zodanig dat verschillende typen brandstoffen kunnen worden opgeslagen en afgegeven vanuit ëën opslagreservoir vanuit de verschillende brandstoftanks daarin terwijl het compartiment dient als brandscherm in het geval van lekkage van een tank. 8 o 0 ï S 8 S > < - 18 -
11. Tankstation-constructie volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat ten minste ëên paar opslagreservoirs aanwezig is die op afstand boven de grond worden ondersteund door een aantal poten en waarbij 5 een deel van het dak zich uitstrekt tussen een paar opslagreservoirs en door deze opslagreservoirs wordt ondersteund.
12. Tankstation-constructie volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat andere delen van het 10 dak zich vrijdragend uitstrekken vanaf de opslagreservoirs en door deze op afstand boven de grond worden ondersteund.
13. Tankstation-constructie volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat een aantal brand-stofafgifte-inrichtingen is aangebracht onder elk opslag-15 reservoir.
14. Tankstation-constructie volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat ten minste één sifon-leiding zich uitstrekt tussen het opslagreservoir en de brandstofafgifte-inrichtingen voor de toevoer van brand- 20 stof aan deze inrichtingen onder sifonwerking.
15. Tankstation-constructie volgens conclusie 13 of 14,met het kenmerk, dat de brandstofafgifte-inrichtingen de vorm van robots hebben.
16. Tankstation-constructie volgens één der conclu- 25 sies 13 -15, met het kenmerk, dat een bewakersvertrek is aangebracht onder één der opslagreservoirs,
17. Tankstation-constructie als beschreven en/of weergegeven in de tekening. 850»388
NL8501388A 1984-05-18 1985-05-14 Tankstation-constructie waar motorvoertuigen van brandstof kunnen worden voorzien. NL8501388A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/611,986 US4901748A (en) 1984-05-18 1984-05-18 Filling station structure
US61198684 1984-05-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8501388A true NL8501388A (nl) 1985-12-16

Family

ID=24451224

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8501388A NL8501388A (nl) 1984-05-18 1985-05-14 Tankstation-constructie waar motorvoertuigen van brandstof kunnen worden voorzien.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US4901748A (nl)
JP (1) JPS6150855A (nl)
NL (1) NL8501388A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4986446A (en) * 1988-08-05 1991-01-22 Southwest Canopy Company Service station improvements
WO2001069012A2 (en) * 2000-03-15 2001-09-20 Pekka Lehto System and method specifically intended for the construction of fuel distribution forecourts

Families Citing this family (39)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0796412B2 (ja) * 1989-08-11 1995-10-18 新日本製鐵株式会社 原料荷役計画作成システム
US5273087A (en) * 1989-12-19 1993-12-28 Amoco Corporation Vapor recovery nozzle with flow indicators
US5199471A (en) * 1991-03-04 1993-04-06 Amoco Corporation Process to prevent vapor blockage for stage II vapor recovery
US5213142A (en) * 1991-03-04 1993-05-25 Amoco Corporation Stage II vapor recovery system
FR2674891B1 (fr) * 1991-04-04 1993-06-25 Elf France Station de distribution transportable.
FI94889C (fi) * 1993-03-05 1995-11-10 Savon Konehitsaus Oy Polttoaineen jakeluasema
US5413135A (en) * 1993-10-08 1995-05-09 Poole; Barry S. Apparatus for serving comestibles and method of erecting same
US5954085A (en) * 1994-07-12 1999-09-21 Petro-First, Inc. Prefabricated modular fuel dispensing system
US5596501A (en) * 1995-07-19 1997-01-21 Powerplant Fuel Modules, Llc System for dispensing fuel at remote locations, and method of operating same
US5711456A (en) * 1995-08-08 1998-01-27 Bryant; Billy O. Above ground fuel transfer module
US5902985A (en) * 1996-03-21 1999-05-11 Shell Oil Company Providing service to a vehicle
USD409207S (en) * 1996-04-24 1999-05-04 Alvern-Norway A/S Multipurpose utility station for use at e.g. a petrol station, providing e.g. supplies of air, oil, screen washer fluid, coolant as well as washing facilities
US5807077A (en) * 1996-12-05 1998-09-15 Lamanna; Joe Foot operated pump guard
US5975371A (en) * 1998-06-22 1999-11-02 Webb; R. Michael Modular aboveground service station and method of assembly
US6109290A (en) * 1999-01-25 2000-08-29 Sabatinelli; Arthur A. Fuel dispensing system
US6230939B1 (en) * 1999-05-21 2001-05-15 Clean Shield Enterprises, Inc. Windshield washer fluid dispensing system
GB0006192D0 (en) * 2000-03-16 2000-05-03 Cookson & Zinn Ltd Improved storage tank assembly
US7096895B2 (en) * 2003-03-27 2006-08-29 Barker R Keth Method and apparatus for dispensing motor vehicle fuel at unattended locations
CA2423938C (en) * 2003-03-28 2011-08-09 Trillium Fueling Systems Inc. Modular above ground fueling station and method of construction thereof
US20050001722A1 (en) * 2003-07-03 2005-01-06 Lin Davis Fuel dispenser ignition source detector
CN1298571C (zh) * 2003-08-22 2007-02-07 北京优孚尔新型容器设备有限责任公司 立式加油站及其油舱的制造方法
US7296601B2 (en) * 2005-04-25 2007-11-20 U-Fuel, Inc. Aboveground fueling station with vertical tanks
US7721751B1 (en) 2006-05-09 2010-05-25 Timothy Perrien Fuel dispensing system
AU2008261615A1 (en) * 2007-06-14 2008-12-18 Nickolaos Mitropoulos Fuel dispensing
US8388166B2 (en) * 2007-10-24 2013-03-05 Lsi Industries, Inc. Lighting apparatus with a boost
JP5415863B2 (ja) * 2009-07-30 2014-02-12 Jx日鉱日石エネルギー株式会社 水素の貯蔵供給ステーション
US20110139811A1 (en) * 2009-12-14 2011-06-16 Nickolaos Mitropoulos Fuel dispensing
US8667690B2 (en) 2011-06-20 2014-03-11 Jose A. Cajiga Method of assembling a modular commercial unit
US9181078B2 (en) 2011-06-20 2015-11-10 Jose A. Cajiga Mobile fuel distribution system
US8573242B2 (en) 2011-06-20 2013-11-05 Jose A. Cajiga Mobile fuel distribution system
US8176931B1 (en) * 2011-06-20 2012-05-15 Cajiga Jose A Mobile fuel distribution station
US9222407B2 (en) * 2012-11-12 2015-12-29 Wayne Fueling Systems Llc Dispenser for compressed natural gas (CNG) filling station
US20140324217A1 (en) * 2013-04-30 2014-10-30 R. Keith Barker Fuel Island Redundant Monitoring System
GB2532460B (en) * 2014-11-19 2018-07-18 Ledbury Welding & Engineering Ltd Modular filling station
EP3760498A1 (en) * 2016-02-09 2021-01-06 Capat LLC Fire and ballistic resistant tank and fuel distribution station
EP3526128A4 (en) * 2016-10-11 2020-06-10 Capat LLC SYSTEM AND METHOD FOR STORING LIQUID AND GASEOUS FUELS
WO2019018611A1 (en) * 2017-07-19 2019-01-24 Webb Ronald Michael SERVICE STATION, SYSTEMS AND METHODS OF MAINTENANCE FOR AUTONOMOUS VEHICLE
US11167978B2 (en) * 2017-08-07 2021-11-09 Capat Llc Fuel distribution station
CN112776763A (zh) * 2020-12-23 2021-05-11 北京三盈联合石油技术有限公司 一种立体式加油站

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1168717A (en) * 1915-02-13 1916-01-18 Dutee Wilcox Flint Liquid-dispensing apparatus.
US1696954A (en) * 1923-05-07 1929-01-01 Charles Henry Bickell Tank truck
US2021544A (en) * 1933-04-06 1935-11-19 Crown George Shannon Service station
US3384132A (en) * 1966-01-21 1968-05-21 Protectoseal Co Flammable liquid transfer station
US3642036A (en) * 1970-04-30 1972-02-15 Irwin Ginsburgh Automatic fueling system for automobiles
JPS537822A (en) * 1976-07-09 1978-01-24 Tokyo Tatsuno Kk Petrol stations
US4263945A (en) * 1979-06-20 1981-04-28 Ness Bradford O Van Automatic fuel dispensing control system
NL8201277A (nl) * 1982-03-26 1983-10-17 Holvrieka Nirota Bv Tankcontainer.

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4986446A (en) * 1988-08-05 1991-01-22 Southwest Canopy Company Service station improvements
WO2001069012A2 (en) * 2000-03-15 2001-09-20 Pekka Lehto System and method specifically intended for the construction of fuel distribution forecourts
WO2001069012A3 (en) * 2000-03-15 2002-03-07 Pekka Lehto System and method specifically intended for the construction of fuel distribution forecourts
US6820378B2 (en) 2000-03-15 2004-11-23 Pekka Lehto System and method specifically intended for the construction of fuel distribution forecourts

Also Published As

Publication number Publication date
US4901748A (en) 1990-02-20
JPS6150855A (ja) 1986-03-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8501388A (nl) Tankstation-constructie waar motorvoertuigen van brandstof kunnen worden voorzien.
ES2261673T3 (es) Estacion movil para dispensar liquido.
US5582717A (en) Water dispenser with side by side filling-stations
US8959774B2 (en) Method of assembling a modular commercial unit
CA2839502C (en) Mobile fuel distribution station
US6230939B1 (en) Windshield washer fluid dispensing system
EP0507690B1 (fr) Station de distribution transportable
US20180285847A1 (en) Portable Vehicle Fueling Kiosk
EP1848657B1 (en) Transferable liquid dispensing station
GB2486068A (en) Petrol station traffic flow
US20020130142A1 (en) Windshield washer fluid dispenser
US6089420A (en) Mobile potable water vending apparatus
US6394151B1 (en) Dual mode propane fuel dispensing apparatus and method
GB2460111A (en) Fuel storage and dispenser sharing a common bund area
US20040187399A1 (en) Modular above ground fueling station and method of construction thereof
RU2799405C2 (ru) Установка розлива жидкостей
BR202019015416U2 (pt) disposição aplicada em expositor dispensador automatizado
WO2002020393A1 (en) Liquid dispensing station
TR2023002202U5 (tr) Damacana su otomati
BG2538U1 (bg) Основа за мобилна роботизирана антена
FR2728552A1 (fr) Dispositif integre de stockage et de distribution de lubrifiants et autres liquides pour vehicules a moteur
AU2002311063A1 (en) Mobile liquid dispensing station

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed