NL8500784A - Vetspuitkop en de toepassing daarvan bij contactloze railsmering. - Google Patents

Description

i ♦ -1-

Vetspuitkop en de toepassing daarvan bij contactloze railsmering.

De uitvinding betreft een spuitkop/ welke tot doel heeft een voorgedoseerde hoeveelheid smeervet gericht op een te smeren plaats aan te brengen met behulp van perslucht, waarbij moet worden voorkomen dat deeltjes vet op 5 plaatsen komen waar dit ongewenst is.

Dergelijke installaties zijn van diverse fabrikaten bekend, waarbij zowel van rond- als van vlakstraalsproeiers gebruik wordt gemaakt. Het nadeel van deze sproeimethoden is, dat het vet, vermengd met perslucht, uit de sproeier 10 komt in de vorm van druppels, welke van ongelijke grootte zijn.

Door de ongelijke grootte van de vetdruppels is het niet mogelijk de spreiding van de druppels vet zodanig te beheersen, dat het terechtkomen van het vet op ongewenste 15 plaatsen wordt voorkomen.

Gezien het genoemde nadeel van de vetsproeisystemen ging men, voor het smeren van de flanken van kraanrails, gebruik maken van contactsmering. Hierbij wordt aan beide zijden van de kraanrail een kunststof rol aangebracht, 20 welke, door middel van een veer, tegen de railflank wordt aangetrokken. In de rol zijn radiale boringen aangebracht, uitkomend in een centrale boring, waardoor via de as vet naar de buitenzijde van de rol wordt gepompt. Wanneer nu de kraan gaat rijden, zal de rol gaan draaien en het vet 25 wordt op de railflank aangebracht. Een voorbeeld van dit type smering is het systeem KS-A van de firma De Limon Fluhme te Düsseldorf.

De nadelen van dit type smering zijn een vrij grote slijtage van de contactrollen en het feit dat, wanneer de 30 kraanrail eenmaal ingesleten raakt, de contactrol geen of zeer weinig contact meer maakt met het ingesleten railge-deelte. Het smeereffect valt hierdoor geheel of gedeeltelijk weg.

85 0 0 7 S 4 -2- J * *

Het doel van de uitvinding is, een vetspuitkop te verschaffen, welke niet het nadeel heeft van sproeisvstemen en deze te gebruiken voor een contactloze kraanrailsmering.

Dit doel wordt bereikt doordat de vetspuitkop vol-5 gens de uitvinding een luchtcilinder omvat, waarvan de zuigers tang als plunjer fungeert, waarmede de, in de plunjer-boring voorgedoseerde, vethoeveelheid met grote kracht in een geconcentreerde druppelvorm over relatief grote afstand wordt weggeschoten via de spuitmond.

10 Wanneer de luchtcilinder wordt ontlucht, drukt een spiraalveer de zuiger, en daarmede de plunjer, in de uitgangspositie, hiermede ruimte vrijmakend voor een volgende, door de bedienende vetpomp voorgedoseerde, hoeveelheid vet.

Ter weerszijden van de te smeren kraanrail wordt 15 op enige afstand (4-8 cm.) een vetspuitkop aangebracht, terwijl op een centrale plaats een vetpomp wordt gemonteerd, welke wordt aangedreven middels een mechanische overbrenging vanaf het rijdmechanisme van de kraan.

In het deksel van het reservoir van de .vetpomp is een in-20 ductieschakelaar aangebracht, welke wordt bekrachtigd door een voeler, die bevestigd is aan een, in het vetreservoir aanwezig roerwerk. Per omwenteling van het roerwerk wordt door alle aangesloten uitlaten van de vetpomp vet geleverd en dus voorgedoseerd in de aangesloten spuitkoppen.

25 De inductieschakelaar bedient nu, via een schakel- relais, een aantal 3/2 magneetventielen, middels welke de vetspuitkoppen worden be- en ontlucht. Op deze wijze is een volstrekt wegafhankelijke, contactloze railsmering verkregen, waarmede druppeltjes vet op regelmatige afstan-30 den en met grote trefzekerheid op de flanken van de kraanrail kunnen worden aangebracht.

Opgemerkt dient te worden, dat oliesmeersystemen bekend zijn, waarbij druppeltjes olie geschoten worden op bijvoorbeeld de ketting van roltrappen. Hierbij wordt ech-35 ter gebruik gemaakt van een tandradpomp en zogenaamde één-leidingverdelers, welke ten ene male ongeschikt zijn voor het gebruik van vetten als smeermiddel.

8500784 ’ Jk % tt -3-

De uitvinding zal, aan de hand van een doorsnede-tekening en een schematekening met een uitvoeringsvoor-beeld, nader worden toegelicht.

Fig. 1 toont de vetspuitkop in doorsnede. De vet-5 spuitkop volgens de uitvinding omvat het huis 1, waarin is aangebracht een luchtcilinderkamer 2, een veerkamer 3, een plunjerboring 4, een vetinlaatboring 5 met ruimte voor te-rugslagventiel 6 en 7 en een vetuitlaatboring 8 met beves-tigingsschroefdraad voor de spuitmond 9. Tevens is, uitko-10 mende in de veerkamer 3, een ontluchtingsopening 10 aangebracht .

Het huis 1 is aan de bovenzijde afgesloten door middel van een deksel 11, hetwelk bevestigd is door middel van vier schroeven 12 en voorzien is van een luchtinlaat-15 boring 13 met schroefdraad.

In de luchtcilinderkamer 2 bevindt zich de zuiger 14, welke door middel van een schroef 15 en een plaat 16 bevestigd is op de plunjerhouder 17, waarin aan de onderzijde de plunjer 18 is aangebracht. Deze plunjer 18 is in 20 de plunjerhouder 17 vastgezet met behulp van spanstift 19.

Teneinde de plunjer 13 na het beëindigen van de arbeidsslag terug te brengen in de uitgangspositie, is in de veerkamer 3 de spiraalveer 20 aangebracht.

Het terugslagventiel bestaat uit een kogel 6 en 25 een spiraalveer 7 en wordt op z'n plaats gehouden door een haakse pijpkoppeling 21, welke tevens als klepzitting fungeert .

De plunjerboring is aan de onderzijde afgesloten door middel van een stop 22.

30 In het huis 1 zijn tevens de bevestigingsgaten 23 en 24 aangebracht.

Fig. 2 toont een schematekening van een kraanrail-smeerinstallatie waarin de vetspuitkop is toegepast. De kraanrailsmeerinstallatie omvat twee vetspuitkoppen 25, 35 welke ter weerszijden van de kraanrail 26 zijn aangebracht.

De beide vetspuitkoppen 25 worden van vet voorzien door de vetpomp 27, die wordt aangedreven door het rijdmechanisme 850072* -4- van de kraan. Een in het deksel van het vetreservoir aangebrachte inductieschakelaar bedient, via een electrische schakelinrichting 29, twee electromagnetisch bediende 3/2 ventielen 30, welke de persluchttoevoer naar de vetspuit-5 koppen 25 in- en uitschakelen en tevens, na het uitschakelen van de persluchttoevoer, het ontluchten van de vet-spuitkoppen 25 verzorgen.

8500764

Claims (4)

1. Vetspuitkop voor het, met behulp van perslucht, over afstand aanbrengen van vet, waarbij de gedoseerde vet-hoeveelheid geen grote spreiding mag bereiken tijdens het aanbrengen en met het kenmerk dat de gebruikte perslucht 5 niet met het smeermiddel wordt vermengd, doch wordt aangewend als drukmedium, waarmede een zuiger en een daaraan middels een plunjerhouder verbonden plunjer in beweging worden gebracht en wel met relatief hoge snelheid; met het doel een vóór de plunjer aanwezige (gedoseerde) vethoeveel-10 heid, via een in het huis van de vetspuitkop gemonteerde spuitmond, met hoge snelheid naar buiten te stoten, waarna, door het laten ontsnappen van de perslucht boven de zuiger, de plunjer middels een veer, welke is aangebracht onder de plunjerhouder, in de beginstelling wordt teruggebracht.

2. Vetspuitkop volgens conclusie 1, met het ken merk dat het vet wordt toegevoerd naar de plunjerboring via een in het spuitkophuis aangebrachte boring, welke uitkomt haaks op de plunjerboring, juist onder de, in rust-stelling verkerende, plunjer en waarin is aangebracht een 20 terugslagklep, bestaande uit een spiraalveer en kogel, alsmede een inschroefpijpkoppeling, welke dient als klep-zitting en tevens als aansluiting voor de vettoevoerleiding.

3. Contactloze kraanrailsmeerinstallatie voor het, met behulp van een vetpomp en enkele vetspuitkoppen, vol- 25 gens conclusie 1 en 2 smeren van de flanken van kraanrails, met het kenmerk dat de vetspuitkoppen op enige afstand (4 - 8 cm.) ter weerszijden van de te smeren kraanrail middels steunen aan de constructie van de kraan zijn bevestigd en van vet worden voorzien door een, eveneens op de kraan-30 constructie aangebrachte, mechanisch aangedreven pomp.

4. Contactloze kraanrailsmering volgens conclusie 3 met het kenmerk dat de persluchttoevoer naar de vetspuitkoppen wordt geopend en gesloten door middel van een aantal 3/2 magneetventielen, welke via een electrische scha- 85007?* -6- kelinrichting worden bediend door een in het deksel van het reservoir van de vetpomp aangebrachte inductieschakelaar, waarbij een verlengstuk, aangebracht op het in het reservoir aanwezige roerwerk, zorgdraagt voor de bekrach-5 tiging van de schakelaar, zodat bij elke omwenteling van het roerwerk een luchtinpuls wordt verkregen. Λ 7· Λ «n Λ ƒ Ss ü u / ? 4