NL8403749A - Drijvende vloeistofafsluiter. - Google Patents

Description

J

Drijvende vloeistofafsluiter,

Beschrijving

Achtergrond van de uitvinding.

Drijvende vloeistofafsluitkleppen waren hiervoor reeds bekend, in het bijzonder voor medische en industriële toepassingen, waarbij het belangrijk was, dat er geen lekkage of iets dergelijks optreedt, wanneer de drijvende klep eenmaal tegen de klepzitting 5 gaat aanliggen. Het is bijvoorbeeld bij medische toepassingen regelmatig noodzakelijk en essentieel voor het welzijn van de patiënt dat er geen lekkage optreedt, en dat de stroming wordt afgesneden wanneer het toevoervat bijna leeg is, omdat het anders mogelijk is, dat er lucht in de bloedvaten van de patiënt binnendringt, 10 hetgeen zeer nadelige gevolgen heeft.

Bij dergelijke hierboven beschreven toepassingen wordt de afsluitklep over het algemeen gevormd van rubber, dat drijft en tegen de klepzitting, die de toevoeropening van het vat omgeeft, gaat aanliggen wanneer het vloeistofniveau binnen het vat de toe-15 voeropening nadert, Aangezien alle in een vorm vervaardigde voorwerpen vormscheidingslijnen bezitten in de vorm van een gering uitsteeksel van rubber, dat een ringvormige rand vormt, lekken dergelijke kleppen regelmatig. Indien de afsluiter zichzelf op een zodanige wijze oriënteert, dat zijn scheidingslijn tegen de 20 klepzitting gaat aanliggen, ontsnapt de vloeistof langs de beide zijden van die scheidingslijn, In aanvulling hierop bezitten de meeste in een vorm vervaardigde voorwerpen, hoewel sommige onderdelen onder druk zijn gevormd en bijgevolg geen gietpoort zullen bezitten, een gietpoort, die bestaat uit een klein, zich in 25 buitenwaartse richting uitstrekkend uitsteeksel van rubber op het punt, waar het vloeibare rubbermateriaal in het inwendige van de vorm wordt binnengevoerd, In het geval, dat de klep zo georiënteerd raakt, dat de gietpoort tegen de klepzitting gaat aanliggen, zal 8403749 - 2 - j * dit wederom in een onvolkomen afsluiting resulteren, hetgeen belangrijke nadelige gevolgen heeft.

Diverse bekende octrooien, die betrekking hebben op de uitvinding, omvatten de Amerikaanse octrooischriften no, 4,188,173 5 ten name van Lindsey, no, 4,276,898 ten name van Ross, en no, 3,796,230 ten name van Meripol,

Korte samenvatting van de uitvinding,

De uitvinding bestaat uit een drijvende vloeistofaf-sluitèr, bestaande uit een in een vorm vervaardigd drijflichaam, 10 dat zodanig is geconstrueerd en ingericht, dat het hoofdafmetingen en minder belangrijke afmetingen bezit met een paar tegenover elkaar gelegen boven- en onderzijden, die zich over het algemeen in de richting van de hoofdas uitstrekken en waartussen zijn minder belangrijke afmetingen worden afgemeten, waarbij het lichaam tenminste 15 één oppervlak bezit, dat zich langs tenminste één van de zijkanten uitstrekt, en dat tegen de klepzitting gaat aanliggen, die op conventionele wijze de toevoeropening van het distributievat omgeeft, Het drijflichaam is zodanig in een vorm vervaardigd, dat de scheidingslijn tussen de twee tegenover elkaar gelegen zijden is 20 gesitueerd en niet het afsluitende oppervlak doorkruist, Het is bij voorkeur zodanig in een vorm vervaardigd, dat zijn gietpoort niet zijn afsluitend oppervlak doorkruist. Bijgevolg wordt een in hoge mate verbeterde afsluiting verschaft.

Het is een doelstelling van onze uitvinding om een 25 verbeterde drijvende vloeistofklep te verschaffen voor het afsluiten van de klepzitting van een vloeistofuitlaat, die vanwege zijn constructie automatisch de gewoonlijk optredende lekkages zal ondervangen, die worden veroorzaakt door het tegen de klepzitting aanliggen van de scheidingslijn of poort van de klep, 30 Een verdere doelstelling van onze uitvinding is het verschaffen van een verbeterde vloeistofafsluitklep voor het afsluiten van de klepzitting van de vloeistofuitlaat van een distributievat, dat een vertikale as bezit, en waarin de klep zo is 8403749 - ----------------------------1 geconstrueerd en ingericht, dat de hydrostatische drukken, die erop werkzaam zijn, de klep automatisch en bijzonder effectief oriënteren, zodat het tegen de klepzitting gaan aanliggen van zowel de scheidingslijn als de poort van de klep wordt ondervangen, 5 Korte beschrijving van de tekeningen,

Fig, 1 is een zijaanzicht van een medisch apparaat, waarin onze verbeterde vloeistofafsluiter kan worden toegepast,

Fig, 2 is een vertikale dwarsdoorsnede van een uitvoeringswijze van een vloeistofdistributievat)- dat een drijvende 10 afsluitklep bezit, die deel uitmaakt van de stand van de techniek, en welke figuur de waarschijnlijkheid weergeeft van het tot stand komen van een ineffectieve afsluiting,

Fig, 3 is een vertikale dwarsdoorsnede van een enigszins gelijkvormig distributievat, waarin één van onze verbeterde 15 vloeistofafsluitkleppen is toegepast,

Fig, 4 is een gedetailleerde schets, op een vergrote schaal van een gedeelte van^fïg, 3 weergegeven klep en klepzitting, waarbij de klep zich in een afsluitende positie bevindt,

Fig, 5 is een zijaanzicht op een middelgrote schaal 20 van de in de figuren 3 en 4 weergegeven klep,

Fig, 6 is een zijaanzicht van een tweede uitvoeringswijze van onze uitvinding,

Fig, 7 is een zijaanzicht van een derde uitvoeringswijze van onze uitvinding, 25 Fig, 8 is een zijaanzicht van een vierde en te ver kiezen uitvoeringswijze van de uitvinding,

Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding,

Fig, 1 geeft één toepassing weer, waarin onze uitvinding zondermeer kan worden toegepast, Zoals is weergegeven, be-30 staat hij uit een conventionele ondersteuningsstandaard 10, die door middel van een hengsel 11 een distributievat 12 ondersteunt, die gewoonlijk bekend is als een I,V.-fles, Een dergelijk vat kan elk van een aantal oplossingen, zoals bijvoorbeeld een zoutoplossing 8403749 - 4 - bevatten, Zoals in fig, 1 is weergegeven, bezit het vat 12 een afvoerbuis 13, waaraan een conventionele plugkraan of sluitklem 14 is aangebracht, waarmee de afvoer kan worden geregeld. Aan het benedeneinde van de leiding of buis 13 wordt een distributievat 5 15 in de vorm van een doorzichtige obserratiebuis gedragen, die is voorzien van markeringen om de hoeveelheid vloeistof aan te geven, die er doorheen kan worden gedistribueerd, Binnen in het distributievat 15 bevindt zich een balvormige afsluitklep 16, die zo is ontworpen, dat hij als een afsluitklep fungeert, wanneer het 10 vloeistofniveau binnen het vat 15 de afvoeruitlaat nadert. Aan de afvoerleiding 19 is een tweede sluitklem of kleporgaan 18 aangebracht voor de uiteindelijke regeling van de hoeveelheid vloeistof, die uit het distributievat stroomt,

Fig, 2 is een schets op grotere schaal van het distri-15 butievat, dat overeenkomt met het in fig, 1 weergegeven distributievat 15, en geeft op een betere wijze de conventionele, tot nog toe toegepaste balvormige afsluitklep en bijbehorende klepzittingen weer. Zoals is weergegeven, heeft de afsluitklep de vorm van een rubber bal 16, die in de vloeistof drijft, zodat hij in lichte 20 mate boven het vloeistofniveau 19 uitsteekt. Bij de afvoeruitlaat is een klepzitting 20 aangebracht en zo gesitueerd, dat, wanneer het vloeistofniveau daalt, de bal 16 tegen de klepzitting zal gaan aanliggen en deze op effectieve wijze zal afsluiten, mits de schei-dinglijn of poort van de balvormige klep niet tegen de klepzitting 25 gaat aanliggen, In het laatste geval zal er een lekkage optreden met belangrijke nadelige gevolgen, zoals hiervoor is beschreven,

Een tweede klepzitting 20A kan desgewenst worden aangebracht, zodat een stroming erdoorheen kan worden onderbroken door de bal 16, wanneer het vloeistofniveau in voldoende mate 30 stijgt, zodat de bal er tegenaan gaat dragen,

Fig, 3 geeft een vertikale dwarsdoorsnede van een distributievat 21 weer, dat, wat constructie betreft, overeenkomt met het vat 15, behalve dat de klepzitting enigszins verschillend is, 8403749 - 5 - . ' i j

In deze figuur is één van de onderhavige verbeterde vloeistofafsluit-kleppen erin toegepast weergegeven, waarbij hij echter een effectievere afsluiting verschaft, en waarbij hij vervaardigd kan zijn van een buigzaam, veerkrachtig elastisch polymeer of van een kunst-5 stofmateriaal, Deze afsluitklep 22 bezit, zoals is weergegeven, een dichtheid, die iets geringer is dan die van de vloeistof 23, waarin hij wordt gedragen. Hij bezit over het algemeen een bolvorm, behalve dan dat hij een paar tegenover elkaar gelegen vlakke bovenen benedenzijden bezit, die respectievelijk met de nummers 24 en 25 10 zijn aangegeven, Deze boven- en benedenzijden zijn, zoals is weergegeven, evenwijdig. Over het algemeen bezit het klepelement 22 de vorm van een bal, waarvan de tegenover elkaar gelegen boven- en benedengedeeltenervan afgesneden zijn, Het ringvormige gebied, dat de omtrek van de benedenzijde 25 omgeeft, is in een lichte 15 mate cirkelvormig om een uitstekend afsluitoppervlak 26 te vormen. Dit afsluitoppervlak is ontworpen om tegen de klepzitting 27, die aan het benedeneinde van het vat 21 is aangebracht, te gaan aanliggen en ermee sanen te werken. Dit is het beste te zien onder verwijzing naar fig, 4, 20 Zoals het beste in fig, 4 is weergegeven, is het klep- orgaan 22 op zodanige wijze in een vorm vervaardigd, dat zijn scheidingslijn 28 op zodanige wijze tussen de tegenover elkaar gelegen zijden 24 en 25 is gesitueerd, dat deze nooit tegen de klepzitting 27 zal gaan aanliggen. Dit is zo vanwege de werking van de hydro-25 statische krachten op de unieke vorm van het klepelement 22, aangezien dergelijke krachten ervoor zullen zorgen, dat het kleporgaan zichzelf zo oriënteert, dat zijn ringvormig afsluitoppervlak 26 altijd tegen de klepzitting 27 zal gaan aanliggen. Bij voorkeur is het gebied, dat de omtrek van de bovenzijde 24 omgeeft, eveneens 30 in lichte mate cirkelvormig teneinde een secundair ringvormig afsluitoppervlak 29 rond de bovenzijde 24 te verschaffen, zodat in het geval, dat de afsluitklep vanwege een onverwachte beroering binnen de vloeistof rechtop gaat staan, het kleporgaan goed zal 8403749 — 6 — ι afsluiten, zelfs al zou het omgekeerd worden, Het afsluitoppervlak 29 zal eveneens dienen voor het tegen een klepzitting, die zoals zitting 20A is gesitueerd, te gaan aanliggen in het geval, dat een dergelijke toepassing wordt gewenst, 5 Eveneens zal worden opgemerkt, dat het gietpoortge- deelte 30 van de klep 22 op de bovenzijde 24 is gesitueerd. Desge-wenst kan de gietpoort overal op het uitwendige van het klepelement tussen de twee ringvormige afsluitvlakken 27 en 29 worden gesitueerd, Het enige, dat is vereist, is, dat het op zodanige wijze is 10 gesitueerd, dat, wanneer de hydrostatische krachten van de vloeistof gaan werken, het gietpoortgedeelte nooit tegen de klepzitting 27 zal gaan aanliggen. Op deze wijze is men ervan verzekerd, dat noch de scheidingslijn 28 noch de poort 30 ooit tegen de klepzitting 27 zullen gaan aanliggen en dat daarom altijd een volkomen afslui-15 ting zal worden verschaft,

Fig. 5 geeft in zijaanzicht een afsluitorgaan 22 weer op een in geringere mate kleinere schaal in vergelijking tot fig, 4, Het zal worden opgemerkt, dat de scheidingslijn 28 langs de maximale afmetingen van het kleporgaan is aangebracht·en dat de afstand 20 tussen de bovenzijde 24 en de benedenzijde 25 de minder belangrijke afmetingen van het kleporgaan vormen, Dè minder belangrijke afmetingen (de afstand tussen de zijden24 en 25) zijn bij benadering 75% van de hoofdmetingen van het klepelement, We hebben gevonden, dat de relatie tussen de minder belangrijke afmetingen en 25 de hoofdafmetingen kunnen variëren. Zodoende kunnen de minder belangrijke afmetingen tussen 10% en 90% van de hoofdafmetingen liggen, We hebben eveneens gevonden, dat het kleporgaan zich gemakkelijker op zal richten, indien de boven- en benedenzijden een convexe vorm bezitten, zoals in de figuren 6 en 8 is weerge-30 geven,

Fig, 6 geeft een tweede uitvoeringswijze van de onderhavige uitvinding weer, Het zal worden opgemerkt, dat het convexe, tegenover elkaar gelegen boven- en benedenzijden bezit, die respec- 8403749 .....-_____________T-..7..-_____| tievelijk met de nummers 31 en 32 zijn aangegeven. Een ringvormig, cirkelvormig afgewerkt afsLuitoppervlak 33 en 34 wordt door elk van de zijden gedragen en de scheidingslijn 35 is langs de hoofdafmetingen van het afsluitorgaan, dat over het algemeen met het nummer 5 36 was aangegeven, gesitueerd. Eet gietpoortgedeelte 37 wordt gedragen door de bovenzijde 31 binnen het ringvormig afsluitvlak 33, Het zal worden opgemerkt, dat de afstand tussen de boven- en benedenzijden 31 en 32 bij benadering 40% van de hoofdafmetingen van het afsluitorgaan 36, zoals gemeten langs de scheidingslijn 35, 10 bedraagt,

Fig, 7 geeft een derde uitvoeringswijze 40 van de onderhavige uitvinding weer, Zoals is weergegeven, bezit het tegenover elkaar gelegen vlakke boven- en benedenzijden, die respectievelijk met de nummers 41 en 42 zijn aangegeven, Het draagt een ring-15 vormig afsluitoppervlak 43, dat zijn benedenzijden 42 omgeeft, en een ringvormig afsluitoppervlak 44, dat zijn bovenoppervlak 41 omgeeft, De scheidingslijn 45 is langs zijn hoofdafmetigen gesitueerd en zijngietpoort 46 wordt gedragen door zijn bovenoppervlak en is binnen zijn ringvormig afsluitoppervlak 44 gesitueerd, De 20 afstand tussen de boven- en benedenzijden 41, 42 vormt de minder belangrijke afmeting, die bij benadering 25% tot 30% van zijn hoofdafmeting, zoals gemeten langs de scheidingslijn 45, bedraagt,

De vierde en te verkiezen uitvoeringswijze van de onderhavige uitvinding is in fig, 8 weergegeven. Onder verwijzing 25 hiernaar is te zien, dat dit kleporgaan 50 wordt gekenmerkt door de convexe boven- en benedenzijden 51 respectievelijk 52, die ringvormige afsluitoppervlakken 53 respectievelijk 54 bezitten,

De scheidingslijn 55 is langs de hoofdafmeting van het kleporgaan gesitueerd en het gietpoortgedeelte 56 wordt gedragen door het 30 bovenoppervlak 51, Het zal worden opgemerkt, dat de minder belangrijke afmeting, zoals gemeten tussen de boven- en benedenzijden 51 en 52, bij benadering 70% van de hoofdafmeting, zoals gemeten langs de scheidingslijn 55, bedraagt, 8403749 - a -

Waar wij hier ook ergens de term "drijflichaam" hebben gebruikt, is het de bedoeling geweest om hiervoor een dichtheid aan te geven, die in lichte mate minder is dan die van de vloeistof, waarin dat lichaam zal worden toegepast, Wanneer dus de 5 vloeistof water zal zijn, zal de dichtheid van het lichaam iets minder bedragen dan 1,0, De drij flichamen, waarvan wij hebben uitgevonden, dat zij op bevredigende wijze werken, zijn van elastische polymeren gevormd,

In het gebruik functioneert ons nieuw kleporgaan op 10 dezelfde wijze als de conventionele balvormige afsluitklep, aangezien het in de vloeistof 23 drijft, die gedistribueerd moet worden, en niet tegen de klepzitting 27 gaat aanliggen, tenzij en totdat het vloeistofniveau 19 de klepzitting 27 nadert, Wanneer dit gebeurt, gaat het ringvormig afsluitoppervlak van de onderhavige 15 vloeistofafsluitklep tegen de klepzitting 27 aanliggen en zorgt dan voor een volkomen afsluiting, waarlangs geen lekkage zal optreden, omdat het kleporgaan van tevoren zal zijn georiënteerd door de erop werkende hydrostatische krachten, zodat de scheidingslijn of het gietpoortgedeelte van de klep onmogelijk tegen de klepzitting 27 20 kunnen gaan aanliggen. Zodoende is de gebruiker van de uitvinding ten alle tijden verzekerd van een volkomen afsluiting, aangezien de hydrostatische krachten het kleporgaan, wanneer dit zo is gevormd, automatisch op zodanige wijze binnen de vloeistof doen oriënteren, dat rloch de scheidingslijn noch het gietpoortgedeelte in contact 25 kan komen met de klepzitting.

Bij het beschouwen van de uitvinding dient men in gedachte te houden, dat de onderhavige beschrijving slechts illustratief is en dat de strekking van de uitvinding wordt bepaald door de bijgevoegde conclusies, 8403749

Claims (22)

1, Een vloeistofafsluiter voor het afsluiten van de klepzitting van een vloeistofdoorlaat, die een vertikale as bezit en daarnaast een hoeveelheid vloeistof met een bovenste niveau, die naar de klepzitting toe en ervan af beweegt wanneer de vloeistof- 5 voorraad varieert,^ met het kenmerk, dat de genoemde afsluitèr bestaat uit een drijflichaam, dat hoofd- en bijassen bezit, waarlangs het hoofddimensies respectievelijk minder belangrijke dimensies bezit, waarbij het genoemde lichaam een paar tegenover elkaar gelegen boven- en benedenzijden bezit, die zich over het algemeen 10 in de richting van zijn hoofdas uitstrekken en waartussen zijn minder belangrijke afmeting is afgemeten, waarbij het genoemde lichaam een ringvormig lichaamsoppervlak bezit, dat zich tussen zijn twee tegenover elkaar gelegen zijden uitstrekt, waarbij het genoemde lichaam een ringvormig afsluitoppervlak bezit, dat naast de ene 15 van de genoemde zijden is gesitueerd, die zich het dichtst bij de klepzitting bevindt, en welk lichaam zodanig is geconstrueerd en ingericht, dat deze de klepzitting van een dergelijke vloeistof-doorlaat afsluit, wanneer hij in een dergelijke vloeistof is aangebracht en wanneer het vloeistofniveau de klepzitting nadert, 20 en waarbij de minder belangrijke afmetingen van het genoemde lichaam in het gebied van de 10% - 90% van zijn hoofdafmetingen liggen,

2, De constructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste één van de genoemde zijden een convexe vorm bezit, v

3, De constructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, 25 dat elk der genoemde zijden een convexe vorm bezit,

4, De constructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde zijden ermee corresponderende gebogen vormen en afmetingen bezitten,

5, De constructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, 30 dat het ringvormig lichaamsoppervlak in de richting van de bijas van het genoemde lichaam een boogvorm bezit,

6, De constructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ringvormige afsluitoppervlak cirkelvormig is, 8403749 -- __________________________- 10 -___

7, De constructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afstand tussen de genoemde tegenover elkaar gelegen zijden bij benadering 40% van de hoofdafmetingen van het genoemde lichaam bedraagt, 5

8, De constructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afstand tussen de genoemde tegenover elkaar gelegen zijden bij benadering 70% van de hoofdafmetingen van het genoemde lichaam bedraagt,

9, De constructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, 10 dat de tegenover elkaar gelegen zijden vlak zijn en evenwijdig ten opzichte van elkaar liggen,

10, De constructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het lichaam in hoofdzaak bestaatjuit een bal, waarvan langs evenwijdige lijnen aan tegenover elkaar gelegen zijden ten opzichte 15 van zijn centrum stukken zijn weggesneden,

11, De constructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het lichaam is gevormd van elastisch polymeer en een gietpoort-teken bezit, dat zich op één van de genoemde tegenover elkaar gelegen zijden bevindt, 20

12, De constructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het lichaam is gevormd van elastisch polymeer en dat zijn scheidingslijn zich over zijn totale lengte tussen de genoemde tegenover elkaar gelegen zijden bevindt,

13. De constructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, 25 dat het lichaam is gevormd van elastisch polymeer en dat de genoemde tegenover elkaar gelegen zijden een convexe vorm bezitten en dat zijn scheidingslijn zich tussen de genoemde zijden bevindt en dat zich op één van de genoemde zijden een gietpoortteken bevindt,

14, Een vloeistofafsluitorgaan voor het afsluiten van 30 een vloeistofdoorlaatopening, die een vertikale as bezit en een voorraad vloeistof bevat, met het kenmerk, dat dit afsluitorgaan bestaat uit een over het algemeen balvormig drijflichaam, dat is vervaardigd van buigzaam veerkrachtig elastisch polymeer en dat is 8403749 _______ " 11 geconstrueerd en ingericht om de opening van een dergelijke vloei-stofdoorlaat af te sluiten, wanneer hij in een dergelijke vloeistof is aangebracht en wanneer het vloeistofniveau de opening nadert, en waarbij hij een paar tegenover elkaar gelegen evenwijdige, 5 over het algemeen vlakke op afstand van elkaar gelegen zijden bezit, waarbij de afstand tussen het genoemde paar zijden in een vlak, dat er over het algemeen loodrecht op staat, in het gebied tussen de 10% en 75% van de maximale afmetingen van het genoemde lichaam ligt,

15, De constructie volgens conclusie 14, met het ken-10 merk, dat de afstand tussen de genoemde zijden in een vlak loodrecht erop bij benadering 40% van de maximale afmetingen van het genoemde lichaam bedraagt ,v

16, De constructie volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het uitwendig oppervlak van het genoemde lichaam tussen 15 de genoemde zijden langs de omtrek van tenminste één van de genoemde evenwijdige zijden cirkelvormig is,

17, De constructie volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de afstand tussen de genoemde zijden in een vlak loodrecht erop bij benadering 75% van de maximale afmetingen van het 20 genoemde lichaam bedraagt,

18, Een vloeistofafsluitorgaan voor het afsluiten van de klepzitting van een vloeistofdoorlaatopening, die een vertikale as bezit, met het kenmerk, dat dit afsluitorgaan bestaat uit een drijflichaam, dat zodanig is geconstrueerd en ingericht, dat zijn 25 drijvers bestaan uit een paar tegenover elkaar gelegen bovenen benedenzijden, waarbij de genoemde benedenzijde een cirkelvormig afgewerkt ringvormig afsluitoppervlak bezit, dat, wat vorm en afmeting betreft, ongeveer correspondeert met de klepzitting van een dergelijke vloeistofdoorlaat, waarvoor het is ontworpen om deze 30 af te sluiten en waarbij het zodanig is geconstriBerd en ingericht, dat het tegen een dergelijke opening aan gaat liggen en deze afsluit, wanneer het vloeistofniveau, waarin het kan drijven, een dergelijke opening nadert, en waarbij de maximale afstand tussen 8403749 - 12 - de genoemde tegenover elkaar gelegen zijden minder dan 90% en meer dan 10% van de maximale afmetingen van het genoemde lichaam bedraagt,

19. De constructie volgens conclusie 18, met het ken-5 merk, dat de afstand tussen de genoemde tegenover elkaar gelegen zijden de minder belangrijke afmeting van het genoemde lichaam vormt en dat de hoofdafmeting van het genoemde lichaam zich over het algemeen evenwijdig aan een lijn, die zich over het algemeen evenwijdig aan de genoemde zijden uitstrekt, uitstrekt, 10

20, De constructie volgens conclusie 18, met het ken merk, dat tenminste één van de genoemde zijden een convexe vorm bezit,

21, De constructie volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat elk der genoemde zijden een convexe vorm bezit, 15

22, De constructie volgens conclusie 18, met het ken merk, dat elk der genoemde zijden overeenkomstig convex ten opzichte van de andere is gevormd, 8403749