NL8403851A - Elektromagneet met verminderd lawaainiveau. - Google Patents

Elektromagneet met verminderd lawaainiveau. Download PDF

Info

Publication number
NL8403851A
NL8403851A NL8403851A NL8403851A NL8403851A NL 8403851 A NL8403851 A NL 8403851A NL 8403851 A NL8403851 A NL 8403851A NL 8403851 A NL8403851 A NL 8403851A NL 8403851 A NL8403851 A NL 8403851A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
armature
electromagnet
magnitude
core portion
flux
Prior art date
Application number
NL8403851A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Johnson Service Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Johnson Service Co filed Critical Johnson Service Co
Publication of NL8403851A publication Critical patent/NL8403851A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01FMAGNETS; INDUCTANCES; TRANSFORMERS; SELECTION OF MATERIALS FOR THEIR MAGNETIC PROPERTIES
    • H01F7/00Magnets
    • H01F7/06Electromagnets; Actuators including electromagnets
    • H01F7/08Electromagnets; Actuators including electromagnets with armatures
    • H01F7/16Rectilinearly-movable armatures
    • H01F7/1607Armatures entering the winding
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01FMAGNETS; INDUCTANCES; TRANSFORMERS; SELECTION OF MATERIALS FOR THEIR MAGNETIC PROPERTIES
    • H01F7/00Magnets
    • H01F7/06Electromagnets; Actuators including electromagnets
    • H01F7/08Electromagnets; Actuators including electromagnets with armatures
    • H01F7/13Electromagnets; Actuators including electromagnets with armatures characterised by pulling-force characteristics

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Magnetically Actuated Valves (AREA)
  • Electromagnets (AREA)

Description

i s
Elektromagneet met verminderd lawaainiveau.
Deze uitvinding heeft betrekking in het algemeen op elektromagnetische spoelen en in het bijzonder op een elektromagneet met een kerngedeelte met een lengte, korter gekozen dan de werkzame fluxbaan van het magneetstelsel waardoor een 5 elektromagneet verkregen wordt met aanzienlijk verminderd la waainiveau.
Een van de problemen gepaard gaande met het ontwerp en de constructie van conventionele elektromagneten van ofwel het wisselstroomtype ofwel het gelijkstroomtype is dat 10 zij herhaaldelijk ongewenst lawaai vertonen' na en tijdens het bedienen. Zulk lawaai komt voornamelijk van twee bronnen, waarvan met name één de grote stootkracht is van metalen delen op elkaar die het resultaat is van de grote aantrekkingskracht uitgeoefend door de elektromagneet op het beweegbare anker. Ken-15 merkend heeft deze aantrekkingskracht de neiging exponentieel toe te nemen tot het punt waar het anker geheel geplaatst is in zijn aangetrokken of aangedreven positie. In wisselstroom-magneten is een andere bron van lawaai het effect van mechanische trillingen wanneer het toegevoerde wisselspanningssignaal 20 de 0 volt-as voorbij gaat met een snelheid die twee keer zo groot is als de netfrequentie. Dit wordt gewoonlijk brom genoemd en kan erg onaangenaam zijn, afhankelijk van de grootte van de elektromagneet, van zijn constructiebijzonderheden en van de nabijheid van de elektromagneet ten opzichte van het mense-25 lijk gehoor.
Een benadering voor het ontwerp van een elektromagneet met verminderd lawaainiveau is getoond en beschreven in het Amerikaanse octrooi no. 3 860 894 waarin gebogen . taps lopende organen, gevormd uit een magnetisch materiaal, 30 geplaatst zijn in de doorgang, waardoorheen het anker beweegt, en op een plaats nabij het einde van de doorlopen weg die het anker tracht te gaan na bekrachtiging van de spoel.
Nog een andere benadering van het verminderen 8403851 ¢- % - 2 - van lawaai in een elektromagneet is getoond en beschreven in het Amerikaanse octrooi no. 4 177 440. In de hierin vermelde elektromagneet zijn zowel de ankerkem als zijn magnetische stoel uitgevoerd in conisch aaneensluitende vormen en is een 5 niet-magnetische, anti-frictiemateriaalring geplaatst rond de conische plaatsingsholte om de stoot van het anker op te vangen.
Nog een andere benadering van het verminderen van lawaai in wisselstroommagneten is het voorzien van een dem-pingsspoel binnenin de elektromagnetische structuur. Deze spoel 10 werkt als een secundaire transformatorspoel met een enkele kortgesloten winding waardoor daarin een magnetische kracht kan worden geïnduceerd die ongeveer 90° uit fase is met de netspanning die toegevoerd is aan de wisselstroommagneet. Daardoor wordt vermindering van brom tot stand gebracht. Zulke dempings-15 spoelen kunnen gecombineerd worden met kussentjes van buigzaam materiaal, geplaatst binnenin de elektromagneetstructuur voor schokopvang- en lawaaiverminderingsdoeleinden. Een voorbeeld van een ontwerp van dit type is getoond en beschreven in het Amerikaanse octrooi no. 2 888 233.
20 Terwijl deze elektromagneetontwerpen tot nu toe bevredigend zijn geweest, hebben zij de neiging gekenmerkt te zijn door zekere nadelen. In het bijzonder zijn zij geconstrueerd op een. manier, zodat het magneetstelsel een aantrekkingskracht uitoefent met betrekking tot het anker, die expo-25 nentieel toeneemt vanaf het tijdstip waarop de bediening van de elektromagneet aanvangt, waarbij een maximum bereikt wordt wanneer het anker in zijn eindpositie aankomt. Typerend is de maximum aantrekkingskracht verscheidene malen groter dan de aantrekkingskracht in het begin en bijgevolg veel groter is dan 30 die welke vereist is om het effect van de zwaartekracht en enige veerkracht te overtreffen. Het produceren van ongewenst lawaai en al te veel bekleding op mechanische gedeelten van de elektromagneet zijn daarvan het resultaat. Nog een ander nadeel is dat buigzame, schokopvangende materialen, die geplaatst zijn binnen-35 in de elektromagneet , de neiging hebben om uit elkaar te vallen 8403851 - 3 - ? % bij langdurig herhaald gebruik van de spoel en dat stukken daarvan kunnen blijven zitten tussen, het beweegbare anker en zijn doorvoerkanaal, waardoor een verkeerde werking veroorzaakt wordt. Een elektromagneet die.geconstrueerd en ingericht is om 5 te voorzien in een aantrekkingskracht die in het algemeen lineair toeneemt met de slagiengte van het anker en die naar keuze geschikt gemaakt kan worden voor het.voorzien in buigzame schokopvangende organen op een plaats buiten het magneetstelsel zou een duidelijke vooruitgang in de techniek zijn.
10 In het algemeen omvat een elektromagneet met verminderd lawaainiveau een ankerstelsel dat beweegbaar is over een slagiengte ten opzichte van een magneetstelsel. Het ankerstelsel omvat een kerngedeelte gemaakt van een magnetisch materiaal en in het bezit van een eerste lengte. Het magneetstel-15 sel kan elektrisch bekrachtigd worden om te voorzien in een magnetische flux en het heeft een fluxbaan met een tweede lengte die groter is dan de eerste lengte van het kerngedeelte. Het magneetstelsel oefent daardoor op het kerngedeelte een aantrekkingskracht uit die een grootte heeft die in het algemeen lineair 20 toeneemt met de slagiengte.
In een tweede uitvoeringsvoorbeeld omvat de elektromagneet een aan de buitenkant gemonteerde stopplaat en stopschijf. De stopschijf is aangepast met een buigzaam bekle-dingsorgaan om tegen de stopplaat aan te liggen wanneer het 25 ankerstelsel zich in de aangetrokken positie bevindt, die ver kregen wordt door het magneetstelsel te bekrachtigen. In een derde uitvoeringsvoorbeeld omvatten het magneetstelsel en het kerngedeelte elk segmenten gemaakt met profielen om de magnetische aantrekkingskracht daartussen de vergroten op het moment 30 van bekrachtigen van de spoel. De elektromagneet volgens de uit vinding is bijzonder bruikbaar bevonden in gaskleppen, die gebruikt worden voor besturing van de stroom van ontvlambare brandstof.
Het is een doel van de uitvinding te voorzien 35 in een elektromagneet met verminderd lawaainiveau.
8403851
V Z
- 4 -
Een ander doel van de onderhavige uitvinding is te voorzien in een ankerstelsel voor de elektromagneet met een kerngedeelte met een lengte kleiner dan die van de fluxbaan van het magneetstelsel.
5 Nog een ander doel van de onderhavige uitvin ding is te voorzien in een elektromagneet waarin de aantrekkingskracht, uitgeoefend door het magneetstelsel op het kerngedeelte, een grootte heeft die in het algemeen lineair toeneemt met de slaglengte van het ankerstelsel.
10 Nog een ander doel van de onderhavige uitvin ding is te voorzien in een elektromagneet waarin een buigzame ondersteuningsstructuur kan worden opgenomen aan de buitenkant ten opzichte van de elektromagnetische onderdelen. Hoe deze en andere doeleinden van de uitvinding tot stand gebracht zijn zal 15 duidelijker worden uit de gedetailleerde beschrijving daarvan samen met de begeleidende tekeningen.
Figuur 1 is een zijaanzicht van een dwarsdoorsnede van de elektromagneet van de onderhavige uitvinding waarbij gedeelten weggehaald zijn en andere gedeelten geheel weergegeven 20 zijn? figuur 2 is een grafische voorstelling van bepaalde kracht-slaglengtekenmerken, die betrekking hebben op de beschreven elektromagneten; en figuur 3 is een zijaanzicht van 'een dwarsdoor-25 snede van de elektromagneet van de onderhavige uitvinding waarbij getoond is hoe sommige gedeelten weggehaald zijn, terwijl andere gedeelten in hun geheel weergegeven zijn en waarbij getoond wordt hoe de elektromagneet kan worden opgenomen in een gasklep om de stroom van · ontvlambare brandstof te be-30 sturen..
Onder verwijzing naar figuur 1 wordt getoond hoe de elektromagneet 10 een ankerstelsel 11 omvat, dat bewogen kan worden over een slaglengte 13, waarbij zo'n beweging plaatsvindt ten opzichte van een magneetstelsel 15. Het ankerstelsel 35 11 omvat een kerngedeelte 17 dat gemaakt is van een magnetisch 8403851 v 'i.
- 5 - materiaal en dat een eerste lengte heeft. Het magneetstelsel 15 kan elektrisch, bekrachtigd worden om te voorzien in een magnetische flux die een fluxbaan bepaalt met een tweede lengte groter dan de eerste lengte van het kerngedeelte 17. Het magneet-5 stelsel oefent daardoor op het kerngedeelte 17 een aantrekkings kracht uit die een grootte heeft die in het algemeen lineair toeneemt met de slaglengte 13. In een tweede uitvoeringsvoor-beeld is voorzien in een structuur 19 met voorspanningsveer in het geval dat het terugtrekken van het ankerstelsel 11 na het 10 ophouden van het bekrachtigen van de elektromagneet gewenst is waarvoor gezorgd moet worden door andere middelen dan de zwaartekracht. In een derde uitvoeringsvoorbeeld omvatten het magneetstelsel 15 en het kerngedeelte 17 elk respectievelijk segmenten 21, 23, gemaakt met prof ielen om de magnetische aantrekkings-15 kracht daartussen te vergroten op het moment van bekrachtigen van de spoel.
In het bijzonder omvat het magneetstelsel 15 een elektromagnetische spoel 25, bij voorkeur van het gelijk-stroomtype, die gevormd is als een ringvormige cilinder en die 20 elektrisch bekrachtigd kan worden om een magnetische flux te verschaffen. De spoel 25 kan gemakkelijk op een klos 27 gewonden worden om een spoelstelsel te vormen met een eerste uiteinde 29, een tweede uiteinde 31 en een cilindervormige doorgang 33 in de lengterichting daardoorheen. Aangrenzend aan het tweede 25 uiteinde 31 omvat het magneetstelsel 15 ook een eindstoporgaan 35 dat in het algemeen cilindrisch van vorm is, dat gemaakt is van een magnetisch materiaal en dat een diameter heeft die zo gekozen is dat het concentrisch kan worden opgenomen binnenin de in de lengterichting lopende klosdoorgang 33 met dicht aan-30 schuivende pasvorm. Het eindstoporgaan 35 heeft’ een segment 21 met schroefdraad aan de buitenkant om daarop een cilindervormige geleidingshuls 37 op te nemen, concentrisch geplaatst binnenin de klosdoorgang 33 met dicht aanschuivende pasvorm. Deze huls 37 kan gemaakt zijn van elk stevig niet-magnetisch materiaal zoals 35 messing, dat een glad binnenoppervlak heeft. Bij zijn beneden- 8 4 0 ? e ’ .? o - 6 - uiteinde omvat de huls een verbrede kraag 39 om het bodemopper-vlak 41 van de plaatstalenmantel 43 op te nemen en om hulp te verlenen bij het tegenhouden van de elektromagneet 10 ten opzichte van de inrichting die bediend moet worden. Een uitsteeksel 45 5 met schroefdraad op het eindstoporgaan 35 is geschikt om een veerring 47 en een moer 49 op te nemen, daardoor het eindstoporgaan 35 en de huls 37 vastmaken^aan de mantel 43. Een vulring 51 is gemaakt van een magnetisch materiaal en geplaatst tussen de spoelklos 27 en de mantel 43 en is concentrisch met de huls 10 37 om de kwaliteit van de fluxbaan te vergroten.
Het ankerstelsel 11 omvat een in het algemeen cilindrisch kerngedeelte 17 dat gemaakt is van een magnetisch materiaal en dat in het bezit is van een diameter die zo gekozen is dat het binnenin de geleidingshuls 37 kan worden opgenomen 15 waarbij het een nauw passende vrij schuivende verbinding daarmee vormt. Aan zijn uiteinde aan de buitenkant omvat het kerngedeelte 17 een holte 53 die concentrisch daarmee is en die een schroefdraad heeft om een steel 55 op te nemen die daaraan vastgemaakt is door een bevestigingsmiddel 71 zoals een schroef die 20 in de lengterichting door de steel 55 loopt. De steel 55 is bij voorkeur gemaakt van een stevig niet-magnetisch materiaal zoals messing of aluminium en is geschikt om de elektromagneet 10 vast te maken aan een inrichting die bediend moet worden. Eet eindstoporgaan 35 en het kerngedeelte 17 zijn bij voorkeur gemaakt 25 van roestvrij.staal met magnetische eigenschappen en het kern gedeelte 17 kan bedekt worden met een dunne film van PTFE ter vermindering van wrijving.
Indien na ophouden van het bekrachtigen van de spoel 25 de beweging van het ankerstelsel 11 naar zijn weer-30 gegeven eerste teruggetrokken positie gewenst is door andere middelen dan de zwaartekracht, moet de elektromagneet 10 ook een structuur 19 met voorspanningsveer omvatten. De structuur 19 omvat een stopplaat 57 met een rand 59, een uitstekend steun-vlak 61 en een gat 63 door het draagvlak 61 om de stopplaat 57 35 op de geleidingshuls 37 vast te zetten. De stopplaat 57 wordt g403851 - 7 - verplaatsbaar vastgehouden op de kraag 39 van de geleidings-huls 37 door een afsluitingsmoer 65 geplaatst aan de beneden-zijde daarvan terwijl een paar ,,0"-ringen 67 zijn opgenomen in geschikt gevormde ringvormige uitsparingen gemaakt in de huls-5 kraag 39 en in de afsluitingsmoer 65 om te voorzien in een on doordringbare gasafsluiting indien de elektromagneet 10 wordt gebruikt in samenwerking met een gasklep 97 zoals getoond is in figuur 3.
Een stopschijf 69 is opgenomen aan het buiten-10 uiteinde van de steel 55 en wordt daarop vastgehouden door het bevestigingsmiddel 71. De stopschijf 69 omvat bij voorkeur een ringvormig uitsteeksel 73 om een gewonden drukveer 75 te leiden die opgesloten is tussen de stopplaat 57 en de stopschijf 69.
De lengte van de veer 75 is gekozen met het oog op de afstand 15 tussen de plaat 57 en de schijf 69 om in geringe mate daarop samengedrukt te zijn wanneer het ankerstelsel 11 zich in de weergegeven teruggetrokken positie bevindt.
Deskundigen op dit gebied zullen begrijpen dat wanneer de spoel 25 van de elektromagneet 10 uit figuur 1 be-20 krachtigd is, het ankerstelsel 11 verschillende krachten zal voelen die daarop werken, waarbij sommige tegengesteld gericht zijn aan andere. Een kracht zal de magnetische kracht zijn die verkregen wordt uit het instellen van een fluxbaan, en hij zal éen richting hebben om het ankerstelsel 11 naar het eindstop-25 orgaan 35 toe te drijven, naar boven toe zoals te zien is in figuur 1. Een tweede kracht die het resultaat is van de werking van elke veer zoals veer 75 zal benedenwaarts op het ankerstelsel 11 gericht zijn evenals de zwaartekracht. Verder zal men begrijpen dat de netto kracht, die op het ankerstelsel werkt 30 wanneer de spoel/bekrachtigd is, een opwaartse richting moet heb ben en een grootte moet hebben die groot genoeg is om de gecombineerde werking van alle naar beneden gerichte krachten, ook die welke verkregen worden van de veer 75 en de zwaartekracht, te overtreffen, waardoor veroorzaakt wordt dat het ankerstelsel 35 - naar boven toe beweegt. Afhankelijk van het al dan niet aanwezig 8403851 w - 8 - zijn van de structuur 19 met de vüorspanningsveer, van de slag-lengte 13 zoals deze bepaald wordt door de nabijheid van het kerngedeelte 17 tot het eindstoporgaan 35, van de fluxdicht-heid en de kenmerken van de inrichting bediend door de elektro-5 magneet 10, kan het gewenst zijn middelen te verschaffen om de magnetische aantrekkende component van de kracht te vergroten.
Dienovereenkomstig en in een derde uitvoerings-voorbeeld dat de voorkeur heeft kan het eindstoporgaan 35 gevormd zijn met een concentrische holte 77 daarin, die gemaakt is 10 met een eerste profiel en die een holterand 79 bezit. Bovendien kan het kerngedeelte 17 van het ankerstelsel 11 gevormd zijn met een neusvormig orgaansegment 23, gemaakt met een tweede profiel en uitstekend naar boven toe van het kerngedeelte 17 vandaan. Om gemakkelijk te kunnen maken zijn de profielen van de 15 holte 77 en van het neusvormig segment 23 bij voorkeur nagenoeg identiek aan elkaar en begrenzen een afgeknotte kegel. Omdat de holterand 79 en het neusvormig segment 23 in de eerste teruggetrokken positie dichter bij elkaar geplaatst zijn dan het.eindstoporgaan 35 én het cilindrisch gedeelte van het kerngedeelte 20 17, zal de magnetische aantrekkingskracht op het moment van be krachtigen van de spoel versterkt worden. Het neusvormig segment 23 en het kerngedeelte 17 begrenzen een kraag 81 daartussen om aan te grijpen in de rand 79 wanneer het ankerstelsel 11 zich in de tweede aangetrokken positie bevindt. Men moet begrijpen 25 dat een in het algemeen gelijkwaardige aantrekkende werking ver kregen zou worden indien het uitstekende segment 23 gevormd was als gedeelte van het eindstoporgaan 35 en de holte 77 gevormd was binnenin het kerngedeelte 17. In een bouwwijze die de voorkeur heeft zijn de profielen van het neusvormige segment en de 30 holte 77 bijeen-passend gevormd zodat, wanneer de kraag 81 aan grijpt in de rand 79, er een kleine opening voor lucht bestaat tussen het neusvormig segment 23 en het holteoppervlak.
De fluxbaan, verkregen door het bekrachtigen van de spoel 25, zal een eerste inwendige fluxbaan omsluiten 35 die in dat gedeelte in het algemeen begrensd is door de lengte- 8403851 ü* - 9 - afmeting tussen de rand 79 en het uitwendige bodemoppervlak 41 van de mantel 43. Hij zal eveneens een tweede uitwendige fluxbaan omvatten die in dat ruimtelijk gebied onder het oppervlak 41 ligt en hij zal in de eerste plaats de baan vormen voor de 5 lekflux- De lengte van het kerngedeelte 17 kan het beste empi risch gekozen worden met het oog op de lengte van de fluxbaan.
Op het moment van bekrachtigen van de spoel 25 zal de fluxver-binding tussen het magneetstelsel 15 en het kerngedeelte 17 resulteren in een aantrekkende kracht met een eerste grootte .
10 Wanneer het ankerstelsel 11 begint te bewegen over zijn slag- lengte 13 naar het eindstoporgaan 35 toe, naar boven toe zoals te zien is in figuur 1, zal dat gedeelte van het kerngedeelte 17 aangrenzend aan het neusvormig segment 23 hoe langer hoe meer aansluiten bij de eerste inwendige fluxbaan, waarbij die baan 15 met relatief grote fluxdichtheid in de buurt van en bij de as van de spoel 25 overheersend is. Tegelijkertijd zal dat gedeelte van het kerngedeelte 17 aangrenzend aan de steel 55 naar boven getrokken worden, daarbij veroorzakend een toenemende vermindering van de aansluiting van de tweede uitwendige fluxbaan. Het 20 resultaat is dat wanneer het ankerstelsel 11 naar boven toe be weegt de magnetische aantrekkingskracht langzaam en geleidelijk zal toenemen en in het algemeen lineair zal toenemen met de afmeting van het afgelegde gedeelte van de slaglengte 13. Wanneer het ankerstelsel 11 zich in zijn tweede aangetrokken po-25 sitie bevindt zal de kracht een tweede grootte hebben die groter is dan de eerste grootte en in een uitvoeringsvoorbeeld dat de voorkeur heeft zal de verhouding van de kracht bij de tweede grootte en de kracht bij de eerste grootte bijvoorbeeld in de orde van ongeveer 3 ï 1 zijn wanneer de elektromagneet volgens 30 de uitvinding wordt toegepast bij een gasklep. Men moet begrijpen' dat deze verhouding enigszins kan variëren in een elektromagneet van het type volgens de uitvinding afhankelijk van de toepassing. Men is echter van oordeel dat voor een bijzondere toepassing de beschreven krachtverhouding, verkregen bij gebruik van 35 een elektromagneet van het type volgens de uitvinding, aanzien- 8403851
W? V
- 10 - lijk kleiner zal zijn dan die, verkregen bij gebruik van een conventionele elektromagneet.
Deze eigenschap is grafisch weergegeven in figuur 2 waarin langs de ordinaatas 23 de kracht is weergegeven 5 toenemende in de richting van de pijl terwijl langs de abscis- as 85 de slaglengte 13 wordt weergegeven. De vertikale lijn 87 geeft de positie van het ankerstelsel 11 in de eerste teruggetrokken positie weer, terwijl de ordinaatas 23 de positie van het ankerstelsel 11 in de tweede aangetrokken positie weergeeft 10 waarbij de kraag 81 aangrijpt in de rand 79. Kromme 89 is een algemene weergave van de exponentieel toenemende kracht die wordt uitgeoefend op een ankerstelsel in bekende conventionele constructies. Kromme 91 geeft in het algemeen de naar beneden gerichte kracht weer, die wordt uitgeoefend op het ankerstelsel 15 11 als resultaat van het samendrukken van de veer 75 terwijl curve 93 in het algemeen de aantrekkingskracht weergeeft die werkzaam is tussen het ankerstelsel 11 en het magneetstelsel 15. Het verschil tussen kromme 91 en kromme 93, gemeten bij een willekeurige vertikale lijn die deze krommem 91 en 93 snijdt, 20 is de netto kracht die op het ankerstelsel 11 werkt waarbij het kleine effect van de zwaartekracht wordt verwaarloosd. Het is duidelijk uit de voorstellingen in figuur 2 dat wanneer het ankerstelsel 11 in een conventionele elektromagneet beweegt naar zijn geheel aangetrokken positie, de kracht, die daarop uitgeoefend 25 wordt, vijf of zes keer zo groot kan zijn als die welke nodig is om het effect van zwaartekracht en een willekeurige veerkracht te overtreffen. Een onaangenaam hamerlawaai is doorgaans het resultaat. Daarentegen is de kracht, verkregen met de constructie van de onderhavige elektromagneet 10 volgens de uitvinding, 30 slechts een beetje groter dan die welke vereist is om het effect van zwaartekracht en willekeurige veerkracht te overtreffen, in het bijzonder in dat punt van de beweging van het ankerstelsel 11 waar de kraag 81 dichtbij de rand 79 komt en uiteindelijk contact maakt met de rand 79. De resulterende metaal-op-metaal-35 stoot is aanzienlijk verkleind met een bijkomende vermindering 8403851 • ' * JJ*.
- 11 - van het uitgezonden lawaainiveau.
Verder verwijzend naar figuur 1 kan het gewenst zijn extra voorzieningen te treffen ter vermindering van het lawaai en dienovereenkomstig kan de stopschijf 69 een buigzaam 5 bekledingsorgaan 95 omvatten, daarop geplaatst op dat schijf vlak aangrenzend aan de stopplaat 57. Wanneer het ankerstelsel 11 naar boven toe beweegt en zijn geheel aangetrokken positie bereikt zal het bekledingsorgaan 95 als opvang contact maken met de stopplaat 57.
10 Vervolgens verwijzend naar figuur 3 wordt de elektromagneet 10 volgens de uitvinding getoond in samenwerking met een gasklep 97 ter besturing van de stroom van een ontvlambare brandstof. Getoond wordt dat de klep 97 een lichaam 99 met daarin voor de opsluiting van ontvlambare brandstof gevormde 15 kanalen 101 omvat. Het lichaam 99 omvat een inwendige bodem 103 die een in het algemeen cirkelvormige opening voor het erdoorheen stromen van brandstof, wanneer hij geopend is, begrenst. Een klepmantel 105 is geschikt gemaakt om de elektromagneet 10 op te nemen en kan gevormd worden ter begrenzing van de stopplaat 20 57 van het uitvoeringsvoorbeeld dat in figuur 1 getoond is. De stopschijf 69 kan verder een buigzaam afdichtorgaan 107 omvatten, daarop geplaatst om een verbinding te vormen met de bodem 103 wanneer de spoel 25 ophoudt bekrachtigd te zijn en het ankerstelsel 11 zich in zijn eerste teruggetrokken positie bevindt zoals 25 getoond is. Na bekrachtiging van de spoel 25 bewegen het anker stelsel 11 en het afdichtorgaan 107 naar boven toe van de bodem 103 vandaan en daardoor is het voor brandstof mogelijk door het kleplichaam 99 te stromen. Het bekledingsorgaan 95 en het afdichtorgaan 107 zijn bij voorkeur uitgevoerd als een in het al-30 gemeen cirkelvormige schoen met een lip 109 aan de buitenkant, gemaakt om er overheen reikend inéén te grijpen met de stopschijf 69 teneinde de schoen tegen te houden. Wanneer de elektromagneet 10 wordt gebruikt in samenwerking met de gasklep 97 verdient het de voorkeur dat een kleine open ruimte behouden 35 blijft tussen de kop van het bevestigingsmiddel 71 en de steel 8403851 ✓ V.
- 12 - 55 teneinde het voor de schijf 69 en zijn afdichtorgaan 107 mogelijk te maken in geringe mate te stoten om op één lijn te komen met het afdichtoppervlak van de bodem 103.
Dê elektromagneet 10 volgens de uitvinding en 5 de verbonden gasklep 97 zijn bijzonder gewenst bevonden in woon- installaties waar de brandstof verbrandende verwarmingsinrichting geplaatst, is in vertrekken bestemd voor bewoning. Het verkregen verminderde lawaainiveau van de elektromagneet 10 heeft geresulteerd in een structuur die duidelijk hoorbaar minder.
10 hinderlijk is voor de bewoners.
Terwijl slechts enkele uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding getoond en beschreven zijn is het niet de bedoeling daardoor^maar alleen door de reikwijdte van de conclu-sies^die volgen3begrensd te worden.
8403851

Claims (15)

1. Elektromagneet met verminderd lawaainiveau met het kenmerk/ dat hij omvat: een ankerstelsel dat beweegbaar is over een 5 slaglengte en beweegbaar is ten opzichte van een magneetstelsel, waarbij het ankerstelsel een kerngedeelte omvat dat gemaakt is van een magnetisch materiaal en dat een eerste lengte bezit; een aagneetstelsel dat elektrisch bekrachtigd kan worden om te voorzien in een magnetische flux die een flux-10 baan met een tweede lengte begrenst die groter is dan de eerste lengte, waarbij het magneetstelsel daardoor op het kerngedeelte een aantrekkingskracht uitoefent die een grootte heeft die nagenoeg lineair toeneemt met de slaglengte.
2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, 15 dat het kerngedeelte bewogen kan worden van een eerste positie over de slaglengte naarjeen tweede positie, waarbij de fluxbaan een eerste inwendige fluxbaan en een tweede uitwendige fluxbaan omvat, en waarbij het kerngedeelte hoe langer hoe meer aansluit bij de inwendige fluxbaan en hoe langer hoe minder aansluit bij 20 de uitwendige fluxbaan wanneer het kerngedeelte van de eerste positie naar de tweede positie beweegt.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het ankerstelsel en het magneetstelsel elk een segment bevatten die magnetisch met elkaar samenwerken om 25 de aantrekkingskracht te doen toenemen wanneer het ankerstelsel zich in de eerste positie bevindt.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het magneetstelselsegment een holte begrenst die gemaakt is met een eerste profiel en die een holterand be-30 zit en dat het ankerstelsel een neusvormig orgaan begrenst dat gemaakt is met een tweede profiel en dat uitsteekt van het kerngedeelte vandaan.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het magneetstelsel in het algemeen cilin-35 dervormig is en dat het ankerstelsel in het algemeen coaxiaal 8403851 ^ * - 14 - geplaatst is ten opzichte van het magneetstelsel.
6. Elektromagneet met verminderd lawaainiveau met het kenmerk, dat hij omvat: een elektromagnetische spoel die elektrisch 5 bekrachtigd kan worden om te voorzien in een magnetische flux en die een eerste uiteinde, een tweede uiteinde en een doorgang daardoorheen in de lengterichting bezit; een ankerstelsel dat verschuifbaar opgenomen wordt in de doorgang aangrenzend aan het eerste uiteinde en 10 beweegbaar tussen een eerste teruggetrokken positie en een twee de aangetrokken positie; een eindstoporgaan dat in de doorgang geplaatst is aangrenzend aan het tweede uiteinde, waarbij het eind-stoporgaan én de spoel samenwerken om een fluxbaan te begrenzen, 15 waarbij de spoel en het eindstoporgaan samen een aantrekkings kracht uitoefenen op het ankerstelsel wanneer de spoel bekrachtigd is, waarbij de kracht een eerste grootte heeft, wanneer het ankerstelsel zich in de eerste positie bevindt, en een tweede grootte heeft, wanneer het ankerstelsel zich in de tweede posi-20 tie bevindt, en waarbij de verhouding van de kracht bij de twee de grootte en de kracht bij de eerste grootte ongeveer 3 : 1 is.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het eindstoporgaan een holte omvat die ge-25 maakt is met een eerste profiel en die een holterand bezit, waarbij het ankerstelsel een kerngedeelte omvat met een uitstekend neusvormig orgaan dat gemaakt is met een tweede profiel,en waarbij de rand en het neusvormig orgaan met elkaar samenwerken om de aantrekkingskracht te doen toenemen wanneer het ankerstel-30 sel zich in de eerste positie bevindt.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het neusvormig orgaan en het kerngedeelte een kraag daartussen begrenzen om met de rand inéén te grijpen wanneer het ankerstelsel zich in de tweede positie bevindt.
9. Inrichting volgens conclusie 8, 8403851 ϊ φ a - 15 - met het kenmerk/ dat de elektromagneet verder omvat een stopplaat, gemonteerd aan de buitenkant hiertegen, en dat het anker-stelsel verder omvat ean stopsehijf, gemonteerd daarop en beweegbaar daarmee, waarbij de stopsehijf sen buigzaam bekledingsor-5 gaan omvat cm tegen de stopplaat gelegen te zijn wanneer het ankerstelsel zich in de tweede positie bevindt waardoor de uitwerking vain het ankerstelsel verminderd wordt.
10. Gasklep ter besturing van de stroom van eên ontvlambare brandstof met het kenmerk, dat hij omvat: 10 een lichaam met kanalen, daarin gemaakt voor het erdoorheen stromen van ontvlambare brandstof; een elektromagneet, opgenomen op het lichaam en geschikt gemaakt om de brandstofstroom te besturen in antwoord op een elektrisch signaal, waarbij de elektromagneet een 15 ankerstelsel omvat dat bewogen kan worden over een slaglengte en ten opzichte van een magneetstelsel, waarbij het ankerstelsel een kerngedeelte omvat dat gemaakt is van een magnetisch materiaal en dat een eerste lengte bezit; een magneetstelsel dat elektrisch bekrachtigd 20 kan worden om te voorzien in een magnetische flux en met een fluxbaan met een tweede lengte die groter is dan de eerste lengte, waarbij het magneetstelsel daardoor op het kerngedeelte een aantrekkingskracht uitoefent die een grootte heeft die nagenoeg lineair toeneemt met de slaglengte.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het kerngedeelte bewogen kam worden van een eerste positie over de slaglengte naar een tweede positie en dat de aantrekkingskracht een eerste grootte heeft, wanneer het kerngedeelte zich in de eerste positie bevindt, en een twee-30 de grootte, wanneer het kerngedeelte zich in de tweede positie bevindt, waarbij de verhouding van de kracht bij de tweede grootte en de kracht bij de eerste grootte ongeveer gelijk is aan 3:1.
12. Inrichting volgens conclusie 10, 35 met het kenmerk, dat het kerngedeelte bewogen kan worden van » 8403851 - 16 - Ψ' V een eerste positie over de slaglengte naar een tweede positie, dat de fluxbaan een eerste inwendige fluxbaan en een tweede uitwendige fluxbaan omvat, waarbij het kerngedeelte hoe langer hoe meer aansluit bij de inwendige fluxbaan en hoe langer hoe min-5 der aansluit bij de uitwendige fluxbaan wanneer het kernge deelte van de eerste positie naar de tweede positie beweegt.
'13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het ankerstelsel en het magneetstelsel elk een segment omvatten die magnetisch met elkaar samenwerken 10 om de aantrekkingskracht te doen toenemen wanneer het ankerstel sel zich in de eerste positie bevindt.
14. Elektromagnetisch bediende gasklep geschikt gemaakt om de stroom van een ontvlambare brandstof te besturen, met het kenmerk, dat hij omvat: 15 een kleplichaam met kanalen, die daarin ge maakt zijn om ontvlambare brandstof daardoorheen te laten stromen; een elektromagneet, opgenomen op het lichaam en geschikt gemaakt om de brandstofstroom te besturen in ant-20 woord op een elektrisch gelijkstroomsignaal, waarbij de elektro magneet Omvat: een elektromagnetische spoel die elektrisch bekrachtigd kan worden om te voorzien in een magnetische flux en die een eerste uiteinde, een tweede uiteinde en een doorgang 25 in de .lengterichting daardoorheen bezit; een ankerstelsel dat verschuifbaar opgenomen is in de doorgang .aangrenzend aan het eerste uiteinde en beweegbaar tussen een eerste teruggetrokken positie en een tweede aangetrokken positie; 30 een eindstoporgaan dat in de doorgang geplaatst is, aangrenzend aan het tweede uiteinde, waarbij het eindstoporgaan en de spoel samenwerken om êen fluxbaan te begrenzen, waarbij de spoel en het eindstoporgaan samen een aantrekkingskracht uitoefenen op het ankerstelsel wanneer de spoel bekrach-35 tigd is, waarbij de kracht een eerste grootte heeft, wanneer 8403851 • -17-. het ankerstelsel zich in de eerste positie bevindt, en een tweede grootte, wanneer het ankerstelsel zich in de tweede positie bevindt, waarbij de verhouding van de kracht bij de tweede grootte en de kracht bij de eerste grootte ongeveer gelijk is 5 aan 3:1.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het kleplichaam verder omvat een inwendige bodem.die een opening voor daardoorheen stromende brandstof begrenst.jen een mantel}die geschikt gemaakt is om de elektromag-10 neet op te nemen en die een stopplaat begrenst, waarbij het ankerstelsel verder omvat een stopschijf, daarop gemonteerd en -beweegbaar daarmee, waarbij de stopschijf een' buigzaam bekle-dingsorgaan omvat om tegen de stopplaat gelegen te zijn wanneer het ankerstelsel zich in de tweede positie bevindt, waarbij de 15 stopschijf verdér een buigzaam afdichtorgaan omvat om een ver binding te vormen met de bodem, daardoor voorkomend de brandstofstroom door de opening, wanneer het ankerstelsel zich in de eerste positie bevindt. 8403851
NL8403851A 1984-02-06 1984-12-19 Elektromagneet met verminderd lawaainiveau. NL8403851A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US57712984A 1984-02-06 1984-02-06
US57712984 1984-02-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403851A true NL8403851A (nl) 1985-09-02

Family

ID=24307393

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403851A NL8403851A (nl) 1984-02-06 1984-12-19 Elektromagneet met verminderd lawaainiveau.

Country Status (7)

Country Link
AU (1) AU3755385A (nl)
BE (1) BE901648A (nl)
DE (1) DE3446366A1 (nl)
FR (1) FR2559301A1 (nl)
GB (1) GB2154066A (nl)
IT (1) IT1184862B (nl)
NL (1) NL8403851A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3612335A1 (de) * 1986-04-11 1987-10-15 Rexroth Mannesmann Gmbh Geraeuschreduzierung an hydraulischen und pneumatischen ventilen sowie an betaetigungsmagneten
DE3632475A1 (de) * 1986-04-11 1988-03-31 Rexroth Mannesmann Gmbh Geraeuschdaempfungsvorrichtung, inbesondere fuer hydraulische und pneumatische ventile sowie fuer betaetigungsmagneten
DE9114157U1 (de) * 1991-11-14 1992-01-16 Binder Magnete GmbH, 7730 Villingen-Schwenningen Elektromagnetventil, insbesondere 3/2- Wege-Sitzventil
DE4210740C2 (de) * 1992-04-01 1995-06-29 Licentia Gmbh Elektromagnet mit einem Hubanker
CN113153866B (zh) * 2021-04-27 2022-07-12 哈尔滨工程大学 一种用于高速回转体水下破冰的驱动系统

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5536911A (en) * 1978-09-04 1980-03-14 Hitachi Ltd Electricity-position conversion device
JPS6016734B2 (ja) * 1979-02-21 1985-04-27 株式会社日立製作所 可動プランジヤ形電磁流量制御装置
AU6174780A (en) * 1979-10-17 1981-04-30 Automatic Switch Company Direct current solenoid operator
GB2112213B (en) * 1981-12-21 1985-12-11 Gen Electric Electromagnetic contactor with flux sensor

Also Published As

Publication number Publication date
GB2154066A (en) 1985-08-29
AU3755385A (en) 1985-08-15
GB8500755D0 (en) 1985-02-13
DE3446366A1 (de) 1985-08-08
IT1184862B (it) 1987-10-28
BE901648A (fr) 1985-08-05
IT8519277A0 (it) 1985-01-29
FR2559301A1 (fr) 1985-08-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5727769A (en) Solenoid valve for flow rate control
EP1878908B1 (en) Electromagnetic fuel injection valve
KR100972522B1 (ko) 안전 제어 장치
US9183976B2 (en) Springless electromagnet actuator having a mode selectable magnetic armature
US5565832A (en) Solenoid with magnetic control of armature velocity
US4392632A (en) Electromagnetic valve with a plug member comprising a permanent magnet
US20090008586A1 (en) Proportional solenoid and flow control valve employing thereof
DE3513103A1 (de) Elektromagnetisch arbeitende stellvorrichtung
US6759934B2 (en) Proportionally-controllable solenoid actuator
US6242994B1 (en) Apparatus to reduce push back time in solenoid valves
US20070267922A1 (en) Actuator
DE69417630T2 (de) Elektromagnetisches Ventil mit rohrförmigem metallischem Kern
NL8403851A (nl) Elektromagneet met verminderd lawaainiveau.
JP4535870B2 (ja) 磁気作動運動制御装置
US4778147A (en) Electromagnetic solenoid
US4677409A (en) Electromagnetic solenoid with a replaceable fixed iron core
DE10393461T5 (de) Elektromagnetisches Ventilsystem
US7111595B2 (en) Electromechanical valve control actuator for internal combustion engines
JPS6141123B2 (nl)
KR100370281B1 (ko) 복동식 전자기 액츄에이터
JPH0560160A (ja) 電磁式フリクシヨンダンパ
JP3182510B2 (ja) 挿通型電磁石
RU2711179C1 (ru) Длинноходовой электромагнит с постоянным тяговым усилием на рабочем ходу
JPS59103094A (ja) プランジヤ−型電磁弁
SU1117421A1 (ru) Электромагнитный клапан

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed