NL8402621A - Uitmondingsconstructie met taludbeschermende eigenschappen t.b.v. buisleidingen in het algemeen en draineerleidingen in het bijzonder. - Google Patents

Description

* ζ - ι -

Uitmondingsconstructie met taludbeschermende eigenschappen t.b.v. buisleidingen in het algemeen en draineerleidingen in het bijzonder.

De uitvinding heeft betrekking op een uit 3 delen bestaande taludbeschermende (drain)buisuitmonding die op een op de huidige drainage methodiek afgestemde praktische wijze kan worden gemonteerd, de buisuitmonding volledig omgevend, zodanig dat het talud op geen 5 enkele wijze zal worden aangetast door het afgevoerde water, zelf-fixerend verzonken liggend in het talud, zodanig dat geen hinder wordt en zal worden ondervonden bij het maaien van de taludbegróeiing c.q. het reinigen van de waterloop, waarbij een kogelscharnierkop de talud-goot verbindt met de drainbuis zodanig dat een begrensde hoekverdraai-10 ing in alle richtingen van de buis mogelijk is, terwijl een hecht geheel ontstaat.

Dergelijke constructies zijn bekend als taludeindbuizen type Kleverskerke, type De Haan e.d., alle echter de nadelen hebbend dat de goot niet zelffixerend is en dat hoekverdraaiing zowel in taludhelling 15 als in inzetrichting niet of nauwelijks mogelijk is. Een in Nederlandse octrooiaanvrage nr. 7614163 beschreven "Beveiliging van buismondingen in taludsdienend plaatlichaam" is qua uitvoering en toepassing te kostbaar en het toepassingsgebied zou zich beperken tot alleen grotere buisdiameters. De in de Europese octrooiaanvraag 0000788 beschreven 20 "draining ditch headwall unit" heeft als doel een niet-hinderende taludbescherming te verkrijgen met als nadeel dat de constructie zeer kostbaar is en het aanbrengen ervan tijdrovend zal zijn, terwijl voor eventuele hoekverddaaiingen diverse handelingen zullen moeten ή worden verricht. Een en ander houdt in dat de constructie niet voor 25 algemene toepassing voor drainmandingen geschikt zal zijn.

f et doel van de uitvinding is het verschaffen van een beveiliging van taluds bij (drain)buisuitmondingen in waterlopen waarbij op voordelige wijze een groot aantal practische problemen wordt opgelost en alle nadelen van bestaande constructies worden opgeheven. Dit doel 30 wordt bereikt doordat deTALUDGOOT, die zwaluwstaartvormig in doorsnede is en na op de juiste wijze aangëbracht t'e zijn zelffixerend in het talud zal blijven liggen, wordt gekoppeld aan een niet-geperfo-reerde EINDBUIS als ander onderdeel van de constructie voorzien van een genormaliseerde "klik"mof voor een trekvaste verbinding op de 8402621 - 2 - * *% de drainbuis, door een KOGELSCHARNIERKOP, zodanig dat een grote hoek-verdraaiing ten opzichte van de taludgoot mogelijk is en die tevens zorg draagt voor een hechte verbinding aan de taludgoot zodat verwijdering naderhand niet zondermeer mogelijk is. De uitvinding heeft 5 betrekking op de meest voorkomende drainbuisdiameters, alle volgens het zelfde systeem met alléén aangepaste maatvoeringen.

De uitvoering wordt vervolgens nader toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen.

fig. 1. toont in perspectief een afwateringssloot met drainage-10 uitmondingen. ' fig. 2. is een doorsnede over A-A fig. 1. van een drainageuit-monding volgens de uitvinding.

fig. 3. is een gedetailleerde dwarsdoorsnede van de zelffixerende taludgoot volgens de uitvinding.

15 fig. 4. toont de zelfde taludgoot gezien uit de richting lood recht op het talud.

fig. 5. is een gedetailleerde doorsnede over A-A van de passing van de kogelscharnierkop in de taludgoot op de gangbare taludhelling.

fig. 6. als fig. 5. op een steil talud (60')· 20 fig. 7. geeft de hoekverdraaiingsmogelijkheid aan in zijdelingse richting.

fig. 8. is een doorsnede over A-A van de kogelscharnierkop óp ware grootte.

fig. 9. geeft het vooraanzicht gezien uit richting C (fig. 8.) 25 van de kogelscharnierkop eveneens op ware grootte.

In fig. 1. is een afwateringssloot (1.) aangegeven waarin twee drainbuizen (2.) uitmonden. De drainage sleuven (3.) zijn onder een hoek (4.) "ingezet". De "inzet"hoek (4.) is bij voorkeur 90' doch kan in verband met de vorm van de te draineren kavel afwijken. De helling 30 van het talud (5.) is bij de nieuw gegraven kavelsloten 1:1|, dat wil zeggen dat de hoek (6.) + 33’ is. Bij bestaande waterlopen of in bijzondere gevallen kan de hoek (6.) groter worden.

In fig. 2. is de volledige taludbeschermende uitmondingsconstructie gegeven waarbij de mof (7.) de drainbuis (2.) verbindt met de eind-35 buis (8.) welke laatste het drainwater afvoert via de taludgoot (9.)

Deze taludgoot wordt op de juiste plaats gehouden door middel van de kogelscharnierkop (10.) 8402621 * · f · *. ï - 3 - fig. 3. toont de zelffixerendp taludgoot (9.) in dwarsdoorsnede.

De opstaande randen (11.) staan ondtr een hoek van + 80' naar binnen waarbij de omzettingen (12.) voor extra stevigheid zorgdragen. Nadat de grond van het talud is aangezet tegen de opstaande randen (11.) 5 is een blijvend vaste ligging verzekerd, terwijl de diepte van de goot voldoende ruimte biedt om, volgens fig. 5. en 6. hieraanvolgend, de kogelscharnierkop (10.) de eindbuis (8.) omvattend, zodanig te bergen dat geen belemmeringen op het talud ontstaan met betrekking tot maaien c.q. reinigen.

10 fig. 4 is een vooraanzicht van de taludgoot (9.) waarin de cirkelvormige uitsparing (13.) is aangegeven met een doorsnede die iets kleiner is dan die van de bol waaruit de kogelscharnierkop (10.) is geconstrueerd.

fig. 5. toont een gedeta lieerde doorsnede over A-A fig. 1. van 13 de kogelscharnierkop (10.) passend op de omtrek van de uitsparing (13.) van de taludgoot (9.) en wel onder de "normale" taludhelling met een hoek (6.) van + 33’ fig. 6. toont hetzelfde maar dan onder een hoek van 60'.

Uit de figuren 5. en 6. blijkt dat de taludgoot voor montage 20 scharnierend kan bewegen over het bolvormig oppervlak van de kogelscharnierkop (10.) welke beweging kan worden aangegeven door het raakvlak (14.), denkbeeldig getrokken door de cirkelvormige uitsparing (13.) aan het boloppervlak (15.) van de denkbeeldige bol die hetzelfde middelpunt heeft als de bol waaruit de kogelscharnierkop (10.) is geconstru-25 eerd. De begrenzing van scharniermogelijkheid wordt o.a. gevormd door de uit de kogelscharnierkop (10.) stekende eindbuis (8.) delen 8a en 8b.

'•ψ*

In fig. 7. is aangegeven dat door de zijdelingse scharniermogelijkheid het "inzetten" van de drainleiding (3.) onder een hoek (4.) mogelijk is. De uitmondingsconstructie hoeft niet te worden verwrongen 30 en de taludgoot (9.) kan op normale wijze worden ingegraven terwijl mede door de trapeziumvormige doorsnede van de taludgoot het drainwater niet taluderoderend wordt af gevoerd.

In fig- 8. is een doorsnede op ware grootte van de kogelscharnierkop (10.) gegeven, waarbij het middelpunt (16.) van de bol waaruit de 35 kogelscharnierkop (10.) is geconstrueerd, op een bepaalde afstand (17.) boven de hartlijn (18.) van de boring c.q. eindbuis (8. fig. 5. en 6.) ligt.

840 2621 - 4 - v' i

Het cylindervormig deel heeft een hoogte (19.) zodanig dat de scharnier-mogelijkheid een begrenzing heeft naar alle zijden. De vaste verbinding op de eindbuis (8..) wordt geschapen door een aantal tandvormige nokjes (20.) die zodanig van afmeting zijn dat de kogelscharnierkop (10.) met 5 handkracht op de eindbuis (8.) kan worden geschoven in richting C. maar niet meer uit zichzelf zal terugwijken.

fig. 9. is een vooraanzicht op ware grootte uit de richting C. (fig.8.) gegeven, waarbij in de boring de nokjes (20.) zijn aangegeven.

8402 62 1

Claims (5)

1. 2. Constructie volgens conclusie 1. met het kenmerk dat de trek vaste verbinding met de drainbuis (2.)tot stand wordt gebracht door de aan de buis (8.) gevormde genormaliseerde klikmof (7.) aangepast aan. de gewenste draindiameter, zodanig dat met één type kogelscharnierkop meerdere drainafmetingen kunnen worden opgenomen.
2. 3. Constructie volgens conclusie 1. en 3. met het kenmerk , dat de taludgoot een cirkelvormige opening heeft zodanig dat het bolvormig oppervlak van de kogelscharnierkop zich hierover kan bewegen in alle richtingen.
3. 5. Constructie volgens conclusie 1. en 4. met het kenmerk dat 20 de kogelscharnierkop bestaat uit een halve bol en een cylindrisch gedeelte met gelijke radius, zodanig dat het bolvormig gedeelte in alle richtingen sluitend kan bewegen in de cirkelvormige opening van de taludgoot, waarbij de begrenzing van deze beweging wordt gevormd door het cylindrisch gedeelte.
4. 5. Inrichting volgens conclusie 1., 2. en 4. met het kenmerk dat de kogelscharnierkop een boring heeft met een aantal vernauwingsnokken (20.) die het aanbrengen op de eindbuis wel mogelijk maakt, terwijl het vanzelf terugschliven onmogelijk is.
5. 7. Inrichting volgens conclusies 1., 4. en 5. met het kenmerk dat 30 de kogelscharnierkop, de eindbuis omvattend, in de meest toegepaste taludhelling een dusdanige afsluiting in de taludgoot vormt, dat de eindbuis niet wordt verstopt door van boven de eindbuis neerglijdende * aarde of anderszins. 8402621