NL8420249A - Koppelinrichting voor seismische zeewimpel. - Google Patents
Koppelinrichting voor seismische zeewimpel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8420249A NL8420249A NL8420249A NL8420249A NL8420249A NL 8420249 A NL8420249 A NL 8420249A NL 8420249 A NL8420249 A NL 8420249A NL 8420249 A NL8420249 A NL 8420249A NL 8420249 A NL8420249 A NL 8420249A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- connector
- electrical
- jackets
- pair
- jacket
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H02—GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02G—INSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
- H02G15/00—Cable fittings
- H02G15/08—Cable junctions
- H02G15/10—Cable junctions protected by boxes, e.g. by distribution, connection or junction boxes
- H02G15/12—Cable junctions protected by boxes, e.g. by distribution, connection or junction boxes for incorporating transformers, loading coils or amplifiers
- H02G15/14—Cable junctions protected by boxes, e.g. by distribution, connection or junction boxes for incorporating transformers, loading coils or amplifiers specially adapted for submarine cables
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01V—GEOPHYSICS; GRAVITATIONAL MEASUREMENTS; DETECTING MASSES OR OBJECTS; TAGS
- G01V1/00—Seismology; Seismic or acoustic prospecting or detecting
- G01V1/16—Receiving elements for seismic signals; Arrangements or adaptations of receiving elements
- G01V1/20—Arrangements of receiving elements, e.g. geophone pattern
- G01V1/201—Constructional details of seismic cables, e.g. streamers
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Remote Sensing (AREA)
- Environmental & Geological Engineering (AREA)
- Geology (AREA)
- Acoustics & Sound (AREA)
- General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Geophysics (AREA)
- Power Engineering (AREA)
- Connector Housings Or Holding Contact Members (AREA)
- Details Of Connecting Devices For Male And Female Coupling (AREA)
- Insulated Conductors (AREA)
- Cable Accessories (AREA)
Description
84 2 0 2J5 N.O. 33180 1
Koppelinrichting voor seismische zeewimpel.
Achtergrond van de uitvinding.
5 A. Resumé van de uitvinding.
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een seismische zeewimpel van het type dat voorzien is van meervoudige in serie verbonden wimpelsecties, en heeft meer in het bijzonder betrekking op een koppelorgaan om aangrenzende paren van dergelijke wimpel-10 secties onderling te verbinden.
B. Beschrijving van de stand van de techniek.
Tot nu toe zijn een aantal seismische zeewimpels ontwikkeld voor het uitvoeren van seismisch onderzoek van aardformaties 15 die onder water liggen. In het algemeen hebben dergelijke seismische zeewimpels een invoerkabel en een aantal in serie verbonden secties die van met olie gevulde plastic buizen zijn gemaakt die belastingsorganen, en verscheidende instrumenten, zoals hydrofonen, en bijbehorende elec-trische apparatuur, zoals draden en transformatoren, omringen.
20 Voorbeelden van dergelijke wimpels zijn aangegeven in de Amerikaanse octrooischriften 2.465.696 en 3.371.739. Dergelijke seismische zeewimpels hebben vaak een lengte tot aan twee mijl, en zijn vaak uit meervoudige wimpelsecties, elk met een lengte van tot aan ongeveer 300 voet, opgebouwd.
25 Verscheidene koppelinrichtingen zijn ontwikkeld om aangrenzende seismische wimpelsecties met elkaar te verbinden. Dergelijke koppelinrichtingen moeten een mechanische verbinding van hoge sterkte verschaffen om trek en torsie tussen de belastingsorganen van aangrenzende wimpelsecties over te brengen en een betrouwbare in wezen 30 watervrije electrische verbinding tussen de electrische geleiders van aangrenzende secties verschaffen. Bij voorkeur behoort een koppelinrichting compact en relatief licht in gewicht te zijn. Bovendien moet een koppelinrichting een vrij gestroomlijnd, uitwendig profiel presenteren teneinde turbulentie wanneer de wimpel door het water wordt 35 getrokken te verminderen. Daarenboven behoort een koppelinrichting gemakkelijk verbonden en ontkoppeld te kunnen worden. Voorbeelden van koppelinrichtingen voor wimpels zijn in de Amerikaanse octrooischriften 3.376.948, 3.812.455, 4.260.211, en de Amerikaanse octrooiaanvrage Serial No. 295.499 ingediend op 24 augustus 1981, aangegeven.
8420249 i 2
In de koppelinrichting van het Amerikaanse octrooi-schrift 4.260.211 worden trekkrachten door een snel-koppelbare mantel over de koppelinrichting overgedragen. De snel-koppelbare mantel definiëert een holte waarin electrische verbindingen door middel van 5 een zwevende connector teweeg worden gebracht. Het teweegbrengen van de electrische verbinding met de zevende connector is vaak tijdrovend.
De koppelinrichting van het Amerikaanse octrooi-schrift 3.812.455 heeft samenwerkende halfcilindrische delen met op de· diametrale vlakken daarvan gemonteerde, electrische insteek- en opneem-10 pluggen. De halfcilindrische delen worden door middel van bouten mechanisch met elkaar verbonden. De trekkrachten worden door de halfcilindrische delen en de bouten overgebracht. Derhalve moeten de halfcilindrische delen relatief zware structuren van grote sterkte zijn. De koppelinrichting van de Amerikaanse octrooiaanvrage Serial No. 295.499, 15 ingediend op 24 augustus 1981, heeft eveneens samenwerkende halfcilindrische delen die door vergrendelringen bij elkaar worden gehouden. De halfcilindrische delen hebben in elkaar passende afwisselende tanden die de trekkrachten over de koppelinrichting overbrengen.
De koppelinrichting van de Amerikaanse octrooi-20 aanvrage 295.499 is lichter dan die van het Amerikaanse octrooischrift 3.812.455. Hij moet echter noodzakelijkerwijs een grote sterkte en een relatief zware constructie hebben. De electrische pluggen in de koppelinrichting van de Amerikaanse octrooiaanvrage 295.499 worden ten opzichte van het lichaam van de koppelinrichting zodanig in zwevende 25 betrekking gedragen dat een vervorming van het lichaam van de koppelinrichting niet aan de pluggen wordt overgebracht. De zwevende opstelling van de pluggen maakt het van tijd tot tijd moeilijk om de koppelinrichting samen te stellen. Bovendien zijn voor de koppelinrichting zowel van het Amerikaanse octrooischrift 2.812.455 als van de 30 Amerikaanse octrooiaanvrage Serial No. 295.499 ingewikkelde afdicht-organen nodig om hun waterdichte integriteit te bewaren.
De uitvinding beoogt een verbeterde koppelinrichting voor seismische zeewimpels te verschaffen die de nadelen van de bekende techniek ondervangt. Meer in het bijzonder beoogt de uitvinding een 35 koppelinrichting van grote sterkte en laag gewicht te verschaffen die gemakkelijk in het veld gekoppeld en ontkoppeld kan worden.
Resumé van de uitvinding.
In het kort gesteld wordt aan de bovenvermelde doeleinden tegemoet gekomen door de koppelinrichting volgens de uitvinding.
8420249 1 ' 3
Deze koppelinrichting bevat een paar axiaal gescheiden, in het algemeen cilindrische connectormantels, die elk aan een einde afdichtend verbonden kunnen worden met een buitenbekleding van een aangrenzende seismische wimpelsectie. Elke mantel van de connectormantels heeft een 5 radiaal naar buiten stekende schouder die naar dat einde gericht is die de doorverbinding met de buitenbekleding teweegbrengt, waarbij elke connectormantel een axiale boring daardoor heeft.
Met elke connectormantel is een axiaal uitstekende, halfcilindrische electrische connectormantel verbonden. Op elke 10 electrische connectormantel is een aantal samenwerkende electrische connectoren van het plug-socket type gemonteerd die een electrische verbinding tussen de electrische geleiders van aangrenzende wimpel-secties teweegbrengen. De electrische connectormantels zijn aan elkaar bevestigd om een in het algemeen cilindrisch electrisch huis te vormen 15 en om de electrische connectoren met elkaar samen te laten werken.
In elke connectormantel is een in het algemeen cilindrisch belastingsorgaan eindblok gemonteerd. Elk belastingsorgaan eind-blok is verbonden met de belastingsorganen van aangrenzende wimpel-secties. Een knipring of dergelijke is aangebracht om elk belastings-20 orgaan eindblok te verbinden met de bijbehorende connectormantel daarvan, en om krachten van de belastingsorganen aan de connectormantels over te brengen.
Om elke connectormantel is een in het algemeen cilindrische connectormoer geplaatst. Elke connectormoer heeft een radiaal 25 naar binnen stekende schouder die tegen de radiaal uitstekende schouders van de connectormantels kan aanliggen. Een buitenmantel is rond de electrische connectormantels geplaatst en is tussen de connec-tormoeren opgenomen. Afdichtingen zijn aangebracht om tussen de connectormantels en de buitenmantel en rond de electrische geleiderdraden, 30 die de koppelinrichting ingaan, een afdichting te verschaffen.
Trekkrachten worden vanaf de belastingsorganen in hun bijbehorende belastingsorgaan eindblokken overgebracht, welke krachten op hun beurt door de knipring naar de connectormantels worden overgebracht. Een axiaal naar buiten gerichte beweging van de connectorman-35 tels wordt tegengegaan door de connectormoeren, die door de buitenmantel aan elkaar worden gehouden.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, waarin:
Fig. 1 een zijdoorsnede-aanzicht van de koppel- 8420249 c 4 inrichting volgens de uitvinding toont;
Fig. 2 een dwarsdoorsnede-aanzicht volgens de lijn 2-2 van fig. 1 toont; en
Fig. 3 een dwarsdoorsnede-aanzicht volgens de lijn 5 3-3 van fig. 1 toont.
Beschrijving van de voorkeursuitvoering.
Met verwijzing naar de tekeningen is in fig. 1 de seismische-wimpelkoppelinrichting volgens de uitvinding in het algemeen 10 door het cijfer 11 aangegeven. De koppelinrichting 11 is tussen aangrenzende secties 13a en 13b van een seismische wimpel geplaatst en verbindt deze secties mechanisch en electrisch met elkaar. De secties 13a en 13b zijn in wezen identiek aan elkaar en bevatten elk een plastic bekleding of omhulling 15, één of meer draadkoordbelastings-15 organen 17, en een bundel electrische geleiders 19. Wimpelsecties, zoals 13a en 13b, zijn normaal met olie gevuld teneinde in wezen een neutraal drijfvermogen te behouden en bevatten kenmerkend verschillende andere inrichtingen die bruikbaar zijn voor het verzamelen of genereren van gegevens. De algemene methode van bedrijf van seismische wimpels 20 bij het uitvoeren van seismisch onderzoek is aangegeven in het
Amerikaanse octrooischrift 2.465.696, en de constructie van wimpelsecties is algemeen aangegeven in de Amerikaanse octrooischriften 3.371.739 of 3.812.455.
De koppelinrichting 11 heeft een paar axiaal geschei-25 den connectormantels 21a en 21b, die in wezen identiek zijn. De connec-tormantel 21a heeft een in het algemeen cilindrisch buiteneind 23, dat een aantal axiaal gescheiden ringvormige richels 25 heeft. Het buiteneinde 23 kan in de bekleding 15 van de wimpelsectle 13a ingevoerd worden en een afdichtende doorverbinding daarmede teweegbrengen door 30 middel van een gebruikelijke klem 27 die rond de richels 25 geplaatst en geklemd wordt.
De connectormantel 21a heeft een axiaal vooreinde met een axiaal naar binnen gerichte, halfcirkelvormige montageflens 29 en een axiaal naar buiten gerichte aanligschouder 31. Een ringvormig 35 afdichtingsoppervlak 33 is tussen de montageflens 29 en de aanligschouder 31 geplaatst en heeft een paar ringvormige groeven die afdichtingen, zoals bijvoorbeeld X-ringen 34 en 35, kunnen opnemen.
De connectormantel 21a heeft axiaal naar buiten ten opzichte van de aanligschouder 31 een afstandsgroef 37 die een ;B 4 2 0 2 4 9 5 afstandsspleetring 39 bevat. De afstandsring 39 heeft een paar axiaal gescheiden, ringvormige groeven die O-ringen bevatten om de afstands-spleetring 39 bij elkaar te houden.
Met verwijzing in het bijzonder naar de connector-5 mantel 21b wordt gesteld dat elke connectormantel een axiale boring 41 heeft. De axiale boring 41 wordt bepaald door axiaal gescheiden, inwendige cilindrische oppervlakken 43 en 45 en een tussen gelegen naar buiten gericht, afgeknot-konisch oppervlak 47. Een ringvormige naar buiten gerichte stopschouder 49 is naast het cilindrische oppervlak 45 10 geplaatst.
Bij elke connectormantel 21a of 21b is in de boring 41 daarvan een in het algemeen cilindrisch belastingsorgaan eindblok 51 gemonteerd. Het belastingsorgaan eindblok 51 kan de uiteinden van de belastingsorganen 17 opnemen en mechanisch daarmee verbonden zijn. Het 15 einde van elk belastingsorgaan 17 is in een kabeleind 53 gezet, dat in het belastingsorgaan eindblok 51 wordt opgenomen.
Het belastingsorgaan eindblok 51 wordt tegen een axiaal naar binnen gerichte beweging in de boring 41 vastgehouden door aanligging van een afgeknot-konisch oppervlak 55 tegen het tussenopper-20 vlak 47. Het belastingsorgaan eindblok 51 wordt tegen een axiaal naar buiten gerichte beweging ten opzichte van de connectormantel 21b vastgehouden door middel van een knipring 57 die in een groef in het cilindrische oppervlak 43 is opgenomen. Derhalve worden naar buiten gerichte belastingskrachten op de belastingsorganen 17 vanaf het belastings-25 orgaan eindblok 51 via de knipring 57 in de connectormantal 21b overgedragen.
Het belastingsorgaan eindblok 51 heeft een axiaal uitstekende cilindrische boring 59 die een electrische-geleider pakkingdoos 61 opneemt. De electrische-geleider pakkingdoos 61 is bij 30 voorkeur gevormd uit een plastic materiaal en bevat een axiaal verlopende cilindrische boring 63 voor de doorgang van electrische geleiders 19 daardoor. De electrische geleiders 19 zijn met een epoxyhars of dergelijk pottingmateriaal 64 in de boring 63 opgenomen. De electrische-geleider pakkingdoos 61 heeft een cilindrisch afdichtend 35 buitenoppervlak 65 dat in het cilindrische oppervlak 45 van de connectormantel 21b past. Een 0-ring 67 is in een groef in het buitenoppervlak 65 geplaatst om een afdichting tussen de electrische-geleider pakkingdoos 61 en de connectormantel 21b te vormen. Derhalve vormt de electrische-geleider pakkingdoos 61 een fysisch blok of grens tussen de 8420249 6 wimpelsectie 13b en het inwendige van de koppelinrichting 11.
De electrische-geleider pakkingdoos 61 wordt tegen een naar binnen gerichte beweging vastgehouden door zijn aanligging tegen de stopschouder 49. De electrische-geleider pakkingdoos 61 wordt 5 tegen een axiaal naar buiten gerichte beweging vastgehouden door zijn aanligging tegen het belastingsorgaan eindblok 51. De electrische-geleider pakkingdoos 61 kan door middel van een aantal schroeven 69 mechanisch doorverbonden worden met het belastingsorgaan eindblok 51.
Met elke connectormantel 21a en 21b is resp. een 10 halfcilindrische electrische connectormantel 71a en 71b verbonden. Electrische connectormantels zijn bij voorkeur van een licht-gewicht metaal, zoals aluminium, gemaakt. Met verwijzing naar de figuren 1 en 2 wordt toegelicht dat de electrische connectormantel 71b een halfcirkelvormige montageflens 73 heeft die door middel van een aantal schroeven 15 75 met de montageflens 29 van de connectormantel 21b is verbonden.
Zoals het best uit de figuren 2 en 3 blijkt is aan de electrische connectormantel 71b door middel van schroeven 79 een paar onderling gescheiden axiaal verlopende, electrische connectormontagestaven 77 en 78 gemonteerd. Op gelijke wijze is aan de electrische conncectormantel 20 71a een paar electrische connectormontagestaven 80 en 81 gemonteerd.
Tussen de electrische connectormontagestaven 77 en 78 is een aantal electrische insteekconnectoren 83 met meervoudige tanden gemonteerd die electrisch met verschillende draden van de electrische geleiderbundel 19 van de wimpelsectie 13b zijn verbonden. Op gelijke 25 wijze is tussen de montagestaven 80 en 81 een aantal electrische multisocket opneemconnectoren 85 gemonteerd die electrisch met verschillende draden van de electrische geleiderbundel 19 van de sectie 13a zijn doorverbonden en die een samenwerkende doorverbinding met de electrische insteekconnectoren 83 kunnen maken. De electrische connectoren 83 30 en 85 zijn axiaal onbeweegbaar door middel van schroeven 87 aan hun respektievelijke montagestaven gemonteerd.
De electrische connectormantels 71a en 71b zijn door middel van hefschroeven 89 met elkaar verbonden en vormen een hoofdzakelijk cilindrisch, electrisch connectorhuis. Een afstandshouder 91 is 35 op de hefschroef 89 geplaatst om de electrische connectormantels 71a en 71b op correcte wijze gescheiden te houden. Torsiekrachten worden via de doorverbonden electrische connectormantels 71a en 71b over de koppelinrichting 11 overgebracht.
In fig. 1 is rond elke connectormantel 21a en 21b 8420249 7 resp. een connectormoer 93a en 93b geplaatst. De connectormoeren 93a en 93b zijn in wezen identiek, en zij hebben elk een axiaal verlopend, uitwendig schroefdraaddeel 95 en een naar binnen gerichte schouder 97 die tegen de schouder 31 van de connectormantel 21a of 21b kan aanlig-5 gen. De connectormoer 93 heeft een taps uitwendig buiteneinddeel 99 dat schuin verlopend in aanraking komt met de bekleding 15 van de wimpel-sectie 13b waardoor de koppelinrichting 11 een gestroomlijnd uitwendig profiel verkrijgt. De connectormoer 93 heeft een verzonken inwendig deel 101 waardoor de connectormoer 93 tijdens samenvoeging axiaal ten 10 opzichte van de klem 27 bewogen kan worden.
De connectormoeren 93a en 93b worden door middel van een cilindrische buitenmantel 103 met elkaar verbonden. De buitenmantel 103 heeft inwendige schroefdraadeinden, die de schroefdraaddelen 95 van de connectormoeren 93a en 93b aangrijpen. De buitenmantel 103 is van 15 een materiaal met hoge treksterkte gemaakt en brengt de trekkrachten over de koppelinrichting 11 over en isoleert de electrische connector-mantels 71a en 71b ten opzichte van deze trekkrachten. De buitenmantel 103 omringt de electrische connectormantels 71a en 71b en grijpt het afdichtingsoppervlak 33 van de connectormantels 21a en 21b op afdich-20 tende wijze aan. De buitenmantel 103 vormt op deze wijze een waterdichte afsluiting en verhindert dat water het inwendige van de koppelinrichting 11 bereikt. De connectormoeren 93a en 93b en de buitenmantel 103 zijn voorzien van schroefsleutel draaigaten 105 en 107 om de opbouw te vergemakkelijken.
25 Het is de bedoeling dat de connectormantels, de belastingsorganen eindblokken, en de electrische-geleider pakkingdozen in een werkplaats of fabriek op de einden van de wimpelsecties worden samengevoegd en gemonteerd. Vanzelfsprekend zullen de connectormoeren voorafgaand aan de bevestiging van de klem 27 rond de wimpelsectie 30 bekledingen worden geplaatst. De electrische connectormantels worden op gelijke wijze samengevoegd met inbegrip van de verbinding van alle draden aan de pluggen 83 en 85 in de fabriek en de bevestiging aan hun respektievelijke connectormantels.
In het veld wordt één van de connectormoeren, 35 bijvoorbeeld de connectormoer 93, axiaal buiten langs de bekleding 15 van de wimpelsectie 13b bewogen over een afstand die toereikend is om de buitenmantel 103 rond de wimpelsectie 13b te kunnen plaatsen. De electrische connectormantels 71a en 71b worden dan door middel van hefschroeven 89 aan elkaar verbonden waardoor de electrische connec- 8420249 t * 8 toren 83 en 85 samenwerken. Vervolgens wordt de buitenmantel 103 axiaal naar de moer 93a van de koppelinrichting bewogen en samengevoegd. Vervolgens wordt de moer 93b van de koppelinrichting op dezelfde wijze samengevoegd. De koppelinrichting 11 wordt ontkoppeld eenvoudig door 5 het losschroeven van de moeren 93a en 93b en door de hefschroeven 89 weg te nemen.
Uit voorgaande blijkt dat met deze uitvinding alle bovengestelde doeleinden uitstekend bereikt kunnen worden in combinatie met andere voordelen die bij de inrichting behoren.
10 Het spreekt vanzelf dat verschillende wijzigingen en modificaties aangebracht kunnen worden zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
8420249
Claims (10)
1. Seismische-wimpelkoppelinrichting voor het aan elkaar verbinden van aangrenzende secties van een seismische wimpel, waarbij elke sectie een buisvormige buitenbekleding heeft, tenminste een belastingsorgaan binnen de buitenbekleding, en een aantal electri-5 sche geleiders binnen de buitenbekleding, welke koppelinrichting omvat: een paar axiaal gescheiden, in het algemeen cilindrische connectormantels, die elk aan een einde middelen hebben om een afdichtende doorverbinding met een buitenbekleding van één van de 10 aangrenzende secties teweeg te brengen, die elk een radiaal naar buiten stekende schouder hebben die gericht is naar het ene einde, en die elk een axiale boring daardoor hebben; een paar halfcilindrische electrische connectormantels die elk gemonteerd zijn aan en in axiale uitlijning zijn met 15 het andere einde van één van de connectormantels, waarbij aan elke electrische connectormantel samenwerkende electrische connectormiddelen zijn gemonteerd om een electrische verbinding tussen het aantal electrische geleiders teweeg te brengen; middelen om de electrische connectormantels met 20 elkaar te verbinden voor samenwerking met de electrische connector-middelen; een paar in het algemeen cilindrische belastingsorgaan eindblokken, die axiaal onbeweeglijk naar buiten binnen één van de connectormantels monteerbaar zijn, die elk middelen hebben om een 25 verbinding met één van de belastingsorganen teweeg te brengen, en die elk een axiale boring hebben voor de doorgang van de electrische geleiders daardoor; een paar in het algemeen cilindrische connectormoeren die elk rond één van de connectormantels monteerbaar zijn en die elk 30 een radiaal naar binnen stekende schouder hebben die tegen de radiaal naar buiten stekende schouder van één van de connectormantels kan aanliggen; een cilindrische buitenmantel die rond de electrische connectormantels gemonteerd en tussen de connectormoeren verbonden kan 35 worden om de connectormoerschouders in aanligging tegen de connectormantels chouders te drukken; en 8420249 , » middelen voor afdichting tussen de buitenmantel en de connectormantels.
2. Seismische-wimpelkoppelinrichting volgens conclusie 1 voorzien van : 5 een paar in het algemeen electrische-geleider pakkingdozen die elk binnen één van de belastingsorgaan eindblokken monteerbaar zijn en die elk een axiale boring hebben voor de doorgang van de electrische geleider daardoor; middelen om de electrische geleiders binnen de borin-10 gen van de electrische-geleider pakkingdozen op te nemen; en middelen om een afdichting tussen elke electrische-geleider pakkingdoos en de daarbij behorende connectormantel te vormen.
3. Seismische-wimpelkoppelinrichting volgens conclu-15 sie 1, waarin elke electrische connectormantel omvat: een halfcilindrisch lichaamsdeel met een montageflens aan een einde daarvan voor verbinding met één van de connectormantels; en een paar axiaal verlopende, gescheiden montagestaven 20 die verbonden zijn met het lichaamsdeel, waarin de samenwerkende electrische geleiders aan de montagestaven zijn gemonteerd.
4. Seismische-wimpelkoppelinrichting volgens conclusie 3, waarin de middelen om de electrische connectormantels met elkaar te verbinden omvatten een aantal bouten die een aangrenzend paar van de 25 montagestaven doorverbinden.
5. Seismische-wimpelkoppelinrichting volgens conclusie 1, waarin de connectormoeren axiaal verlopende, uitwendige schroef-draaddelen hebben, en waarin de buitenmantel een paar gescheiden, inwendige schroefdraaddelen heeft die via de schroefdraad in de 30 schroefdraaddelen van de connectormoeren aangrijpen.
6. Seismische wimpel voorzien van: een paar axiaal gescheiden, buisvormige buitenbekledingen; tenminste een axiaal verlopend belastingsorgaan 35 binnen elke buitenbekleding; een aantal axiaal verlopende, electrische geleiders binnen elke buitenbekleding; een paar axiaal gescheiden, in het algemeen cilindrische connectormantels, die elk aan een einde afdichtend verbon- 8420249 to den zijn met de buitenbekledingen, die elk een radiaal naar buiten stekende schouder hebben die naar het ene einde gericht is, en die elk een axiale boring daardoor hebben; een paar in het algemeen cilindrische belastings-5 orgaan eindblokken, die elk binnen de boring van één van de connector-mantels gemonteerd en axiaal onbeweegbaar naar het ene einde zijn, die elk verbonden zijn met tenminste een belastingsorgaan, en die elk een axiaal verlopende boring hebben voor de doorgang van de electrische geleiders daardoor; 10 een paar tussen de connectormantels gemonteerde, halfcilindrische electrische connectormantels, die elk verbonden zijn met het andere einde van één van de connectormantels, en aan elke waarvan samenwerkende electrische connectormiddelen zijn gemonteerd om een electrische verbinding tussen het aantal electrische geleiders 15 teweeg te brengen; middelen om de electrische connectormantels met elkaar te verbinden voor samenwerking met de electrische connectormiddelen; een paar in het algemeen cilindrische connector-20 moeren, die rond één van de connectormantels zijn gemonteerd en die elk een radiaal naar binnen stekende schouder hebben in aanligging met de radiaal naar buiten stekende schouder van de connectormantel; een cilindrische buitenmantel die rond de electrische connectormantels is gemonteerd en die tussen de connectormoeren is 25 verbonden om de connectormoerschouders tegen de connectormantel-schouders te houden; en middelen voor afdichting tussen de buitenmantel en de connetormantels.
7. Seismische wimpel volgens conclusie 6 voorzien 30 van: een paar in het algemeen electrische-geleider pakkingdozen, die elk binnen één van de belastingsorgaan einddozen zijn gemonteerd en die elk een axiale boring hebben voor de doorgang van de electrische geleiders daardoor; 35 middelen om de electrische geleiders binnen de borin gen van de electrische-geleider pakkingdozen op te nemen; en middelen om een afdichting tussen elke electrische-geleider pakkingdoos en de daarbij behorende connectormantel te vormen. 8420249 J -. '
8. Seismische wimpel volgens conclusie 6, waarin elke electrische connectormantel omvat een halfcilindrisch lichaamsdeel met een montageflens aan een einde daarvan voor verbinding met één van de connectormantels, en een paar axiaal verlopende, gescheiden montage- 5 staven die verbonden zijn met het lichaamsdeel waarin de samenwerkende electrische geleiders aan de montagestaven zijn gemonteerd.
9. Seismische wimpel volgens conclusie 8, waarin de middelen om de electrische connectormantels met elkaar te verbinden omvatten een aantal houten die aangrenzende paren van de montagestaven 10 doorverbinden.
10. Seismische wimpel volgens conclusie 6, waarin de connectormoeren axiaal verlopende, uitwendige schroefdraaddelen hebben en de buitenmantel een paar gescheiden, inwendige schroefdraaddelen heeft, die via de schroefdraad de schroefdraaddelen van de connector- 15 moeren kunnen aangrijpen. 4rk1ck 8420249
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US06/530,979 US4530075A (en) | 1983-09-09 | 1983-09-09 | Marine seismic streamer coupler |
US53097983 | 1983-09-09 | ||
PCT/US1984/001439 WO1985001405A1 (en) | 1983-09-09 | 1984-09-06 | Marine seismic streamer coupler |
US8401439 | 1984-09-06 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8420249A true NL8420249A (nl) | 1985-08-01 |
Family
ID=24115766
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8420249A NL8420249A (nl) | 1983-09-09 | 1984-09-06 | Koppelinrichting voor seismische zeewimpel. |
Country Status (10)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4530075A (nl) |
JP (1) | JPS60501476A (nl) |
AU (1) | AU562871B2 (nl) |
DE (1) | DE3490422T1 (nl) |
FR (1) | FR2551879B1 (nl) |
GB (1) | GB2157829B (nl) |
IT (1) | IT1176695B (nl) |
NL (1) | NL8420249A (nl) |
NO (1) | NO851808L (nl) |
WO (1) | WO1985001405A1 (nl) |
Families Citing this family (13)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4711194A (en) * | 1982-11-24 | 1987-12-08 | The Laitram Corporation | Streamer interface adapter cable mounted leveler |
US4901287A (en) * | 1988-03-28 | 1990-02-13 | Allied-Signal Inc. | Underwater sonar array |
US5388874A (en) * | 1993-05-11 | 1995-02-14 | Barrier; M. M. | Quick connect/disconnect latch screw coupling |
BR9812348A (pt) * | 1997-09-19 | 2000-09-19 | Schlumberger Holdings | "método para executar uma pesquisa sìsmica marìtima com uma série de fitas sìsmicas, série de fitas sìsmicas e dispositivo conector de fita sìsmica e cabo de entrada" |
GB2339753B (en) * | 1997-09-19 | 2000-03-22 | Geco As | Connector devices for use in marine seismic surveying |
US6278823B1 (en) * | 1999-03-09 | 2001-08-21 | Litton Systems, Inc. | Sensor array cable and fabrication method |
US6716063B1 (en) | 2000-02-28 | 2004-04-06 | Pgs Exploration (Us), Inc. | Electrical cable insert |
US6464260B2 (en) | 2001-01-26 | 2002-10-15 | M. M. Buddy Barrier | Latch screw coupling and method of using same |
US7184365B2 (en) * | 2002-12-26 | 2007-02-27 | Pgs Americas, Inc. | Unitary multi-cable towing system |
US10067251B2 (en) | 2015-06-29 | 2018-09-04 | Pgs Geophysical As | Stress member connector |
DK201870617A1 (en) * | 2016-02-26 | 2018-12-07 | Ion Geophysical Corporation | VARIABLE BUOYANCY CONTROL AND RECOVERY SYSTEM FOR SEISMIC DATA ACQUISITION |
GB2566377B (en) * | 2016-05-04 | 2022-05-25 | Janle Tristan | Underwater electrical cable assembly and modular electrical cable system |
US11070043B1 (en) * | 2019-07-23 | 2021-07-20 | Power Feed Thru Systems And Connectors Llc | Cable splice sleeve assemblies |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3812455A (en) * | 1973-01-16 | 1974-05-21 | Whitehall Electronics Corp | Marine seismic streamer connector structure |
DE2719951C2 (de) * | 1977-05-04 | 1984-05-17 | Prakla-Seismos Gmbh, 3000 Hannover | Meßkabel für seeseismische Messungen |
US4260211A (en) * | 1979-08-23 | 1981-04-07 | Western Geophysical Co. Of America | Quick coupler for seismic streamer sections |
US4351036A (en) * | 1979-08-23 | 1982-09-21 | Western Geophysical Co. Of America | Submarine cable connector link |
FR2492538A1 (fr) * | 1980-10-20 | 1982-04-23 | Saint Gaudens Atel Meca | Raccord pour flute sismique avec connecteurs a plat |
US4500980A (en) * | 1981-08-24 | 1985-02-19 | Whitehall Corporation | Seismic streamer connector assembly |
-
1983
- 1983-09-09 US US06/530,979 patent/US4530075A/en not_active Expired - Fee Related
-
1984
- 1984-09-06 AU AU35046/84A patent/AU562871B2/en not_active Ceased
- 1984-09-06 NL NL8420249A patent/NL8420249A/nl unknown
- 1984-09-06 GB GB08510514A patent/GB2157829B/en not_active Expired
- 1984-09-06 WO PCT/US1984/001439 patent/WO1985001405A1/en active Application Filing
- 1984-09-06 JP JP59503785A patent/JPS60501476A/ja active Pending
- 1984-09-06 DE DE19843490422 patent/DE3490422T1/de not_active Withdrawn
- 1984-09-10 FR FR8413901A patent/FR2551879B1/fr not_active Expired
- 1984-09-10 IT IT22593/84A patent/IT1176695B/it active
-
1985
- 1985-05-07 NO NO851808A patent/NO851808L/no unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
AU3504684A (en) | 1985-04-11 |
IT8422593A0 (it) | 1984-09-10 |
NO851808L (no) | 1985-05-07 |
IT1176695B (it) | 1987-08-18 |
JPS60501476A (ja) | 1985-09-05 |
DE3490422T1 (de) | 1985-09-05 |
GB2157829B (en) | 1986-10-01 |
GB2157829A (en) | 1985-10-30 |
AU562871B2 (en) | 1987-06-18 |
FR2551879B1 (fr) | 1988-11-10 |
US4530075A (en) | 1985-07-16 |
FR2551879A1 (fr) | 1985-03-15 |
WO1985001405A1 (en) | 1985-03-28 |
GB8510514D0 (en) | 1985-05-30 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8420249A (nl) | Koppelinrichting voor seismische zeewimpel. | |
JP6058670B2 (ja) | 電気−光イーサネット伝送システム用の海底電気−光コネクタ・ユニット | |
US3783434A (en) | Shielded cable coupler | |
GB2270099A (en) | Modular downhole inspection system for coiled tubing | |
US4757157A (en) | Housing for an undersea repeater | |
NO314917B1 (no) | Elektrisk undervanns-koplingsstykke | |
SE456539B (sv) | Kopplingsenhet for marin seismisk avlyssningskabel | |
GB2157097A (en) | Cable connector for downhole drilling and logging operations | |
GB2275953A (en) | Downhole logging tool | |
US5692918A (en) | Two-piece universal cable-connector adapter | |
CN110632724A (zh) | 一种动静态海底光缆接头盒 | |
CA2812701A1 (en) | Electrical terminal housing for a submersible pump | |
US4073559A (en) | Electrical connector for submersible oil well pump cables | |
US4526430A (en) | Marine seismic cable connector | |
GB2060278A (en) | Gland for metal sheathed cable | |
US20220050249A1 (en) | Two-part and terminal connectors with conductor management device for use in hazardous environments | |
SE462455B (sv) | Submarin kabellinje foer optiska fibertelekommunikationer | |
GB1295490A (nl) | ||
GB2124038A (en) | Improvements in sealed connections and cable terminations for underwater insulated conductors | |
US5104340A (en) | Corrosion resistant electrical connector | |
EP0493796A1 (en) | Fibre optic splice box | |
US3914014A (en) | Connector assembly for a bottom-drag seismic cable | |
CA1235786A (en) | Marine seismic streamer coupler | |
GB1594183A (en) | Underwater electrical connector | |
CA2453708A1 (en) | Apparatus for and method of protecting the safe side wiring of a protective barrier against transferring fault energy into a potentially explosive environment |