NL8402737A - Inrichting voor het laden van een verbrandingsrooster van een afvalverbrandingsinstallatie. - Google Patents

Description

i— j>

Inrichting voor het laden van een verbrandingsrooster van een afvalverbrandingsinstallatie .

De uitvinding betreft een inrichting voor het laden van een verbrandingsrooster van een afvalverbrandingsinstallatie met een van messen voorziene rotor voor het verkleinen en uitstrooien van het afvalmateriaal op het verbrandingsrooster en een direct voor S de rotor geplaatste laadtransportschroef.

Een dergelijke inrichting is bekend uit het octrooi-schrift DE-OS 28 31 641. Zij wordt gekenmerkt door een uitzonderlijk gelijkmatige verkleining en verdeling van het uitgestrooide afvalmateriaal op het verbrandingsrooster.

10 De uitvinding heeft ten doel een grotere gelijkmatigheid van de'verdeling te verkrijgen.

* Overeenkomstig de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat zich voor de laadtransportschroef een tussensilo bevindt, dewelke in verbinding staat met een met de laadtransportschroef 15 gesynchroniseerde afvoerinrichting.

*

Het laden met behulp van deze ervoor geplaatste tussensilo blijkt niet alleen een gelijkmatiger verdeeld mengsel, maar ook een gelijkmatiger verdeling op het verbrandingsrooster op te leveren.

Bijzonder gunstig voor het doel van de uitvinding is 20 de als afvoerinrichting van de tussensilo bedoelde, op zich bekende dubbele transportschroef, bestaande uit twee parallel lopende trans-portschroeven.

Zij levert een bijzonder betrouwbare, gelijkmatige afvoerstroom op.

25 Als verdere vormgeving van de uitvinding wordt voorge steld, dat de tussensilo in feite niet breder is dan de beide trans-portschroeven tezamen en daarboven naar boven toe smaller toeloopt.

Daarmee is ook een ongestoorde, altijd volledige en bijgevolg gelijkblijvende aanvoer naar de transtportschroef verzekerd.

30 Ten behoeve van de doelmatigheid wordt de tussensilo naast de laadtransportschroef in dwarsrichting geplaatst en de af- 84G2737 * - 2 -............

. *. % voerinrichting tot boven de laadtransportschroef doorgetrokken, zodat deze daaronder, tezamen met de rotor, niet gehinderd door de tussen-silo voorwaarts en achterwaarts beweegbaar is, zoals dit nodig is voor het laden van het verbrandingsrooster enerzijds en ten behoeve 5 van de toegankelijkheid van de inrichting voor onderhoudswerkzaamheden en dergelijke anderzijds.

De tekening geeft een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding weer.

Fig. 1 toont een loodrechte doorsnede door een laadinrichting, dwars 10 op de ovenwand van het verbrandingsrooster en dwars op de rotor, overlangs door de laadtransportschroef en dwars door de afvoerinrich-ting van de, in zijaanzicht weergegeven tussensilo.

Fig. 2 toont een haakse loodrechte doorsnede door de laadtransportschroef en overlangs door de tussensilo en de afvoerinrichting.

15 Fig. 3 toont een horizontale doorsnede door de genoemde inrichtingen.

Een ovenwand 1 van een verbrandingsinstallatie staat tegenover een door een op en neer beweegbare deur 2 afsluitbare opening 3 met een mof 4, waarin een laadinrichting 5 met een aan de mof 4 aangepast omhulsel 6 geschoven is, 20 De laadinrichting 5 bestaat uit een op een onderstel 7 beweegbare laadtransportschroef 8 en een daaraan grenzende, in het omhulsel 6 aangebrachte rotor 9. De laadtransportschroef 8 ligt in een ommanteling 10 met een konisch verlopend voorstuk 11 en bestaat uit een in. twee lagers 12 vrij opgelegde as 13 met een schroefgang 25 14; aan het andere einde bevindt zich een hydraulische motor 15 voor de aandrijving van de as 13. De rotor 9 bestaat uit een, eveneens hydraulisch, door een aandrijfwerk 16 en een met koelwater doorstroomde as 17 aangedreven (fig. 3) trommel 18, aan de omtrek waarvan getande messen 19 zijn aangebracht. Daarboven is een scherm 20 30 op zodanige wijze aangebracht, dat haar onderkant over een gedeelte langs de ongeschreven cirkel van een rotor 9 verschoven en in verschillende standen vastgehouden kan worden.

Voor de opbouw en de werkingswijze van de laadinrichting 8402737 * $ * -3-.

5 kan aanvullend naar het octrooiscnrift DE-OS 28 31 641 verwezen worden.

Boven de vulopening in omhulsel 10 van de laadtransportschroef mondt een afvoerinrichting 21 uit van een tussensilo 24, 5 die geladen wordt door een boven een verdeelschroef 23 gelegen transportband 22.

De tussensilo 24 is smal en lang; hij is in doorsnede beneden ongeveer even breed als de afvoerinrichting 21 en loopt naar boven toe in lichte mate smaller toe. Op drie verschillende 10 hoogten zijn op microgolven gebaseerde vullingsmeters 25 aangebracht, waarvan de hoogste meer naar het vooreinde en de laagste meer naar het achtereinde van de afvoerinrichting 21 is gesitueerd.

De afvoerinrichting 21 bestaat uit een bij 26, wederom hydraulisch aangedreven dubbele transportschroef, bestaande uit 15 twee door een tandradaandrijving 27 gekoppelde, in tegengestelde richting draaiende transportschroeven 28. Ze liggen op, respectievelijk in een bodem 29, die buiten de tussensilo 24 en zijn ondersteuning 30 uitsteekt en boven de vulopening van de laadtransportschroef 8 uitmondt op een door een schuif 31 (fig. 1) afsluitbare afvoer-20 opening 32 (fig. 3).

Het te verbranden afvalmateriaal gaat vanaf de transportband 22 door de verdeelschroef 23 en via de tussensilo 24, de afvoerinrichting 21 en de laadtransportschroef 8 naar de rotor 9, die het in de oven op een niet getekend rooster uitstrooit, waar-25 bij het scherm 20 de uitstrooihoék naar boven toe begrenst. De door de verdeelschroef 23 reeds betrekkelijk gelijkmatig gevulde tussensilo 24 laat als gevolg van zijn verbreding naar onderen toe het materiaal in zijn inwendige gelijkmatig en zonder onderbreking naar beneden zakken en wordt door de beide synchroon met de laadtransport-30 schroef aangedreven, in tegengestelde richting draaiende transportschroeven 28 bijgevolg onder gelijkblijvende condities en dientengevolge gelijkmatiger geledigd. Dit heeft uiteindelijk een betere verdeling van het door de rotor 9 op het rooster uitgestrooide 3402737 ...-4 -..

, - *s materiaal tot resultaat.

t 3402737

Claims (5)

1. Inrichting voor het laden van een verbrandingsrooster van een afvalverbrandingsinstallatie met een van messen voorziene rotor 9 voor het verkleinen en uitstrooien van het afvalmateriaal op het verbrandingsrooster en een direkt voor de rotor geplaatste 5 laadtransportschroef 8, met het kenmerk/, dat voor de laadtransport-schroef 8 een tussensilo is opgesteld, die uitmondt op een met de laadtransportschroef 8 gesynchroniseerde afvoerinrichting 21.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afvoerinrichting 21 in feite bestaat uit twee naast elkaar 10 lopende transportschroeven 28.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de tussensilo 24 in feite niet breder is dan de afvoerinrichting 21.

4. Inrichting volgens conclusie 3', met het kenmerk, 15 dat de breedte van de tussensilo 24 naar boven toe afneemt.

5. Inrichting volgens één der conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk, dat de tussensilo 24 naast de laadtransportschroef 8 dwars erop geplaatst is en de afvoerinrichting 21 zich tot boven de laadtransportschroef 8 uitstrekt, die daaronder, tezamen met 20 de rotor 9 voor- en achterwaarts beweegbaar is. 8402737 __