NL8403080A

NL8403080A - Positioneerinrichting voor bladvormige originelen.

Info

Publication number: NL8403080A
Application number: NL8403080A
Authority: NL
Original assignee: Oce Nederland Bv
Priority date: 1984-10-10
Filing date: 1984-10-10
Publication date: 1986-05-01
Also published as: EP0178722B1; DE3572872D1; EP0178722A1; US4629315A; JPS6190950A

Description

% ι -1-

Océ-Nederland B.V. te Venlo

Positioneerinriohting voor bladvormige originelen

De uitvinding heeft betrekking op een positioneerinrichting om een bladvormig origineel op de beliohtingstafel van een kopieerapparaat te positioneren, omvattende een zich langs een rand van de belichtingstafel uitstrekkende beweegbare liniaal met middelen om de liniaal te 5 bewegen van en naar een stand, waarin een rand van de liniaal zich vanaf de belichtingstafel naar boven uitstrekt om een langs de beliohtingstafel aankomend bladvormig origineel met zijn voorrand tegen te houden en daarop te positioneren, naar en van een stand waarin het· 10 bladvormige origineel wordt vrij gelaten om verder in de richting van en tot voorbij de liniaal te worden verplaatst.

Dergelijke bekende inrichtingen hebben een, bijvoorbeeld om een scharnieras in hun lengterichting, zwenkbare liniaal om deze hetzij op de belichtingstafel te leggen, hetzij daarvan weg te klappen. Daarbij 15 bestaat het gevaar dat dunne bladen met hun voorrand op een of meer plaatsen tussen die tegenhoudrand van de liniaal en de belichtingstafel dringen, daardoor een ongewenste stand innemen en beschadigd worden.

Men heeft reeds voorgesteld, blijkens het Amerikaanse octrooischrift 4.183*519, om enkele gescheiden vingers, die als liniaal 20 fungeren, verend neerwaarts op de belichtingstafel te drukken. Om genoemd gevaar te voorkomen moet de veerkracht op die vingers vrij groot zijn, maar dan schraapt de scherpe onderkant van de tegenhoudrand der vingers over de belichtingstafel, wat slijtage vooral van die onderkant kan meebrengen.

25 De uitvinding beoogt hierin verbetering te brengen en hiertoe is een inrichting als in de aanhef bedoeld volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de belichtingstafel nabij de liniaal een verdiept gedeelte heeft, dat de liniaal in de stand voor het tegenhouden van een origineel met het deel, dat de betreffende tegenhoudrand draagt, ten 30 dele in dat verdiepte gedeelte ligt en zo daarin past, dat dat liniaaldeel tegen de direct op het tafelvlak aansluitende staande wand van het verdiept gedeelte ligt en past met een rand, die direct in de boven het tafelvlak uitstekende rand overgaat.

8403080 -2- ί· .-5

Daardoor worden de genoemde nadelen van de bekende inrichtingen met een zeer eenvoudig toe te passen maatregel vermeden.

Opgemerkt wordt, dat uit Research Disclosure Bulletin, October 1979, p. 587-590, een inrichting bekend is, waarin de belichtingstafel 5 ook een verdiept gedeelte heeft maar waarin de liniaal tegen de overgangskant van de vlakke belichtingstafel naar de opstaande wand van de verdieping aanligt om een klemwig voor de documenten te vormen. Het verdiepte gedeelte neemt een versterkingsdeel van de liniaal met veel speling op en dient verder voor het opnemen van een beweegbaar 10 leidvlak, dat kan scharnieren om in de baan van terugkerende documenten te worden gebracht, van welke documenten twee zijden gekopieerd moeten I ’worden. Hierbij laat de nauwkeurigheid van de positionering in het algemeen te wensen over, terwijl ook hier dunne bladen met hun voorrand te ver tussen die overgangskant en de liniaal kunnen 15 schuiven.

Verder zijn uit IBM Technical Disclosure Bulletin J7, nr. 4 (september 1974), p. 1131» en nr. 6 (november 1978), pp 2222 en 2223, positioneerinrichtingen bekend, waarbij een liniaal uit flexibel materiaal onder ongeveer 45° schuin ten opzichte van een eindrand van 20 de tafel is opgesteld en in zijn eigen vlak verschuifbaar is tot een opwaartse stand waarin hij met zijn bovenste deel uitsteekt boven het tafelvlak en tot een neerwaarts teruggetrokken stand, in welke standen documenten worden tegen gehouden respectievelijk kunnen passeren. Ook hierbij kunnen vooral dunnere documenten, maar zelfs dikkere, vooral 25 als zij slap zijn, tussen tafel en liniaal schuiven, in een niet goed gepositioneerde stand vastgeklemd worden en beschadigen.

De tegenhoudrand en de in het verdiepte gedeelte passende rand van de liniaal liggen bij toepassing van de uitvinding bij voorkeur in één vlak ongeveer loodrecht op het vlak van de belichtingstafel.

30 Verder verdient het de voorkeur de positioneerinrichting zo uit te voeren, dat middelen om de liniaal in de stand voor het tegenhouden van een document te brengen de bedoelde, in dat verdiepte gedeelte grijpende, rand tegen de direct op het tafelvlak aansluitende wand van het verdiepte gedeelte in de belichtingstafel drukken.

35 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen.

8403080 * - * -3-

Daarin is:

Pig. 1 een schematisch aanzicht van de positioneerinrichting volgens de uitvinding met de liniaal in de stand om een blad te positioneren.

5 Fig» 2 een gedeelte van de inrichting volgens Fig. 1, waarbij de liniaal ligt in de positie om een blad te laten passeren.

De uit bijvoorbeeld een glasplaat bestaande belichtingstafel 1 van een kopieerapparaat is nabij één uiteinde voorzien van een verdiept gedeelte 3» een ópstaande wand 2 en een vanaf het verdiept gedeelte 3 10 naar het einde van de tafel schuin naar beneden hellend gedeelte 4. Op het verdiept gedeelte 3 en tegen de opstaande wand 2 drukt een liniaal 5, waarvan het bovenvlak 6 boven het oppervlak van de belichtingstafel 1 uitsteekt. De liniaal 5 strekt zich uit over de gehele breedte van de belichtingstafel 1 en vormt aldus langs de tafel 1 een opstaande rand, 15 waartegen een over de belichtingstafel 1 aangevoerd bladvormig origineel wordt gepositioneerd. De liniaal 5 is draaibaar bevestigd op een pen 7, die uitsteekt uit een profiel 8. Het profiel 8 is draaibaar om een as 9» die wordt gedragen door een aan het frame van het kopieerapparaat bevestigde plaat 10. Door een veer 11, die is gespannen tussen 20 de liniaal 5 en het profiel 8, wordt de liniaal 5 tegen het verdiept gedeelte 3 van de belichtingstafel 1 gedrukt. Het profiel 8 is aan zijn onderzijde verbonden met de arm 12 van een hefmagneet 13. In de stand weergegeven in Fig. 1, drukt de arm 12, onder invloed van een in de hefmagneet aanwezige veer, tegen het profiel 8, wat tot gevolg heeft 25 dat de opstaande rand van de liniaal 5 tegen de opstaande wand 2 van de belichtingstafel 1 wordt gedrukt. Over de belichtingstafel 1 loopt een transportband 14 in de door een pijl aangegeven richting, met welke band een bladvormig origineel 15 over de belichtingstafel 1 wordt aangevoerd en tegen de ópstaande rand van de liniaal 5 wordt geposi-30 tioneerd. Nadat het origineel is gepositioneerd, wordt het één- of meermalen belicht. Na de belichting wordt de hefmagneet 13 bekrachtigd, waardoor ara 12 naar rechts beweegt, met als gevolg dat het profiel 8 om de as 9 linksom draait. De liniaal 5 wordt daardoor naar links bewogen en neemt uiteindelijk de stand in zoals in Fig. 2 is weergegeven.

35 Het op de belichtingstafel 1 liggende origineel wordt nu door de transportband 14 over het bovenvlak 6 van de liniaal 5 afgevoerd. Nadat 8403080 : -4- Ï' het origineel is afgevoerd, wordt de bekrachtiging van heflnagneet 13 opgeheven, waardoor de arm 12 door veerdruk naar links wordt bewogen en de liniaal 5 in zijn uitgangspositie wordt teruggezet.

Uiteraard kunnen allerlei wijzigingen in de hierboven beschreven 5 constructie worden aangebracht. Zo zal het duidelijk zijn dat het zojuist beschreven mechanisme voor het verplaatsen van de liniaal, kan worden vervangen door andere, op zich zelf bekende mechanismen, bijvoorbeeld zoals beschreven in voornoemd Amerikaanse octrooischrift 4.183.519.

840 3 0 8 0

Claims

1. Positioneerinrichting om een bladvormig origineel op de belichfcingstafel (1) van een kopieerapparaat te positioneren, omvattende een zich langs een rand van de belichtingstafel (1) uitstrekkende beweegbare liniaal (5) met middelen (8,11,12,13) om de 5 liniaal te bewegen van en naar een stand, waarin een rand van de liniaal zich vanaf de belichtingstafel (1) naar boven uitstrekt om een langs de belichtingstafel (1) aankomend bladvormig origineel (15) met zijn voorrand tegen te houden en daarop te positioneren, naar en van een stand waarin het bladvormig origineel (15) wordt vrij gelaten om 10 verder in de richting van en tot voorbij de liniaal te worden verplaatst, met het kenmerk, dat de belichtingstafel (1) nabij de liniaal (5) een verdiept gedeelte (3) heeft, dat de liniaal (5) in de stand voor het tegenhouden van een origineel met het deel, dat de betreffende tegenhoudrand draagt, ten dele in dat verdiepte gedeelte 15 (3) ligt en zo daarin past, dat dat liniaaldeel tegen de direct op het tafelvlak aansluitende staande wand (2) van het verdiept gedeelte ligt en past met een rand, die direct in de boven het tafelvlak uitstekende rand overgaat.

2. Inrichting voglens conclusie 1, met het kenmerk, dat die twee 20 direct in elkaar overgaande randen in één vlak liggen, dat zich in de stand voor het tegenhouden van een bladvormig origineel (15) ongeveer loodrecht op het vlak van de belichtingstafel (1) uitstrekt.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de middelen (8,11,12,13) om de liniaal (5) in de stand voor het 25 tegenhouden van een bladvormig origineel (15) te brengen de bedoelde in het verdiepte gedeelte (3) grijpende rand tegen de direct op het tafelvlak aansluitende wand (2) van het verdiepte gedeelte (3) in de belichtingstafel (1) drukken. 84 ü3080.