NL8420214A - Vloeistofafscheidingsinrichting. - Google Patents

Vloeistofafscheidingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8420214A
NL8420214A NL8420214A NL8420214A NL8420214A NL 8420214 A NL8420214 A NL 8420214A NL 8420214 A NL8420214 A NL 8420214A NL 8420214 A NL8420214 A NL 8420214A NL 8420214 A NL8420214 A NL 8420214A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
housing
separator
separating device
inlet
cyclone
Prior art date
Application number
NL8420214A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Carroll Noel
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Carroll Noel filed Critical Carroll Noel
Publication of NL8420214A publication Critical patent/NL8420214A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B04CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
    • B04CAPPARATUS USING FREE VORTEX FLOW, e.g. CYCLONES
    • B04C5/00Apparatus in which the axial direction of the vortex is reversed
    • B04C5/24Multiple arrangement thereof
    • B04C5/26Multiple arrangement thereof for series flow
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D17/00Separation of liquids, not provided for elsewhere, e.g. by thermal diffusion
    • B01D17/02Separation of non-miscible liquids
    • B01D17/0217Separation of non-miscible liquids by centrifugal force
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B04CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
    • B04CAPPARATUS USING FREE VORTEX FLOW, e.g. CYCLONES
    • B04C5/00Apparatus in which the axial direction of the vortex is reversed
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B04CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
    • B04CAPPARATUS USING FREE VORTEX FLOW, e.g. CYCLONES
    • B04C5/00Apparatus in which the axial direction of the vortex is reversed
    • B04C5/02Construction of inlets by which the vortex flow is generated, e.g. tangential admission, the fluid flow being forced to follow a downward path by spirally wound bulkheads, or with slightly downwardly-directed tangential admission
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B04CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
    • B04CAPPARATUS USING FREE VORTEX FLOW, e.g. CYCLONES
    • B04C5/00Apparatus in which the axial direction of the vortex is reversed
    • B04C5/24Multiple arrangement thereof
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B04CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
    • B04CAPPARATUS USING FREE VORTEX FLOW, e.g. CYCLONES
    • B04C9/00Combinations with other devices, e.g. fans, expansion chambers, diffusors, water locks

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Cyclones (AREA)
  • Treatment Of Liquids With Adsorbents In General (AREA)
  • Treatment Of Sludge (AREA)

Description

'84 2 0 214
I »· V. i J. IU
V.o. 7135 j.................'·"*—·-
Vloeistof afscheidingsinrichting. J ^ I
,v.. .,.. J
' .....
Deze uitvinding heeft betrekking op vloeistofafscheidingsinrich- tingen.
Een vloeistofafscheidingsinrichting waarbij gebruik wordt gemaakt van een cycloonafscheider is bekend uit bijvoorbeeld, het Ameri-5 kaanse octrooischrift nr. 4,237,006 en de Internationale octrooiaanvrage nr. PCT/AUS3/00028.
Aan de ene kant bestaat er bij inrichtingen van het hierboven beschreven type een moeilijkheid doordat talrijke onderlinge verbindingen noodzakelijk zijn naar de cycloonafscheider, in het bijzonder maar niet 10 uitsluitend ingeval verscheidene cycloonafscheiders worden gecombineerd in een groep. Bovendien kan, in gevallen dat de cycloonafscheider aan grote slijtage is onderworpen bijvoorbeeld als gevolg van de aard van het vloeistofmengsel dat moet worden afgescheiden of als gevolg van de stroming soms tandigheden in de cycloonafscheider, betrekkelijk frequente ver-15 vanging van de afscheider vereist zijn. Normaal is het echter noodzakelijk de afscheider met een aanzienlijke wanddikte uit te voeren, teneinde de afscheider sterk genoeg te maken om weerstand te kunnen bieden aan de drukkrachten die daarop tijdens bedrijf worden uitgeoefend en dit kan de oorzaak zijn dat er aanzienlijke kosten moeten worden gemaakt wanneer 20 de afscheider moet worden vervangen.
Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een vloeistof-afscheidingsinrichting die het mogelijk maakt, ten minste voor een deel, verbetering aan te brengen wat betreft één of beide van de hierboven genoemde problemen.
25 In één aspekt verschaft de uitvinding een vloeistofafscheidings inrichting omvattende een cycloonafscheider die is voorzien van een inlaat en van een uitlaat aan zowel stroomopwaartse - als stroomafwaartse zijde, waarbij de cycloonafscheider is gemonteerd in een huis zodat de inlaat van de cycloonafscheider in open verbinding staat met het inwen-30 dige van het huis.
In een meer speciale uitvoering verschaft de uitvinding een vloeistof af scheidingsinrichting omvattende een cycloonafscheider die geschikt is voor het afscheiden van een vloeistofmengsel in componenten daarvan en die is gemonteerd in een in wezen gesloten huis, terwijl de cycloon-35 afscheider is voorzien van ten minste één aanvoerinlaat, een bovenstroom-uitlaat en een onderstroomuitlaat en waarbij de inlaat naar de cycloon- 8420214 -2- afscheider in open verbinding staat met een kamer die is gevormd in het huis, terwijl het huis is uitgevoerd met een inlaat voor het aanvoeren van het vloei stof mengsel zodat dit door de kamer naar de aanvoerinlaat van de cycloonafscheider kan stromen, waarbij de uitlaten in open ver-5 binding staan met de buitenkant van het huis.
Volgens een ander aspekt verschaft de uitvinding een vloeistofaf-scheidingsinrichting omvattende een aantal cycloonafschelders die zijn aangebracht ter afscheiding van een vloeistofmengsel in twee componenten daarvan en een in wezen gesloten huis waarin het aantal cycloonafschei-10 ders is gemonteerd, waarbij elk van de cycloonafschelders is uitgevoerd met ten minste één aanvoerinlaat, een bovenstroomuitlaat en een onder-stroomuitlaat en waarbij de inlaat naar ten minste één van de cycloonaf scheiders in open verbinding staat met een kamer die wordt gevormd door het inwendige van het huis,terwijlhethuis is voorzien vein inlaat-15 middelen voor het instromen van af te scheiden vloeistof het huis in, waarbij de vloeistofafscheidingsinrichting tevens is uitgevoerd met een eerste en een tweede uitlaatmiddel voor het naar buiten stromen van de respektieve afgescheiden vloeistofcomponenten.
De uitvinding zal thans, alleen bij wijze van voorbeeld, worden 20 beschreven onder verwijzing naar de tekeningen, waarin: fig. 1 een axiale langsdoorsnede is van een vloeistofafscheidingsinrichting die is geconstrueerd volgens de uitvinding; fig. 2 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1; fig. 3 is een axiale langsdoorsnede op grotere schaal van een .
25 deel van één cycloonafscheider die is opgenomen in de afscheidingsin-richting volgens fig. 1, op de plaats waar deze zich uitstrekt door een scheidingswand welke is aangebracht in het huis van de afscheidingsin-richting; en fig. 4 is een axiale langsdoorsnede van een andere vloeistofaf-30 scheidingsinrichting die is geconstrueerd volgens de uitvinding.
De in fig. 1 afgebeelde afscheidingsinrichting 8 omvat een huis 9 dat een drukvat vormt. Het huis 9 is van in het algmeen cilindrische vorm, heeft een cirkelvormige dwarsdoorsnede en omvat een hol cilindrisch buisvormig orgaan 11 dat is voorzien van binnenwaarts omgezette ring-35 vormige flenzen 11a, 11b aan elk einde. Er zijn cirkelvormige eindplaten 13, 15 verschaft, waarbij deze aan respektievelijk de flenzen 11a, 11b 8420214 -3- zijn vastgezet door middel van bouten 17 die zich uitstrekken door in de eindplaten aangebrachte openingen en zijn vastgeschroefd in van . schroefdraad voorziene gaten in de flenzen 11a, 11b. De pliten 13, 15 zijn afdichtend aan de flenzen 11a, 11b verbonden, bijvoorbeeld door 5 middel van de afgebeelde tussengeplaatste afdichtingsringen 19. Er wordt dus binnenin het huis 9 een cilindrische kamer 21 gevormd die aan beide einden gesloten is. Kamer 21 wordt verdeeld in twee axiaal op afstand van elkaar gelegen gedeelten 21a, 21b door een inwendige cirkelvormige wand 33 die zich dwars door de kamer 21 uitstrekt en welke met verwijder-10 baar afdichtingsmiddel aan de omtrek ervan afdichtend is verbonden aan de binnenomtrek van het orgaan 11. Twee cycloonafschelders 10a, 10b zijn in het huis 9 gemonteerd, waarbij deze naast elkaar zijn geplaatst met de assen ervan evenwijdig aan elkaar en evenwijdig aan de langsas van het huis 9. De afschelders kunnen zijn uitgevoerd zoals is beschreven 15 en afgebeeld in het Amerikaanse octrooischrift no. 4237006 of zoals is beschreven en afgebeeld in de Internationale octrooiaanvrage PCT/AU83/ 00028.
De afschelders 10a, 10b zijn elk uitgevoerd met een buitenomhulsel 26 dat een inwendige afscheidingskamer 25 vormt, omvattende een 20 eerste, tweede, derde en vierde cilindrische gedeelte 12, 14, 16 en 18 zoals is afgebeeld. Deze gedeelten zijn van steeds kleinere diameter en tussen de gedeelten 12 en 14 kan een gedeelte 12a zijn verschaft dat van tapse vorm is. De gedeelten 14, 16 en 18 kunnen ook van tapse vorm zijn en in de in fig. 1 afgebeelde constructie zijn de gedeelten 14 en 25 18 zodanig uitgevoerd. De afscheidingskamer 25 is voorzien van tangenti- ale aanvoerinlaten 20, 22 welke in open verbinding staan met het gedeelte 12 daarvan. Zoals is afgebeeld zijn deze inlaten uitgevoerd in de vorm van openingen die zich uitstrekken door een relatief dikker wand-gedeelte van het huis 26 ter plaatse van het gedeelte 12, waardoor de 30 inlaten een lengte hebben die voldoende is ter verzekering van een juiste werking van de afscheiders. Er . is een bovenstroomuitlaatbuis 34 verschaft die zich axiaal vanaf gedeelte 12 van kamer 25 uitstrekt en deze is aan het binneneinde voorzien van een opening 32 welke in open verbinding staat met het gedeelte 12 en aan het buiteneinde van een bovenetrco;· 35 stroomuitlaat 34b. Elke afscheider is uitgevoerd met een onderstroomuit-. laat 23. Ingeval van de afscheider 10a is het gedeelte 18 van de af- 8420214 -4- scheider van afgeknot-kegelvormige gedaante en eindigt het in de uitlaat 23. Ingeval van de afscheider 10b is er een gedeelte 18a van gedeelte 18 afgeknot-kegelvormig uitgevoerd en dit leidt naar een gedeelte 18b van cilindrische vorm dat op zijn beurt naar de bovenstroomuitlaat 23 van die 5 afscheider loopt.
Afscheider 10a is zodanig in huis 9 gemonteerd dat het gedeelte 12 van de afscheidingskamer 25 zich aan het ene einde van het huis bevindt terwijl de bovenstroomuitlaatbuis 34 zich uitstrekt door een opening in de plaat 13 zodat deze uitmondt aan de buitenzijde van het huis 10 9. Waar de buis 34 door de wand 13 reikt is de buis 34 rond de omtrek ten opzichte van de opening in de wand waar de buis doorheen reikt afgedicht, bijvoorbeeld doordat de buis 34a is voorzien van een buitenflens 34a welke is vastgeschroefd door middel van de afgeheelde bouten 40 die zich uitstrekken door in de plaat 13 aangebrachte openingen en zijn vast-15 gezet in van schroefdraad voorziene openingen in de flens 34a. Een doelmatig afdichtingselement zoals de ringvormige afdichtingsstrook 42 die is afgebeeld kan worden aangebracht tussen de flens 34 en de plaat 13.
De afscheider 10a strekt zich, in een richting van plaat 13 vandaan, uit door een opening 33a in de scheidingswand 33 en vandaar verder 20 naar een plaats nabij plaat 15. De inlaten 20, 22 van de afscheider 10a zijn gelegen in kamergedeelte 21a, terwijl de onderstroomuitlaat 23 in open verbinding staat met het kamergedeelte 21b. Op de plaats waar de afscheider 10a door de opening 33a loopt, is de omtrek van de afscheider afgedicht ten opzichte van de omtrek van de opening 33a.
25 De afscheider 10b is zodanig gemonteerd dat het afscheidingska- mergedeelte 12 zich nabij plaat 15 bevindt terwijl de uitlaatbuis 34 ervan zich uitstrekt door een opening in de plaat 15 naar de buitenkant van het huis 9. De buis 34 van afscheider 10b is rond de buitenkant ervan afgedicht ten opzichte van de plaat 15 waar die door de in de plaat aange-30 brachte opening heen loopt. Dit kan worden verwezenlijkt door de uitlaatbuis 34 te voorzien van een omtreksflens 34a die aan de plaat 15 is vastgeschroefd door bouten 40 welke zich uitstrekken door in de plaat aangebrachte openingen en zijn vastgezet in van schroefdraad voorzieneopeningen in de flens 34a en door toepassing van een ringvormige afdichtings-35 ring 42 tussen de flens en de plaat.
De afscheider 10b strekt zich, in de richting van plaat 15 vandaan, uit door een opening 33b in de scheidingswand 33 en vandaar verder 8420214 -5- door een opening in de plaat 13. Het gedeelte 19b van de afscheider is dat deel wélke zich uitstrekt door de wand 13 en dit gedeelte draagt een omtreksflens 18c die is vastgeschroefd aan de plaat 13 door bouten 46 die zich uitstrekken door in de plaat 13 aangebrachte openingen en zijn 5 vastgezet in van schroefdraad voorziene openingen in de flens 18c. Een afdichtingsring 48 is aangebracht rond het gedeelte 18b en tussen de plaat 13 en de flens 18c ter afdichting van de buitenkant van de afscheider 10b op de plaats waar deze zich door de plaat 13 heen uitstrekt. De buitenkant van de afscheider is ook afgedicht op de plaats waar deze door 10 de opening 33b loopt.
De inlaten 20, 22 van de afscheider 10b staan in open verbinding met het kamergedeelte 21b terwijl de bovenstroomuitlaatbuis 34 en de onder stroomüitlaat 23 in open verbinding staan met de buitenkant van het huis 9.
15 De afscheiderinrichting 8 is voorzien van een inlaatmiddel in de vorm van een buis 50 welke in open verbinding staat met een inlaatopening 50a in plaat 13 waardoor de buis 50 open verbinding verschaft met het gedeelte 21a van kamer 21.
Wanneer de inrichting in bedrijf is wordt af te scheiden vloei-20 stofmengsel via buis 50 aangevoerd in kamergedeelte 21a en vandaar uit stroomt het kamer 25 van de afscheider 10a in via de inlaten 20, 22. In de afscheider 10a worden de lichtere componenten afgescheiden van de zwaardere componenten en de lichtere componenten stromen naar buiten vanuit de bovenstroomuitlaatbuis 34 van de afscheider 10a en stromen zo 25 naar de buitenkant van het huis 9. De zwaardere componenten bewegen zich in langsrichting door de kamer 25 heen en stromen uit de onderstroomuit-laat 23 van de afscheider 10a. Deze zwaardere componenten stromen dus het kamergedeelte 21b in en vandaar uit de afscheidingskamer 25 van de afscheider 10b in door instroming via de inlaten 20, 22 van de afscheider. 30 Ook hierbij stromen de lichtere componenten van de vloeistof die wordt aangevoerd in de afscheider 10b vanuit de bovenstroomuitlaatbuis 34 van de afscheider 10b naar de buitenkant van het huis 9, terwijl de zwaardere componenten in langsrichting door de afscheidingskamer 25 bewegen en vanuit de onderstroomuitlaat 23 van de afscheider 10b wegstromen naar de 35 buitenkant van het huis 9.
De beschreven constructie heeft het bijzondere voordeel dat de 8420214 -6- noodzaak van het verschaffen van talrijke uitwendige onderlinge verbindingen naar de afscheiders 10a, 10b afzonderlijk wordt vermeden aangezien instroming in de inlaten 20, 22 van elke afscheider rechtstreeks kan plaats hebben vanuit de kamergedeelten 21a en 21b. Bovendien wordt de af-5 dichting van het gehele samenstel vereenvoudigd. Tevens kunnen talrijke inrichtingen 8 gemakkelijk op onderling verbonden wijze worden samengesteld in een twee- of drie-dimensionale rangschikking ter vergroting van de afscheidingscapaciteit.
Het demonteren van het huis 9 ter uitvoering van onderhoudswerk-10 zaamheden aan de afscheiders 10a, 10b kan gemakkelijk worden uitgevoerd door het losnemen en verwijderen van de bouten 17, 40 en/of 46. Aangezien er in de praktijk geen groot drukverschil zal bestaan tussen de kamergedeelten 21a, 21b is het niet noodzakelijk dat grote aandacht wordt besteed aan de afdichting van de openingen 33a, 33b waar doorheen de 15 afscheiders zich uitstrekken. In de praktijk kan de afdichting eenvoudig worden bewerkstelligd door het aanbrengen van doelmatige afdichtingssamen-stellingen die het mogelijk maken dat de afdichting wordt verbroken bij verwijdering van de afscheiders en de wand 33 kan op overeenkomstige wijze worden afgedicht ten opzichte van de binnenomtrek van het orgaan 11.
20 Fig. 3 geeft echter ook een constructie te zien voor de opening 33a welke het mogelijk maakt dat een grotendeels automatisch afdichtende werking wordt bereikt wanneer de afscheider 10a wordt aangebracht in de opening 33a door beweging in de richting naar de plaat 15 toe, dat wil zeggen van links naar rechts gezien in fig. 1. In dit geval is de scheidingswand 25 33 aangebracht op een plaats waar, in gemonteerde toestand, het gedeelte van het omhulsel 26 van de afscheider 10a dat het tapse gedeelte 14 van de kamer 35 daarvan vormt, door de opening 33a heen reikt. De opening 33a is uitgevoerd met een tapsheid die groter is dan de tapsheid van de buitenkant van het omhulsel 26 ter plaatse van gedeelte 14 en een veer-30 krachtige ringvormige afdichtingsring 60 is op een zodanige plaats rond het omhulsel 26 gemonteerd dat bij het aanbrengen van de afscheider 10a door de opening 33a, het element als een wig wordt vastgeklemd tussen de buitenkant van het omhulsel 26 en de omtrek van de opening 33a. Teneinde deze werking te vergemakkelijken kan het element 60 met wigvormige dwars-35 doorsnede zijn uitgevoerd zoals is afgebeeld.
De uitvinding is alleen maar bij wijze van voorbeeld beschreven en er kunnen vele wijzigingen worden aangebracht. Zo zou het bijvoorbeeld 8420214 -7- mogelijk zijn, hoewel de gedeelten 21a, 21b van de kamer 21 zijn afge-beeld zoals deze worden gevormd door een verdeling van de kamer 21 door een enkele scheidingswand 33, de wand 33 te vervangen door twee wanden, waarvan de ene onmiddellijk links van de inlaten 20, 22 van de afscheider 5 10b is aangebracht en de andere onmiddellijk rechts van de inlaten 20, 22 van de afscheider 10a is geplaatst, gezien in fig. 1. Bij deze constructie zouden er in feite drie kamergedeelten aanwezig zijn welke kamer 21 vormen, waarbij de gedeelten 21a, 21b aan de beide axiale uiteinden van het huis 9 zijn gelegen en een centrale kamer daartussen ligt. 10 Deze constructie heeft het voordeel dat er geen vloeistofstroming de centrale kamer in zal plaats hebben, waardoor het gewicht van de afscheider zal worden verminderd wanneer deze in gebruik is, aangezien de hoeveelheid vloeistof die daarin op een gegeven moment aanwezig is kleiner is.
15 Bij de beschreven constructie wordt een cilindrisch huis van cirkel vormige dwarsdoorsnede toegepast, maar het huis zou ook elke andere dwars-doorsnedevorm kunnen hebben.
Hoewel er bij de beschreven afscheidingsinrichting twee afscheiders 10a, 10b aanwezig zijn, kunnen ook meerdere afscheiders worden gemonteerd. 20 Het verdient voorkeur dat ongeveer de helft van de afscheiders wordt gerangschikt met de uitlaatbuizen 34 naar het ene einde van het huis 9 en ongeveer de helft wordt gerangschikt met de uitlaatbuizen 34 ervan aan het andere einde, maar dit is niet van essentieel belang. Alle afscheiders kunnen bijvoorbeeld de uitlaatbuizen ervan aan het ene einde van het huis 25 hebben. Tevens kunnen afscheiders op in langsrichting van het huis 9 op afstand van elkaar gelegen plaatsen worden gemonteerd, in plaats van (of in combinatie met) de toepassing van plaatsing naast elkaar.
Fig. 4 is een afbeelding van een gewijzigde afscheidingsinrichting 8A die kan worden gebruikt met een enkele cycloonafscheider in een huis 9A.
30 De cycloonafscheider is aangegeven met het verwijzingsnummer 10 en de vorm ervan komt in het algemeen overeen met die van de afscheiders 10a, 10b welke hierboven zijn beschreven. Meer in het bijzonder, de afscheider omvat een afscheidingskamer 25 die is voorzien van tangentiale inlaten 20, 22 welke in open verbinding staan met de afscheidingskamer. In dit geval 35 is de afscheidingskamer gevormd van betrekkelijk dun metaalplaat en de inlaten 20, 22 zijn gevormd van metaalplaatbuizen 20a, 22a. Op overeen- 8420214 -8- komstige wijze is de bovenstroomuitlaatbuis 34 gevormd van metaalplaat.
De afscheidingskamer 25 omvat een eerste, tweede, derde en vierde cilindrisch gedeelte 12, 14, 16 en 18 net als de afscheiders 10a en 10b. Aan het onderstroomuitlaateinde is de afscheider 10 voorzien van een uitste-5 kende ringvormige flens 70, terwijl de buis 34 is uitgevoerd met een dergelijke uitstékende flens 72.
De afscheider 10 is gemonteerd in een lang cilindrisch huis 9A dat een drukvat vormt. Huis 9A bestaat uit een cilindrisch buisvormig orgaan 111 dat aan het ene einde is voorzien van een binnenwaarts omge-10 zette flens lila, op welke flens een cirkelvormige eindplaat 113 verwijderbaar en afdichtend is bevestigd. Plaat 113 is voorzien van een opening 113a waar doorheen buis 34 zich uitstrekt, waarbij de flens 72 gelijk ligt tegen het binnenoppervlak van de plaat en afdichtend daaraan is bevestigd. Aan het tegenoverliggende einde van het buisvormig orgaan 111 is 15 een dwarse eindplaat 115 aangebracht welke dit einde van het buisvormig orgaan afsluit. Plaat 115 is voorzien van een opening 115a en het gedeelte 18 van de afscheidingskamer 25 van de afscheider 10 strekt zich uit door deze opening, waarbij de flens 70 afdichtend aansluit tegen en is bevestigd aan het binnenoppervlak van de plaat 115. Plaat 113 is uitge-20 voerd met een opening die leidt naar een inlaatbuis 150. Wanneer de inrichting in bedrijf is functioneert de constructie volgens fig. 4 op een manier welke overeenkomt met die van de inrichting welke is afgebeeld in de figuren 1 tot 3. In het bijzonder, af te scheiden vloeistof wordt in het inwendige van huis 9A aangevoerd via de buis 150 van waaruit die bin-25 nentreedt in de afscheidingskamer 225 van de afscheider 10 via de buizen 20a, 22a, waarbij de component van groter soortelijk gewicht vanuit de afscheidingskamer via gedeelte 18 wegstroomt naar de buitenkant van het huis 9A. De lichtere component stroomt via de bovenstroomuitlaatbuis 34a eveneens uit de afscheider naar buiten.
30 De constructie volgens fig. 4 biedt het bijzondere voordeel dat het huis 9A kan worden vervaardigd van materiaal van aanzienlijke dikte en weerstand tegen slijtage zoals bijvoorbeeld door afschuring. De inwendig aangebrachte afscheider 10 kan worden gemaakt van relatief dun materiaal maar behoeft niet te worden uitgevoerd als een drukvat, aange-35 zien de druk aan weerszijden van de wand van de cycloonafschelder 10 in wezen wordt vereffend tijdens bedrijf. Ingeval het waarschijnlijk is dat 8420214 -9- de afscheider 10 in aanzienlijke mate aan slijtage onderhevig zal zijn, zoals wanneer de af te scheiden vloeistof schurende deeltjes bevat zoals scherp zand en fijn steengruis, kan de afscheider 10 op betrekkelijk goedkope manier worden vervaardigd, waardoor de mogelijkheid wordt ver-5 schaft dat deze gemakkelijk wordt vervangen ingeval dat overmatige slijtage optreedt.
Natuurlijk is het mogelijk om de afscheiders 10a, 10b op dezelfde wijze uit te voeren als de afscheider 10, of de afscheider 10 op dezelfde manier uit te voeren als elk van de afscheiders 10a en 10b.
10 Deze en vele andere wijzigingen kunnen worden aangebracht wat dit betreft zonder af te wijken van de strekking en het kader van de uitvinding zoals die is vastgelegd in de toegevoegde conclusies.
8 4 2 0 2 1 4

Claims (14)

1. Vloeistofafscheidingsinrichting omvattende een cycloonafschelder die is aangebracht ter afscheiding van een vloeistofmengsel in componenten daarvan en welke is gemonteerd in een in wezen gesloten huis, gekenmerkt doordat de cycloonafscheider is voorzien van ten minste één 5 aanvoerinlaat, een bovenstroomuitlaat en een onderstroomuitlaat en waarbij de inlaat naar de cycloonafscheider in open verbinding staat met een kamer die is gevormd in het inwendige van het huis, terwijl het huis is uitgevoerd met een inlaat voor het aanvoeren van het vloeistofmengsel zodat dit door de kamer kan stromen naar de aanvoerinlaat van de cycloon-10 afscheider, waarbij de uitlaten in open verbinding staan met de buitenkant van het huis.
2. Vloeistofafscheidingsinrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het buitenoppervlak van de cycloonafscheider zodanig is aangebracht dat dit in wezen geheel wordt onderworpen aan de druk van het 15 vloeistofmengsel wanneer dit naar het huis wordt aangevoerd.
3. Vloeistofafscheidingsinrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat het huis is geconstrueerd als een drukvat en de cycloonafscheider met dunne wand is uitgevoerd.
4. Vloeistofafscheidingsinrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt 20 doordat de cycloonafscheider kan worden gedemonteerd en verwijderd uit het huis.
5. Vloeistofafscheidingsinrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het huis cilindrisch is met tegenover elkaar gelegen gesloten einden.
6. Vloeistofafscheidingsinrichting volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat de uitlaten in open verbinding staan met de buitenkant van het huis aan de tegenover elkaar gelegen einden van het huis.
7. Vloeistofafscheidingsinrichting omvattende een aantal cycloonaf- scheiders welke zijn aangebracht ter afscheiding van een vloeistofmeng-30 sel in twee componenten daarvan, en een in wezen gesloten huis waarin het aantal cycloonafscheiders is gemonteerd, gekenmerkt doordat elk van de cycloonafscheiders is voorzien van ten minste één aanvoerinlaat, een bovenstroomuitlaat en een onderstroomuitlaat en waarbij de inlaat naar ten minste één van de cycloonafscheiders in open verbinding staat met 8420214 -11- een kamer die wordt gevormd door het inwendige van het huis, terwijl het huis is uitgevoerd met inlaatmiddelen voor het instromen van af te scheiden vloeistof het huis in, waarbij de vloeistofafscheidingsinrichting is voorzien van eerste en tweede uitlaatmiddelen voor het naar buiten 5 stromen van de respektieve afgescheiden vloeistofcomponenten.
8. Vloeistofafscheidingsinrichting volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat de bovenstroomuitlaten van de cycloonafscheiders in open verbinding staan met de buitenkant van het huis en de eerste uitlaatmiddelen vormen, en dat de onderstroomuitlaat van de ene afscheider in open ver- 10 binding staat met de buitenkant van het huis en de tweede uitlaatmidde-ken vormt.
9. Vloeistofafscheidingsinrichting volgens conclusie 8, gekenmerkt doordat de kamer is verdeeld in ten minste twee gedeelten, waarbij de inlaatmiddelen een inlaat verschaffen naar een eerste gedeelte daarvan 15 en de aanvoerinlaat van de eerste van die cycloonafscheiders in open verbinding staat met het eerste gedeelte, waarbij de onderstroomuitlaat van de eerste cycloonafscheider,in open verbinding staat met het tweede kamergedeelte en de inlaat van de ene cycloonafscheider in open verbinding staat met het tweede kamergedeelte.
10. Vloeistofafscheidingsinrichting volgens conclusie 9, gekenmerkt doordat het huis in het algemeen cilindrisch is en dat de cycloonafscheiders zich axiaal en naast elkaar in de langsrichting van het huis uitstrekken.
11. Vloeistofafscheidingsinrichting volgens conclusie 10, gekenmerkt 25 doordat de bovenstroomuitlaten van de eerste en die ene cycloonafscheider in open verbinding staan met de buitenkant van het huis aan respektieve tegenover elkaar gelegen einden van het huis en dat de onderstroomuitlaat van de ene cycloonafscheider in open verbinding staat met het einde van het huis waar de bovenstroomuitlaat van de eerste cycloonaf- 30 scheider uitmondt.
12. Vloeistofafscheidingsinrichting volgens elk van1de conclusies 7 tot 11, gekenmerkt doordat de scheiding wordt bewerkstelligd door één of meer wanden die zich dwars in het huis uitstrekken en waar de cycloonafscheiders doorheen reiken.
13. Vloeistofafscheidingsinrichting volgens elk van de conclusies 7 8 4 2 0 2 1 4 -12- 0- tot 12, gekenmerkt doordat het huis is geconstrueerd als een drukvat en waarbij de cycloonafscheiderskunnen worden gedemonteerd en verwijderd uit het huis.
14. Vloeistofafscheidingsinrichting omvattende een cycloonafscheider 5 die is voorzien van een inlaat en een stroomopwaartse- en een stroomafwaartse uitlaat, gekenmerkt doordat de cycloonafscheider is gemonteerd in een huis, waarbij de inlaat van de cycloonafscheider in open verbinding staat met het inwendige van het huis. 8420214
NL8420214A 1983-08-11 1984-08-10 Vloeistofafscheidingsinrichting. NL8420214A (nl)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AUPG078083 1983-08-11
AUPG078083 1983-08-11
AUPG488884 1984-05-08
AUPG488884 1984-05-08
PCT/AU1984/000156 WO1985000759A1 (en) 1983-08-11 1984-08-10 Liquid separator apparatus
AU8400156 1984-08-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8420214A true NL8420214A (nl) 1985-07-01

Family

ID=25642687

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8420214A NL8420214A (nl) 1983-08-11 1984-08-10 Vloeistofafscheidingsinrichting.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4673495A (nl)
EP (1) EP0152438B1 (nl)
AU (1) AU575070B2 (nl)
BR (1) BR8407010A (nl)
DE (1) DE3480645D1 (nl)
DK (1) DK163485A (nl)
GB (1) GB2154910B (nl)
HU (1) HUT37075A (nl)
NL (1) NL8420214A (nl)
NO (1) NO851283L (nl)
WO (1) WO1985000759A1 (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1989011339A1 (en) * 1988-05-20 1989-11-30 Conoco Specialty Products Inc. Cyclone separator apparatus
US5492622A (en) * 1990-09-28 1996-02-20 Broussard; Paul C. Water clarification apparatus
US5158678A (en) * 1990-09-28 1992-10-27 Broussard Paul C Sr Water clarification method and apparatus
JPH06506866A (ja) * 1991-05-02 1994-08-04 コノコ スペシャルティ プロダクツ インコーポレイティド 油漏れ洗浄用ハイドロサイクロン
US5209765A (en) * 1991-05-08 1993-05-11 Atlantic Richfield Company Centrifugal separator systems for multi-phase fluids
US5194150A (en) * 1991-08-01 1993-03-16 Conoco Specialty Products Inc. Three chamber vessel for hydrocyclone separator
US5336410A (en) * 1991-08-01 1994-08-09 Conoco Specialty Products Inc. Three chamber vessel for hydrocyclone separator
GB9424678D0 (en) * 1994-12-07 1995-02-01 Mozley Ltd Richard Apparatus for reducing the pressure in a liquid stream
US5667686A (en) * 1995-10-24 1997-09-16 United States Filter Corporation Hydrocyclone for liquid - liquid separation and method
GB2308995B (en) * 1996-01-12 1999-08-25 Vortoil Separation Systems Ltd Downhole separation apparatus
US6080312A (en) * 1996-03-11 2000-06-27 Baker Hughes Limited Downhole cyclonic separator assembly
US6129217A (en) * 1996-03-29 2000-10-10 Corn Products International, Inc. Hydrocyclone and separator assemblies utilizing hydrocyclones
GB9614257D0 (en) * 1996-07-06 1996-09-04 Kvaerner Process Systems As A pressure vessel for a cyclone
US5980639A (en) * 1998-06-30 1999-11-09 Richard Mozley Limited Hydrocyclones and associated separator assemblies
US6607572B2 (en) * 2001-02-24 2003-08-19 Dyson Limited Cyclonic separating apparatus
US6582600B1 (en) * 2002-01-31 2003-06-24 Natural Resources Canada Two-stage hydrocyclone system
US6800208B2 (en) * 2003-01-10 2004-10-05 United States Filter Corporation Hydrocyclone bundle
US20070262033A1 (en) * 2006-05-15 2007-11-15 Petreco International Inc. Method and apparatus to enhance separation performance of a lean and low mean size dispersed phase from a continuous phase
US20110042304A1 (en) * 2006-05-15 2011-02-24 Cameron International Corporation Method And Apparatus To Enhance Separation Performance Of A Lean And Low Mean Size Dispersed Phase From A Continuous Phase
GB2457012B (en) * 2008-01-22 2012-09-12 Caltec Ltd Separation system and method
EP2263768A1 (en) * 2009-06-17 2010-12-22 M-I Epcon As A separator tank for separating oil and gas from water
JP4881977B2 (ja) * 2009-07-24 2012-02-22 ヤマホ工業株式会社 インラインストレーナ

Family Cites Families (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2670056A (en) * 1950-06-12 1954-02-23 Jay A Rossiter Multiple unit gas-oil separator and gas cleaner
DE905446C (de) * 1951-05-27 1954-03-01 Kastrup K G Vorm Paul Pollrich Fliehkraft-Staubabscheider
US3261467A (en) * 1960-09-22 1966-07-19 Wikdahl Nils Anders Lennart Multiple cyclone assembly
DE1442388A1 (de) * 1962-11-14 1968-10-31 Dorr Oliver Inc Mehrfachhydrozyklonanlage
SE361268B (nl) * 1972-03-16 1973-10-29 K Robinson
CH511639A (fr) * 1969-07-09 1971-08-31 Battelle Development Corp Dispositif à cyclones pour séparer une suspension en au moins deux fractions de pondérabilités différentes
AU466488B2 (nl) * 1970-06-08 1974-01-03
CA941753A (en) * 1970-09-28 1974-02-12 Elast-O-Cor Products And Engineering Limited Hydrocyclones
SU426703A1 (ru) * 1972-01-15 1974-05-05 А. И. Зильберман Батарейный гидроциклон
US3959123A (en) * 1972-10-04 1976-05-25 Nils Anders Lennart Wikdahl Hydrocyclone separator unit with downflow distribution of fluid to be fractionated and process
US3940331A (en) * 1974-11-01 1976-02-24 Rastatter Edward L Vortical cyclone cluster apparatus
US4155839A (en) * 1977-11-28 1979-05-22 The Black Clawson Company Reverse centrifugal cleaning of paper making stock
SE411104B (sv) * 1978-02-22 1979-12-03 Celleco Ab Dubbelmantlad hydrocyklonseparator med leckage indikerande organ
GB1583742A (en) * 1978-05-31 1981-02-04 Nat Res Dev Cyclone separator
SE412706B (sv) * 1978-11-16 1980-03-17 Celleco Ab Forfarande vid uppdelning av material blandningar, innehallande notande partiklar for att kompensera slitage
CH627946A5 (en) * 1979-04-23 1982-02-15 Charles Doucet Microseparator for suspension of solid particles in a fluid phase
US4464264A (en) * 1982-03-04 1984-08-07 Noel Carroll Cyclone separator
GB2128506A (en) * 1982-03-23 1984-05-02 Andresen J H Titech Cyclon purification plant
CA1206441A (en) * 1982-11-15 1986-06-24 Jacek J. Macierewicz Processing apparatus incorporating cup-shaped pressure seal
JPS59169554A (ja) * 1983-03-17 1984-09-25 Oishi Eng:Kk 液体サイクロン装置

Also Published As

Publication number Publication date
DK163485D0 (da) 1985-04-11
AU3311984A (en) 1985-03-12
BR8407010A (pt) 1985-07-02
EP0152438A1 (en) 1985-08-28
WO1985000759A1 (en) 1985-02-28
GB2154910A (en) 1985-09-18
EP0152438A4 (en) 1988-03-23
GB2154910B (en) 1987-04-08
EP0152438B1 (en) 1989-12-06
NO851283L (no) 1985-03-29
US4673495A (en) 1987-06-16
AU575070B2 (en) 1988-07-21
HUT37075A (en) 1985-11-28
DE3480645D1 (de) 1990-01-11
GB8509190D0 (en) 1985-05-15
DK163485A (da) 1985-04-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8420214A (nl) Vloeistofafscheidingsinrichting.
US1697202A (en) Rotary pump for handling solids in suspension
US2671560A (en) Multiple hydrocyclones
US2184598A (en) G jahn
SU1716958A3 (ru) Центробежный сепаратор
US3888644A (en) Filter-separator apparatus
US3481474A (en) Centrifugal fluid strainer
US3861532A (en) Vortex separator
US10293348B2 (en) Centrifugal scroll screen apparatus
JPS6318447Y2 (nl)
EP0199495A2 (en) Liquid cyclone or centrifugal cleaner
US1880185A (en) Method and means fob removing sand and the like from fluids
FI73760C (fi) Separator foer separation av en blandning av en cellulosamassasuspension och grova, tunga partiklar.
NO174901B (no) Anordning for siling av cellulosemasse
US2433774A (en) Centrifugal separator
US2668620A (en) Multiple hydrocyclone
EP0377014A1 (en) Cyclone separator apparatus
US2512253A (en) Centrifugal separator
DE570855C (de) Schleuderabscheider zur Abscheidung fester oder fluessiger Bestandteile aus Gasen aller Art
JPH01168392A (ja) ターボ空気分離機
US3446354A (en) Method for fractionating a suspension of solid particles
US2557064A (en) Fluid filter
SE458262B (sv) Centrifug foer klarning och separation av suspensioner
US1524871A (en) Grinding mill
JPS60501994A (ja) 液体分離装置