NL8500404A - Dialichtbak. - Google Patents

Description

---- ·» φ

85.5009/AA/MvC

Korte aanduiding: dialichtbak.

De uitvinding heeft betrekking op een dialichtbak omvattende een door drie of meer profieldelen gevormd raam, waarbij de aangrenzende uiteinden van de profieldelen met elkaar gekoppeld zijn, een op de binnenomtrek van het raam aangebrachte verlich-5 tingsinrichting, waarbij van de profieldelen een eerste pro-fieldeel zodanige afmetingen heeft en dé aan het eerste profiel-deel gekoppelde tweede en derde profieldelen voorzien zijn van een zodanig iri de langsrichting van de delen aangebrachte groef, dat een dia langs het eerste profieldeel en met randgedeelten 10 ervan in de groeven geleid kan worden, en een langwerpige klep, die om een in de richting van het eerste profieldeel verlopende as gedraaid kan worden.

Een dialichtbak van deze soort is bekend uit het Belgische octrooischrift BE 896.619.

15 Bij de bekende dialichtbak bestaan de profieldelen en de klep uit metaal. De klep wordt in de gesloten toestand ervan, waarbij het een rand van de dia bedekt, zodat de dia niet verplaatst kan worden, vergrendeld door middel van aan de klep en aan corresponderende gedeelten van het eerste profieldeel 20 aangebracht magnetisch materiaal. In elke andere stand van‘de klep kan deze van de lichtbak weggenomen worden.

De bekende dialichtbak heeft als bezwaar dat het voor de èlectrische veiligheid noodzakelijk, en volgens wettelijke regels vereist is, dat elkvan de metalen profieldelen geaard wordt.

25 In het bijzonder bij toepassing van kunststof hoekdelen voor het koppelen van deprofieldelen is het dan noodzakelijk dat de profieldelen door middel van een aantal aardingsdraden met elkaar gekoppeld worden, zodat ze elk dezelfde electfische potentiaal hebben. Het aanbrengen van deze en. eventueel andere 30 beschermingsmiddelen ter vermijding van bijvoorbeeld electro- kutie van personen, maakt de constructie gecompliceerd, tijdrovend en daardoor duur.

Een ander bezwaar van de metalen profieldelen is, dat bij de vervaardiging, door extrusie, ervan-de vrijheid voor het 35 op de gewenste plaatsen vormen van materiaal relatief klein is. Voor het verkrijgenvan een voldoende stevigheid van de BAD Zal ^aarom veel materiaal nodig zijn, 8500404 - .2 - wat het gewicht van de dialichtbak en de kostprijs ervan verhoogt.

Een ander bezwaar van de bekende dialichtbak is, dat voor het verkrijgen van een eventueel gewenste vergrendeling voor 5 de klep aan het eerste profieldeel extra onderdelen, zoals onderdelen van magnetisch of magnetiseerbaar materiaal, aan de klep en/of het eerste profieldeel bevestigd moeten worden.

Bovendien heeft de toepassing van de metalen profieldelen als bezwaar dat 'voor het verkrijgen van een esthetisch aantrekke-10 lijk aanzicht de delen een geschikte oppervlaktebehandeling en bijvoorbeeld een bedekkende verflaag moeten krijgen, terwijl de profieldelen tijdens gebruik gemakkelijk beschadigd kunnen worden en krassen in de oppervlaktelaag kunnen krijgen en/of gedeukt kunnen worden.

15 De uitvinding beoogt de bezwaren van de bekende dialichtbak op te heffen.

De dialichtbak volgens de uitvinding onderscheidt zich daarom van de bekende dialichtbak doordat tenminste de profiel-. delen uit kunststof bestaan.

20 Hierdoor is het niet nodig dat de profieldelen onderling door middel van een aardingsdraad verbonden worden. Omdat zowèl de profieldelen als de dia uit electrisch isolerend materiaal bestaan kan zelfs.aarding van de gehele lichtbak achterwege blijven. De verlichtingsinrichting, in het bijzonder de bedrading 25 ervan, kan dan'snel en goedkoop aangebracht worden.

De kunststof profieldelen kunnen ook snel en goedkoop bewerkt, bijvoorbeeld op lengte gezaagd en geboord wórden.

Door de profieldelen in kunststof,uit te voeren wordt een relatief grote vrijheid bij het verdelen van het materiaal van 30 de profieJLdelen verkregen, zodat het materiaal zo goed mogelijk ten gunste van de stijfheid verdeeld kan worden en een besparing aan gewicht en kosten verkregen wordt.

Een ander voordeel is, dat de profieldelen direct uit materiaal in de gewenste kleur geëxtrudeerd kunnen worden. Omdat 35 de kunststof tevens enigszins buigzaam is., zal beschadiging van de profieldelen tijdens gebruik niet gemakkelijk optreden en/of niet gemakkelijk waarneembaar zijn.

·* · BAD ORIGflfiïL ^S 9ekle^en' ^at door de uitvoering van de profieldelen in kunststof een grote besparing van de kostprijs verkregen * I* /\ Λ 1 A .

- 3 - • kan worden.

Omdat de profieldelen van kunststof enigszins buigzaam zijn en het materiaal ervoor gemakkelijk op de gewenste plaatsen te extruderen is, zijn gunstige uitvoeringsvormen van de dia-5 lichtbak als volgens de conclusies 3 t/m 8 te realiseren.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening.

In de tekening toont:

Fig.'1 in perspectief een aanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een dialichtbak volgens de uitvinding; 10 Fig. 2 een doorsnede van het onderste profieldeel en van de zijprofieldelen van de lichtbak volgens fig. 1, samen met een montage'plaat voor de verlichtingsinrichting en twee dia- -panelen;

Fig. 3 een doorsnede van het bovenste profieldeel van de 15 lichtbak volgens fig. 1 samen met een montageplaat voor de verlichtingsinrichting, twee diapanelen en twee kleppen.

De in fig. 1 getoonde rechthoekige dialichtbak bestaat vier rechte kunststof profieldelen 1, 2, 3, 4, waarvan de respectievelijke uiteinden door middel van kunststof hoekstukken 5 20 met elkaar verbonden zijn. Langwerpige kleppen 6 zijn elk met een randgedeelte ervan scharnierbaar in het bovenste profie-1-deel 1 opgenomen. De in fig. 1 getoonde achterste klep 6 bevindt zich in een gesloten stand en de andere klep bevindt zich in een geopende stand waarbij een diapaneel 7 verticaal langs 25 het bovenste- profieldeel 1 verplaatst kan worden en waarbij randgedeelten van het diapaneel 7 in groeven van de andere profieldelen 2, 3, 4 geleid worden. De randgedeelten van de profieldelen 2, 3, 4 en het zichtbare randgedeelte van de kleppen 6 hebben bij voorkeur een gelijke naar de binnenkantvan de 30 lichtbak gebogen vorm. De uiteinden van de hoekstukken 5 hebben een daaraan aangepaste vorm.

De lichtbak kann door middel van niet getoonde ophangmidde-len in een etalageruimte opgehangen worden.

De profieldelen en de bij voorkeur uit hetzelfde materiaal 35 vervaardigde kleppen kunnen bestaan uit een thermoplastische kunststof, zoals polyvinylchloride, polypropeen of polyetheen. Deze elementen van de dialichtbak kunnen door middel van ex- trusie “gevormd worden.

BAD ORIGIN

profieldeel 1 heeft zodanige eigenschappen, dat het Λ C Λ Λ /. Λ /

, V

- 4 - óok als zijprofieldeel en zelfs als onderprofieldeel voor de dialichtbak gebruikt kan worden. Hierdoor kan een diapaneel 7 vanaf elke zijde in de lichtbak aangebracht en weggenomen worden. Dit kan vooral gunstig zijn bij een op grote hoogte 5boven de vloer aangebrachte lichtbak of bij een lichtbak waarvan de afstand tussen het plafond en het bovenste profieldeel groter is dan de hoogte van het diapaneel 7. In het laatste geval kan de in fig. 1 getoonde dialichtbak over een hoek van 90° in haar eigen vlak gedraaid worden en dan aan het plafond 10opgehangen of bevestigd worden.

H.ierna wordt aangenomen dat de profieldelen 3 en 4 gelijk zijn aan het profieldeel 2 met een doorsnede als getoond in fig. 2.

Het profieldeel 2 heeft aan de lange zijkanten ervan omge-15bogen randgedeelten 8, die elk met een tegenoverliggende flens 9 een groef 10 vormen. In de bodem van elke groef 10 is een andere groef 11 tegen de flens 9 gevormd. De groeven 11 van de gelijke profieldelen 2, 3 en 4 liggen in een vlak en zijn geschikt voor het daarin opnemen van een opale plaat 12. De 20ruimte van de groef 10 tussen het uiteinde van het omgebogen randgedeelte 8 en de opaalplaat 12 is juiste voldoende voor *· het daarin geleiden van een beeldplaat 13 en een/lichtdoorlatende ' plaat 14. Elke combinatie van de beeldplaat 13 met of zonder een of beide van de andere platen 12 en 14 kan als een dia 7 25opgevat worden'.

Het profieldeel 2 is voorzien van geleidegroeven 15 met naar elkaar gebogen eindranden 16 voor het daarin geleiden van van een hoekstuk 5 uitgaande vingerelementen, die door middel van lijmen, schroeven of blindklinknagels aan de bodem 17 van 30de groeven 15 bevestigd kunnen worden.

Het profiel 2 is tevens voorzien van een stel in hetzelfde · vlak gevormde sleuven 18, waarvan een van de evenwijdige wanden een verdikking 19 heeft. De sleuven 18 zijn geschikt voor het daarin geleiden en opnemen van een montageplaat 20, die gebruikt 35wordt voor het daarop bevestigen van een..niet getoonde verlich-tingsinrichting, die een. of meer buislampen kan omvatten. De verdikkingen 19 zorgen ervoor dat de montageplaat 20 in de sleuven pl^8k^lemd worden. De sleuven 18 en de montageplaat 20 zijn op een zodanige plaats aangebracht, dat de bedrading voor de » ·· λ Λ / Λ » - 5 - verlichtingsinrichting tussen de montageplaat en het profiel-deel 2 gevoerd kan worden.

Het profieldeel 2 is uitgevoerd met een doorgang 21, die geschikt is voor het daarih·. enigszins klemmend opnemen van een 5 niet getoond verstevigingsprofiel met bijvoorbeeld een 'U-door-snedè.

Ook het verstevigingsprofiel kan uit kunststcf'bestaan. Vooral in horizontaal verlopende profieldelen, zoals 1 en 3 in fig.

1, met grote lengten van bijvoorbeeld 1,5 meter of meer, kan 10 het gewenst zijn een verstevigingsprofiel in de doorgang 21 aan te brengen.

Fig. 3 toont een doorsnede van het bovenste profieldeel 1 van de in fig. 1 getoonde dialichtbak. Gedeelten van het profieldeel 1 en met het profieldeel 1 samenwerkende elementen, 15 die overeenstemmen met die welke voor het profieldeel 2 toegelicht zijn, zijn aangegeven met dezelfde verwijzingscijfer als in fig. 2. De doorsneden van de profieldelen 1 en 2 zijn op dezelfde schaal getoond.

De breedte van de doorsnede van het profieldeel 1 is ten 20 hoogste gelijk aan de afstand tussen de opaalplaten 12. Wanneer een met het profieldeel 1 samenwerkende klep 6 in een geopende stand staat, zoals de in fig. 3 links getoonde.klep 6, kan ƒ een dia 7 langs een langsrand van het profieldeel 1 en eventueel langs een reeds aangebrachte opaalplaat 12 verplaatst 25 worden, waarbij randgedeelten van de dia 7 in de groeven 10 van de andere profieldelen 2, 3 en 4 geleid worden. Nadat de dia 7 in de lichtbak geplaatst is of uit de lichtbak verwijderd is, kan de klep 6 in de gesloten stand, zoals getoond met de in fig. 3 rechts getoonde klep 6, gebracht worden.

30 In de gesloten stand van een klep 6 wordt een flens 22 met een verdikt uiteinde 23 in een ü-goot met naar elkaar versprongen, randen 25 opgenomen. De verdikking 23 van de flens 22 heeft een grotere doorsnede dan de afstand tussen de naar elkaar versprongen randen 25 van de goot 24. Het randgedeelte 26 van een 35 klep 6 heeft bij voorkeur dezelfde gebogen vorm als het randgedeelte 8 van het profieldeel 2. De afmetingen van het randgedeelte 26 zijn zodanig, dat de eindrand ervan .in de gesloten stand van de klep 6 tegen de dia 7 steunt. Door de kunststof BAD OB!£!MA!r ing van de klep 6 zal daarbij een esthetisch aantrekke- wm A Λ * Λ · -.6- lijke aansluiting op de dia 7 verkregen worden.

Het randgedeelte 27 langs de andere langsrand van een klep 6 heeft een cirkelvormige doorsnede, die bij voorkeur over een grotere cirkelboog dan 180° gësloten is. De cirkelvormige binnen-5 diameter van het randgedeelte 27 is Ongeveer gelijk aan de buiten-diametêr van een staaf 28, die via een verbindingsstrook 29 aangebracht is in een legerruimte 30, dat in hoofdzaak een U-vorm heeft en waarvan de open zijde naar een zijkant· van het profiel-deel 1 gekeerd zijn. De aanhechtingsplaats van de verbindings-10 strook 29 aan de rest van het profieldeel 1 en de vorm van de legerruimte 30 en het gedeelte van de klep 6 in de buurt van deze ruimte zijn zodanig, dat de klep 6 over een hoek van tenminste 90° om de staaf 28 kan scharnieren, zodat het een van de in figuur 3 getoonde uiterste standen kan innemen.

15 Het deksel 6 heeft een vlak gedeelte 31 dat in de gesloten stand ervan op afstand van de staaf 28 op een vlak gedeelte 32 van het profieldeel 1 steunt. Het deksel 6 heeft een andere vlakgedeelte 33, dat in de geopende toestand ervan op afstand van de staaf 28 op een vlakke kant 34 van een begrenzingsgedeelte 20 35 van de legerruimte 30 kan steunen. Hierdoor wordt de klep 6 in elk van de uiterste standen voldoende ondersteund om breuk in de buurt van het scharniergedeelte te voorkomen. Bovendien geeft deze uitvoering bij gesloten kleppen 6 een esthetisch aantrekkelijk aanzicht, die voor een waarnemer op enige afstand 25 sterk op het profieldeel 2 met de groeven 36 aan de buitenkant ervan lijkt.

Bij de in fig. 3 getoonde uitvoeringsvorm van het profieldeel 1 kan de klep 6 uit relatief stijf materiaal bestaan, waarbij de buigzame flenzen van de goot 24 met de versprongen eind-30 randen 25 een goede snapverbinding met de flens 22 met verdikking 2 3 kan verzorgen. Bij een uitvoering waarbij de goot 24 op het · deksel 6 en de flens 22 op het profieldeel 1 zijn uitgevoerd, is echter vereist dat het deksel 6 ook uit kunststof bestaat.

Bij elk van deze uitvoeringsvormen kan het profieldeel 1 zowel 35 horizontaal als verticaal toegepast worden, waarbij door middel van de snapverbinding een goede waarborg tegen ongewenste verplaatsing van de dia 7 verkregen wordt.

Uiteraard is binnen het kader van de uitvinding een dialicht-möc^flijk die slechts geschikt is voor het aan een zijde - 7 - opnemen van een dia 7, zodat aan een met het profieldeel 1 overeenkomend profieldeel slechts één klep 6 scharnierbaar gekoppeld is.

- conclusies -* /

BAD ORIGINAL

Λ C Λ Λ / Λ /

Claims (8)

1. Dialichtbak omvattende--een door drie of meer profieldelen gevormd raam, waarbij de aangrenzende uiteinden van de profieldelen met elkaar gekoppeld zijn, een op de binnenomtrek van het raam aangebrachte verlichtingsinrichting, waarbij van ..5 de profieldelen een eerste profieldeel zodanige afmetingen heeft en de aan het eerste profieldeel gekoppelde tweede en derde profieldelen voorzien zijn van een zodanig in de langsrichting van de delen aangebrachte groef, dat een dia langs het eerste profieldeel en met randgedeelten ervan in de.groeven geleid 10 kan worden, en een langwerpige klep, die om een in de richting van het eerste profieldeel verlopende as gedraaid kan worden, met het k e n.m e r k, dat tenminste de profieldelen uit kunststof bestaan.

2. Dialichtbak volgens.conclusie 1 of 2, met het 15 kenmerk, dat de klep uit kunststof bestaat.

3. Dialichtbak volgens conclusie 1 of 2, omvattende vergren-delingsmiddelen voor het vergrendelen van de klep in een gesloten stand van de klep waarbij de dia niet langs het eerste profieldeel verplaatst kan worden, met· het kenmerk, 20 dat de vergrendelingsmiddelen bestaan uit een van het eerste profieldeel uitstekend buigzaam gedeelte en een van de klep uitstekend gedeelte,· waarbij de uitstekende gedeelten zodanig gevormd zijn, dat zij in de gesloten stand van de klep een snapverbinding kunnen verzorgen.

4. Dialichtbak volgens conclusie 3, met het k e n -m e r k, dat een van de uitstekende gedeelten wordt gevormd door een flens met een verdikking aan het uiteinde ervan en dat het andere uitstekende gedeelte wordt gevormd door een U-vormig gedeelte waarvan de afstand tussen de benen ervan 30 groter is dan de verdikking en waarbij de uiteinden van de benen zoveel naar elkaar versprongen zijn dat de afstand ertussen kleiner is dan de verdikking.

5. Dialichtbak volgens conclusie 1, m'e t het kenmerk, dat het eerste profieldeel voorzien is van een 35 in de lengterichting van het eerste profieldeel verlopend leger, BAD33RIQjfelAlhikt is voor het daarin opnemen van een randgedeelte van de klep, waarbij het leger en het daarin opgenomen rand- - 9 - • gedeelte van de klep zodanige afmetingen hebben dat de. klep over een hoek van meer dan 90° en niet losneembaar om de as van het leger kan draaien.

6. Dialichtbak volgens conclusie 5, met het 5 kenmerk, dat het leger wordt gevormd door een ü-vormige goot;met een naar een langszijde van het eerste profiel gekeerde open zijde en een cirkelvormige staaf die via een verbindings* -· gedeelte met een van de wanden van de goot verbonden is.en dat het met het leger samenwerkende randgedeelte van de klep een 10 groef heeft met een cirkelvormige doorsnede, die ongeveer gelijk aan de doorsnede.van de staaf is en over een cirkelboog van minder dan'180° open is, en dat de klep in elk van de uiterste standen ervan op afstand van de draailngsas op het eerste profiel steunt.

7. Dialichtbak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk profieldeel voorzien is van een stel andere groeven met naar elkaar gekeerde open zijden voor het daarin klemmend kunnen geleiden en opnemen van randgedeelten van een montagepiaat van de verlichtingsinrichting.

8. Dialichtbak volgens conclusie 1, met het ke n m e r k, dat elk profieldeel voorzien is van een in de ‘ lengterichting ervan verlopende doorgang welke,geschikt is voor- het daarin enigszins klemmend kunnen geleiden en opnemen van een verstevigingsprofieldeel. BAD WW 4 o 4