NL8500296A - Inrichting voor het reinigen van een stoomgenerator. - Google Patents

Inrichting voor het reinigen van een stoomgenerator. Download PDF

Info

Publication number
NL8500296A
NL8500296A NL8500296A NL8500296A NL8500296A NL 8500296 A NL8500296 A NL 8500296A NL 8500296 A NL8500296 A NL 8500296A NL 8500296 A NL8500296 A NL 8500296A NL 8500296 A NL8500296 A NL 8500296A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
turntable
nozzle
chassis
nozzle holder
guide
Prior art date
Application number
NL8500296A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Innus Ind Nuclear Service
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from BE2/60511A external-priority patent/BE900716A/nl
Application filed by Innus Ind Nuclear Service filed Critical Innus Ind Nuclear Service
Publication of NL8500296A publication Critical patent/NL8500296A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28GCLEANING OF INTERNAL OR EXTERNAL SURFACES OF HEAT-EXCHANGE OR HEAT-TRANSFER CONDUITS, e.g. WATER TUBES OR BOILERS
    • F28G3/00Rotary appliances
    • F28G3/16Rotary appliances using jets of fluid for removing debris
    • F28G3/166Rotary appliances using jets of fluid for removing debris from external surfaces of heat exchange conduits
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F22STEAM GENERATION
    • F22BMETHODS OF STEAM GENERATION; STEAM BOILERS
    • F22B37/00Component parts or details of steam boilers
    • F22B37/02Component parts or details of steam boilers applicable to more than one kind or type of steam boiler
    • F22B37/48Devices for removing water, salt, or sludge from boilers; Arrangements of cleaning apparatus in boilers; Combinations thereof with boilers
    • F22B37/483Devices for removing water, salt, or sludge from boilers; Arrangements of cleaning apparatus in boilers; Combinations thereof with boilers specially adapted for nuclear steam generators

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • High Energy & Nuclear Physics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Cleaning By Liquid Or Steam (AREA)

Description

"Inrichting voor het reinigen van een stoomgenerator".
VO 7042
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het reinigen van een stoomgenerator van het zogenoemde U-type welke stoomgenerator dus een opstaande mantel bevat, een daarin gemonteerde, zich in de vorm van een omgekeerde 5 U uitstrekkende pijpenbundel met een opgaand bundelgedeelte en een neergaand bundelgedeelte, een bodem die onderaan de openingen tussen de pijpen onderling en tussen de pijpen en de mantel afsluit, welke mantel boven de bodem van ten minste een toegang tot de ruimte tussen de twee bundelgedeelten is 10 voorzien, welke reinigingsinrichting een spuitinrichting bevat die zelf een verplaatsbaar onderstel bezit dat tussen de bundelgedeelten over de bodem verplaatsbaar kan worden aangebracht en een spuitstukhouder die ten minste een spuitstuk draagt en verplaatsbaar op dit onderstel is gemonteerd,welke 15 reinigingsinrichting tevens een hogedrukslang bevat die op de spuitinrichting aansluit en waardoor vloeistof onder druk van buiten de generator aan het spuitstuk kan worden toegevoerd.
Stoomgeneratoren van het hiervoor gedoelde type 20 worden veel gebruikt in kerncentrales. Het verwarmingsfluïdum dat in de kernreactor wordt verhit, wordt door de pijpenbundel geleid en staat warmte af aan het fluïdum, meestal water, dat zich in de ruimte rondom de pijpen bevindt, waardoor stoom ontstaat. Door diverse chemische reacties ontstaat in de 25 ruimte rond de pijpenbundel een ijzeroxyde,namelijk magnetiet. Dit ijzeroxyde slaat neer op de pijpenbundel, op de steunplaten die deze pijpenbundel ondersteunen en vooral op de bodem.
Bij elke, meestal jaarlijkse, onderhoudsbeurt van de kerncentrale dient het ijzeroxyde te worden verwijderd. In ver-30 band met de moeilijke bereikbaarheid van de stoomgenerator en vooral wegen? de heersende radioactiviteit, kan de stoom-BAD&ORtGtfNAL niet worden gedemonteerd zodat voor het verwijderen van het slib en dus meer bepaald het ijzeroxyde, bijzondere
o /'· o n A
- 2 - inrichtingen noodzakelijk zijn.
Veelal wordt gebruik gemaakt van een inrichting die een stijve lans bevat op één einde waarvan de hogedruk-slang aansluit en op een ander einde waarvan een roterende 5 spuitkop is gemonteerd die door een of meer openingen spuit in richtingen die in een vlak dwars op de lans zijn gericht.
De lans met de spuitkop wordt intermitterend verplaatst in de ruimte tussen het opgaande en het neergaande gedeelte van de pijpenbundel.
10 Dergelijke inrichtingen kunnen zeer doelmatig stoomgeneratoren reinigen wanneer de pijpen van de pijpen-bundel volgens een zogenoemde vierkante opstelling zijn opgesteld, dit wil zeggen dat de pijpen gelegen zijn op de snijpunten van een netwerk van elkaar loodrecht snijdende lijnen 15 die zich respectievelijk evenwijdig aan en loodrecht op het, in het midden van de ruimte tussen de bundelgedeelten van de pijpenbundel gelegen,symmetrievlak van deze pijpenbundel uitstrekken.
Er zijn evenwel stoomgeneratoren bekend waarbij 20 de pijpen van de bundel volgens een zogenoemde Chinese ruit-opstelling zijn opgesteld en dus zijn gelegen op de snijpunten van een netwerk gevormd door niet loodrecht op elkaar gerichte lijnen die een hoek maken met het hogergenoemde symmetrievlak. Dergelijke stoomgeneratoren worden onder meer 25 gebruikt in de K.W.U.-kerncentrales (Kraftwerk-Union-Centrales). In deze bekende generatoren kan elke pijp worden beschouwd als deel uitmakend van drie rijen pijpen, namelijk een rij pijpen die loodrecht gericht is op het symmetrievlak tussen de bundelgedeelten,een rij die een hoek van 30° naar de ene 30 kant met dit symmetrievlak maakt en een derde rij die een hoek van 30° naar de tegenovergestelde kant met dit symmetrievlak maakt. Tussen de pijpen van een bundelgedeelte strekken zich dus ook ruimtes uit die zich in drie richtingen uit- om een dergelijke pi jpenbundel te reinigen moet Λ» ' f* "*j f>. Λ ·; ‘ 'r ; ; ^,! ίΛ - 3 - in drie richtingen worden gespoten, namelijk in richtingen die ten opzichte van het symmetrievlak hoeken van respectievelijk 30°, 90° en 150° maken. De ruimten tussen de pijpen die dwars op het hogergenoemde symmetrievlak zijn ge-5 richt, zijn immers vrij smal en door alleen in deze ruimten te spuiten zou de reiniging onvoldoende zijn.
Het onder een hoek ten opzichte van de rotatieas van de spuitkop richten van de waterstraal biedt geen oplossing aangezien door de rotatie van de spuitkop zelf 10 de waterstraal een kegel beschrijft en zich niet op en neer verplaatst in een schuin op het symmetrievlak gerichte ruimte.
Het is wel bekend voor het reinigen van stoomgeneratoren van het laatstgedoelde type gebruik te maken 15 van een tussen de bundelgedeelten verplaatsbare spuitin-richting met onder een hoek ten opzichte van de ver-plaatsingsrichting gerichte spuitstukken, maar de spuit-stukken worden niet gewenteld. Om de ruimtes tussen de rijen pijpen over een voldoende hoogte boven de bodem te 20 reinigen, verplaatst men de spuitstukken met hun spuit-stukhouder op en neer. Deze bekende inrichting bevat dan ook een over de bodem verplaatsbaar onderstel en een daarop door middel van een spindelmechanisme op en neer verplaatsbaar gemonteerde spuitstukhouder met stilstaande 25 spuitstukken. Het verplaatsen van het onderstel gebeurt door middel van roterende organen die tussen de pijpen grijpen die de ruimte tussen het opgaande en neergaande bundelge-deelte begrenzen. Tijdens het op en neer verplaatsen van de spuitstukhouder wordt het onderstel vastgehouden door middel 30 van hydraulische stutten die het onderstel tussen de pijpen van de rijen die de ruimte tussen de bundelgedeelten begrenzen, vastklemmen . Niet alleen gebeurt het reinigen met deze bekende inrichting relatief traag, maar doordat zowel
voor de verplaatsing als voor het vasthouden van het onder-BAD ORIGINAL
. .·. ·· .-v Λ 'Λ ,.Ά
·-< ' ; ·; .V
- 4 - stel tijdens het spuiten dit onderstel op pijpen van de pijpenbundel steunt,bestaat het gevaar dat deze pijpen worden beschadigd.
De uitvinding heeft tot doel deze nadelen te 5 verhelpen en een inrichting voor het reinigen van een stoomgenerator te verschaffen die ook geschikt is voor het reinigen van stoomgeneratoren waarbij de pijpen in een ruitopstelling zijn opgesteld en zowel bij dergelijke als bij andere stoomgeneratoren van het U-type een relatief snelle reiniging 10 toelaat zonder gevaar van beschadigen van de pijpen.
Tot dit doel bevat de reinigingsinrichting een langwerpige geleiding voor het verplaatsbare onderstel die met haar langsrichting in de verplaatsingsrichting van dit onderstel boven de bodem tussen de twee bundelgedeelten van 15 de pijpenbundel kan worden aangebracht, is het onderstel over de geleiding verplaatsbaar, bevat de spuitinrichting een draaitafel die draaibaar rond een loodrecht op de langsrichting van de geleiding gerichte as op dit onderstel is gemonteerd, is de spuitstukhouder draaibaar rond een loodrecht op de 20 rotatieas van de draaitafel gerichte as op de draaitafel gemonteerd, is het spuitstuk met zijn spuitopening in een vlak gericht dat loodrecht op de rotatieas van de spuitstukhouder is gericht en bevat de spuitinrichting ten minste een roterende koppeling tussen deze roterende spuitstuk-25 houder en de hogedrukslang.
Uiteraard wordt de geleiding voor het onderstel zo tussen de bundelgedeelten in de generator geplaatst dat de rotatieas van de draaitafel ten opzichte van het over de geleiding verplaatsbare onderstel nagenoeg loodrecht op de 30 bodem van de stoomgenerator is gericht.
Uiteraard zijn de afmetingen van het onderstel en van het geheel gevormd door de draaitafel, de erop ge-
BAD ORIGINAL
r- - Γ', Λ £
.:· - ; , ... U U
- 5 - monteerde spuitstukhouder, het spuitstuk en de roterende koppeling voldoende klein opdat dit onderstel en dit geheel doorheen de toegang in de generator zouden kunnen worden gebracht , terwijl de afmetingen van het laatstgenoemde geheel 5 tevens voldoende klein moeten zijn opdat bij rotatie van de draaitafel ten opzichte van het onderstel in de gewenste richtingen dit geheel niet tegen de pijpen zou stoten.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de spuitinrichting twee roterende koppelingen 10 tussen de spuitstukhouder en de hogedrukslang, waarvan de rotatieassen dwars op elkaar zijn gericht, namelijk een eerste koppeling die de roterende spuitstukhouder aan de draaitafel koppelt en een tweede koppeling die de hogedrukslang met de op deze draaibare draaitafel gemonteerde 15 eerste koppeling verbindt.
Indien de slang relatief stijf is, kan de spuitinrichting met behulp van de slang verplaatst worden maar bij voorkeur bevat de inrichting voor het reinigen middelen die het verplaatsbare onderstel drijven.
20 In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de geleiding voor het onderstel van de spuitinrichting een goot waarin het onderstel met een gedeelte verplaatsbaar steekt.
Voordelig is de geleiding in lengte instelbaar 25 om door het instellen in de mantel te kunnen worden opgespannen .
Doelmatig bevat daarbij dan de geleiding op één einde een cilinder-zuigermechanisme.
Om met een minimum aan plaats rond de stoomgenera-30 tor de geleiding in de generator te kunnen aanbrengen,kan deze geleiding uit meerdere losneembare delen bestaan.
In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de spuitinrichting middelen om de draaitafel in
BAD ORIGINAL
o t ^ λ o n a - 6 - verschillende standen op het onderstel te blokkeren.
In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de spuitinrichting een motor voor het drijven van de spüitstukhouder.
5 In een andere doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de spuitinrichting meerdere spuitstukken die in axiale zin van de spuitstukhouder gezien, op een afstand van elkaar zijn gelegen.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uit-10 vinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een inrichting voor het reinigen van een stoomgenerator volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet; de ver-wijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen.
15 Figuur 1 stelt een schematisch gehouden horizontale doorsnede voor van een stoomgenerator tijdens het reinigen met behulp van een inrichting voor het reinigen volgens de uitvinding.
Figuur 2 stelt een verticale doorsnede voor van 20 een gedeelte van de stoomgenerator uit figuur 1.
Figuur 3 stelt een gedeelte voor van de doorsnede uit figuur 2 maar op grotere schaal getekend.
Figuur 4 is een zijaanzicht van de spuitinrichting en een gedeelte van de geleiding uit de inrichting voor het 25 reinigen uit de vorige figuren, op merkelijk grotere schaal getekend en met gedeeltelijke wegsnijding.
Figuur 5 is een bovenaanzicht van de spuitinrichting en de geleiding uit figuur 4 waarbij schematisch enkele pijpen van de pijpenbundel zijn aangegeven.
30 In de verschillende figuren hebben dezelfde ver- wijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.
BAD ORIGINAL
r- r-. ' ·*·. λ o / 0 - 7 -
De inrichting voor het reinigen volgens de figuren is voorgesteld tijdens het reinigen van een stoomgenerator van het zogenoemde U-type uit een K.W .U.-kerncentrale.
Deze stoomgenerator is op zichzelf bekend en wordt 5 hierna dan ook slechts beknopt beschreven in zoverre nodig om de uitvinding duidelijk te maken.
Deze stoomgenerator bevat een verticaal gemonteerde mantel 1 die door een horizontale bodem 2 verdeeld is in een bovenste ruimte 3 en een door een verticaal schot 4 in een 10 toevoercompartiment 5 en een afvoercompartiment 6 verdeelde onderste ruimte.
In de bovenste ruimte 3 is concentrisch met de mantel 1 een binnenmantel 7 gemonteerd die tot op een afstand van de bodem 2 reikt.
15 Binnen deze binnenmantel is de zich in omgekeerde U-vorm uitstrekkende pijpenbundel 8 opgesteld. De pijpen van het opgaande bundelgedeelte geven doorheen de bodem 2 op het toevoercompartiment 5 uit terwijl de pijpen van het neergaande bundelgedeelte doorheen de bodem 2 op het afvoer-20 compartiment 6 uitgeven.
Tussen de mantel 1 en de pijpenbundel 8 is de bodem 2 aan de bovenkant van een groef 9 voorzien.
Verwarmingsfluïdum van de kernreactor wordt doorheen het toevoercompartiment 5 aan de pijpenbundel 8 toe-25 gevoerd. Dit fluïdum stroomt doorheen de pijpenbundel 8 en wordt door het afvoercompartiment 6 afgevoerd.
Water dat in de ruimte 3 wordt toegevoerd,verdampt in contact met de pijpenbundel 8 en verlaat de ruimte 3 doorheen een bovenaan gemonteerde turbine.
30 Boven de bodem 2 zijn in de mantel 1 meerdere over de omtrek ervan verdeelde toegangsopeningen 10 aangebracht die bij de normale werking van de stoomgenerator door deksels 11 afgesloten zijn.
BADJ0RIG1NAU „ ;; * ij - 8 -
Deze openingen 10 geven uit onder de binnenmantel 7 en ten minste een van deze openingen 10 geeft uit op de langwerpige ruimte 12 tussen bet opgaande bundelgedeelte en het neergaande bundelgedeelte van de pijpenbundel 8.
5 Het symmetrievlak van de pijpenbundel 8,dat in de figuren 1 en 5 door de puntstreeplijn 13 is aangeduid, strekt zich in het midden van deze ruimte 12 uit.
Zoals blijkt uit de figuren 1 en 5 zijn de pijpen van de pijpenbundel 8 opgesteld volgens een Chinese 10 ruit-opstelling, dit wil zeggen de pijpen bevinden zich op de hoeken van een theoretisch netwerk met ruitvormige mazen en de pijpen vormen rijen in drie richtingen, namelijk rijen die loodrecht op het symmetrievlak 13 zijn gericht, rijen die in uurwijzerszin gezien, een hoek van 15 -30° met dit symmetrievlak 13 maken en rijen die in uur wi jzerszin gezien, een hoek van 150° met dit symmetrievlak maken. Elke pijp maakt deel uit van elk van de reeksen rijen. Ook de ruimten tussen de pijpen zijn volgens deze drie richtingen gericht en de drie richtingen van de ruimtes 20 zijn in de figuur 5 respectievelijk door de pijlen 14,15 en 16 aangeduid.
De inrichting volgens de figuren bevat in hoofdzaak een geleiding 17, een over de geleiding verrijdbare spuitinrichting 18 en een hogedruklans 19 die op de spuit-25 inrichting 18 is aangesloten. De hogedruklans wordt op de gebruikelijke manier gekoppeld aan een hogedrukpomp waarmee water onder een druk van ten minste 200 bar en met een debiet van ten minste 200 liter per minuut aan de spuitinrichting 18 wordt toegevoerd.
30 De geleiding 17 bevat een metalen buis 20 met vierhoekige doorsnede en die in één zijde over gans haar lengte van een spleet 21 is voorzien en die daarenboven uit meerdere aan elkaar gekoppelde maar losneembare stukken Γ* \ BAD' ORIGINAL·-' - 9 - bestaat.
De buis 20 kan immers niet uit één stuk doorheen een op de ruimte 12 uitgevende opening 10 op de bodem 2 worden aangebracht aangezien er naast de mantel 1 niet 5 voldoende ruimte beschikbaar is. Men brengt dus, na het verwijderen van het deksel 11 op de gedoelde opening 10 de stukken van de buis 20 een voor een aan met de spleet 21 aan de bovenkant. Hierna wordt de tegenover de spleet 21 gelegen zijde als de onderzijde beschouwd en wordt de 10 richting waarin men de stukken van de buis 20 op de bodem 2 aanbrengt, als de voorwaartse richting beschouwd.
Het eerste stuk van de buis 20 dat men aanbrengt, is op haar voorste einde van een buffer 22 voorzien en draagt op de onderkant van haar onderzijde een wieltje 23. 15 Vooraleer men het eerste stuk volledig op de bodem neerlaat, koppelt men er het volgende stuk aan.
De stukken van de buis 20 zijn voor dit koppelen van versmalde einden voorzien waarmee ze over elkaar verschuiven en in het achterste einde van elk stuk is een 20 veerbelast kogeltje 24 gemonteerd terwijl in het voorste einde van elk stuk buis een overeenstemmende uitholling 25 is aangebracht. Wanneer twee opeenvolgende stukken met hun versmalde einden maximaal over elkaar zijn geschoven, klikt het kogeltje 24 in de uitholling 25 zoals duidelijk 25 zichtbaar is in de figuur 4.
Men koppelt zo de verschillende stukken buis aan elkaar waarbij men dus telkens het reeds gevormde gedeelte van de geleiding 17 naar voor rolt over de bodem 2 .
Het laatste stuk van de buis 20 is op de onder-30 zijde,op het achterste einde eveneens van een wieltje 23 voorzien. Daarenboven is aan het achterste einde van dit laatstgenoemde stuk een kabeltje 26 bevestigd dat men door- BAD ORIGINAL :) 0 - 10 - heen de opening 10 naar buiten laat hangen om nadien dan de buis 20 terug van de bodem te kunnen oplichten en doorheen de opening 10 tot buiten de generator te brengen. Nadat dit laatste gebeurd is, kan men telkens een stuk buiten 5 de generator trekken en loskoppelen van een volgend stuk tot op deze manier de volledige buis 20 verwijderd is.
In het achterste einde van het hogergenoemde laatste stuk van de buis 20 is tevens een pneumatisch cilinder-zuigermechanisme 27 gemonteerd. Dit laatste stuk 10 wordt aangebracht met dit cilinder-zuigermechanisme 27 in ingeschoven stand en de lengte van de buis 20 wordt dan zo gekozen dat ze bijna gelijk is aan de binnendiameter van de mantel 1. Door het uitschuiven van het cilinder-zuigermechanisme 27, hetgeen door het toevoeren van pers-15 lucht door een op dit mechanisme 27 aansluitende persluchtleiding 28 kan gebeuren, wordt de buis 20 in de mantel 1 opgespannen, zoals duidelijk in figuur 3 zichtbaar is.
De spuitinrichting 18 bevat een over de geleiding 17 verrijdbaar onderstel 29 dat samen met het laatste stuk 20 van de buis 20 in de generator wordt gebracht.
Dit onderstel 2 9 bevat vier paar in een chassis 30 gemonteerd wielen 31 die juist in de buis 20 passen zonder doorheen de spleet 21 te kunnen. Met een bus vormend stuk 32 dat op het chassis 30 vastgemaakt is, steekt het 25 onderstel 29 doorheen de spleet 21.
De wielen 31 van het achterste paar zijn zijdelings van een vertanding 33 voorzien waarin een in het chassis 30 gelegerd tandwiel 34 grijpt. Dit tandwiel 34 is bevestigd op een flexibele as 35 die zich doorheen de spleet 21 en de 30 opening 10 tot buiten de generator uitstrekt.
De rest van de spuitinrichting 18 wordt na het plaatsen van de buis 20 en het onderstel 29 in de ruimte 3 BAD ORIGINAL ? 6 - 11 - aangebracht waarbij uiteraard de afmetingen van deze rest voldoende klein moeten zijn opdat ze door de opening 10 zou kunnen die slechts een diameter van 15 cm bezit.
De buis 20 werd zo aangebracht dat de spleet 21 bovenaan 5 is gelegen en dus de buis 20 in feite een bovenaan open goot vormt. Daardoor is de meetkundige as van het bus vormende stuk 32 ook loodrecht op de bodem 2 en dus verticaal gericht.
De laatstgenoemde rest van de spuitinrichting 18 10 bevat een draaitafel 36 die draaibaar rond een verticale as 45 losneembaar en in verschillende standen blokkeerbaar op het onderstel 29 is gemonteerd. De draaitafel bezit aan de onderzijde een tap 37 die in het bus vormende stuk 32 van het onderstel 29 wordt aangebracht en rust op een 15 in de bodem van deze bus gemonteerde kogel 38. In de wand van het bus vormende stuk 32 is een kogeltje 39 gemonteerd dat enerzijds door een veertje 40 in de holte van het stuk 32 wordt geduwd en anderzijds verbonden is aan een kabel 41 die zich doorheen de spleet 21 en de opening 10 20 tot buiten de generator uitstrekt. Met de kabel 41 kan het kogeltje 39 tegen hët veertje 40 in uit de holte van het stuk 32 worden getrokken. De tap 37 is op zijn buitenzijde van meerdere uithollingen 42 voorzien die met het kogeltje 39 kunnen samenwerken. Telkens een uitholling 42 zich 25 tegenover het kogeltje 39 bevindt, wordt dit laatste door het veertje 40 in de uitholling 42 geduwd en is een verdere rotatie van de tap en dus van de draaitafel 36 onmogelijk zolang niet met behulp van de kabel 41 het kogeltje 39 uit de uitholling 42 wordt getrokken. De verschillende 30 uithollingen 42 komen overeen met verschillende standen van de draaitafel 36 ten opzichte van het onderstel 29.
In de bovenkant van het stuk 32 zijn kogeltjes 43 gemonteerd die mede met de hogergenoemde kogel 38 de BAD ORIGINAL ' 5 - 12 - draaitafel 36 ondersteunen.
Het verdraaien van de draaitafel 36 ten opzichte van het onderstel 29 geschiedt door middel van een relatief stijve kabel 44 die excentrisch ten opzichte van de meetkundige 5 as van de tap 37 en dus de rotatieas 45 van de draaitafel 36 aan de draaitafel 36 is bevestigd en zich doorheen de opening 10 tot buiten de stoomgenerator uitstrekt.
Op de draaitafel 36 is een roterende spuitstuk-houder 46 gemonteerd die vier spuitstukken 47 draagt.
10 Deze spuitstukhouder 46 is draaibaar rond een as 48 die loodrecht gericht is op de rotatieas 45 van de draaitafel 36. De vier spuitstukken 47 zijn met hun spuitopening radiaal ten opzichte van deze as 48 gericht.
De vier spuitkoppen 47 vormen twee paren waarbij de spuit-15 stukken 47 van elk paar diametraal tegenover elkaar zijn opgesteld, de spuitstukken van het ene paar over 90° verschoven zijn ten opzichte van de spuitstukken 47 van het andere paar en, in de langsrichting van de as 48 gezien, de spuitstukken 47 van het ene paar op een afstand van de 20 spuitstukken 47 van het andere paar zijn gelegen die overeenkomt met de hartafstand tussen de loodrecht op het symmetrie-vlak 13 gerichte rijen pijpen van de pijpenbundel 8.
De spuitstukhouder 46 is met een einde gelegerd in een leger 49 dat in een opstaand gedeelte van de draai-25 tafel 36 is gemonteerd en steunt met haar andere einde op een gedeelte van de roterende koppeling 50. Het andere gedeelte van deze koppeling 50 is vastgemaakt op de draaitafel 13.
Dergelijke roterende koppelingen zijn algemeen 30 bekend en in de handel, in het bijzonder onder de benaming "rotary seal". Een geschikte roterende koppeling is in de handel onder de benaming "Barco".
Deze roterende koppeling 50 is met haar langs- BAD ORIGINAL) richting in het verlengde van de rotatieas 45 en dus horizontaal opgesteld.
- 13 -
De spuitstukhouder 46 wordt gedreven door een op de draaitafel 36 gemonteerde luchtmotor 51 waarvan de perslucht-5 leiding 52 zich doorheen de opening 10 tot buiten de generator uitstrekt. Op de as van de luchtmotor 51 is een tandwiel 53 bevestigd dat grijpt in een tandwiel 54 dat bevestigd is op het in het leger 49 gelegerde einde van de spuitstukhouder 46.
10 De roterende koppeling 50 wordt zo op de draai tafel 36 gemonteerd dat de uitgang van het vast op deze draaitafel 36 gemonteerde gedeelte .ervan verticaal opwaarts is gericht. Deze uitgang staat in verbinding met een gedeelte van een tweede identieke roterende koppeling 55.
15 Op de uitgang van het andere gedeelte is de hogedrukslang 19 geklemd.
De twee roterende koppelingen 50 en 55 laten enerzijds een rotatie van de spuitstukhouder 46 ten opzichte van de draaitafel 35 toe, terwijl anderzijds de hogedrukslang 20 19 niet hoeft mee te draaien wanneer het geheel, gevormd door de draaitafel 36, de spuitstukhouder 46, en de eerste roterende koppeling 50 rond de as 45 ten opzichte van het onderstel 29 wentelt. Het door de hogedrukslang 19 aangevoerde water onder druk bereikt door de twee koppelingen 25 50 en 55 en de spuitstukhouder 46 de vier spuitstukken 47.
Men verplaatst met behulp van de flexibele as 35 en het tandwiel 34 het onderstel 29 en dus de volledige spuitinrichting 18 intermitterend over de geleiding 17 waarbij men telkens stopt wanneer de spuitstukken 47 tussen 30 twee naburige rijen pijpen kunnen spuiten. Daarbij plaatst men achtereenvolgens de draaitafel 39 in drie standen waarbij de spuitstukken* achtereenvolgens in de ruimtes kunnen spuiten die gericht zijn volgens de drie hogergenoemde BAD ORIGINAL
.·-> n λ "i - 14 - richtingen die door de pijlen 14,15 en 16 in figuur 5 zijn aangeduid. Men plaatst dus eerst de draaitafel 36 zo dat de langsrichting van de spuitstukhouder 46 evenwijdig aan het symmetrievlak 13 is gericht. Men wentelt dan vervolgens 5 de draaitafel 39 in de ene zin tot de as 48 een hoek van 60° met het symmetrievlak 13 maakt. Na het spuiten in deze stand wentelt men de draaitafel 36 in tegengestelde zin eerst tot de as 48 terug haar beginstand inneemt en verder in de laatstgedoelde zin tot de as 48 opnieuw een hoek van 10 60° met het symmetrievlak 13 maakt. Uiteraard zijn de uit hollingen 42 op de overeenstemmende plaatsen gelegen opdat in elk van de hiervoor genoemde standen de draaitafel 36 door het kogeltje 39 zou geblokkeerd zijn.
Om de werking van de spuitinrichting 18 te 15 controleren en vooral om te weten wanneer de spuitinrichting 18 bij het verrijden over de geleiding 17 moet worden gestopt, is op de achterkant van de draaitafel 36 nog een miniatuur videocamera 57 opgesteld. Deze camera 57 is door leidingen 58 verbonden met een niet in de figuren voorgesteld 20 videoscherm dat buiten de stoomgenerator is opgesteld.
g
De totale lengte van de spuitinrichting 18 zonder het onderstel 29, moet uiteraard zodanig zijn dat voor elk van de hoger beschreven standen van de draaitafel 36 ten opzichte van dit onderstel 29, deze spuitinrichting niet 25 tegen de pijpen van de pijpenbundel 8 komt.
De hogedrukslang 19, die relatief soepel is,de persluchtleiding 28 voor het besturen van het cilinder-zuigermechanisme 27, de persluchtleiding 52 voor het drijven van de motor 51, de flexibele as 35 voor het drijven van het 30 onderstel 29, de kabel 44 voor het wentelen van de draaitafel 36, de kabel 41 voor het ontkoppelen van de draaitafel 36 en de leiding 58 van de videocamera 57 worden juist buiten de opening 10 geleid over een rol 59 die gelegerd is in een BAD ORIGINAL
•'-I ' \ . Γ*Ί '· J.A
*·ν - 15 - speciale ringvormige flens 60 die door middel van bouten 61 in plaats van het deksel op de hoger gedoelde opening 10 is gemonteerd.
De hogedrukslang 19 strekt zich vervolgens over 5 een tweede rol 62 uit die gelegerd is in een steun 63 die op zijn beurt gemonteerd is op een verhoogde bodem 64 die, zoals duidelijk blijkt uit figuur 2,het onderste gedeelte van de stoomgenerator omringt. Vandaar strekt de hogedrukslang 19 zich uit rond een door een pers luchtmotor 65 10 gedreven en op de bodem 64 gemonteerde haspel 66 . Van deze haspel 66 strekt de slang zich verder uit naar de hogerge-noemde hogedrukpomp.
De pers luchtleidingen 28 en 52, de flexibele as 35, de leiding 58 en de kabels 41 en 44 strekken zich 15 vanaf de rol 59 opwaarts uit tot aan een besturingsin- richting 67 die op een hoger gelegen bodem 68 is gemonteerd. Deze leidingen en kabels kunnen zich evenwel ook over de gedreven haspel 66 uitstrekken.
Ook de persluchtleiding 69 voor het drijven van 20 de persluchtmotor 65 sluit aan op de besturingsinrichting 67.
9
Omwille van het stralingsgevaar is deze besturingsinrichting 67 bij voorkeur zover mogelijk van de stoomgenerator opgesteld.
25 Deze besturingsinrichting 67 bevat het hoger- genoemde videoscherm, een motor voor het drijven van de flexibele as 35, de bron van perslucht en de nodige be-sturingselementen voor de motoren, persluchtleidingen en kabels.
30 Het door de spuitinrichting 18 gespoten water maakt het vuil los van de bodem 2 en van de pijpen van de pijpenbundel 8. Dit vuil verzamelt zich samen met het water in de groef 9 in de bodem 2 vanwaar het op de gebruikelijke BAE0ORIGINAL? ; § - 16 - manier doorheen zuigslangen 70 wordt weggepompt. Deze zuigstangen 70 worden aangebracht door een andere opening 10 dan die waardoor de hogedrukslang 19 werd aangebracht en waarvan men het deksel 11 heeft verwijderd. Duidelijkheidshalve 5 zijn in de figuren de zuigpompen niet voorgesteld. Deze pompen hebben een afzuigcapaciteit die minstens even groot is als het spuitdebiet van de spuitinrichting.
In de zuigslangen zijn door een tweede videocamera bewaakte kijkglazen gemonteerd zodat kan worden 10 vastgesteld wanneer geen slib meer door de zuigslangen wordt afgezogen, en het spuiten in de bepaalde stand en op een bepaalde plaats van de spuitinrichting kan worden gestopt. Met de hiervoor beschreven inrichting voor het reinigen kan een zeer snelle en doelmatige reiniging van de 15 stoomgenerator worden uitgevoerd. Het verblijf van de bedieners van de inrichting.in de nabijheid van de stoomgenerator wordt tot het minimum beperkt.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm, en binnen het raam van de 20 octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen worden aangebracht, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding worden gebruikt.
25 In het bijzonder moeten de middelen om de ver schillende beweegbare elementen te drijven niet noodzakelijk van het hiervoor gedoelde type zijn.
Zo moet onder meer het verrijden van het onderstel over de geleiding niet noodzakelijk door middel van een 30 flexibele as plaatsvinden. Dit kan bij voorbeeld ook gebeuren door middel van een op het onderstel gemonteerde motor.
Ook het verdraaien van de draaitafel moet niet noodzakelijk geschieden door middel van een kabel.
BAD ORIGINAL
- 17 -
Dit kan eveneens gebeuren door middel van een motor of een cilinder-zuigermechanisme .
Voor het roteren van de roterende spuitstukhouder is zelfs niet noodzakelijk een afzonderlijke motor vereist. 5 Door de aangepaste vormgeving van de spuitstukken en/of de houder kan de rotatie van de spuitstukhouder veroorzaakt worden door het water onder hoge druk dat aan de inrichting wordt toegevoerd.
BAD ORIGINAL
O " .·> Λ rt :Λ

Claims (22)

1. Inrichting voor het reinigen van een stoomgenerator van het zogenoemde U-type welke stoomgenerator dus een opstaande mantel (1) bevat, een daarin gemonteerde, zich in de vorm van een omgekeerde U uitstrekkende pijpen-5 bundel (8) met een opgaand bundelgedeelte en een neergaand bundelgedeelte, een bodem (2) die onderaan de openingen tussen de pijpen onderling en tussen de pijpen en de mantel (1) afsluit, welke mantel (1) boven de bodem van ten minste een toegang (10) tot de ruimte (12) tussen de twee bundel-10 gedeelten is voorzien, welke reinigingsinrichting een spuit-inrichting (18) bevat die zelf een verplaatsbaar onderstel (29) bezit dat tussen de bundelgedeelten over de bodem (2) verplaatsbaar kan worden aangebracht en een spuitstukhouder (46) die ten minste een spuitstuk (17) draagt en verplaats-15 baar op dit onderstel (29) is gemonteerd, welke reinigings-inrichting tevens een hogedrukslang (19) bevat die op de spuitinrichting (18) aansluit en waardoor vloeistof onder druk van buiten de generator aan het spuitstuk (47) kan worden toegevoerd, met het kenmerk dat ze een langwerpige 20 geleiding (17) voor het verplaatsbare onderstel (29) bevat die met haar langsrichting in de verplaatsingsrichting van dit onderstel (29) boven de bodem (2) tussen de twee bundelgedeelten van de pijpenbundel (8) kan worden aangebracht, het onderstel (29) over de geleiding (17) verplaats-25 baar is, de spuitinrichting (18) een draaitafel (36) bevat die draaibaar rond een loodrecht op de langsrichting van de geleiding (17) gerichte as (45) op dit onderstel (29) is gemonteerd, de spuitstukhouder (46) draaibaar rond een loodrecht op de rotatieas (45) van de draaitafel (36) 30 gerichte as (48) op de draaitafel (36) is gemonteerd, het spuitstuk (17) met zijn spuitopening in een vlak is ge- °P rotat^eas (48) van ^e spuitstukhouder (46) is gericht en de spuitinrichting (18) ten '•u< ·· —- · .·' ’ + - 19 - minste een roterende koppeling (50 of 55) bevat tussen deze roterende spuitstukhouder (45) en de hogedrukslang (19) .
2. Inrichting volgens de conclusie 1, met het kenmerk dat de spuitinrichting (18) twee roterende koppe- 5 lingen (50 en 55) tussen de spuitstukhouder (46) en de hogedrukslang (19) bevat,waarvan de rotatieassen dwars op elkaar zijn gericht, namelijk een eerste koppeling (50) die de roterende spuitstukhouder (46) aan de draaitafel (36) koppelt en een tweede koppeling (55) die de hogedrukslang 10 (19) met de op deze draaibare draaitafel (36) gemonteerde eerste koppeling (50) verbindt.
3. Inrichting volgens een van de conclusies 1 en 2, met het kenmerk dat ze middelen (33-35) bevat om het verplaatsbare onderstel (29) te drijven.
4. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk dat het onderstel (29) een aantal wielen (31) bezit en over de geleiding (17) verrijdbaar is.
5. Inrichting volgens de conclusies 3 en 4, met het kenmerk dat de middelen (33-35) om het onderstel 20 (29) te drijven, een flexibele as (35) bevatten die zich tot buiten de generator kan uitstrekken, een tandwieloverbrenging (33,34) tussen deze as (35) en ten minste een van de wielen (31) van het onderstel (29) en middelen om de flexibele as (35) te drijven.
6. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk dat de geleiding (17) voor de spuit-inrichting een goot (20) bevat waarin het onderstel (29) met een gedeelte steekt.
7. Inrichting volgens de conclusies 4 en 6, met 30 het kenmerk dat de geleiding (17) een buis (20) met hoekige doorsnede is die in een zijde over nagenoeg gans haar lengte van een spleet (21) is voorzien, de wielen (31) van het verrijdbare onderstel (29) in deze buis rollen en een gedeelte (32) van dit onderstel (29) doorheen de spleet BAD ORIGINAL ^ 35 (21) naar buiten steekt en de draaibare draaitafel (36) ' ; 2 S 6 ,-20- draagt.
8. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 7, met het kenmerk dat de geleiding (17) in lengte instelbaar is om door het instellen in de mantel (1) te kunnen 5 worden opgespannen.
9. Inrichting volgens de conclusie 8, met het kenmerk dat de geleiding (17) op een einde een cilinder-zuigermechanisme (27) bevat.
10. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 10 9, met het kenmerk dat de geleiding (17) voor de ver plaatsbare spuitinrichting (18) uit meerdere losneembare delen bestaat.
11. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 10, met het kenmerk dat de spuitinrichting (18) middelen 15 (39-42) bevat om de draaitafel (36) in verschillende standen op het onderstel (29) te blokkeren.
12. Inrichting volgens de conclusie 11, met het kenmerk dat de spuitinrichting (18) middelen (39-42) bevat om de draaitafel (36) te blokkeren in ten minste drie 20 standen, namelijk een middelste stand waarbij de spuitstukken (47) met hun spuitopening gericht zijn in een vlak dat dwars op het symmetrievlak (13) tussen het opgaande en het neergaande gedeelte van de pijpenbundel (8) is gericht en twee standen waarbij de spuitstukken (47) met hun spuitopening 25 gericht zijn in vlakken die in uurwijzerszin gezien hoeken van respectievelijk 30° en 150° met dit symmetrievlak (13) maken.
13. Inrichting volgens een van de conclusies 11 en 12, met het kenmerk dat de middelen (39-42) om de draaitafel 30 (36) in verschillende standen op het onderstel (29) te blokkeren een van op afstand door een kabel (41) bedienbaar palmechanisme (39,40) bevatten die op een van de elementen gevormd door de draaitafel (36) en het onderstel (29) is BADORIGINAL c -21- gemonteerd en met de pal (39) samenwerkende uithollingen (42) in het andere element.
14. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 13, met het kenmerk dat de draaitafel (36) losneembaar op 5 het onderstel (29) is bevestigd.
15. Inrichting volgens de conclusies 14 en 15, met het kenmerk dat het onderstel (29) van een bus vormend stuk (32) is voorzien, de draaitafel (36) op haar onderkant van een tap (37) is voorzien die in de opening van het bus 10 vormende stuk (32) past en het palmechanisme (39,40) op het laatstgenoemde stuk (32) is gemonteerd terwijl de uithol- $ lingen (42) in de tap (37) zijn aangebracht.
16. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 15, met het kenmerk dat de spuitinrichting (18) 15 een motor (51) bevat voor het drijven van de spuitstukhouder (46) .
17. Inrichting volgens de conclusie 16,met het kenmerk dat de motor (51) een fluidummotor is die op de draaitafel (36) is gemonteerd en onder tussenkomst van een 20 tandwieloverbrenging (53,54) de spuitstukhouder (46) drijft.
18. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 17, met het kenmerk dat de spuitinrichting (18) ten minste twee spuitstukken (47) bevat die in de richting van de rotatieas (48) van de spuitstukhouder (46) gezien, 25 op een afstand van elkaar zijn gelegen zodat de spuitstukken ten minste twee ruimtes tussen de rijen gelijktijdig kunnen bereiken.
19. Inrichting volgens de conclusie 18, met het kenmerk dat de spuitinrichting (18) twee paar 30 in de spuitstukhouder (46) gemonteerde spuitstukken (47) bevat waarbij de spuitstukken (47) van het ene paar op een afstand zijn gelegen van de spuitstukken (47) van het BAD ORIGINAL /*-. ·.·** “ *: · /Ή . ! - 22 - andere paar en de spuitstukken van een paar diametraal tegenover elkaar zijn gelegen.
20. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 19, met het kenmerk dat het spuitstuk (47) met zijn spuit- 5 opening radiaal gericht is ten opzichte van de rotatieas (48) van de spuitstukhouder (46).
21. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 20 , met het kenmerk dat ze een miniatuur videocamera (57) bevat die op de draaitafel (36) is gemonteerd en via een 10 leiding (58) verbonden is met een videoscherm.
22. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 21, met het kenmerk dat ze een haspel (66) bevat die buiten de generator is opgesteld en middelen (65,69) om deze haspel (66) te drijven en ten minste de hogedrukslang (19) tijdens 15 het reinigen zich over deze haspel (66) uitstrekt. BAD ORIGINAL « ··.; -' ·.·. 'J
NL8500296A 1984-10-01 1985-02-04 Inrichting voor het reinigen van een stoomgenerator. NL8500296A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2060511 1984-10-01
BE2/60511A BE900716A (nl) 1984-10-01 1984-10-01 Inrichting voor het reinigen van een stoomgenerator.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8500296A true NL8500296A (nl) 1986-05-01

Family

ID=3865709

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500296A NL8500296A (nl) 1984-10-01 1985-02-04 Inrichting voor het reinigen van een stoomgenerator.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE3533608A1 (nl)
NL (1) NL8500296A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0255503A2 (en) * 1986-07-29 1988-02-03 Smet Jet N.V. Arrangement for cleaning a steam generator with a water jet

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1000357A4 (nl) * 1987-02-26 1988-11-08 Innus Ind Nuclear Service Inrichting voor het reinigen van een warmtewisselaar.
FR2684482B1 (fr) * 1991-07-05 1994-03-11 Electricite De France Dispositif d'intervention dans un espace delimite par une enveloppe cylindrique comportant au moins deux ouvertures diametralement opposees.
CN100582641C (zh) * 2005-04-30 2010-01-20 江从铨 汽轮发电机凝汽器在线自动冲洗装置及方法
DE102006052301B4 (de) * 2006-11-03 2013-05-16 Maxxtec Ag Reinigungsvorrichtung für Wärmeübertrager sowie Wärmeübertrager

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0255503A2 (en) * 1986-07-29 1988-02-03 Smet Jet N.V. Arrangement for cleaning a steam generator with a water jet
EP0255503A3 (en) * 1986-07-29 1988-03-30 Smet Jet N.V. Arrangement for cleaning a steam generator with a water jet

Also Published As

Publication number Publication date
DE3533608A1 (de) 1986-04-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3599871A (en) Jet spray tank cleaner
US4299245A (en) Filter cleaning system
US4691723A (en) Apparatus for cleaning radioactive tube banks
US5518553A (en) Storage tank cleaning and stripping apparatus and method
US4509544A (en) Tube bundle cleaning apparatus
US2792807A (en) Pipe internal coating machine
US5348234A (en) Cleaning lance machine
US5038810A (en) Boom operated chute cleaning device
CN108677671B (zh) 一种道路裂缝修补清理机
US4137928A (en) Apparatus for cleaning the interior of tubes
NL8500296A (nl) Inrichting voor het reinigen van een stoomgenerator.
FR2550967A1 (fr) Procede de nettoyage d&#39;un generateur de vapeur
BE900716A (nl) Inrichting voor het reinigen van een stoomgenerator.
US3843409A (en) Heat exchanger cleaning system
US4945862A (en) Two dimensional shuttle rotary cleaning device
FR2558747A1 (fr) Procede de nettoyage sous haute pression d&#39;un evaporateur et installation utilisee dans ce but
BE1000357A4 (nl) Inrichting voor het reinigen van een warmtewisselaar.
CN109227270A (zh) 铸件毛边清理装置
US6105539A (en) Steam generator top of tube bundle deposit removal apparatus
CN210022594U (zh) 一种轻便式消防钢管喷漆装置
JPS5837498A (ja) 洗浄装置
BE902956A (nl) Werkwijze en inrichting voor het reinigen van een pijpplaat van een verticale warmtewisselaar
NO850278L (no) Innretning for rengjoering og overflatebeskyttelse av de indre flater av en sylinderformet beholder forsynt med et fast sikret deksel
CN216262731U (zh) 一种冷轧钢管清理装置
CN110360874A (zh) 一种炮膛清理机器人

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed