NL8500188A - Voorraadhouder voor vloeistof. - Google Patents

Description

» Λ 4 -1-

Oitvinder: P.J.A. Wijnen !

Océ-Nederland B.V., te Venlo Voorraadhouder voor vloeistof

De uitvinding heeft betrekking op een voorraadhouder voor vloeistof in een vloeistofverwerkend apparaat, bijvoorbeeld een diazo-kopieerapparaat, welke houder aan de bovenzijde is voorzien van een afsluitbare opening waarin een pijp, die zich uitstrekt tot nabij de 5 bodem van de houder, en een vloeistofniveau-aftastinrichting losneembaar zijn bevestigd.

Een dergelijke voorraadhouder is bekend uit het Engelse octrooischrift No. 1310840. De daarin beschreven voorraadhouder is voorzien van een deksel dat op de opening past en dat is voorzien van openingen waar-10 doorheen een vloeistofniveau-aftastinrichting en pijpen voor het in-, respectievelijk uit de houder leiden van vloeistof steken, welke aftastinrichting en pijpen aan het deksel zijn bevestigd.

Aangezien bij deze bekende voorraadhouder ten minste de aan het deksel bevestigde afvoerpijp tot bij de bodem van de houder moet reiken 15 om de houder te kunnen legen en derhalve stijf moet zijn, zal de geïnstalleerde voorraadhouder bij verwisseling rechtstandig ten opzichte van het deksel omlaag verplaatst moeten worden over een afstand die minimaal gelijk is aan de maximale lengte waarmee een pijpgedeelte, respectievelijk de vloeistofniveau-aftastinrichting in de 20 houder kan steken. In het geval dat het deksel door middel van een schroefverbinding op de houder is bevestigd zal de houder tevens gedraaid moeten worden om deze los te maken van het deksel. Een bezwaar van deze bekende houder is dat een vrije ruimte aanwezig moet zijn onder een geïnstalleerde voorraadhouder om deze verplaatsing van de 25 houder te kunnen uitvoeren. Dit houdt tevens in dat de houder niet op een vaste ondersteuning kan rusten, hetgeen vooral bij gevulde houders die relatief zwaar zijn, bezwaarlijk is. Bij het manipuleren met zo'n gevulde houder kan namelijk gemakkelijk vloeistof gemorst worden.

De uitvinding stelt zich tot doel een voorraadhouder voor 30 vloeistof te verschaffen welke voorraadhouder de vermelde bezwaren niet heeft en derhalve gemakkelijk verwisseld kan worden.

8500138 7 ,ν: -2-

Volgens de uitvinding wordt dit doel bij een voorraadhouder volgens de aanhef bereikt doordat de pijp buiten de houder een open uiteinde heeft, waarlangs een flexibele leiding tot bij de bodem van de houder in kan worden geleid en doordat de vloeistofniveau-aftastinrichting met 5 de pijp een eenheid vormt. Door deze integratie wordt bereikt dat bij het losmaken van de houder van de pijp de houder vastgehouden kan worden. Bij voorkeur past de eenheid, bestaande uit pijp en vloeistofni-veau-aftastinrichting, met geringe speling in de opening van de houder. Hierdoor wordt bereikt dat de opening zo goed mogelijk wordt benut en 10 bijvoorbeeld relatief klein kan zijn ten opzichte van een door de pijpopening gestoken vloeistofleiding.

In een aantrekkelijke uitvoeringsvorm heeft de pijp een gedeelte met een gereduceerde doorsnede waarbij aan een zijde van de buitenkant van de pijp een uitsparing wordt gevormd en omvat de vloeistofniveau-15 aftastinrichting een taster voor een laag niveau en/of een taster voor een hoog niveau, welke tasters respectievelijk zijn bevestigd aan de pijpwanddelen die de uitsparing aan de onderkant respektievelijk bovenkant afsluiten.

Andere kenmerken en voordelen van de uitvinding worden in de hierna 20 volgende beschrijving van een voorraadhouder volgens de uitvinding nader toegelicht, waarbij verwezen wordt naar bijgaande tekeningen waarin:

Fig. 1 een doorsnede is van een voorraadhouder volgens de uitvinding,

Fig. 2 een bovenaanzicht is van de voorraadhouder volgens fig. 1, 25 Fig. 3 een doorsnede is volgens de lijn III-III in fig. 1.

De in de figuren 1 en 2 weergegeven voorraadhouder omvat een tank 1 waarvan de effectieve inhoud ruim 11 liter bedraagt. De tank 1 is voorzien van een handvat 2 en een ronde opening 3. Hond opening 3 is een opstaande rand 4 gevormd die aan de buitenzijde is voorzien van 30 schroefdraad waarop een niet weergegeven schroefdeksel past dat de tank 1 bij niet gebruik kan afsluiten.

De voorraadhouder omvat verder een in hoofdzaak ronde pijp 5 die over de lengte L-| een doorsnede met een grootste afmeting heeft die iets kleiner is dan de doorsnede van de opening 3· De lengte is iets 35 korter dan de afstand vanaf de bovenkant van de opstaande rand 4 tot de bodem van de tank. Op een afstand Li vanaf de onderkant van de pijp is om de pijp een kraag 7 gevormd die op de bovenkant van de opstaande 8500188 <· -3- rand 4 rust. Met een schroefring 8 die enerzijds rust op de kraag 7 en anderzijds samenwerkt met de schroefdraad op de opstaande rand 4 is de pijp 5 in elke gewenste hoekstand losneembaar aan de tank 1 bevestigd. Over het grootste deel van de lengte Li is de pijpwand naar binnen 5 gebogen om een uitsparing 10 te vormen. Gezien in een dwars- doorsnedevlak van de pijp, wordt de uitsparing 10 gevormd door een V-vormig pijpwanddeel in de overigens cirkelvormige pijpwand. De pijp-wanddelen die de uitsparing vormen sluiten een hoek van 90° in en strekken zich vanaf het cirkelvormige pijpwanddeel tot het midden van 10 de cirkel uit, zoals aangegeven in figuur 3· Aldus past de pijp 5 over de gehele lengte L1 met geringe speling in de ronde opening 3 en kan de pijp bij het door de opening 3 steken niet in zijdelingse richting worden verplaatst, waardoor de vloeistofniveau-aftaster 19 beschadigd zou kunnen worden. De uitsparing 10 is aan het onder- en boveneinde 15 afgesloten door pijpwanddelen 11, respectievelijk 12. Wanddelen 11 en 12 zijn elk voorzien van een gat 13, respectievelijk 14 waarin een geleidingsbuis 15 met niet weergegeven middelen is vastgezet. Een deel 15a van de buis 15 strekt zich onder wanddeel 11 uit. Op enige afstand onder wanddeel 11 is op het buiseinde 15a een aanslagring 16 20 bevestigd. Op het buisdeel 15a is een vlotter 17 bevestigd die vrij schuifbaar is tussen aanslagring 16 en wanddeel 11. Op enige afstand onder wanddeel 12 is op de geleidingsbuis 15 een aanslagring 18 bevestigd. Tussen aanslagring 18 en wanddeel 12 is op de geleidingsbuis 15 een vlotter 19 vrij schuifbaar bevestigd. De vlotters 17 en 19 25 zijn zodanig afgestemd op de dichtheid van de in de tank aanwezige vloeistof dat ze in ondergedompelde toestand een bovenste stand innemen en in niet ondergedompelde toestand een onderste stand. In elk van de vlotters 17 respectievelijk 19 is een permanente magneet 17a, respectievelijk 19a, ondergebracht. In de geleidingsbuis 15 is ter 30 hoogte van elke vlotter een reedschakelaar 20, respectievelijk 21, vast aangebracht, waarvan de contacten sluiten als ze in de invloedssfeer van de magneet in de desbetreffende vlotter komen. Aldus wordt een electrisch signaal verkregen bij het in de onderste stand komen van vlotter 17, hetgeen het bereiken van een minimum niveau in de houder 35 representeert, respectievelijk bij het in de bovenste stand komen van vlotter 19, hetgeen het bereiken van een maximum niveau in de houder representeert. De reedschakelaars 20 en 21 zijn respectievelijk via 8 f 0 01 β 8 -4- electrische leidingen 22 en 23 verbonden met contacten 22a en 23a in een contactdoos 24 die op de buitenwand van het boven de kraag 7 uitstekende gedeelte L2 van de pijp is bevestigd en wel op een schuin naar boven gericht gedeelte van pijpwanddeel 28.

5 Naast elk van de contacten 22a, respectievelijk 23a, is een pasgat 22b, respectievelijk 23b, in de contactdoos gevormd. Via contactdoos 24 kunnen de vlotter-schakelaars 20 en 21 met behulp van steker 29, respectievelijk 30 verbonden worden met het besturingssysteem van een vloeistofverwerkend apparaat waarbij de voorraadhouder is geplaatst.

10 Elke steker 29, respectievelijk 30, is voorzien van een paspen die alleen in het pasgat 22b, respectievelijk 23b, van het bijbehorende contact 22a, respectievelijk 23a, past. Daardoor kunnen de stekers onderling niet verwisseld worden.

De bovenrand 25 van het pijpgedeelte L2 ligt in een vlak dat een hoek 15 van 45° vormt met de lengteas van de pijp 5. Het laagste gedeelte van die rand 25 is tot een schenktuit 26 gevormd. In het bovenste gedeelte van het pijpgedeelte dafc in de houder sfceekt ziJn openingen 27 gevormd die het uitschenken vergemakkelijken zoals hierna zal worden toegelioht. De tegenover schenktuit 26 liggende wand 28 van de pijp 5 20 is zodanig geprofileerd dat schroefring 8 gemakkelijk over het bovenste pijpgedeelte tot tegen kraag 7 geschoven, respectievelijk geschroefd kan worden.

Voor het uit de houder voeren van vloeistof naar een vloeistofverwerkend apparaat of voor het in de houder voeren van vloeistof vanuit 25 een vloeistofverwerkend apparaat, wordt een flexibele leiding 31 behorende bij dat apparaat in de pijp 5 gestoken.

In geval de hiervoor beschreven voorraadhouder wordt gebruikt als houder waaruit vloeistof naar het verwerkingsapparaat wordt gevoerd, bestaat de verwisseling van de voorraadhouder uit het vervangen van een 30 leeggeraakte tank door een volle tank of uit het vullen van een leeggeraakte tank. In het eerste geval wordt de slang 31 uit de pijp 5 genomen en worden de stekers 29 en 30 uit contactdoos 24 getrokken, waarna de tank kan worden verwisseld. In het laatste geval hoeft alleen slang 31 uit de pijp 5 genomen te worden om de tank te kunnen vullen, 35 bijvoorbeeld via een vulslang of een trechter die in de pijp gestoken wordt. Wanneer de electrische aansluitdraad die de stekers 29 en 30 verbindt met de signaleringsmiddelen voldoende lang en meegaand is kan 9500108 ♦ + -5- de voorraadhouder voor het vullen bovendien gemakshalve bulten het ver-werkingsapparaat geplaatst worden, terwijl de stekerverbinding intact blijft. Aldus kan het bereiken van de maximale vulling ook op het ver-werkingsapparaat gesignaleerd worden wanneer het vullen buiten het 5 apparaat gebeurt.

Bij toepassing van de voorraadhouder als voorraadhouder voor ont-wikkelvloeistof in een diazokopieerapparaat is de gesignaleerde minimale voorraad in de voorraadhouder op 1 liter afgesteld zodat bij een inhoud van de voorraadhouder van 11 liter een afgeronde hoeveelheid van 10 10 liter kan worden bijgevuld, welke hoeveelheid correspondeert met een normaal verpakte hoeveelheid op te lossen ontwikkelpoeder. Het zal duidelijk zijn dat bij voornoemd gebruik van de voorraadhouder een taster voor het detecteren van een maximum niveau niet strikt noodzakelijk is.

15 Ingeval de hiervoor beschreven voorraadhouder wordt gebruikt voor het opvangen van vloeistof die in een vloeistofverwerkend apparaat is verwerkt, dan is een taster voor het detecteren van een minimum niveau in een voorraadhouder uiteraard overbodig en kan volstaan worden met enkel een taster voor het waarnemen van een maximum niveau in de 20 voorraadhouder. Wanneer de tank vol is, hetgeen door de maximum niveau detector wordt gesignaleerd, kan de volle voorraadhouder na het verwijderen van slang 31 uit pijp 5 en het eventueel losmaken van de stekerverbinding, eenvoudigweg geleegd worden door de houder te kantelen waarbij de vloeistof via openingen 27 van de tankruimte in de pijp 5 en 25 vandaar via de schenktuit 26 uit de houder stroomt.

85 o: 158 • 11

Claims (8)

1. Voorraadhouder voor vloeistof in een vloeistofverwerkend apparaat, bijvoorbeeld een diazokopieerapparaat, welke houder aan de bovenzijde is voorzien vein een afsluitbare opening (3) waarin een pijp (5), die zich uitstrekt tot nabij de bodem van de houder, en een 5 vloeistofniveau-aftastinrichting (17,19,20,21) losneembaar zijn bevestigd, met het kenmerk, dat de pijp (5) buiten de houder een open uiteinde (25) heeft waarlangs een flexibele leiding (31) die verbonden is met het vloeistofverwerkend apparaat tot bij de bodem van de houder kan worden geleid en dat de vloeistofniveau-aftastinrichting 10 (17,19,20,21) met de pijp (5) een eenheid vormt.

2. Voorraadhouder volgens conclusie 1, met het 'kenmerk, dat de eenheid met geringe speling in de opening (3) past.

3. Voorraadhouder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de pijp (5) een gedeelte met een gereduceerde doorsnede heeft, waarbij aan een 15 zijde van de buitenkant van de pijp (5) een uitsparing (10) wordt gevormd en dat de vloeistofniveau-aftastinrichting (17,19»20,21) een taster (17,20) voor een laag niveau en/of een taster voor een hoog niveau (19,20) omvat, welke tasters respectievelijk zijn bevestigd aan de wanddelen (11,12) die de uitsparing (10) aan de onderkant respec-20 tievelijk bovenkant afsluiten.

4. Voorraadhouder volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat, gezien in een dwarsdoorsnede van de pijp (5), de uitsparing (10). wordt gevormd door een V-vormig pijpwanddeel in de overigens cirkelvormige pijpwand.

5. Voorraadhouder volgens een der voorafgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat de pijp (5) ia voorzien van een kraag (7) die op de rand (4) van de opening (3) rust en die in elke hoekstand vastgezet kan worden.

6. Voorraadhouder volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een uiteinde van de pijp (5) zich boven de kraag (7) uitstrekt en is voor- 30 zien van een schenktuit (26) en dat ten minste een opening (27) in de pijpwand is gevormd in het bovenste deel van het pijpgedeelte dat in de houder steekt, welke opening (27) gezien in de omtreksrichting van de pijp, aan dezelfde kant als de schenktuit (26) ligt.

7· Voorraadhouder volgens een der voorafgaande conclusies, met het 35 kenmerk, dat de pijp (5) op het buiten de houder uitstekende deel (28) 8500188 . · - -7- voorzien i3 van een contactdoos (24) die is voorzien van contacten (22a, 23a) die verbonden zijn met signaleringsmiddelen voor een laag, respectievelijk een hoog niveau.

8. Voorraadhouder volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de con- 5 tacten bestaan uit twee groepen (22a, 23a) die elk slechts kunnen samenwerken met een steker (29, respectievelijk 30) van bijbehorende configuratie, waarbij de steker behorende bij de ene groep contacten niet past op de andere groep contacten. j | j i J i i 8500138