NL8501266A - Grondafscheidingsinrichting. - Google Patents

Description

** Λ < Ν.0. 33179 1

GRONDAFSCHEIDINGSINRICHTING

De uitvinding heeft betrekking op grondafscheidingsinrichtingen bijvoorbeeld te gebruiken bij of met oogstmachines voor knolgewassen, 5 in het bijzonder, maar niet exclusief aardappeloogstinrichtingen.

GB 2077626B (NRDC) toont een inrichting voor het afscheiden van grond omvattende een transportzeef met variabel oppervlak voor het transporteren van het produkt naar achteren vanaf de hefinrichting naar een ander deel van het samenstel» 10 Bij een voorkeursuitvoering van de uitvinding werden schudorganen verschaft voor het mededelen van in hoofdzaak horizontale trillingen op een zeefsectie van de transportzeef voor het verkrijgen van een zeer goede grondzeving per eenheid van oppervlak met minder knolbeschadiging dan mogelijk was bij de tot op heden beschikbare systemen.

15 Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een orgaan voor het meer effectief isoleren van deze trillingen ten opzichte van andere delen van de transportzeef.

Volgens de uitvinding omvat de inrichting voor het afscheiden van grond voor toepassing bij hefmiddelen voor knolgewassen een transport-20 zeef voor het transportreren van het gewas vanaf de hefmiddelen daarvoor naar een ander deel van de inrichting waar een schudorgaan is verschaft voor het mededelen van in hoofdzaak horizontale versnellingen aan een zeefdeel met variabel oppervlak van de transportzeef door zonder meer het geheel van genoemd deel te verplaatsen in plaats van door 25 trilling van het zeefoppervlak vanaf een einde van dat deel als beschreven in GB 2077626B.

Bij voorkeur loopt het zeefdeel van de transportzeef om eerste en tweede roteerbare ondersteuningsorganen, één aan één eind en één aan het andere eind van het zeefdeel en daarna in een S-vorm om een derde 30 roteerbaar ondersteuningsorgaan.

Bij voorkeur is de scheiding van het eerste en het tweede ondersteuningsorgaan instelbaar zodat een variatie van het zeefoppervlak van de transportzeef mogelijk is.

Bij voorkeur omvat het schudorgaan een schommelverbindings-onder-35 steuningssamenstel.

Bij voorkeur wordt het schudorgaan geregeld door een schudregel-orgaan dat de sterkte regelt van het in hoofdzaak horizontale schudden, medegedeeld aan·de zeefsectie door de schudorganen.

Bij voorkeur omvat het genoemde andere deel van het samenstel een 40 transportdeel dat instelbaar is om elke wijziging in afgeefpunt van de ;< jr, :1 1 0 £ * ~~J •s7 Λ* .-; 2 transportzeef te compenseren, wat optreedt door een wijziging in het effectieve zeefoppervlak van het zeefdeel. In dit geval, als de trans-portzeef loopt rond de tweede en derde roteerbare ondersteuningsorganen in een S-vormige vorm als hierboven beschreven, dan is bij voorkeur het 5 transportdeel automatisch instelbaar doordat het transportdeel ook loopt om het genoemde derde roteerbare ondersteuningsorgaan.

Hoewel het transportdeel indien gewenst kan worden verschaft door een afzonderlijke band of dergelijke dan die die het zeefdeel verschaft, wordt bij de voorkeursuitvoering een enkele band of dergelijke 10 gebruikt om zowel het zeefdeel als het transportdeel te verschaffen.

Snelheidsregelorganen worden bij voorkeur verschaft voor het variëren van de snelheid van de transportzeef onafhankelijk van de grond-snelheid van het samenstel.

De uitvinding heeft ook betrekking op een oogstinrichting voor 15 knolgewassen omvattende een grondafscheidingssamenstel volgens de uitvinding en in het bijzonder maar niet exclusief een oogstinrichting waarbij de hefmiddelen voor de oogst een dubbele schijfploegschaar omvatten.

Als in deze aanvrage de uitdrukking "in hoofdzaak horizontaal" 20 wordt gebruikt voor het beschrijven, van de beweging van het zeefdeel van de transportzeef, zal het duidelijk zijn dat deze uitdrukking slechts gemakshalve wordt gebruikt en meer in het bijzonder moet worden beschouwd als de beweging van het zeefdeel in richtingen in hoofdzaak evenwijdig met het vlak dat de rotatiehartlijnen van de eerste en twee-25 de roteerbare ondersteuningsmiddelen, die boven zijn beschreven, omvat.

Uitvoeringen van de uitvinding worden hierna als voorbeeld beschreven, aan de hand van een tekening, waarin: fig. 1 en 2 schematisch een zijaanzicht tonen van een aardappel-30 oogstinrichting volgens de uitvinding in twee verschillende trappen tijdens zijn werking; en fig. 3 en 4 details tonen op groter schaal van een deel van dezelfde oogstinrichting respectievelijk gezien vanaf de zijde en vanaf de achterzijde kijkend in voorwaartse richting.

35 Zoals weergegeven in de tekeningen omvat een aardappeloogstinrich- ting 10 volgens de uitvinding een grondafscheidingssamenstel waarbij een transportzeef of "baan" 12 loopt om neuskegels 14, meelooprollen 16, 17, 18, een achterrol 20, een aandrijfrol 22 en rollen 24 tot 27 voor het ondersteunen van de doorhang.

40 De neuskegels 14 zijn aangebracht op een verbindingsstang 29 (fig.

8501256 3 1 en 2) die ook ondersteuningseenheden 31 draagt voor de rol 17. In feite zijn de eenheden 31 opgehangen aan de schalmen 43 van een wagen 45 die beweegbaar is met de eenheden 31 tot elk van een aantal standen waarin hij kan worden bevestigd op het machinegestel.

5 De zeefsectie 23 van de baan is de sectie liggende tussen de neus- keugels 14 en de rol 17 en het effectieve oppervlak van deze sectie kan naar wens worden gevarieerd door de wagen 45 die eenheden 31 draagt, op te schuiven tot een nieuwe stand langs de verbindingsstang 29.

De eenheden 31 zijn in hun nieuwe standen bevestigd onder gebruik-10 making van onder veerbelasting staande taps toelopende pennen 35, 36 weergegeven in de fig. 3 en 4. Deze laatste vergrendeling in de juiste openingen in een van ribben voorziene ondersteuningsrail 38 vormt een deel van de verbindingsstang 29.

Bij een andere uitvoering kan het grendelsysteem met taps toelo-15 pende pen, dat boven is beschreven, worden vervangen door een met de hand bediende grendel- en ontgrendelinrichting, bijvoorbeeld onder gebruikmaking van een handwiel met schroef of van een automatisch systeem dat met een taster wordt geregeld cm de wagen los te maken, waarbij het zeefoppervlak naar aanleiding van een wijziging in de heersende 20 omstandigheden variëert en dan de wagen weer vergrendelt in zijn nieuwe stand.

Als een verdere andere uitvoering kan de raeelooprol 18 worden vervangen door rondsel, dat hetzij hydraulisch hetzij mechanisch wordt aangedreven, bijvoorbeeld in een vaste relatie met het hoofdaandrijf-25 rondsel 22. In dit geval is de aandrijfas naar het hulprondsel bij voorkeur voorzien van een palkoppeling om rotatie linksom tegen de wijzers van de klok in (gezien in de tekening) te verhinderen.

Het gestel is aangebracht op het chassis (niet weergegeven) van de machine onder gebruikmaking van schommelschalmen 40, 41 en schalmen 43 30 worden aangedreven door krukken (niet weergegeven) met variabele slag voor het verschaffen van het gewenste horizontale schudden van de ver-bindingsstang 29 en dus van het zeefdeel 33.

De wagen 45 ondersteunt ook de rollen 16 en 18 die hierboven zijn genoemd, en indien gewenst kan de rol 18 onder invloed van een veer 35 worden aangebracht zoals verder getoond om de kans van fluctuaties in spanning van de baan te reduceren die worden geïnduceerd in de beneden-stroomse part van de baan door de trilbeweging van de rol 17 gedurende de werking van het samenstel.

Als reeds beschreven worden bij het werken van het samenstel de 40 schalmen 43 aangedreven door krukken (niet weergegeven) met variabele Λ — - j -5· A Λ ' - · t: 5, y y > 1 » -J *? z 4 slag om de gewenste in hoofdzaak horizontale trillingen mede te delen aan het zeefdeel 33. Als gevolg hiervan versnelt de sectie 33 in de richting van de voortbeweging van de baan gedurende de voorwaartse slag van de krukken en wordt vertraagd gedurende de teruggaande slag van de 5 krukken .

De amplitude van deze trilbeweging kan worden gewijzigd in overeenstemming met de heersende omstandigheden binnen een gebied van 25 mm tot 90 mm bijvoorbeeld door het wijzigen van de slag van de kruk. Dienovereenkomstig kan de schommelfrequentie worden gevarieerd tussen bij-10 voorbeeld 100 per minuut en 200 per minuut door het wijzigen van de snelheid van de krukaandrijvingen voor de schalmen 43. Bijzondere ver-snellings-/vertragingswaarden voor een amplitudeslag van 25 mm van de krukken kunnen bijvoorbeeld 1,0 tot 2,5 g zijn.

Het mengsel van aardappelen, stenen, kluiten en losse grond dat 15 blijft op het deel van de baan benedenstrooms van de rol 17 wordt afgevoerd met een afgeefband 47 met een vlakke zijde hetzij direct hetzij via een scheidingseenheid (niet weergegeven), die bijvoorbeeld een X-straal scheidingsinrichting kan zijn bijvoorbeeld van een type als beschreven in GB 1431905, 1004222 en 984232. Het referentie 49 is één 20 van de twee naar voren hellende dubbele schijfploegscharen aangegeven voor het heffen van het gewas en het gewas dat aarde bevat op de zeef-sectie aan de voorzijde van de machine. Deze ploegscharen kunnen er bijvoorbeeld twee zijn van het type beschreven in GB 1601478 of GB octrooiaanvragen 8212478 en 8212479. De totale snelheid van de baan 12 25 wordt onafhankelijk van de grondsnelheid van de machine geregeld door middel van een geschikte tandwielkast of een ander variabel aandrijfsysteem.

Zoals reeds beschreven kan het effectieve oppervlak van de zeef-sectie naar wens worden gevarieerd door het wijzigen van de stand van 30 de rol 17 en de wagen 45. Fig. 1 toont een betrekkelijk klein zeef- oppervlak terwijl een bijna maximale waarde is aangegeven in fig. 2. In het algemeen vergroot de bedienende persoon het zeefoppervlak als hij van mening is dat er te veel losse grond aanwezig is op het haandeel en verkleint hij het oppervlak als hij van mening is dat er te weinig is. 35 Deze wijzigingen kunnen worden uitgevoerd zonder de snelheid van de transportzeef te wijzigen. Het maximale zeefoppervlak wordt gewoonlijk slechts gebruikt om exceptioneel natte omstandigheden het hoofd te bieden.

Hoewel het weergegeven transportzeefsamenstel is beschreven als 40 toegepast voor een aardappeloogstmachine, zal het duidelijk zijn dat 8501266 4, 5 hij evengoed geschikt is voor toepassing, indien noodzakelijk met kleine wijzigingen, bij andere vormen van oogstmachines voor knolgewassen, bijvoorbeeld oogstmachines voor suikerbieten en mogelijk ook narcisbollen enz. en ook aardappelgraafmachines.

¢3V I i ö0

Claims (10)

1. Grondscheidingssamenstel ten gebruike bij het oogsten van knolgewassen, met het kenmerk, dat het samenstel een transportzeef omvat voor het transporteren van de oogst vanaf de oogstheforganen naar een 5 ander deel van het samenstel en waar een schudorgaan is verschaft voor het mededelen van in hoofdzaak horizontale versnellingen aan een zeef-sectie met variabel oppervlak van de transportzeef door eenvoudigweg het geheel van die sectie te verplaatsen.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het zeef- 10 deel van de transportzeef loopt om eerste en tweede roteerbare onder- steuningsmiddelen één aan het ene einde en één aan het andere einde van het zeefdeel en daarna in een S-vorm om een derde roteerbaar ondersteu-ningsorgaan.

3. Samenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het schei- 15 den van de eerste en tweede ondersteuningsmiddelen instelbaar is voor het mogelijk maken van de variatie van het zeefoppervlak van de transportzeef.

4. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schudorganen een schommel-ondersteuningssamenstel omr 20 vatten.

5. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het schudorgaan wordt geregeld door een schudregelorgaan dat kan worden bediend om de sterkte te regelen van het in hoofdzaak horizontale schudden medegedeeld aan het zeefdeel door de schudorganen.

6. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat genoemd andere deel van het samenstel een transportsectie omvat die instelbaar is voor het compenseren van elke wijziging in het afgeefpunt van de transportzeef wat optreedt door een wijziging in het effectieve zeefoppervlak van het zeefdeel.

7. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de trans portzeef loopt om de tweede en derde roteerbare ondersteuningsmiddelen in een S-vorm en het transportdeel automatisch wordt ingesteld door de transportsectie ook te leiden om genoemd derde roteerbare ondersteu-ningsorganen.

8. Samenstel volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de transportsectie en de zeefsectie worden gevormd door een afzonderlijke band of dergelijke of door dezelfde band of dergelijke.

9. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de snelheidsregelorganen aanwezig zijn voor het variëren 40 van de snelheid van de transportzeef onafhankelijk van de grondsnelheid $ *5 n 9 β B ijf J Ïiu v τ· van het samenstel.

10. Oogstinrichting voor knolgewassen, met het kenmerk, dat hij een grondafscheidingsinrichting omvat als beschreven in een van de voorgaande conclusies. ********** --¾ Λ Λ Λ vv j ; i O 9