NL8403291A

NL8403291A - Werkwijze en inrichting voor het nastellen van het werkbeginpunt bij mechanisch door een persaandrijving aangedreven hulpinrichtingen.

Info

Publication number: NL8403291A
Application number: NL8403291A
Authority: NL
Original assignee: Mueller Weingarten Maschf
Priority date: 1983-12-15
Filing date: 1984-10-30
Publication date: 1985-07-01
Also published as: DE3345462A1

Description

NO 32.763

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het nastellen van het werkbeginpunt bij mechanisch door een persaandrijving aangedreven hulpinrichtingen.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het nastellen van het werkbeginpunt van mechanisch door een persaandrijving aangedreven hulpinrichtingen zoals een toevoereenheid, een afvalschaar en dergelijke bij een mechanisch aangedreven excenterpers 5 met stoterslagverstelling.

Bij mechanisch aangedreven persen met slagverstelling en bijvoorbeeld mechanisch aangedreven toevoereenheid met afvalschaar is een inrichting voor het corrigeren van het begin van de toevoer bij om-stelling van de slaglengte noodzakelijk.

10 Een bekende inrichting (eigen uitvoering) - verdraaien van beide slagschijven - is moeilijk toegankelijk, vereist bij het omstellen veel tijd en is niet geschikt voor een automatisch verloop.

De uitvinding heeft tot doel een dergelijke nastelling te vereenvoudigen en voor automatisch verloop uit te voeren.

15 Dit wordt volgens de uitvinding bereikt bij een werk wijze en een inrichting van het hierboven genoemde type doordat het nastellen van het werkbeginpunt van de hulpinrichtingen door verdraaien van de excentriek-as bij stilstaande, de slagschijven voor de hulpinrichtingen dragende aandrijfas wordt uitgevoerd.

20 Een overeenkomstige werkwijze heeft het kenmerk, dat de correctie van het werkbeginpunt volgens de volgende reeks stappen wordt uitgevoerd: a) draaien van de excentriek-as tot de slagstangen van de hulpinrichtingen in het dode punt staan, dan 25 b) vasthouden van de aandrijfas van de hulpinrichtingen, bijvoorbeeld door een geregelde rem en het afkoppelen van de aandrijfas van de excentriek-as, dan c) draaien van de excentriek-as over de voor de correctie van het werkbeginpunt noodzakelijke verdraaiingshoek, dan 30 d) aankoppelen van de aandrijfas op de excentriek-as en vrijgeven van de aandrijfas, afsluitend e) draaien van de excentriek-as tot de persstoter in het bovenste dode punt staat.

Het is echter eveneens mogelijk dat de correctie van 35 het werkbeginpunt volgens de volgende stappen wordt uitgevoerd: 8403291

Λ C

-2- a) aflezen van de hoekstand van de excentriek-as, bijvoorbeeld bij de hoekstapgever, dan b) vasthouden van de aandrijfas van de hulpinrichtingen bijvoorbeeld door een geregelde rem, en het dan afkoppelen van de aandrijfas van de 5 excentriek-as, dan c) verstellen van de stoterslag, dan weer d) draaien van de excentriek-as in de bij a) afgelezen hoekstand en aansluitend e) aankoppelen van de aandrijfas op de excentriek-as en het vrijgeven 10 van de aandrijfas van de hulpinrichtingen.

Bij deze werkwijze worden ondanks verschillend ingestelde stoterslaglengten de kinetische verhoudingen door de beweging van de stoter en de toevoerbeweging respectievelijk beweging van de afval-schaar niet veranderd en de hiervoor noodzakelijke correctie om een ver-15 andering te verhinderent gelijkertijd respectievelijk samen met het verstellen van de stoterslag uitgevoerd.

Voor een automatisch aflopende correctie wordt door de excentriek-as bovendien een hoekstapgever aangedreven, die met een CNC-regeling hoekstanden kan herkennen en aansturen.

20 Verdere voorstellen volgens de uitvinding zijn in de conclusies 4 tot 7 beschreven.

/

De uitvinding wordt aan de hand van een tekening, die een willekeurig uitvoeringsvoorbeeld weergeeft nader besproken.

Figuur 1 toont het vooraanzicht van een pers, 25 Figuur 2 toont een doorsnede over de lijn A-B in figuur 1 en

Figuur 3 toont een snede over de lijn C-D in figuur 2. De motor 11 drijft via een riem 12 het vliegwiel 13 aan. Aan beide zijden van het vliegwiel is een koppelings-remcombinatie 30 4 aangebracht, die de draaibeweging van het voortdurend lopende vlieg wiel op de tussenas 15 overbrengen. Op deze tussenas is een aandrijf-rondsel 16 aangebracht voor de hoofdaandrijving en de worm 17 voor de aandrijving van de aandrijfas 4.

Het aandrijfrondsel 16 werkt samen met het aandrijf-35 wiel 18 op de excentriek-as 1, de worm 17 met het wormwiel 19 van de aandrijfas 4. De overzetverhoudingen van deze beide wielparen zijn zo gekozen, dat de excentriek-as 1 en de aandrijfas 4 synchroon lopen.

De excentriek-as 1 drijft een nokschakelwerk aan en/of een hoekstapgever 10. Deze inrichting bezit alle voor het regelen van 40 de pers noodzakelijke hoekbewegingen.

8403291 -3-

Op de aandrijfas 4 is het wormwiel 19 rondgaand en de koppelingsring 20 axiaal verschuifbaar aangebracht. Het wormwiel 19 en de koppelring 20 dragen een kopvertanding 21 en brengen onder invloed van de veer 22 het draaimoment van de wormaandrijving over op de aan-5 drijfas 4. Anderzijds is echter het ontkoppelen van de aandrijfas 4 van de tussenas 15 mogelijk, waarbij de zuiger 23 van de cilinder 24 onder drukmedium wordt gebracht en daardoor de kopvertanding 21 tegen de invloed van de veer 22 in buiten ingrijping komen.

Op de slagschijven 2 en 3 zijn slagstangen 5 en 6 be-10 vestigd. Via de slagstangen 5 heeft de aandrijving voor het als invoer-apparaat dienende walstoevoer 25 plaats. Verder is de slagstang 5 via een hoekhefboom 30 met een aandrijfstang 27 voor de als toevoerapparaat dienende walstoevoer 26 verbonden.

De slagstang 6 drijft daarentegen via een verbindings-15 as 29 en hoekhefbomen 31 en 32 de slagstang 33 van de nageschakelde afvalschaar 28 aan.

Voor het instellen van het werkbeginpunt van de beide walstoevoeren en van de schaar wordt eerst de excentriek-as 1 zoveel verdraaid dat de slagstangen 5 in een dode puntstand staat. Dan wordt 20 de aandrijfas 4 bijvoorbeeld door een geregelde rem 8 vastgehouden, waarna het afkoppelen van de aandrijfas 4 door de excentriek-as 1 wordt uitgevoerd. Nu heeft het verdraaien van de excentriek-as 1 om de voor de correctie noodzakelijke verdraaiingshoek plaats, waarna de aandrijfas 4 weer op de excentriek-as 1 wordt gekoppeld en dan de aandrijfas 4 25 door lossen van de rem 8 wordt vrijgegeven. Het juist samenwerken van de toevoer en de afvalschaar wordt door overeenkomstig met spieën aanbrengen van beide slagschijven 2 en 3 op de aandrijfas 4 gewaarborgd.

8403291

Claims

1. Werkwijze voor het nastellen van het werkbeginpunt van mechanisch door persaandrijving aangedreven hulpinrichtingen, zoals toevoereenheid, afvalschaar en dergelijke op een mechanisch aangedreven excenterpers met stoterslagverstelling, met het kenmerk, dat 5 het nastellen van het werkbeginpunt van de toevoerinrichtingen door verdraaien van de excentriek-as (1) bij stilstaande, de slagschijven (2 en 3) voor de hulpinrichtingen dragende aandrijfas (4·) wordt uitgevoerd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de correctie van het werkbeginpunt volgens de volgende 10 stappen wordt uitgevoerds a) draaien van de excentriek-as (1) tot de slagstangen (5, 6) van de hulpinrichtingen in de dode puntsstand staan, dan b) vasthouden van de aandrijfas (4·) van de hulpinrichtingen, bijvoorbeeld door een gestuurde rem (8) en af koppelen van de aandrijfas (4·) van de 15 excentriek-as (1), dan c) draaien van de excentriek-as (1) om de voor het corrigeren van het werkbeginpunt noodzakelijke verdraaiingshoek, dan d) aankoppelen van de aandrijfas (4·) op de excentriek-as (1) en vrijgeven van de aandrijfas (4·), afsluitend 20 e) draaien van de excentriek-as (1) tot de persstoter (7) in het bovenste dode punt staat.

3. Werkwijze volgens conclusie l,met het kenmerk, dat de correctie van het werkbeginpunt met de volgende stap-reeks wordt uitgevoerd: 25 a) aflezen van de hoekstand van de excentriek-as (1) bijvoorbeeld op een hoekstapgever (10), dan b) vasthouden van de aandrijfas (4·) van de hulpinrichtingen, bijvoorbeeld door een geregelde rem (8), en het af koppelen van de aandrijfas (4·) van de excentriek-as (1), dan 30 c) verstellen van de stoterslag, dan weer d) draaien van de excentriek-as (1) in de bij a) afgelezen hoekstand en afsluitend e) aankoppelen van de aandrijfas (4·) op de excentriek-as (1) en het vrijgeven van de aandrijfas (4) van de hulpinrichtingen. 35 4·. Werkwijze volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat via een nokschakelwerk, een hoekstapgever (10) of dergelijke de verdraaiingshoek voor het corrigeren van het werkbeginpunt wordt ingesteld. 8403291 t = -5-

5. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de conclusies 1 tot 4·, met het kenmerk, dat enerzijds tussen de excentriek-as (1) en de aandrijfas (4·) voor de hulpinrichtingen een gemakkelijk losneembare verbinding bestaat en anderzijds de aan- 5 drijfas (4·) voor de hulpinrichtingen met een geregelde vasthoudinrich-ting samenwerkt.

6. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat als verbinding een koppeling (9) en als vasthoud-inrichting een rem (8) aanwezig zijn.

7. Inrichting volgens de conclusies 5 en 6, m e t het kenmerk, dat de koppeling op de de slagschijven (2, 3) voor de hulpinrichtingen dragende gemeenschappelijke aandrijfas (4>) is aangebracht. 8403291