NL8500339A - Adaptief responderend systeem. - Google Patents

Description

♦ PHN 11.266 , N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Adaptief responderend systeem.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het herkennen van een kcranando door een gebruiker van een interaktief systeem aan dit systeem toegevoerd, waarbij in een programnagedeelte (a) een vraag in de vorm van een spraaksignaal door het systeem aan g de gebruiker van het systeem wordt gesteld, (b) vervolgens een koranandoherkenner wordt ingeschakeld voor. het herkennen van een door de gebruiker aan het systeem toe te voeren kcranando, (c) 'afhankelijk van het resultaat van de herkenningsprocedure in stap 10 (b), en uitgaande van een beslissingsmodel het systeem een keuze maakt van een reaktie uit een groep van tenminste twee mogelijke reakties, en (d) vervolgens deze reaktie dan door het systeem aan de gebruiker aangeboden wordt.

15 De uitvinding heeft eveneens betrekking op een interaktief systeem voor het uitvoeren van de werkwijze.

Een voorbeeld van de werkwijze van de in de aanhef genoemde soort is beschreven in figuur 1. De werkwijze zou bijvoorbeeld kunnen worden uitgevoerd in een kaart j es -uitgifte automaat voor het verkrijgen 20 van trein- of buskaartjes, waarbij de onderlinge informatie-overdracht door middel van gesproken woord plaatsvindt. De werkwijze begint bij blek 10 en loopt naar blok 11 waarin stap (a) wordt uitgevoerd, dat wil zeggen het systeem stelt de eerste vraag aan de gebruiker/koper, bijvoorbeeld: 25 vraag 1: "Wilt u een treinkaartje of een buskaartje kopen?

Bovendien wordt vervolgens stap (b) uitgevoerd: de kcranandoherkenner wordt ingeschakeld. Daarna geeft de gebruiker in blok 12 zijn eerste kcranando (of anders gezegd: zijn eerste antwoord), bijvoorbeeld: kcranando 1: "(ik wil een) treinkaartje".

30 Met het blok 13 is het beslissingsmodel aangeduid. Het be slissingsmodel is zeer eenvoudig gekozen. Het kan slechts kiezen uit twee reakties. De ene reaktie is dat het programma via de keten 14 en BAPtOTiialéi^s terugloopt: naar blok 11. Deze weg wordt gekozen indien de M ·.- Πι Λ -9 Λ PHN 11.266 2 komiandoherkenner het gegeven kommando niet herkend heeft. In blok 15 geeft het systeem dan bijvoorbeeld de volgende informatie: "Uw kcnmando is niet herkend. Ik herhaal de vraag."

Wordt er wel een kaïmando herkend (en nemen wij even aan g dat het kommando ook juist is herkend, te weten het kaïmando dat de gebruiker ook heeft uitgesproken - hetgeen niet zo hoeft te zijnl) ” dan loopt het programma naar blok 16, waarin door.'het systeem de volgende vraag gesteld-wordt, bijvoorbeeld: vraag 2: "wat is uw plaats van bestorming?" 10 Waarop de gebruiker in blok 17 bijvoorbeeld zou kunnen antwoorden: kcnmando 2: "Amsterdam".

Vervolgens vindt weer de beslissingsprocedure in blok 13' plaats die ertoe kan leiden dat het programma via de keten 14' en het blok 15' waarin dezelfde informatie als in blok 15 aan de gebruiker 15 wordt gegeven, te weten dat het kcnmando niet is herkend, loopt naar blok 16 voor het herhalen van 'de -vraag. Bij een herkenning van een kcnmando loopt hét programma naar blok 18 voor de derde vraag: vraag 3: "naar welk station wilt u?"

Waarop in blok 19 zou kunnen volgen: 2o kcnmando 3: "Amstelstation".

De vierde vraag zou kunnen zijn: { vraag 4: "reist u le of 2e klas?"

Waarop het antwoord in blok 21 bijvoorbeeld is: konmando 4: "2e klas".

25 De blokken 13" en 13'" duiden weer de beslissingsfasen aan en 14" respektievelijk 14"' en 15" respektievelijk 15"' de ketens die doorlopen worden indien geen kcnmando is herkend.

In blok 22 geeft ; het systeem aan wat de prijs is van het kaartje.

3Q In blok 23 betaalt de koper zodat hij in blok 24 zijn kaartje krijgt, waarna het progranma in blok 25 stopt.

In figuur 1 zijn met de onderbroken lijnen de programmage- deelten 26, 26', 26", ... enzovoorts aangegeven. De progranmagedee 1 ten 26 en 26' hebben het blok 16 gemeenschappelijk. De progranmagedee1ten 35 26' en 26" het blok 18, ... enzovoorts.

Er zij hier vermeld dat programmagedeelten ook grotere eenheden dan de eenheden 26, 26' ... kunnen bevatten.

BAD ORIGINAL

De werkwijze van figuur 1 heeft een groot voordeel. Als de * PHN 11.266 3 ‘ herkenning in alle progranmagedeelten korrekt is dan heeft de gebruiker heel snel een kaartje. Dit komt doordat het systeem direkt na het herkennen van een kcranando een volgende vraag stelt en niet eerst, nog Informatie aan de gebruiker geeft betreffende het kcmmando dat het 5 heeft herkend.

De werkwijze van figuur 1 heeft ook een aantal nadelen. Het kan namelijk nogal eens voorkomen dat de gebruiker pas als hij óf zij in het programmagedeelte 26"' kant, tot de ontdekking kant dat in een eerder programmagedeelte het systeem een ander kcmmando herkend heeft / 10 dan dat hij: heeft uitgesproken, zodat de gebruiker nu in een geheel andere tak van de dialoog zit. Hij had bijvoorbeeld een buskaartje willen kopen en kwam pas in het programmagedeelte 26"' er achter dat hij in de dialoog voor het verkrijgen van een treinkaartje zat.

Een ander nadeel is dat het systeem, vanwege zijn eenvoud, 15 nogal star is. Een kcmmando wordt of geaccepteerd of niet. In het laatste geval wordt altijd.- de vraag herhaald, hetgeen zeer hinderlijk kan zijn.

Nog een ander nadeel ligt in het feit dat bij veranderende omstandigheden tijdens de korrmandoherkenning, in het bijzonder bijvoorbeeld in die gevallen waarbij de konversatie tussen een gebruiker en 20 het systeem via het openbare telefoonnet plaatsvindt, - de overdracht .. (sweg) van de mond van de spreker/gebruiker naar de ingang van het systeem verandert in de tijd gezien - het systeem zich in zijn reakties niet kan aanpassen aan deze veranderende «omstandigheden.

De uitvinding beoogt nu een werkwijze respektievelijk systeem 25 te verschaffen dat beter funkticneert, beter aangepast is aan de gebruiker en zich kan aanpassen aan veranderende omstandigheden, bij behoud van de voordelen van de bekende werkwijzen respektievelijk systemen.;."'De werkwijze volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat-het aantal protesten dat de gebruiker aan het systeem aanbiedt, ten gevolge 30 van het feit dat een kcmmando door het systeem foutief herkend wordt, voor het betreffende programmagedee 1 te en eventueel eerdere programma-gedeelten, wordt geteld, en dat, indien het aantal protesten een zekere waarde overschrijdt het beslissingsmodel tenminste gedurende een zeker tijdinterval wordt aangepast zodanig dat het systeem in stap (c), indien 35 een kcmmando wordt herkend, in tenminste een aantal van de gevallen voor een reaktie kiest in de vorm van een meer expliciete aanduiding voor de gebruiker van het kcmmando dat door de kommandoherkenner is her-BAD ©Bt&INAL

λ e~ f\ “·* V f\ PHN 11.266 .4

De uitvinding baseert zich op het inzicht dat het systeem adaptief zou moeten zijn en zich in zijn reakties aan de gebruiker aan 'n.

zou moeten kunnen passen aan enerzijds de gebruiker en anderzijds aan veranderende omstandigheden (bijvoorbeeld in de overdracht tussen 5 gebruiker' en systeem).

Het aanpassen aan de gebruiker kan bijvoorbeeld nodig zijn omdat deze. nogal onduidelijk praat terwijl het systeem toch een kcmmando - doch een foutief kcmmando - herkent. De gebruiker zal dan in de meeste gevallen, na de volgende vraag door het systeem gesteld, gaan 10 protesteren. Gebeurt dit vaak, dan zal het systeem bijvoorbeeld een extra kontrole in de dialoog in moeten bouwen. Ook in het geval dat de overdrachts (weg) tussen gebruiker en systeem slechts is, zal het systeem vaak een foutieve herkenning doen hetgeen eveneens leidt tot protesten van de gebruiker. Door nu het aantal protesten te tellen en, 15 indien het aantal protesten de eerder genoemde waarde overschrijdt, het beslissingsmodel aan te passen zodanig dat een meer expliciete aanduiding van het herkende kammando aan de gebruiker gegeven wordt, krijgt de gebruiker een betere kontrole mogelijkheid ten aanzien van het door het systeem herkende kcmmando.

2Q De gebruiker krijgt dan sneller in de gaten als er iéts mis gaat respektievelijk dreigt te gaan. Anderzijds kan, indien na het voomoemde tijdinterval blijkt dat de omstandigheden bij de herkenning verbeterd, zijn, weer overgeschakeld worden naar een minder expliciete aanduiding, bijvoorbeeld geen aanduiding meer, zoals in de werkwijze 25 van figuur 1, zodat het prograirma daar weer sneller verloopt en bijgevolg de gebruiker niet (of minder snel) geïrriteerd raakt.

Het voomoemde tijdinterval kan bijvoorbeeld een vast tijdinterval zijn. Gedurende bijvoorbeeld twee minuten na hét overschrijden van de waarde zal het systeem een meer expliciete aanduiding 30 geven van het herkende kcmmando. Na de twee minuten valt het systeem dan weer terug naar het originele beslissingmodel. Het is ook mogelijk dat het systeem terugvalt naar het originele beslissingsmodel nadat na volgende vragen van het systeem bijvoorbeeld twee maal een goede herkenning heeft plaats gevonden.zonder dat er een protest van de 35 gebruiker optrad. In dit geval is het tijdinterval dus gerelateerd aan de tijd waarbinnen het systeem en de gebruiker de volgende (twee) vragen hebben, af gehande ld. Het tijdinterval ligt hiér dus niet vast.

BAD ORIGINAL^ geno^ ^ d±e ^ ^ *.ι1β_ - /s M «f Λ ·%.

PHN 11.266 5 singsmodel te veranderen, kan willekeurig gekozen worden. Deze waarde zal natuurlijk groter dan cf gelijk aan 2 zijn. Is de waarde groter dan twee dan zal men hem toch ook- weer niet te groot willen kiezen cm te voorkomen dat het te lang duurt (er te veel protesten nodig zijn) 5 cm het beslissingsmodel te wijzigen. Een geschikte waarde kan liggen tussen twee en bijvoorbeeld vijf. Weer een andere mogelijheid is dan alleen binnen een '(of een of meer opvolgende programmagedeelten) de meer expliciete aanduiding door het systeem wordt afgegeven. Het tijdinterval is dan afhankelijk van de duur van het (de) programnagedeelte (n). ïq De werkzije volgens de uitvinding waarbij, uitgaande van het beslissingsmodel en afhankelijk van de vraag of de score van een door de kcmmandoherkenner herkend karmando een zekere drempelwaarde al dan niet overschrijdt, het systeem in stap (c) een keuze kan maken uit een eerste reaktie, waarbij het systeem direkt na herkenning een 15 volgende vraag aan de gebruiker stelt, en een tweede reaktie waarbij het systeem aan de gebruiker eerste informatie geeft over het kcmmando dat de kcmmandoherkenner heeft herkend, heeft het kenmerk, dat indien het aantal protesten de genoemde waarde overschrijdt, de genoemde drempelwaarde tenminste gedurende het tijdinterval wordt verhoogd.

20 Zal bij gunstige herkenningsanstandigheden bij een score die-, net boven de drempel ligt, na herkenning' direkt een volgende vraag gesteld worden, dan zal bij verslechterende omstandigheden doch bij dezelfde score, door het systeem eerste informatie gegeven worden over welk karmando door het systeem werd herkend. Op deze manier wordt een 25 extra kontrole ingelast die ook nodig is vanwege de verslechterende omstandigheden.

Wel dient hier te worden vermeld dat, voor herkende karmando fe met eèn score liggend onder de originele drempelwaarde en boven de verhoogde drempelwaarde, er bij verslechterende omstandigheden niets 30 verandert aan de reaktie van het systeem. Slechts in een aantal gevallen, verandert de reaktie van het systeem bij verslechterende omstandigheden en wel in die gevallen waarvoor geldt dat de score van het herkende karmando ligt tüssen de originele drempelwaarde en de verhoogde drempelwaarde. Dus alleen in die gevallen wordt een meer expliciete aanduiding 35 van het herkende kanmando aan de gebruiker toegevoerd.

De werkwijze kan ook zijn gekenmerkt, doordat· indien het aantal protesten de genoemde waarde overschrijdt, dan gedurende het BADQB)@M&val het systeem altijd als reaktie aan de gebruiker informatie a *» Λ Λ ** Λ EHN 11.266 6 geeft over het kcmmando dat de kamandoherkenner heeft herkend. Deze werkwijze kan worden toegepast bijvoorbeeld in een systeem zoals hiervoor • beschreven .waarbij, voordat het aantal, protesten de genoemde waarde overschreden heeft, het systeem, afhankelijk van de vraag of de score .

5 een zekere-drempelwaarde al dan niet overschrijdt, een keuze kan maken uit de eerste reaktie (na herkenning wordt direkt de volgende vraag ' gesteld) of de: tweede reaktie (na herkenning wordt eerste informatie gegeven over het herkende kcmmando). Na overschrijding van de genoemde waarde door het aantal protesten schakelt het systeem dan over naar 1Q enkel de tweede reaktie als reaktie op een herkend kcmmando. Nu ver- ' andert er, na herkenning van een kcmmando, aan de reaktie van het systeem iets enkel voor die gevallen waarvoor de score van het herkende kcmmando boven de genoemde drempelwaarde ligt.

De werkwijze kan ook worden toegepast bij een systeem waarbij, 15 voordat het aantal protesten de genoemde waarde overschreden heeft, de reaktie van het systeem na herkenning van een kcrmando het stellen van de volgende vraag inhoudt. Na overschrijding van de genoemde waarde door het aantal protesten, geeft het systeem na herkenning van een kcumando altijd de informatie over het herkende kcmmando.

20 In beide gevallen wordt de extra kontrole dus niet verkregen door een verschuivende drempel, wat inhoudt dat bij karmando' s waarvoor de scores boven de verschoven drempel liggen nog steeds geen kontrole plaats kan respektievelijk zal vinden. In de huidige gevallen is gedurende het tijdinterval voor alle karrmando's een (extra) kontrole aanwezig. Is een kcranando verkeerd herkend dan protesteert de gebruiker vervolgens waardoor de vraag dan herhaald kan worden.

Een andere mogelijkheid is dat het systeem als reaktie aan de gebruiker de vraag stelt of het door de kantnandoherkenner herkende kommando ook het kormando is dat de gebruiker heeft uitgesproken. In dit geval kan de kotmandoherkenner dan verder zijn ingericht voor het herkennen van een daarop volgend bevestigend of - ontkennend antwoord van de gebruiker. Op een ontkennend antwoord van de gebruiker kan het systeem de originéle vraag dan herhalen.

Een verdere verfijning van de werkwijze kan verkregen worden doordat, indien binnen het genoemde tijdinterval "opnieuw een zodanig o5 aantal protesten wordt geteld dat de genoemde waarde wordt overschreden Het tijdinterval wordt verlengd. De verlenging kan men zodanig nemen overschrijden van de genoemde waarde binnen het lopende PHN 11.266 '7 · tijdinterval, het tijdinterval vanaf het moment van overschrijden opnieuw gaat lopen.

Een interaktief systeem voor het uitvoeren van de werkwijze volgens, de uitvinding, voorzien van 5 - een eerste eenheid voor het stellen van een vraag in de vorm van spraak aan de gebruiker van het systeem, - een kotmandoherkenner voor het herkennen van een kanmando door de gebruiker aan het systeem toegevoerd, en bevattende een beslissings-eenheid, en 10 - een tweede eenheid gekoppeld met de kotmandoherkenner voor het leveren van een reaktie: uit een groep van tenminste twee mogelijke reakties aan de gebruiker, in afhankelijkheid van het beslissingsmodel in de beslissingseenheid, .

heeft het kenmerk, dat het systeem verder is voorzien van: 15 - een derde eenheid voor het herkennen van een protest door de gebruiker aan het systeem toe te voeren indien een kanmando foutief is herkend, - een teller gekoppeld met de derde eenheid voor het tellen van het aantal; protesten toegevoerd gedurende het betreffende programma-gedeelte en eventueel eerdere prograrranagedee 1 ten, en 20 ~ een vergelijkingsschakeling voor het vergelijken van het aantal protesten met de genoemde waarde en voor het leveren van een stuursignaal aan een uitgang indien het aantal protesten deze waarde overschrijdt, met een eerste ingang gekoppeld met een uitgang van de teller, een tweede ingang voor het toevoeren van een getal gerelateerd 25 aan de genoemde waarde, en waarbij de uitgang is gekoppeld met de beslissingseenheid, en dat de beslissingseenheid is ingericht voor het, tenminste gedurende het voomoerrde tijdinterval na het ontvangen van .het stuursignaal, aanpassen van het beslissingsmodel zodanig dat de tweede eenheid een reaktie aan de gebruiker geeft in de vorm van een 30 meer expliciete aanduiding van het kanmando dat door de katmandoher-kenner is herkend.

Het systeem kan verder zijn gekenmerkt, doordat de beslissingseenheid verder is ingericht voor het, na ontvangst van het stuursignaal, tenminste gedurende het tijdinterval verhogen van de drempel-35 waarde. Hierdoor wordt bereikt dat de drempel vfordt verhoogd na dat het aantal protesten de genoemde waarde overschreden heeft.

Een andere mogelijkheid is dat het systeem zodanig is geken-BAD beslissingseenheid zodanig is ingericht dat tenminste PHN 11.266 8 gedurende het tijdinterval na het ontvangen van het stuursignaal de tweede eenheid als reaktie aan de gebruiker informatie geeft over • het kanmando dat de konmandoherkennei -heeft herkend en dat verder de konmandoherkenner eveneens is ingericht voor het herkennen van een 5 bevestigend of ontkennend antwoord van de gebruiker.

Het systeem kan verder zijn gekenmerkt, doordat de beslis-singseenheid een detektieeenheid bevat voor het detekteren van een stuursignaal dat optreedt binnen het tijdinterval na het optreden van het vorige stuursignaal, en dat de beslissingseenheid is ingericht voor 10 het verlengen van genoemd interval na een detektie van een dergelijk stuursignaal. Op deze wijze kan het tijdinterval, na het nogmaals overschrijden van de genoemde waarde, verlengd worden.

Het systeem, waarbij voor het herkennen van een toegevoerd kanmando uit een groep van mogelijkhe kanmando's, de kanmandoherkenner 15 het toegevoerde kcrrmando vergelijkt met een referentiepatroon van een karmando uit de groep karmando's, welke referentiepatronen in een geheugen in de kormandoherkenner zijn opgeslagen, kan nog verder zijn gekenmerkt, doordat, tijdens de vergelijking, de volgorde van de kommando's waarvan de referentiepatronen met het toegevoerde korrman-20 do worden vergeleken overeenkomt met de volgorde van de waarschijnlijkheden van optreden van de kormando's, zodanig dat het referentiepatroon van het kanmando met de hoogste waarschijnlijkheid van optreden het eerst met het toegevoerde kanmando wordt vergeleken. Hiermee wordt een versnelling van de herkeriningsprocedure gerealiseerd.

25 De uitvinding zal worden uiteengezet aan de hand van de figuurbeschrijving. Hierin toont: figuur 1 de... bekende werkwijze, figuur 2 een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de werkwijze volgens de uitvinding, 30 figuur 2A een gedeelte van het uitvoeringsvoorbee ld van figuur 2, doch enigszins gewijzigd, figuur 3 een tweede uitvoeringsvoorbeeld, van de werkwijze, figuur 4 in figuur 4a en 4b twee beslissingsmodellen qp grond waarvan de . kormandoherkenner een keuze maakt van een reaktie 35 uit een groep van tenminste twee reakties in afhankelijkheid van de score tijdens de herkenning, figuur 5 een uitvoeringsvoorbeeld van een interaktief systeem van de werkwijze, van figuur 2, PHN 11.266 9 figuur 5A het systeem van figuur 5, doch enigszins gewijzigd, voor het uitvoeren van de werkwijze van figuur 2A, figuur 6 een uitvoeringSvoorbeeld van een interaktief systeem voor het uitvoeren van de werkwijze van figuur 3, en 5 figuur 6A een ander uitvoeringsvoorbee ld van een interaktief systeem.

Figuur 2 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de werkwijze volgens de uitvinding. Figuur 2 toont een programmagedeelte, zoals bijvoorbeeld het progr airmagedeelte 26 in figuur 1, doch dan verder 10 uitgewerkt met de kenmerkende onderdelen zoals volgens de uitvinding noodzakelijk. Het programma verloopt vanaf de keten 30 naar het blok 31 waar de n-de vraag gesteld wordt, bijvoorbeeld "Wilt u naar Amsterdam, Rotterdam of Utrecht4'?

In blok 32 wordt door de gebruiker het n-de kommando gegeven, bijvoorbeeld: 15 "Amsterdam".

Het beslissingsmodel 33 is zodanig dat, net als in figuur 1, het programma of via de keten 34 en het blok 35 terug gaat naar blok 31, cmdat door de kcmmandoherkenner geen enkel., konmando kan worden herkend.

- ih blok 35 geeft het systeem dan dezelfde informatie als het systeem 20 van figuur 1 in blok 15 -, bf na het herkennen van een konmando overgaat naar blok 36 waar de volgende, n + 1-de vraag gesteld wqrdt, bijvoorbeeld: "Amsterdam Centraal Station of Amstelstation?" .

Indien het systeem bij de n + 1-de vraag de hierboven weergegeven vraag stelt, terwijl de gebruiker als kcmmando in blok 32 25 in plaats van het kcmmando "Amsterdam'had opgegeven "Rotterdam", dan heeft de herkenner blijkbaar een foutieve herkenning uitgevoerd. De gebruiker zal dit onderkennen op het moment dat het systeem de n + 1-de vraag stelt aangezien de voomoemde stations nu eenmaal niet ih Rotterdam liggen.

30 De gebruiker zal op dit moment gaan protesteren, blok 37. Het · systeem is ervoor ingericht cm deze protesten te herkennen, bijvoorbeeld doordat het systeem een speciale "protest" knop bezit die de gebruiker op dit moment indrukt, bf doordat het systeem is ingericht voor het herkennen van een akoestisch protest - de gebruiker spreekt bijvoorbeeld 35 het woord "fout" uit. Wordt, er geen protest herkend dan loopt het programma via blok 38 verder, waarin het n + 1-de konmando wordt gegeven. Is er wel een protest dan loopt het programma via de tak 39 BAD^fsa^ blok 40. Hierin wordt een teller met de waarde een verhoogd.

PHN 11.266 · 10

Vervolgens deelt het systeem in blok 41 mee: "Uw karmando is blijkbaar foutief herkende Ik herhaal de voorlaatste vraag".

Vervolgens loopt het programma via de tak 42 naar het blok 5 43 waarin gekeken wordt of de inhoud m van de teller een zekere waarde . v overschrijdt. Zo niet dan loopt het programma via de tak 44 naar het blok 31 voor het herhalen van de voorlaatste vraag.

Nu kan het zijn dat in éeh of meer (voorgaande) prograitma-gedeelten zo veel keren een protest door de gebruiker is gegeven dat 10 in blok 43 blijkt dat m groter is geworden dan v. In dat geval loopt het programma via de blokken 46 - waarin de teller op nul wordt gezet 47 - waarin het beslissingsmodel in blok 33 wordt aangepast - en 48 - ! waarin het systeem meedeelt: "Gezien de slechte herkenningsresultaten krijgt u na 15 ieder koimando een aanduiding van welke kommando is herkend" naar blok 31.

Het beslissingsmodel 33, en ook de beslissingsmodellen (zoals 33') in opvolgende prograimiagedee 1 ten, wordt respektievelijk worden nu tenminste gedurende een zeker tijdinterval in die zin ver-20 . anderd dat, indien een kanmando wordt herkend het progrannia verder loopt via de keten 49, naar blok 50. Hierin deel het systeep mee: "Het koimando—Amsterdam - is herkend", of het herkende koimando zelf: "Amsterdam" wordt herhaald.

De gebruiker heeft nu al eerder - te weten , al voor het 25 stellen van de n + 1-de vraag - de gelegenheid te protesteren, zie blok 51. Volgt er geen protest dan loopt het programma door naar blok 36. Volgt er wel een protest dan loopt het programma via de tak 52 naar het blok 40 - waarin de te lier stand weer met een verhoogd wordt, en blok 53 waarin het systeem kan meedelen: 3Q "Uw koimando is blijkbaar foutief herkend. Ik herhaal de vraag." .

Vervolgens loopthet programma via blok 43 terug naar blok 31. Verloopt het tijdinterval en heeft de tellerstand in die tijd niet opnieuw de waarde v overschreden dan schakelt het beslissingsmodel weer terug naar de oude situatie waarin na herkenning ..van een koimando het 35 progranma via de tak 57 verder gaat en direkt de volgende vraag gesteld wordt. Dit omschakelen van het beslissingsmodel kan al dan niet gepaard °P nul zetten van de teller. Wordt binnen het tijdinterval de waarde v opnieuw overschreden dan kan het interval worden verlengd.

PHN 11.266 11

Het spreekt voor zich dat, indien het programmagedeelte 56 niet het eerste programmagedeelte in de dialoog is, dan tussen de blokken 31 en 32 een blok, zoals'blok 37, is geschakeld, zodat de gebruiker kan protesteren indien een kanmando n - 1 foutief is herkend 5 in het· voorgaande programmagedeelte en de vraag n - 1 opnieuw gesteld kan worden.

De keten 52 behoeft niet noodzakelijkerwijs het blok 40 te bevatten. Indien -de keten 52 het blok 40 niet bevat dan loopt deze keten via het blok 53 rechtstreeks naar het blok 31 - dus niet via 43 -10 voor het herhalen van de n-de vraag.

Bij gelijkblijvende werking van het beslissingsmodel 33 in figuur 2 toont figuur 2a een kleine verandering in de keten 49. In het blok 50' in de keten 49' vraagt het systeem aan de gebruiker: "Heeft η als karmando - Amsterdam - opgegeven?" 15 waarop de gebruiker in 51' met "ja" of "neen" kan antwoorden. Is het antwoord "ja" dan loopt het programma naar het blok 36 voor de volgende vraag van het systeem. Is het antwoord "néén" dan loopt het programma via de keten 52, eventueel via het blok 40 (indien aanwezig) naar het blok 53.. Een dergelijke kontrole is erg handig aangezien de herkenning 20 van slechts twee kcramando's, te weten "ja" en "neen", zeer eenvoudig is. Het blok 40 in de keten 52 wordt hier bij voorkeur rg.et weggelaten. Het "néén" van de gebruiker in blok 51' wordt nu ook als protest beschouwd en geteld.

Het tijdinterval gedurende welke het beslissingsmodel in 25 figuur 2 en- 2a na herkenning de keten 49 respektievelijk 49' doorloopt kan vast gekozen worden. Dat betekent dat na de herkenning in 33, 33', 33", ... van die konranando's behorende bij de vragen η, n + 1, n + 2, ... die binnen het bewuste tijdinterval vallen, het systeem de meer exp 1 ic ie te aanduiding volgens de blokken 50 respektievelijk 50' af geeft.

30 "Een andere mogelijkheid is dat, na het anschakelen van het beslissingsmodel naar de meer expliciete aanduiding (keten 49 respektie-lijk 49'), er geteld wordt hoeveel volgende komnando's vervolgens korrekt herkend worden. Na bijvoorbeeld drie maal een goede herkenning van een karcnando wordt dan weer overgeschakeld naar^de reaktie volgens de 35 keten 57 (dat wil zeggen geen aanduiding meer van het herkende kcmmando) . In dit geval is het tijdinterval gerelateerd aan de tijd gedurende welke drie* maal een goede herkenning van een (opvolgend) ksanriandó heeft. BAD P@öe^^vonden.

r\ c n n T Ύ Λ PHN 11.266 . 12

Weer een andere mogelijkheid is dat gedurende het betreffende programmagedeelte 56, en eventueel opvolgende prograirmagedeelten - 'v bijvoorbeeld ook nog programmagedeelte 56' (zie figuur 2) de meer expliciete aanduiding van het konmando plaats vindt. In dat geval is 5 het tijdinterval gerelateerd aan de lengte in de tijd van het (de) betreffende programmagedeelte(n).

De waarde v zal men groter .dan of gelijk aan 2 kiezen. Aan de andere kant ook weer niet te groot cm te voorkanen dat te veel keren geprotesteerd moet worden wil het beslissingsmodel zich wijzigen. Te 10 veel protesteren is namelijk hinderlijk voor een gebruiker. Een geschikte waarde voor v kan liggen tussen 2 en zeg vijf.

Figuur 3 toont een andere werkwijze volgens de uitvinding. De werkwijze vertoont veel overeenkomst met de werkwijze volgens figuur 2. Het verschil zit hem hier in het beslissingsmodel 56 en in het feit 15 dat het blok 48 uit figuur 2 hier achterwege blijft. Het beslissingsmodel is hier zodanig ingericht dat afhankelijk van de score van een herkend konmando het systeem kiest uit een aantal reakties. De eerste reaktie is die waarbij het systeem na een herkenning direkt de volgende vraag stelt, zie de tak 57 die direkt leidt naar blok 36. De tweede 2o reaktie - de keten 49 - is die waarbij het systeem informatie geeft over het herkende kommando. Dit is konform de werking van d^ blokken 50 en 51 zoals reeds aan de hand van figuur 2 beschreven. De derde reaktie - de keten 49' - is die waarbij het systeem reageert zoals door middel van de blokken 50' en 51' aan de hand van figuur 2A beschreven.

25 Er zij hier vermeld dat het systeem niet noodzakelijkerwijs drie reakties na herkenning moet kunnen geven, Ook is het natuurlijk mogelijk dat het systeem na herkenning kiest uit twee reakties, bijvoorbeeld volgens keten 57 of volgens keten 49.

De werking van hét beslissingsmodel 56 wordt aan de hand 30 van figuur 4. nader uitgelegd. Het is uit de theorie van de spraakherkenning bekend dat aan een herkenning een score wordt toegekend aangevende de maat van betrouwbaarheid van het herkende kommando. Deze score kan liggen tussen 0 % en 100 In figuur 4a is een scoreas uitgezet. Indien de score valt in het interval tussen 0 en .k % dan wordt besloten 35 dat het katmando niet is herkend. Vallen de scores voor alle kammando's in dit gebied dan is blijkbaar geen enkel· konmando herkend. Het programma BAliCÖSirdl^ÖVifia de tak terug. We nemen nu aan dat de konmandoherkenner uiteindelijk tot de konklusie is gekomen dat een zeker konmando is PHN 11.2.66 13 herkend. De manier waarop de kcmmandoherkenner tot die konklusie gekomen is, is hier niet van belang. Valt de score van het herkende kormnando in het interval tussen x en y % dan geeft het systeem de reaktie volgens het blok 50' - in de tak 491 - waarop de herkenner opnieuw wordt inge-5 schakeld voor het herkennen van een bevestigend of ontkennend antwoord van de' gebruiker.

Valt de score van het herkende kammando in het interval tussen y en z % dan volgt het programma de tak 49. Valt de score in het interval 2 % en 100 % dan volgt het programma de tak 57 - dat wil zeggen er 10 is dan geen anmiddellijke kantrole door de gebruiker van het herkende kcmmando mogelijk.

In figuur 4b is eveneens de scoreas uitgezet doch nu voor de situatie dat het beslissingsmodel 56 is aangepast ten gevolge van het overschrijden door het aantal protesten van de waarde v. De grenzen 15 y en z uit figuur 4a zijn haar hogere scorewaarden verschoven.

Een herkend kcmmando dat een score s^ bezit zal dus voor de aanpassing leiden tot een reaktie van het systeem dat loopt via de tak 57 en zal na aanpassing van het beslissingsmodel leiden tot een reaktie via de tak 49. Evenzo zal een herkend katmando met een score 20 s^ leiden tot een reaktie volgens de tak 49 (voor aanpassing) respek-tievelijk de tak 49' (na aanpassing).

Geeft de gebruiker in het blok 51' een ontkennend antwoord dan vervolgt het programma via de tak 52'. Er zijn weer twee mogelijkheden. Of het programma loopt via blok 53 rechtstreeks naar het blok 25 31 volgens de onderbroken tak 58, of het programma loopt naar het blok 40 cm vervolgens via blok 53 en blok 43 ook bij het blok 31 terug te keren.

Het beslissingsmodel 56 kan in weer een ander, uitvoerings-voorbeeld van het stroomschema van figuur 3 ook op een andere 'manier 30 gewijzigd worden. Zo is het ook mogelijk dat, na het overschrijden van de waarde v door de tellerstand m, het beslissingsmodel 56 gedurende · het tijdinterval, na een herkenning van een konmando, enkèl een' reaktie volgens de keten 49' geeft. Na afloop van het tijdinterval valt het beslissingsmodel dan weer terug naar de mogelijke reakties 35 volgens de ketens 57, 49 en 49' afhankelijk va£ de score, zoals aan de hand van figuur 4a besproken.

De beide beslissingsmodellen 56 zoals hiervoor besproken verschillen onder andere in een belangrijk punt met de beslissingsmodel-BAD^IQINAk , Λ •FHN 11.266 ‘14 len 33 van figuren 2 en 2a.

Bij de beslissingsmodellen van figuren 2 en 2a loopt gedurende het bewuste interval voor alle herkende kammando's langs de weg (keten 49 respektievelijk 491) van een meer expliciete aanduiding van het 5 herkende kcnmando. In de beslissingsmodellen 56 zoals hiervoor beschreven is dat niet zo. In het beslissingsmodel 56 zoals beschreven aan de . hand van figuren 4a en b zijn er kanmando's (namelijk die kommando's die een scoringspercentrage liggend tussen x en y, tussen y' en z en tussen z' en 100 bezitten) waarvoor de verandering van het bes lis sings-10 model naar de situatie van figuur 4b tengevolge van het feit dat m de waarde v heeft overschreden, geen invloed/op de reaktie van het systeem.

Ook indien het beslissingsmodel 56 zodanig verandert dat na herkenning van een kanmando enkel een reaktie volgens de keten 49' plaats vindt, blijft de reaktie van het systeem op herkende konmando's met een 15 scoringspercentrage liggend tussen x en y, hetzelfde. Vandaar dat in een eerder stadium vermeld wordt dat in tenminste een aantal van de gevallen het systeem in stap (c) voor een reaktie kiest in de vorm van een meer expliciete aanduiding van het. herkende kommando. Dat zijn dus voor het ene uitvoeringsvoorbeeld van het beslissingsmodel 56 van 20 figuur 3 die gevallen waarbij de scoringspercentage van het herkende kommando ligt tussen y en y' en tussen z en 2'. Voor het andere uitvoeringsvoorbee ld van figuur 3 zijn dat dus die gevallen waarbij de scoringspercentages liggen tussen y en 100.

Figuur 5 toont, een uitvoeringsvoorbee ld van een interaktief 25 systeem voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding. Het systeem bevat een eerste eenheid 60 voor het stellen van een vraag in de vorm van spraak aan de gebruiker van het systeem. De uitgang 61 van de eenheid 60 is daartoe gekoppeld met een luidspreker 62. Verder is er een kcmmandoherkenner 63 voor het herkennen van een kommando - in 3Q het blok 64 - en bevattende een beslissingseenheid 65. Een tweede eenheid 66 met zijn (stuur) ingang 67 en via de leiding 68 gekoppeld met een uitgang 69 van de konmandoherkenner 63. Een ingang 70 van de karmandoherkenner. 63 is gekoppeld met een mikrofoon .711,

De mikrofoon 71 is 'bovendien gekoppeld met een derde eenheid 72 35 voor het herkennen van een protest door de gebruiker aan het systeem toe te voeren indien een kommando door het systeem foutief is herkend! Er is hier dus sprake van een akoestisch protest. De derde eenheid 72 levert van optreden van een protest een telpuls aan zijn uitgang PHN 11.266 '15 73, welke telpuls wordt toegevoerd aan een telingang 74 van een teller 75. De uitgang 76 van deze teller 75 is gekoppeld met een eerste ingang 77 van een vergelijkingsschakeling (komparator) 78. Aan de tweede ingang 79 wordt de waarde v toegevoerd. Aan de eerste ingang 77 wordt de inhoud 5 m van de teller 75 toegevoerd. De uitgang 80 is gekoppeld met een stuur-ingang 81 van de beslissingseenheid 65. De komparator 78 geeft een stuursignaal aan zijn uitgang 80 indien de waarde m de waarde v overschrijdt.

Verder is er nog een centrale besturingseenheid 82 die dé diverse onderdelen van het systeem bestuurt. Zo is een stuur leiding 83 10 voor het aansturen van de erste eenheid 60. Na een stuursignaal over deze leiding 83 zal de eerste eenheid 60 een vraag in de vorm van spraak via de luidspreker 62 aan de gebruiker aanbieden. Er is een leiding 84 voor het vervolgens inschakelen' (en later ook weer uitschakelen) van de korrman-doherkenner 63. Ook is er een stuur leiding 85 voor het op het juiste 15 moment inschakelen van de derde eenheid 72 zodat een protest herkend kan worden. Er is een leiding 86 van. de uitgang 80 naar de centrale eenheid 82 zodat de centrale eenheid weet wanneer m de waarde v overschrijdt. Daarmee verband houdende, is er de stuurleiding 87 naar de teller 75 on deze weer op nul te zetten zodra een signaal op de leiding 20 86 optreedt. Ook is de leiding 68 nog gekoppeld met de centrale eenheid 82.

De werking van de inrichting van figuur 5 cm de werkwijze van figuur 2 uit te kunnen voeren is nu als volgt. Indien m^.v dan loopt de werkwijze van figuur 2. vanaf bet blok 33 of via de tak 57 rechtstreeks 25 naar blok 36 of via de tak 34 terug naar blok 31. De beslissingseenheid 65 geeft de beslissing dat een kommando al dan niet herkend is door aan de tweede eenheid 66 via de leiding 68 een stuursignaal toe te voeren. Is er een kommando herkend dan wordt een nieuwe vraag gesteld. Dat betekent dat het stuursignaal dat via de ingang 67 aangeboden wordt de eerste 30 eenheid 60 - die dus in dit geval deel uitmaakt van de tweede eenheid -aktiveert zodat er een volgende vraag gesteld wordt. Is er geen kommando herkend dan aktiveert het stuursignaal dat via de ingang 67 aangeboden wordt de schakeling in het blok 88. Via de luidspreker 62 wordt doorgegeven (blok 35 in: figuur 2!): 35 "Uw kommando is niet herkend. Ik herhaal de vraag".

Vervolgens wordt door de eerste eenheid 60 de vraag herhaald (zie blok 31 in figuur 2). Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door-BAD C^fttóWA^tuurs:'-<3naal op de leiding 68 ook naar de centrale eenheid 82 PHN 11.266 · 16 wordt toegevoerd en bij het niet herkennen van een kanmando dan via de . leiding 83 de eerste eenheid 60 wordt, geaktiveerd tot het herhalen van de vraag.

Overschrijdt op een gegeven moment de inhoud rrr.van de teller 75 5 de waarde v dan wordt een stuursignaal toegevoerd aan de beslissings-..· 'eenheid 65 waardoor het beslissingsmodel gewijzigd wordt.

Indien geen konmando herkend wordt verandert er aan het hiervoor beschreven proces niets. Er verandert alleen iets indien er wel een kommando herkend wordt. In dat geval verschijnt er een ander 10 stuursignaal op de leiding 68 die de tweede eenheid 66 - en in het bijzonder de schakeling in het blok 88 aktiveert tot dè reaktie (zie ook blok 50 in figuur 2): "Het kanmando - ..... - is herkend".

Vervolgens schakelt de centrale eenheid 82 de derde eenheid 72 15 in voor het detekteren van een eventueel protest (zie blok 51 in figuur 2). Indien een protest door de derde eenheid 72 wordt gedetekteerd dan gaat de tellerstand m van de teller 75 met één omhoog (zie blok 40 in de keten 52 in figuur 2). Bovendien wordt via de leiding 89 dit feit doorgegeven aan de centrale eenheid 82 die vervolgens via de leiding 20 83 de eerste eenheid 60 aktiveert tot het herhalen van de vraag. Het feit dat in figuur 2 nog additionele gegevens in de blokken! 41, 53 en 48 aan de gebruiker worden doorgegeven wordt hier verder buiten beschouwing gelaten daar het niet relevant is voor het begrip van de werkwijze of het systeem.

25 Wordt er geen protest gedetekteerd dan wordt via de leiding 83 door de centrale eenheid 82 aan de eerste eenheid 60 de opdracht gegeven voor het stellen en doorgeven aan de gebruiker van de volgende vraag.

Na het stellén van de volgende vraag worden (of tegelijkertijd of' na el.-?· kaar) de derde eenheid 72 voor het herkennen van een eventueel protest 30 (zie blok 37 in figuur 2) en de kommandoherkenner 63 voor het herkennen van het volgende konmando (zie blok 38 in figuur 2) ingeschakeld.

Tot zover de beschrijving van de werking van figuur 2.

De schakeling van figuur 5 kan ook zodanig zijn uitgevoerd dat de werkwijze van figuur 2A gerealiseerd wordt*. Daartoe zijn enige 35 extra elementen benodigd die in figuur 5A zijn weergegeven.

In figuur 2A wordt na de wijziging van het beslissingsmodel BAADjRNeiNftking van een kommando de keten 49' doorlopen. In dat geval verschijnt er een stuursignaal op de leiding 68 die de tweede eenheid PHN 11.266 '17 * 66 - en in het bijzonder de schakeling in het blok 88 aktiveert tot de reaktie (zie blok 50J' in figuur 2A): "Heeft u als kcmmando -r·......... - opgegeven?".

Vervolgens schakelt de centrale eenheid 82 de kcmmandoherkenner g 63 in voor het detekteren en herkennen van een bevestigend of ontkennend antwoord van de gebruiker (zie blok 51' in figuur 2A) . Indien een ontkennend antwoord wordt gedetekteerd door de kanmandoherkenner 63 dan gaat de tellerstand m van de teller 75 met een omhoog (zie blok 40 in de tak 52 in figuur 2A) . In figuur 5A wordt dit gerealiseerd doordat de 10 leiding 68 via een additionele EN-poort 90 en OF-poort 91 eveneens is gekoppeld met de telingang 74 van de teller 75. Ook de uitgang 73 van de derde eenheid 72 is natuurlijk via de OF-poort 91 gekoppeld met de telingang 74 van de teller 75. De tweede ingang van de EN-poort 90 is via. de leiding 93 gekoppeld met een uitgang 94 van de centrale eenheid 15 82. Alleen na het optreden van de reaktie volgens blok 50' in figuur 2A wordt de uitgang 94 "hoog" zodat hét herkennen van een ontkennend antwoord een telpuls oplevert die wordt doorgelaten, daar de EN-poort 90 deze telpuls niet blokkeert. Tot zover de beschrijving van de werking van figuur 2A.

20 Figuur 6 toont een interaktief systeem voor het realiseren van de werkwijze van figuur 3. Het beslissingsmodel in de beslissings- / eenheid 65' is nu verder uitgewerkt. De beslissingseenheid 65' bevat een vergelijkingsschakeling 93 voor het vergelijken van de score s van het herkende kctnmando, .welke score wordt geleverd door de schakeling 64 2g en wordt aangeboden aan de ingang 97 van de beslissingseenheid 65'. In de vergelijkingsschakeling 93 wordt de score s vergeleken met de drempelwaarden x, y en z, aangenomen dat de schakelaars 98' en 98" in de getekende .stand staan.

Valt de score tussen de 0 en x% - het programma van figuur 3 30 loopt dan -vanaf blok 56 via de tak 34 terug naar het blok 31 - dan geeft de vergelijkingsschakeling 93 een signaal over de-leiding 68.1 aan het blok 88 van de tweede eenheid 66, zodat via de luidspreker 62 wordt doorgegeven (zie.blok 35 in figuur 3): "Uw kcmmando is niet herkend. Ik herhaal de vraag".

35 Doordat de leiding 68.1 ook naar de centrale besturingseenheid 82 loopt initieert deze via de leiding 83 een herhaling van de vraag door de eerste eenheid 60 (blok 31 in figuur 3) .

BAD ORIGINAL^a^t score kussen x en y% - het programma van figuur 3 a-5 o n 3 λ o PHN 11.266 . 18 loopt nu vanaf blok 56 verder via de tak 49' - dan geeft de vergelijkings-schakeling 93 een signaal over de leiding 68.2 aan het blok 88 van de tweede eenheid 66, zodat via de luidspreker 62 de vraag wordt gesteld (zie blok 50' in figuur 3): 5 "Heeft u als konmando -......- opgegeven?".

Daar de leiding 68.2 ook is gekoppeld met de centrale eenheid 82 kan vervolgens door de centrale eenheid 82 via de leiding 84 de koirman- doherkenner worden ingeschakeld voor het herkennen van een bevestigend of ontkennend antwoord (blok 51' in figuur 3). Dit herkennen vindt plaats 10 in de schakeling 95. Wordt een ontkennend antwoord herkend (en loopt het programma van figuur 3 verder via de blokken 40, 53 en 43) dan wordt ! er een signaal gegenereerd op de leiding 68.5 dat via de OF-poort 91 wordt toegevoerd aan de teller 75, zodat de tellerstand m met 1 verhoogd! wordt. We nemen aan dat v gebleven is. Het signaal aan de uitgang 15 68.5 van de kanmandoherkenner 63' wordt via de OF-poort 91 en de leiding 89 toegevoerd aan de centrale eenheid 82 ,die via de leiding 83 de eerste eenheid 60 aktiveert tot het herhalen van de vraag (blok 31 in figuur 3).

Wordt er een bevestigend antwoord herkend in de schakeling 95 dan levert de schakeling 95 een signaal aan de uitgang 68.6. Deze uitgang is gekop- 2q . peld met de centrale eenheid 82. De centrale eenheid 82 geeft vervolgens .

een stuursignaal via de leiding 83 aan de eerste eenheid 60 . zodat de • ! volgende vraag gesteld wordt (blok 36 in figuur 3).

Valt de score tussen y en z% -.het programma van figuur 3 loopt nu vanaf blok 56 verder via de tak 49 - dan geeft de vergelijkingsschake-25 ling 93 een signaal over de leiding 68.3 die de schakeling 88 in de tweede eenheid 66 aktiveert tot de reaktie (zie het blok 50 van figuur 3) "Het kcmmando ......- is herkend".

Daar de leiding 68.3 ook is gekoppeld met de centrale eenheid 82, kan deze eenheid, na het optreden van het signaal op de leiding 68.3, 30 via een stuursignaal over de leiding 85 de derde eenheid 72 inschakelen voor het detekteren van een protest (indien aanwezig) (zie blok 51 in figuur 3). Wordt er een protest door de derde eenheid gedetekteerd, dan verschijnt aan de uitgang 73 een signaal dat via de OF-poort 91 wordt toegevoerd aan de telingang 74 van de teller 75, waardoor de inhoud van 3g deze teller met een verhoogd wordt (zie de tak 52 in figuur 3). Bovendien wordt weer via de leiding 89 aan de centrale eenheid 82 een stuursignaal °p grond waarvan de centrale eenheid 82 via de leiding 83 een stuursignaal levert aan de eerste eenheid 60 en de vraag herhaald PHN 11.266 ' 19 wordt (blok 31 ia figuur 3). Wordt er geen protest gedetekteerd dan levert de centrale eenheid 82 een signaal via de leiding 83 aan de eerste eenheid, waarna de eerste eenheid 60..de volgende vraagt stelt: (blok 36 in figuur 3). In het voorgaande is nog steeds aangenomen dat m ^v is.

5 Valt de score tussen z en 100% - het programma van figuur 3 loopt dan via de tak 57 - dan wordt een signaal via de leiding 68.4 door de vergelijkingsschakeling 93 aangeboden aan de ingang 67 van de tweede eenheid 66, op grond waarvan de tot de tweede eenheid 66 behorende eerste eenheid 60 wordt geaktiveerd tot het stellen van de volgende vraag (blok 3Q 36 in figuur 3).

Na het stellen van de volgende vraag worden weer (of tegelijkertijd of na elkaar) de derde eenheid 72 en de kommandoherkenner 63' ingeschakeld (zie blok 37 en 38 in figuur 3). Wordt er een protest gedetekteerd dan loopt het programma hier verder via de tak 39. De derde 15 eenheid 72 levert weer een telpuls aan de teller 75 en (via de telingang 89) aan de centrale eenheid 82 zodat deze een stuursignaal over de leiding 83 toevoert aan de eerste eenheid 60 en deze eenheid opnieuw de voorlaatste vraag stelt (blok 31 in figuur 3, dat wordt bereikt via de takken 39, 42 en 44).

20 Stel nu dat na het toevoeren van een telpuls aan de teller 75..

de inhoud m van dé. teller (vervolgens de waarde v overschrijdt). Het / gevolg hiervan is dat de vergelijkingsschakeling 78 een signaal via de leiding 86 toevoert aan de beslissingseenheid 65', en wel aan een tijd-schakeling 96 in de beslissingseenheid 65'. Deze tijdschakeling levert 25 gedurende een tijdinterval T na het’ optreden van het signaal van de komparator 78 een stuursignaal aan de schakelaars 98' en 98" waardoor deze gedurende dit tijdinterval in de andere dan de getekende stand kamen te staan. Als drempelwaardes worden nu de scores y' en z' aan de. vergelijkingsschakeling 93 toegevoerd (zie ook figuur 4b ). De scores y' en 30 z‘ zijn zoals uit figuur 4 blijkt groter dan de scores y respektievelijk z.

Na het tijdinterval T vallen de schakelaars 98' en 98" weer terug in de getekende stand, mits niet nogmaals een stuursignaal van de komparator 78 is gedetekteerd. Daartoe bevat de tijdschakeling 96 ook een detektieschakeling die detekteert of binnen het tijdinterval T nog-35 maals een signaal van de kcmparator 78 is binnengekcmen.

Indien dat zo is dan begint de tijdschakeling 96 op dat moment het. tijdinterval T opnieuw te doorlopen. Het interval gedurende fjf^ichaekaars 98' en 98" in de andere dan de getekende stand staan O- Κ O Π Ί Λ PHN 11.266 '20 . .

wordt dus verlengd.

Verder wordt na elk optreden van het stuursignaal op de leiding . 86 door de centrale eenheid 82 via de,leiding 87 een stuursignaal aan de teller 75 geleverd waardoor deze weer op nul wordt gezet.

5 Figuur 6A toont een interaktief systeem voor het realiseren van de andere werkwijze zoals aan de hand van figuur 3 beschreven. Hierbij wordt nadat de waarde v overschreden is als reaktie na een herkenning van een kommando door het systeem enkel de reaktie volgens de keten 491 (zie figuur 3) gegeven. De schakeling van figuur 6A toont veel overeenkomst 10 met die van figuur 6. Veranderd zijn alleen de beslissingseenheid 65’ uit figuur 6 (nu beslissingseenheid 65en de verbindingen 68.2 tot en met 68.4 tussen de uitgangen van de vergelijkingsschakeling 93 en de centrale eenheid 82 en de tweede eenheid 66. In deze verbindingen zijn respektie-velijk opgenomen een OF-poort 99 en de schakelaars 98"' en 98"". De scha-15 kelaars 98"' en 98"" worden gestuurd door het uitgangssignaal van de tijd-schakeling 96. Is de waarde v nog niet overschreden dan is het uitgangssignaal van de tijdschakelirig 96 zodanig dat de schakelaars 98'" en 98"" in de getekende stand staan. De schakeling werkt nu zoals aan de hand van de schakeling van figuur 6 reeds beschreven. Overschrijdt m de waarde v 20 dan wordt in het tijdinterval T hierna het uitgangssignaal van de tijd-schakeling 96 zodanig dat de schakelaars in.de andere dan de getekende stand kernen te staan.

Dat betekent dat ook in de gevallen dat de score van een herkend kanmando ligt tussen y en z respektievelijk tussen z en 100% de signalen 25 op de leidingen 68.3 en 68.4 via de OF-poort 99 in de tweede eenheid 66 een reaktie realiseren volgens de keten 49' in figuur 3.

De kammandoherkenner heeft voor let herkennen van kommando's van elk kcmtiando een referentiepatroon in een. geheugen van de kommando-herkenner opgeslagen. Elk kommando dat door de gebruiker aan het systeem 30 wordt toegevoerd, wordt door de kammandoherkenner verwerkt en vergeleken met de referentiepatronen in het geheugen.

Is er een voldoende mate van overeenstemming tussen het kemmando en een zeker referentiepatroon dan wordt besloten dat het kcanman-do behorende bij het referentiepatroon is herkend.

35 De volgorde waarin de referentiepatronen na elkaar met het door de gebruiker toegevoerde kemmando worden vergeleken kan men zinvol kiezen, zodanig dat de herkenningsprocedure (in het algemeen) zo kort BAQh££lG$NAfeurt, zodat ook de onderlinge kortmunikatie tussen gebruiker en PHN 11.266 21 .

systeem zo vlot mogelijk verloopt.

De volgorde van vergelijken zal men bij voorkeur dan ook zodanig kiezen dat het referentiepatroon van het korrmando dat de grootste waarschijnlijkheid van optreden heeft het eerste met het toegevoerde konman-5 do vergeleken wordt en dat vervolgens telkens de referentièpatronen van die kanmando's met het toegevoerde kommando vergeleken worden die van de overgebleven konmando's de grootste waarschijnlijkheid van optreden hebben.

In het'eerder besproken voorbeeld van figuur 2, waarbij in het 10 blok 31 de vraag gesteld wordt of de gebruiker/reiziger naar Amsterdam, Rotterdam of Utrecht'wil, dan kan verwacht worden dat, indien het systeem bijvoorbeeld in Haarlem staat opgesteld dat de meeste gebruikers een kaartje naar Amsterdam zullen willen hebben, een kleiner aantal zal naar Rotterdam willen en nog een kleiner aantal naar Utrecht. Het door de 15 gebruiker/reiziger toegevoerde kommando zal dus het eerst.-vergeleken worden met het in het systeem opgeslagen referentiepatroon overeenkomende met "Amsterdam", vervolgens pas met dat van "Rotterdam" en indien in beide gevallen geen herkenning heeft paats gevonden met het referentiepatroon overeenkomende met "Utrecht".

20 Het interaktieve systeem zoals beschreven in figuren 5, 5A, 6 of 6A kan zijn gekoppeld met het telefoonnet. Het systeem is dan een "information retrieval" systeem met behulp waarvan via het telefoonnet informatie ingewonnen kan worden op willekeurige gebieden door middel van een vraag-en-antwoord spel.

25 Het spreekt natuurlijk voor zich dat de beschreven werkwijzen en systemen kunnen worden aangevuld met de maatregel zoals beschreven in de Nederlandse oktrooiaanvrage nr. 84 01 863 (PHN 11.060) eveneens op naam van Aanvraagster. In deze aanvrage wordt voorgesteld cm, ter versnelling van de dialoog tussen een geoefende gebruiker en het inter-30 aktieve systeem, deze gebruiker de gelegenheid te geven de uitgifte van informatie door het systeem ’ te onderbreken, waardoor vervolgens delèn van de dialoog kunnen worden overgeslagen.

35 w Wl! 3 3 9 PHN 11.266 . 22

Tabel:

Inschriften in de blokken figuur 1

Bloknunroer Inschrift 10 start 5 11 1st question . 12 1st command 13, 13', 13", 13"' decision model 15 no command recognized 16 2nd question ίο 17 2nd canmand 18 3rd question 19 3rd command 20 4th question 21 4th command 15 22 the price is ......

23 payment 24 ticket 25 stop 20 . figuren 2, 2A en 3 / 31 nth question 32 nth command 33, 33', 56 decision model 25 35 no command recognized 36 (n. + l)th question 37, 51 . protest? 38 (n + l)th command 40 - increase counter by 1 30 41, 48, 53 information given to the user 43 does m exceed v? 46 . set counter to zero 47 adapt decision model 50 the command .j .. has been recognized 35 50' did you issue the command -.....-? 51' confirmation?

BAD ORIGINAL

ft'»= a A T t n

Claims (12)

1. Werkwijze voor het herkennen van een karrmando door een gebruiker van een interaktief systeem aan dit systeem toegevoerd, waarbij' in een programmagedeelte (a) een vraag in de vorm van een spraaksignaal door het systeem aan de 5 gebruiker van het systeem wordt gesteld, (b) vervolgens een kcranandoherkenner wordt ingeschakeld voor het herkennen van een door de gebruiker aan het systeem toe te voeren, karinando, (c) afhankelijk van het resultaat van de herkenningsprocedure in stap (b) 10 en uitgaande van een beslissingsmodel het systeem een keuze maakt van één reaktie uit een groep van ten minste twee mogelijke reakties, en (d) vervolgens deze reaktie dan door het systeem aan de gebruiker aange-• boden wordt, 15 met het kenmerk, dat het aantal protesten dat de gebruiker aan het systeem aanbiedt, ten gevolge van het feit dat een komnando door het systeem foutief herkend wordt, voor het betreffende progranmagedeelte en eventueel eerdere programmagedeelten, wordt geteld, en dat, indien het aantal protesten een zekere waarde overschrijdt het beslissingsmodel ten minste ge-20 durende een zeker tijdinterval wordt aangepast zodanig dat het systeem-, in stap (c), indien een kormendo wordt herkend, in tenmipste een aantal · van de gevallen voor een reaktie kiest in de vorm van een meer expliciete aanduiding voor de gebruiker van het kcnmando dat door de korrmandoher-kenner is herkend.

2. Werkwijze volgens konklusie 1, waarbij uitgaande van het beslis singsmodel en afhankelijk van de vraag of de score van een door de kom-mandoherkenner herkend kcmmando een zekere drempelwaarde al dan niet overschrijdt, het systeem in stap (c) een keuze kan maken uit een eerste reaktie, waarbij het systeem direkt na herkenning een volgende vraag aan de gebruiker stelt, en een tweede reaktie waarbij het systeem aan de ge- . bruiker eerst informatie geeft over het kcmmando dat de kommandoherkenner . heeft herkend, met het kenmerk, dat indien het aantal protesten de genoemde waarde overschrijdt, de genoemde drempelwaarde ten minste gedurende het tijdinterval wordt verhoogd. m

3. Werkwijze volgens konklusie 1, met het kenmerk, dat indien het aantal protesten de genoemde waarde overschrijdt, dan gedurende het tijdinterval het systeem altijd als reaktie aan de gebruiker informatie geeft BADOWGÏSAlkciTiTando dat de kcamiandoherkenner heeft herkend. PHN 11.266 .24 ' I

4· Werkwijze volgens konklusie 3., met het kenmerk, dat het systeem I als reaktie aan de gebruiker de vraag stelt of het door de kanmandoher- I kenner herkende kanmando ook het kotraarido is dat de gebruiker heeft uit- gesproken. I

4 FHN 11.266 23

5. Werkwijze volgens konklusie 4, met het kenmerk, dat de kotmando- I . herkenner verder is ingericht voor het herkennen van een daarop volgend I bevestigend of ontkennend antwoord van de gebruiker. I

6. Werkwijze volgens één der voorgaande konklusies, met het kenmerk, dat, indien binnen het genoemde tijdinterval opnieuw een zodanig aantal 10 protesten wordt geteld dat de genoemde waarde wordt overschreden, het tijdinterval wordt Verlengd.

7. Interaktief systeem voor het. uitvoeren van de werkwijze volgens één der. voorgaande konklusies, voorzien van - een eerste eenheid voor het stellen van een vraag in de vorm van spraak 15 aan de gebruiker van het systeem, - een kommandoherkenner voor het herkennen van een kcnmando door de gebruiker aan het systeem toegevoerd, en bevattende een beslissingseenheid, en - een tweede eenheid gekoppeld met de karmandoherkenner voor het leveren 20 . van één reaktie uit een groep van ten minste twee mogelijke reakties aan de gebruiker, in afhankelijkheid van het bes lis s ingsmodel in de beslissingseenheid, met het kenmerk, dat het systeem verder is voorzien van: - een derde eenheid voor het herkennen van een protest door de gebruiker 25 aan het systeem toe te voeren indien een kotmando foutief is herkend - een teller gekoppeld met de derde eenheid voor het tellen van het aantal protesten toegevoerd gedurende het betreffende programmagedeelte en eventueel eerdere programmagedeelten, en - een vergelijkingsschakeling voor het vergelijken van het aantal protesten 30 met de genoemde waarde en voor het leveren van een stuursignaal aan een uitgang indien het aantal protesten deze waarde overschrijdt, met een eerste ingang gekoppeld met een uitgang van de teller, een tweede ingang voor het toevoeren van een getal gerelateerd aan de genoemde waarde, en waarbij de uitgang is gekoppeld met de beslissingseenheid en dat de be-35 slissingseenheid is ingericht voor het, ten minste gedurende het voornoemde tijdinterval na de ontvangst van het stuursignaal, ·aanpassen van BAÓ1^ftteffl|^ingsnodel zodan;i-9 dat de tweede eenheid een reaktie aan de gebruiker geeft in de vorm van een meer expliciete aanduiding van het kam- FHN 11.266 . 25 mando dat door de kommandoherkenner is herkend.

8. Systeem volgens konklusie 7, voor het uitvoeren van de werkwijze volgens konklusie 2, waarbij de besliss ingseenheid een vergelijkings- '”s. schakeling bevat voor het vergelijken van de score van het door de kom-5 mandoherkenner herkende kommando met de drempelwaarde, met het kenmerk, dat de beslissingseenheid verder is ingericht voor het, na het ontvangst van het stuursignaal, ten minste gedurende het tijdinterval verhogen van de drempelwaarde.

9. Systeem volgens konklusie 7, voor het uitvoeren van de werk-10 wijze volgens konklusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat de beslissings- eenheid zodanig is ingericht dat ten minste gedurende het tijdinterval na de ontvangst van het stuursignaal de tweede eenheid als reaktie aan de gebruiker informatie geeft over het kommando dat de kantnandoherkenner heeft herkend.

10. Systeem volgens konklusie 9, voor het uitvoeren van de werk wijze volgens konklusie 5, met het kenmerk, dat de kcmmandoherkenner eveneens is ingericht voor het herkennen van een bevestigend of ontkennend antwoord van de gebruiker.

11. Systeem volgens konklusie 7, voor het uitvoeren van de werk- 20 wijze volgens konklusie 6, met het kenmerk, dat de beslissingseenheid een detektie-eenheid bevat voor het detekteren van een stuursignaal dat' optreedt binnen het tijdinterval na het optreden van het/' vorige stuursignaal, en dat de besliss ingseenheid is ingericht voor het verlengen van genoemd interval na een detektie van een dergelijk stuursignaal.

12. Systeem volgens één der konklusies 7 tot en met 11, waarbij voor het herkennen van een toegevoerd kanmendo uit een groep van mogelijke kanmando's, de kanmandoherkenner het toegevoerde kommando vergelijkt met een ref erentiepatroon van een kommando uit de groep korrmando' s, welke re-ferentiepatronen in een geheugen in de kanmandoherkenner zijn opgeslagen, 30 met het kenmerk, dat, tijdens de vergelijking, de volgorde van de kommando's waarvan de referentiepatronen met het toegevoerde kommando worden verge- ' leken overeenkomt met de volgorde van de waarschijnlijkheden van optreden van de kcmmando's zodanig dat het referentiepatroon van het kommando met de hoogste waarschijnlijkheid van optreden het eerst met het toegevoerde 35 kommando wordt vergeleken. BAD dftfèlNA£ 3 J S