NL8402569A - POST-TOOL FOR TEAMS. - Google Patents

POST-TOOL FOR TEAMS. Download PDF

Info

Publication number
NL8402569A
NL8402569A NL8402569A NL8402569A NL8402569A NL 8402569 A NL8402569 A NL 8402569A NL 8402569 A NL8402569 A NL 8402569A NL 8402569 A NL8402569 A NL 8402569A NL 8402569 A NL8402569 A NL 8402569A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gear
trailing
tool
rods
follower
Prior art date
Application number
NL8402569A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL191077B (en
NL191077C (en
Original Assignee
Lemken Kg Pflugfab
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lemken Kg Pflugfab filed Critical Lemken Kg Pflugfab
Publication of NL8402569A publication Critical patent/NL8402569A/en
Publication of NL191077B publication Critical patent/NL191077B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL191077C publication Critical patent/NL191077C/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B59/00Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements
    • A01B59/04Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines pulled or pushed by a tractor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B49/00Combined machines
    • A01B49/02Combined machines with two or more soil-working tools of different kind
    • A01B49/027Combined machines with two or more soil-working tools of different kind with a rotating, soil working support element, e.g. a roller

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Vehicle Cleaning, Maintenance, Repair, Refitting, And Outriggers (AREA)

Description

V· φ ♦ * NL/32.244-tM/f.V φ ♦ * NL / 32.244-tM / f.

Naloopwerktuig voor ploegen.Trailing implement for plowing.

De uitvinding heeft betrekking op een naloopwerktuig voor ploegen, in het bijzonder als aanvullend werktuig bij draaiploegen,toepasbare pakkerwals met volgwerktuig, die via een koppeling of een wederzijds werkende vanginrich-5 ting met de trekker of de ploeg verbonden is en waarmee een volgwerktuig via een scharnierverbinding zwenkbaar verbonden is.The invention relates to a plow-following tool, in particular as an auxiliary tool for plowing, packer roller usable with a tracking tool, which is connected to the tractor or the plow via a coupling or a reciprocally operating device and to which a tracking tool is connected via a hinge connection is pivotally connected.

Dergelijke naloopwerktuigen worden bij het ploegen naast de ploeg op het geploegde veld zo geleid, dat 2.0 de ondergrond verstevigd wordt en een zo fijn mogelijk kruimelig oppervlak verkregen wordt. De pakkerwals, die uit meerdere walslichamen of naast elkaar aangebrachte pakkerringen bestaat, is hiertoe met vanghaken uitgerust, zodat het trek-voertuig met de ploeg in het bereik van de keerstrook van de 25 akker onafhankelijk van het naloopwerktuig, dat voor het bereiken van de keerstrook afgekoppeld wordt, gedraaid en gekeerd kan worden. Voor het verbeteren van het bewerkings-effect heeft men ook reeds aan de pakkerwals kruimelwalsen aangesloten om zo een verregaand voor het navolgende inzaaien 20 geschikt zaaibed te verkrijgen. De kruimelwals is via een kogelscharnier aan de pakkerwals bevestigd (DE-GM 82 30 833), zodat deze de bewegingen van de pakkerwals moet volgen. Bij wisseling van de rijrichting wijkt het volgwerktuig, dus de kruimelwals naar achteren en naar opzij uit, om dan weer de 25 pakkerwals te volgen. Het is eveneens bekend, een niet rollend volgwerktuig, respectievelijk een combinatie uit rollende en niet rollende volgwerktuigen achter het naloopwerktuig te schakelen. Bij de bekende oplossingen wordt het volgwerktuig boven het naloopwerktuig (dus de pakkerwals) aange-20 hangen. Dit bovenliggende punt is het geleidingspunt voor het volgwerktuig. Tijdens het werk wordt het volgwerktuig in de richting van het geleidingspunt getrokken. Daardoor wordt het volgwerktuig ontlast en kan het zijn taak niet volledig vervullen. Wanneer echter bij het wisselen van de 35 rijrichting het volgwerktuig naar achteren en naar opzij wordt gedrukt, dan wordt het tengevolge van het hoogliggende geleidingspunt diep in de grond gedrukt. De daarbij optredende krachten worden zo groot, dat beschadigingen niet zijn 840 25 6 9 -2- Η * uitgesloten. Het hoogliggende denkbeeldige geleidingspunt van het volgwerktuig heeft verder het nadeel, dat bij verhoogde trekkrachtbehoefte van het volgwerktuig dit nog meer ontlast wordt. Omgekeerd betekent het, dat bij de omkeerbe-5 weging van het volgwerktuig de in de grondrichting werkende kracht groter wordt, hoe zwaarder het volgwerktuig zich laat terugdrukken respectievelijk zwenken.Such plowing implements are guided during plowing next to the plow on the plowed field in such a way that 2.0 the substrate is reinforced and the crumbly surface is as fine as possible. The packer roller, which consists of several roller bodies or packer rings arranged side by side, is equipped for this purpose with catch hooks, so that the towing vehicle with the plow in the region of the turning strip of the field independent of the trailing implement, which is used to reach the turning strip can be disconnected, turned and turned. In order to improve the processing effect, crumbling rollers have already been connected to the packer roller in order to obtain a seed bed suitable for subsequent sowing. The crumb roller is attached to the packer roller via a ball joint (DE-GM 82 30 833), so that it must follow the movements of the packer roller. When the direction of travel changes, the follower, i.e. the crumb roller, moves back and to the side, to follow the 25 packer roller again. It is also known to link a non-rolling tracking tool or a combination of rolling and non-rolling tracking tools behind the trailing implement. In the known solutions, the tracking tool is mounted above the trailing tool (i.e. the packer roller). This overhead point is the guiding point for the tracking tool. During work, the follower is pulled in the direction of the guide point. As a result, the tracking tool is relieved and cannot fully perform its task. However, when the tracking tool is pushed back and to the side when the direction of travel is changed, it is pressed deep into the ground due to the elevated guiding point. The resulting forces become so great that damage cannot be ruled out 840 25 6 9 -2- Η *. The elevated imaginary guiding point of the tracking tool has the further drawback that, with an increased tensile force requirement of the tracking tool, this is relieved even more. Conversely, it means that with the reversal movement of the follower the force acting in the ground direction increases, the heavier the follower can be pushed back or pivoted.

De uitvinding beoogt een naloopwerktuig met yolgwerktuig te verschaffen, waarbij het volgwerktuig bij iO. verhoogde trekkrachtbehoefte niet of slechts in geringe mate ontlast wordt en zich tijdens de omkeerhandeling niet meer zoals tot nu toe kan ingraven, respectievelijk niet meer van boven naar onderen -in de grondrichting - gedrukt wordt.The object of the invention is to provide a tracking tool with a tracking tool, the tracking tool being at 10. increased tensile force requirement is not relieved or only relieved to a small extent and is no longer buried during the reversing operation as hitherto, nor is it pressed from top to bottom - in the ground direction.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, .15 doordat de scharnierverbinding een drijfwerk omvat, waarvan hét denkbeeldige geleidingspunt onder de scharnierverbinding ligt.This object is achieved according to the invention, in that the hinge connection comprises a gear, the imaginary guiding point of which lies below the hinge connection.

Met een dergelijk naloopwerktuig met volgwerktuig is het mogelijk, het volgwerktuig bij behoefte met 20· een gewicht; te belasten, zonder dat daarbij de omkeerhande-ling negatief beïnvloed wordt. Dit is evenzo verrassend als het effect, dat het volgwerktuig zich niet meer zoals tot nu toe in de bodem bij de omkeerhandeling indrukt en bovendien positief tijdens het werk belast is.. Ligt’ het denk-25 beeldige geleidingspunt. van het drijfwerk onder het aardoppervlak., dan wordt zelfs tijdens het werk aanvullend van het naloopwerktuig gewicht op het volgwerktuig overgebracht, daar de treklijn naar. voren en naar onderen verloopt. Omgekeerd wordt het volgwerktuig tijdens de omkeerhandeling naar 30 boven gedrukt, zodat niet alleen het ingraven van het volgwerktuig verhinderd, is, maar veeleer de omkeerhandeling door een zeker uitlichten uit de aardbodem vergemakkelijkt is. Zelfs bij een werktuig met tanden, zoals bijvoorbeeld een eg, wordt het ingraven' door de oplossing volgens de uitvinding 35 zeker yerhinderd. Op doelmatige wijze ligt het denkbeeldige geleidingspunt yan het drijfwerk daarbij in het bereik van de weerstandslijn van het naloopwerktuig, daar daardoor het werk en de balans van het naloopwerktuig slechts onbelangrijk beïnyloed' wordt.With such a trailing tool with follower tool it is possible, the follower tool if necessary with a weight of 20; without adversely affecting the reversal action. This is just as surprising as the effect that the follower no longer compresses itself in the soil as hitherto during the reversing operation and is moreover positively loaded during work. Is the imaginary guiding point. of the gearbox below the earth's surface., even during work additional weight is transferred from the trailing implement to the follower, the pulling line thereto. goes forward and down. Conversely, the tracking tool is pushed upwards during the reversing operation, so that not only is the burial of the tracking tool prevented, but rather the reversing action is facilitated by a certain lifting out of the ground. Even with a tool with teeth, such as eg a harrow, burrowing in by the solution according to the invention is certainly hindered. The imaginary guiding point of the gear unit expediently lies within the range of the resistance line of the trailing implement, since the work and balance of the trailing implement is thereby affected only insignificantly.

4Q Volgens een gunstige uitvoering van de uit- 8402569 -3- V « vinding ±s het drijfwerk horizontaal draaibaar gelegerd.4Q According to a favorable embodiment of the invention, the gearbox is horizontally rotatable.

Het volgwerktuig kan zo nauwkeurig geleid worden.The tracking tool can thus be guided accurately.

Volgens een verdere uitvoering van de uitvinding is gezorgd, dat het denkbeeldige geleidingspunt 5 in overeenstemming met de aard van het volgwerktuig instelbaar is. Daardoor kan de werkzaamheid van het volgwerktuig alnaargelang van het type volledig gewaarborgd worden zonder dat enerzijds het ingraven van het volgwerktuig of het te sterk ontlasten gevreesd moet worden.According to a further embodiment of the invention, it is ensured that the imaginary guide point 5 is adjustable in accordance with the nature of the tracking tool. Depending on the type, the effectiveness of the tracking tool can thus be fully guaranteed without, on the one hand, fearing the burrowing of the tracking tool or overloading.

J.0 Het drijfwerk is op doelmatige wijze als stangendrijfwerk met vier scharnieren uitgevoerd, die convergerend aangebracht zijn en waarbij zo het denkbeeldige geleidingspunt als is toegelicht onder het drijfwerk ligt.J.0 The gear unit is expediently designed as a four-hinge rod gear unit, which is arranged convergingly, whereby the imaginary guiding point as explained lies beneath the gear unit.

De scharnierende vierhoek bestaat uit de trekbalk van het .15 volgwerktuig, de op het naloopwerktuig aangebrachte respectievelijk gelegerde drager en twee convergerende stangen, respectievelijk stangenparen, waarvan de gedachte verlen-gingslij'nen zich onder het drijfwerk snijden en zoals eerder vermeld het denkbeeldige geleidingspunt vormen. Volgens 2Ü een andere uitvoeringsvorm van het drijfwerk is gezorgd, dat de scharnierende vierhoek zo üitgevoerd is, dat twee verbindingspunten van het volgwerktuig in een sleuf geleid zijn. Daarbij is de sleuf cirkelboogvormig uitgevoerd. De loodrecht op de raaklijnen in het bereik van de verbindings-25 punten staande lijnen snijden elkaar eveneens onder het drijfwerk. Het snijpunt is het denkbeeldige geleidingspunt.The hinged quadrilateral consists of the draw beam of the .15 follower tool, the carrier mounted or alloyed on the trailing tool and two converging rods, respectively pairs of rods, of which the thought extension lines intersect under the gear and, as mentioned before, form the imaginary guide point . According to another embodiment of the gearbox, it is ensured that the hinged quadrilateral is designed in such a way that two connecting points of the follower are guided in a slot. The slot has a circular arc shape. The lines perpendicular to the tangents in the region of the connecting points also intersect under the gear. The intersection is the imaginary guidance point.

Gunstig is het, een van de beide drijfwerk-stangeri, die het drijfwerk vormen, uit te voeren als knik-stang. Deze knikstang wordt bij het vooruitrijden gestrekt, 30 terwijl deze in de omkeerfase inknikt, waarbij tijdens het werk het denkbeeldige geleidingspunt boven het bodemoppervlak en tijdens de omkeerfase van het volgwerktuig onder het bodemoppervlak ligt respectievelijk tengevolge van de aanbrenging van de knikstang onder het bodemoppervlak respectievelijk 35 lager geplaatst wordt- Door deze uitvoering wordt het volg-apparaat van onderen naar boven gedrukt en daarmee sterk ontlast. De orakeerhandel'ing wordt zo vergemakkelijkt, in het bijzonder wordt echter het ingraven van het volgwerktuig werkzaam verhinderd. Een dergelijke knikstang wordt op eenvou-40 dige wijze volgens de uitvinding verkregen, doordat de in de 8402569 * *? -4- trekrichting achterste drijfwerkstang uit twee via een scharnier verbonden, verschillend lange, deelstangen bestaat.It is advantageous to design one of the two gear stangeri, which form the gear, as a kink rod. This buckling rod is stretched while driving forward, while it buckles in the reversing phase, during which the imaginary guiding point lies above the bottom surface and during the reversing phase of the follower tool below the bottom surface, respectively, as a result of the installation of the buckling rod below the bottom surface, respectively. is placed lower- This version pushes the tracking device from the bottom upwards, thereby relieving the strain. The oracle operation is thus facilitated, however, in particular, the burial of the tracking tool is effectively prevented. Such a buckling rod is obtained in a simple manner according to the invention, because the 8402569 * *? -4- pulling direction rear gear rod consists of two differently long, part rods connected by a hinge.

De lengte van de afzonderlijke deelstangen is zo gekozen, dat zonder belangrijke belasting van de drijfwerkstangen het uit-5 lichten, dat wil zeggen het ontlasten van het volgwerktuig, gewaarborgd is.The length of the individual part rods is chosen such that without significant loading of the gear rods, the lifting out, that is to say the relieving of the follower tool, is ensured.

Een andere mogelijkheid van het verleggen van het denkbeeldige geleidingspunt bestaat hierin, dat het drijfwerk als schuifdrijfwerk met schuifgeleidingen wordt 10 uitgevoerd, waarbij een van de schuifgeleidingen van het schuifdrijfwerk beperkt verzwenkbaar is. Deze uitvoering heeft het voordeel, dat het denkbeeldige geleidingspunt automatisch in de telkens gewenste stand zwenkt. De. zwénkbare schuifgeleiding bestaat uit een sleuf, die in een zwenkbare 15 stang aan gebracht is, waarbij de zwenkbaarheid van de stang beperkt is. Bij het vooruitrijden zwenkt deze stang naar boven tegan een aanslag, waardoor het denkbeeldige geleidingspunt in het' bereik boven het aardoppervlak gelegd wordt. Tijdens de crakeeffase bij het achteruit bewegen zwenkt de 20 stang dan naar onderen tegen een aanslag, zodat het denkbeeldige geleidingspunt naar onderen respectievelijk in het bereik yan het aardoppervlak of nog dieper verlegd wordt.Another possibility of displacing the imaginary guide point consists in that the gear unit is designed as a sliding gear unit with sliding guides, wherein one of the sliding guides of the sliding gear unit can be pivoted to a limited extent. This embodiment has the advantage that the imaginary guide point automatically pivots into the desired position. The. pivotable sliding guide consists of a slot which is arranged in a pivotable rod, wherein the pivotability of the rod is limited. When driving forward, this rod pivots upwards against a stop, so that the imaginary guiding point is placed in the range above the earth's surface. During the cracking phase when moving in reverse, the rod then pivots downwards against a stop, so that the imaginary guiding point is moved downwards or in the range of the earth's surface or even deeper.

Bijzonder gunstig is een uitvoering, waarbij de aanslagen instelbaar zijn, zodat de geleidingspun-25 ten steeds in overeenstemming met het volgwerktuig optimaal verlegd kunnen worden.An embodiment in which the stops are adjustable is particularly favorable, so that the guide points can always be optimally displaced in accordance with the tracking tool.

Bij de uitvoeringsvorm, waarbij de convergerende stangen met de trekbalk van het volgwerktuig en de op de naloopwerktuigen aangebrachte respectievelijk ge-30 legerde dragers.verbonden zijn, wordt een instelbaarheid bereikt, doordat de drijfwerkstangen, die het drijfwerk vormen, aan de dragers zwenkbaar aangebracht zijn, die op afstand aangebracht meerdere bevestigingspunten voor de drijfwerk-stangen bézitten'. Daarbij is het tijdens het werk gunstig, 35 in verband met een eg als volgwerktuig, het geleidingspunt iets boven het' aardoppervlak te leggen, terwijl het geleidingspunt van een volgwerktuig, dat bijvoorbeeld als krui-melwals uitgevoerd is, op doelmatige wijze onder het aardoppervlak moet liggen, zodat het volgwerktuig voldoende met 40 gewicht belast wordt. Onafhankelijk daarvan wordt bij de 8402569 V « -5- omkeerhandeling het betreffende volgwerktuig door de knik-stang steeds van onderen naar boven gedrukt- en daardoor werkzaam ontlast, ook wanneer het aanvullend van gewichten voorzien is.In the embodiment, in which the converging rods are connected to the draw beam of the follower and the carriers mounted or alloyed on the trailing tools, an adjustability is achieved in that the gear rods forming the gear are pivotally mounted on the carriers which, at a distance, have several fixing points for the transmission rods. It is advantageous during the work, in connection with a harrow as a tracking tool, to place the guiding point slightly above the earth's surface, while the guiding point of a tracking tool, which is, for example, designed as a crumb roller, must be efficiently below the earth's surface. so that the follower is sufficiently loaded with 40 weight. Irrespective of this, in the reversing operation 8402569 V -5 the respective follower is always pushed upwards from below by the buckling rod and is thereby relieved effectively, even when it is additionally provided with weights.

5 Daar bij het laagliggende geleidingspunt respectievelijk bij een onder het bodemoppervlak liggend geleidingspunt een verhoogde trekkrachtbehoefte voor het volgwerktuig een verhoogde druk tot gevolg heeft, is volgens de uitvinding gezorgd, dat aan het als kruimelwals uitge-10 voerde volgwerktuig een sleeprail zo is toegevoegd, dat deze aan de kruimelwals aanvullend aarde toevoert. Via deze sleeprail wordt ten eerste het bodemoppervlak recht en vlak gemaakt en ten tweede aan de kruimelwals aanvullend aarde toegevoerd, zodat een onberispelijk zaaibed verkregen wordt.Since, at the low-lying guiding point or at a guiding point lying below the bottom surface, an increased tensile force requirement for the follower results in an increased pressure, according to the invention it is ensured that a drag rail is added to the follower designed as a crumb roller, in such a way that it supplies additional soil to the crumb roller. Firstly, the bottom surface is straightened and leveled by means of this drag rail, and secondly, additional soil is supplied to the crumb roller, so that a flawless seedbed is obtained.

15 -De door de sleeprail veroorzaakte grotere trekweerstand heeft daarbij tevens een grotere gewichtsbelasting van het volgwerktuig tot gevolg.15 -The greater tensile resistance caused by the drag rail also results in a greater weight load on the tracking implement.

Een verdere mogelijkheid voor het vormen van een soort knikstang is overigens die, waarbij tenminste 20 in één van de drijfwerkstangen een langwerpig gat is aangebracht, waarin de bevestigingspunten instelbaar verschuifbaar geleid zijn. Daarbij is het gunstig, de afstand van de bevestigingspunten in het bereik van de trekstang van het volgwerktuig of in de drager van het naloopwerktuig aan te 25 brengen. Hierdoor kan het denkbeeldige geleidingspunt telkens in het gewenste bereik boven of onder het aardoppervlak, in elk geval echter onder het drijfwerk gelegd worden. Hiertoe kan het ook doelmatig zijn de drijfwerkstangen met veranderlijke 'lengte uit te voeren. Een kwasi-autornatische instelling 30 yan het geleidingspunt wordt, zoals reeds vermeld, bereikt, doordat het drijfwerk als schuifdrijfwerk uitgevoerd is, waarbij een van de schuifgeleidingen beperkt verzwenkbaar is.A further possibility for forming a kind of kink bar is, moreover, in which at least 20 an elongated hole is arranged in one of the gear rods, in which the fixing points are guided adjustable for sliding. It is advantageous to arrange the distance of the fixing points in the region of the drawbar of the follower tool or in the carrier of the follow-up tool. As a result, the imaginary guiding point can always be placed in the desired range above or below the earth's surface, but in any case under the gear. For this purpose it may also be expedient to design the gear rods of variable length. A quasi-automatic adjustment of the guiding point is, as already mentioned, achieved because the gear unit is designed as a sliding gear unit, whereby one of the sliding guides is pivotable to a limited extent.

Voorts wordt volgens de uitvinding voorgesteld de convergerende stangen als stangenparen uit te voe-35 ren en ook in de rijrichting gezien convergerend in de richting van het bodemoppervlak verlopend aan te brengen. Bij een dergelijke uitvoering wordt bereikt, dat het bij de gedachte. Tffirlenging van de convergerende stangen optredende snijpunt zich in het bereik van het aardoppervlak bevindt. Het 40 volgwerktuig kan zich dan onafhankelijk van het naloopwerk- 840256© ? -6- tuig goed aan de bodemoneffenheden aanpassen. Het snijpunt van de verlengde lijnen van de convergerende stangen vormt een draaipunt/ dat het mogelijk maakt/ dat het volgwerktuig zich om een in de rijrichting liggende horizontale as kan 5 zwenken, zonder zich daarbij zijwaarts te verplaatsen. De lichte gangbaarheid, van de werktuigencombinatie is daardoor belangrijk verbeterd.Furthermore, according to the invention it is proposed to design the converging rods as pairs of rods and also to arrange them converging in the direction of the ground surface when viewed in the direction of travel. In such an embodiment it is achieved that it is at the thought. The point of intersection occurring at the intersection of the converging rods is in the region of the earth's surface. The 40 follower can then move independently of the trailing work. -6- Adjust the rig well to the ground unevenness. The point of intersection of the elongated lines of the converging rods forms a pivot point which allows the tracking implement to pivot about a horizontal axis lying in the direction of travel without moving sideways. The easy handling of the implement combination has therefore been significantly improved.

De uitvinding onderscheidt zich in het bijzonder doordat bij volle werkzaamheid van het naloop·” 10 werktuig de werkzaamheid van het volgwerktuig verbeterd is. in het bijzonder is de omkeerbeweging vergemakkelijkt en gewaarborgd, dat beschadigingen door het ingraven van het volgwerktuig zijn verhinderd.. Tijdens het werk is het volgwerktuig gelijkmatig belast,, waardoor het werkingseffect 15 yan dit werktuig belangrijk verbeterd is.The invention is distinguished in particular in that the effectiveness of the tracking tool is improved when the trailing tool is fully operative. in particular, the reversing movement is facilitated and ensured that damage is prevented by burrowing the follower tool. During work the follower tool is evenly loaded, so that the working effect of this tool is significantly improved.

Verdere details en voorbeelden van de uityinding blijken uit de volgende beschrijving van de bijbehorende 'tekeningen, waarin bij voorkeur toegepaste uit-yoeringsvoorbeelden met de daarbij nodige details en onder-20 delen afgeheeld zijn.Further details and examples of the invention will be apparent from the following description of the accompanying drawings, in which preferred embodiments are shown with the necessary details and parts.

Fig. 1 toont een naloopwerktuig met volgwerktuig in zijaanzicht met het drijfwerk, dat deze yerbindt.Fig. 1 shows a trailing tool with a tracking tool in side view with the gear connecting it.

Fig. 2 is een afbeelding volgens fig. 1 25 met een drijfwerk, dat een knikstang bezit en een sleeprail, die is toegevoegd aan het volgwerktuig.Fig. 2 is a view of FIG. 1 showing a gearbox having a kink bar and a drag rail added to the tracking tool.

Fig. 3 is een zijaanzicht van het naloopwerktuig met yolgwerktuig tijdens de omkeerhandeling.Fig. 3 is a side view of the tracking tool with yol tool during the reversing operation.

Fig. 4 toont een drijfwerk in detailaan- 30 zicht.Fig. 4 shows a gear in detail.

Fig. 5 toont een verder schematische afbeelding yan het drijfwerk in zijaanzicht.Fig. 5 shows a further schematic view of the gear unit in side view.

Fig. 6 is een achteraanzicht van het naloopwerktuig en het volgwerktuig met het drijfwerk.Fig. 6 is a rear view of the trailing implement and the gear follower.

35 Fig. 7 toont een drijfwerk met schuif- geleidingen.FIG. 7 shows a gear with sliding guides.

Fig. 8 toont een drijfwerk met schuif-geleidingen, waarbij een schuifgeleiding is aangebracht in een stang, 40 Het in fig. 1 afgeheelde naloopwerktuig 8402569 -7- V * 1 is via een trekstang 3 verbonden met het volgwerktuig 2, waarbij het verbindingspunt is' uitgevoerd als scharnierverbinding 4. Hier kan een draai.tap worden toegepast om het yolgwerktuig 2 de nodige beweegbaarheid ten opzichte van 5 het naloopwerktuig 1 te geven respectievelijk om het ontzwenken van het volgwerktuig om het naloopwerktuig te waarborgen.Fig. 8 shows a gear with sliding guides, in which a sliding guide is arranged in a rod. 40 The follow-up tool 8402569-V-1, shown in fig. 1, is connected via a pull rod 3 to the follower 2, the connection point being formed. as pivot connection 4. Here, a trunnion tap can be used to give the follower 2 the necessary movability relative to the follow-up implement 1 or to pivot the follow-up implement to ensure the follow-up implement.

Het naloopwerktuig 1 bestaat in het afgeheelde 'voorbeeld uit twee achter elkaar aangebrachte en in elkaar grijpende pakkerwalsen 6, die via de verbindingsstang 7 met 10 vangarmen 8 kunnen worden gekoppeld met de hier niet afge-beelde ploeg. Ze volgen daarbij de ploeg respectievelijk de trekker tijdens het ploegen en worden voor het bereiken van de keerstrook van de akker af gekoppeld en eerst na het keren yan de trekker met ploeg door een niet afgeheelde meeneemarm 15 via de armarm 8 weer gekoppeld.The follow-up tool 1 consists in the illustrated example of two packer rollers 6 arranged one behind the other and interlocking, which can be coupled via the connecting rod 7 to 10 catching arms 8 with the plow not shown here. They follow the plow or tractor respectively during plowing and are uncoupled from the field before reaching the turning strip and are only coupled again after turning the tractor and plow by an unheated carrying arm 15 via the arm 8.

De scharnierverbinding 4 is als drijfwerk uitgevoerd, waarbij de trekstang3en de draaibaar gelegerde drager 17 alsmede de drijfwerkstangen 11, 12, die scharnierend met deze delen verbonden zijn, de scharnierende vier-21 hoek vormen. De overeenkomstige bevestigingspunten zijn met 13, 14, 16 aangeduid. De stangen zijn met de bevestigingspunten 14, 16 aan de drager 17 zwenkbaar bevestigd, die zijnerzijds via de scharnierverbinding 4 met het naloopwerktuig verbonden is.The hinge connection 4 is in the form of a gear mechanism, the tie rods 3, the pivotally mounted carrier 17 and the gear rods 11, 12, which are hingedly connected to these parts, form the hinged four-21 angle. The corresponding fixing points are indicated with 13, 14, 16. The rods are pivotally attached to the support 17 with the fastening points 14, 16, which is connected to the trailing implement via the hinge connection 4.

25 Verlengt men de werkingslijn van de drijf- werkstangen 11, 12 dan-snijden deze elkaar in het denkbeeldige geleidingspunt 20, waarbij de treklijn 21 door dit denkbeeldige geleidingspunt 20 en het ingrijpingspunt van het volgwerktuig 2 verloopt.If the operating line of the drive rods 11, 12 is extended, they intersect each other in the imaginary guide point 20, the pulling line 21 extending through this imaginary guide point 20 and the point of engagement of the follower tool 2.

20 Aan het als kruimelwals uitgevoerde volg werktuig 2 is een sleeprail 44 toegevoegd, die zorgt, dat ten eerste het bodemoppervlak 22 recht en vlak gemaakt wordt en dat tentweede aan de kruimelwals aanvullend aarde toegevoerd wordt. Er wordt echter niet alleen een betere door-25 eenmenging van aarde bereikt, maar er treedt op gunstige wijze door de verhoogde trekkrachtbehoefte en het laag liggende denkbeeldige geleidingspunt in werkrichting een verhoogde gewichtsbelasting van de kruimelwals op, in het bijzonder wanneer het denkbeeldige geleidingspunt onder het 40- aardoppervlak ligt. Een dergelijke sleeprail 44 kan zonder 8402569 - ï -8- problemen aan het als. kruimelwals uitgevoerde volgwerktuig 2 toegevoegd worden, daar door het onderliggende denkbeeldige geleidingspunt 20 de omkeerbeweging van het volgwerktuig 2 in verbinding met de sleeprail 44 niet negatief ^ beïnvloed wordt.A trailing rail 44 is added to the follower tool 2, which is designed as a crumb roller, which first ensures that the bottom surface 22 is made straight and flat and that tent second is supplied with additional soil to the crumb roller. However, not only a better mixing of soil is achieved, but an increased weight load of the crumb roller, in particular when the imaginary guiding point below the imaginary guiding point under the working direction, advantageously results from the increased tensile force requirement and the low imaginary guiding point in the working direction. 40- Earth's surface. Such a trailing rail 44 can handle it without problems. crumb roller follower tool 2 is added, since the reverse imaginary guiding point 20 does not adversely affect the reversing movement of follower 2 in connection with the drag rail 44.

De afbeelding van fig. 2 komt in wezen overeen met die van fig. 1. Hier is in elk geval het drijfwerk .10 in zoverre gewijzigd als ëên van de beide drijfwerkstan-gen 11, 12 is uitgevoerd als knikstang 23. Deze is op doel-matige wijze de in de trekrichting achterste drijfwerkstang 12. Voor het bereiken van een dergelijke knikstang 23 bestaat deze uit twee een verschillende lengte bezittende deélstangen 24, 25, die weer door een scharnier 26 met elkaar verbonden zijn.The representation of Fig. 2 essentially corresponds to that of Fig. 1. Here, in any case, the gear 10 has been modified insofar as one of the two gear rods 11, 12 is designed as a kink rod 23. This is on target The rearwardly moving gear rod 12 in the pulling direction. In order to reach such a buckling rod 23, it consists of two part rods 24, 25 of different length, which are again connected to each other by a hinge 26.

Bij de in fig. 2 weergegeven stand van de dri jfwerkstang 11, 12 gaat het om de werkstand. Het denkbeeldige geleidingspunt 20 ligt hier ver onder het drijfwerk 10, 6 nog onder de zwaartepunten van de pakkerwalsen' en dicht in het bereik van het bodemoppervlak 22. Bij de in fig. 3 ge- 20 toonde stand gaat het om die, welke de werktuigencombinatie tijdens de omkeerhandeling inneemt. Door de knikautomatiek wordt het denkbeeldige geleidingspunt 20 tijdens de omkeer-fase in een andere, positie gelegd en wel onder het bodemoppervlak 22. Het denkbeeldige geleidingspunt is hier met 25 20M jaargegeven. Daar het geleidingspunt 20 1 1 tijdens de orakeérfase onder het bodemoppervlak 22 ligt, wordt het volgwerktuig 2 - van onderen naar boven gedrukt en zo werkzaam sterk ontlast. Zelfs met tanden of ballastgewichten uitgeyoerde volgwerktuigen 2 kunnen zo zonder problemen omgekeerd worden.The position of the three working rod 11, 12 shown in Fig. 2 is the working position. The imaginary guiding point 20 here lies far below the gear 10, 6 still below the center of gravity of the packer rollers and close to the area of the bottom surface 22. The position shown in Fig. 3 is that which the implement combination during the reversal. Due to the buckling automatic, the imaginary guiding point 20 is placed in a different position during the reversing phase, namely below the bottom surface 22. The imaginary guiding point is given here with 20M. Since the guiding point 20 1 1 lies below the bottom surface 22 during the orating phase, the tracking tool 2 - is pressed upwards from the bottom and thus strongly relieves stress. Even tracked implements 2 that have been lyated with teeth or ballast weights can be reversed without any problem.

Pig. 4 toont een drijfwerk 10, waarbij door toepassing van verschillende aan de trekstangen respectievelijk dragers 28, 29 toegevoegde bevestigingspunten 30l, 3L1 het trekpunt willekeurig ingesteld kan worden. Daar-35 bij is het volkomen mogelijk, ook hier door toepassing van een knikstang 23 aanvullend de zojuist toegelichte omkeer- automatiek mede toe te passen. Zoals de afbeelding volgens fig. 4 verduidelijkt, kan door de betreffende keuze van de bevestigingspunten J4, 16, 30, 31 het denkbeeldige gelei-40 dingspunt van 20 naar 20' of 20 * ' verplaatst worden.Pig. 4 shows a gear 10, wherein the draw point can be set arbitrarily by using different attachment points 30l, 3L1 added to the tie rods or carriers 28, 29 respectively. In addition, it is perfectly possible, also here by using a kinking rod 23, to additionally apply the reversing automatic, which has just been explained. As the figure according to Fig. 4 illustrates, the imaginary guide point can be moved from 20 to 20 'or 20 *' by the respective selection of the attachment points J4, 16, 30, 31.

8402569 a * -9-8402569 a * -9-

Bij het in fig. 5 afgeheelde drijfwerk 10 is tenminste één scharnierpunt respectievelijk het bevestigingspunt 15 van één van de drijfwerkstangen 12 via een ver-stellingsinrichting 34 in een langwerpig gat 33 verplaatsbaar.At the gear unit 10 shown in fig. 5, at least one pivot point or the attachment point 15 of one of the gear rods 12 is movable via an adjustment device 34 in an elongated hole 33.

5 Daardoor wordt tevens ook het denkbeeldige geleidingspunt 20 naar 20'' verplaatst alnaargelang welke soort van volgwerk-tuig 2 respectievelijk naloopwerktuig 1 wordt toegepast.As a result, the imaginary guiding point 20 is also moved to 20 '' depending on which type of follower tool 2 or trailing tool 1 is used.

Verder is het ook mogelijk de drijfwerkstangen 11, 12 met veranderlijke lengte uit te voeren om zo het geleidingspunt 10 te verplaatsen. Bij de verstellingsinrichting 34 kan het bijvoorbeeld gaan om een spil, schroef of dergelijke, waarbij eventueel ook de richting van het langwerpige gat 33 veranderd kan worden.Furthermore, it is also possible to make the gear rods 11, 12 of variable length in order to move the guide point 10. The adjustment device 34 can for instance be a spindle, screw or the like, whereby the direction of the elongated hole 33 can optionally also be changed.

Een werktuigencombinatie, bestaande uit 25 een als pakkerwals 35 uitgevoerd naloopwerktuig 1 en een als kruimelwals 39 uitgevoerd volgwerktuig 2 toont fig. 6.Fig. 6 shows a combination of tools, consisting of a follow-up tool 1 designed as a packer roller 35 and a follower tool 2 designed as a crumb roller 39.

De uit meerdere walsringen 36, 37, 38 bestaande pakkerwals is via het hoogliggende verbindingspunt, dat hier als drijfwerk 20 uitgevoerd is, verbonden met de kruimelwals 39 20 . respectievelijk de trekstang 3 daarvan. Getoond wordt aan de hand van fig. 6, dat ook in de rijrichting gezien de drijf-werkstangen 12, 22 zo^^angebracht, dat ze elkaar in een geleidingspunt respectievelijk draaipunt 42 snijden. Daartoe zijn de alzijdig beweegbaar gelegerde drijfwerkstangen IX, 12 25 aan dwarsdragers 40, 42 aangebracht, die een verschillende lengte bezitten, zodat de nagestreefde schuinte van de drijfwerks tangen 21, 22 naar elkaar toe bereikt wordt. Het draaipunt 42 is in het bereik van het bodemoppervlak 22 gelegd, zodat het volgwerktuig 22 zich op gunstige wijze onafhanke-30 lijk van het naloopwerktuig 2 kan aanpassen aan de bodem.The packer roller consisting of several roller rings 36, 37, 38 is connected to the crumb roller 39 20 via the elevated connection point, which here is designed as gear 20. or the tie rod 3 thereof. It is shown with reference to Fig. 6, that also seen in the direction of travel, the driving rods 12, 22 are arranged such that they intersect each other in a guiding point and pivot point 42 respectively. For this purpose, the gear rods IX, 12, which are movable on all sides, are arranged on transverse beams 40, 42, which have a different length, so that the desired inclination of the gear rods 21, 22 is achieved towards each other. The pivot point 42 is placed in the region of the bottom surface 22, so that the tracking tool 22 can advantageously adapt to the bottom independently of the trailing tool 2.

Het volgwerktuig 2 kan om het denkbeeldige draaipunt 42 zwenken zonder zich. daarbij zijwaarts te verplaatsen zoals het geval zou zijn bij een boven het bodemoppervlak liggend draaipunt.The tracking tool 2 can pivot about the imaginary pivot point 42 without itself. laterally displaceable as would be the case with a pivot point lying above the bottom surface.

35 Fig. 7 toont een uitvoeringsvorm van het drijfwerk 10. als schuif drijfwerk, waarbij de trekstangen 3 met hun bevestigingspunten 23, 15 in een sleuf 50 zijn geleid, die cirkelboogvormig respectievelijk als curvenbaan uitgevoerd, is. Het geleidingspunt 20 ligt hierbij in het snij-40 punt van de lijnen, die loodrecht staan op de raaklijnen, 8402569 * τ -10- die in het bereik van de bevestigingspunten 13, 15 zijn aangelegd.FIG. 7 shows an embodiment of the gear 10 as a sliding gear, in which the tie rods 3 with their fixing points 23, 15 are guided in a slot 50, which is formed in an arc of an arc or as a cam track. The guiding point 20 lies here at the intersection-40 point of the lines perpendicular to the tangent lines, 8402569 * τ -10-, which are arranged in the region of the attachment points 13, 15.

Het aan de hand van fig. 7 toegelichte schuifdrijfwerk is volgens fig. 8 zo verder uitgevoerd, dat 5 hierbij de sleuf 50 onderbroken is en bestaat uit twee deel-sleuven 50’, 50’*. De deelsleuf 50’' :±srdaarbij toegevoegd aan een beperkt verzwenkbare stang 48. Tijdens het werk legt de 'stang 48 zich aan tegen de bovenste aanslag, ter- . wijl deze in de omkeerfase van het navolgwerktuig 2 zich 10 aanlegt tegen de onderste aanslag 49. De lijnen loodrecht op de raaklijnen· in het bereik van de verbindingspunten snijden elkaar telkens in het geleidingspunt 20. Het ge-leidingspunt ligt tijdens het werk boven het bodemoppervlak en wordt tijdens de omkeerfase bewust naar onderen ver-15 plaatst, 8402569The sliding gear unit explained with reference to Fig. 7 is designed in accordance with Fig. 8 in such a way that the slot 50 is interrupted here and consists of two partial slots 50, 50, *. The partial slot 50 '': ± srd is added to a limited pivotable rod 48. During work, the 'rod 48 abuts against the top stop, ter. while in the reversing phase of the follow-up tool 2 it abuts against the lower stop 49. The lines perpendicular to the tangents in the region of the connecting points intersect each other in the guiding point 20. The guiding point during work is above the ground surface and is deliberately moved down during the reverse phase, 8402569

Claims (14)

1. Naloopwerktuig voor ploegen, in het bijzonder als aanvullend werktuig bij draaiploegen toepasbare pakkerwals met volgwerktuig, die via een koppeling of een wederzijds werkende vanginrichting met de trekker of de 5 ploeg verbonden is en waarmede een volgwerktuig via een scharnierverbinding zwenkbaar verbonden is, m e t het k e n m e r k, dat de scharnierverbinding (4) een drijfwerk (10} omvat, waarvan het denkbeeldige geleidingspunt (20) onder de scharnierverbinding ligt.1. Plow-following implement, in particular as an auxiliary implement for rotary plows, a packer roller with a follower, which is connected to the tractor or the plow via a coupling or a reciprocally acting catching device and to which a follower is pivotally connected via a hinge connection. characterized in that the hinge connection (4) comprises a gear (10}, the imaginary guide point (20) of which lies below the hinge connection. 2. Naloopwerktuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het drijfwerk (10) draaibaar gelegerd is.Trailing implement according to claim 1, characterized in that the gear (10) is rotatably mounted. 3. Naloopwerktuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het denkbeeldige gelei- 15 dingspunt (20) van het drijfwerk (10) in het bereik van de weerstandslijn van het naloopwerktuig (1) ligt.Trailing tool according to claim 1, characterized in that the imaginary guiding point (20) of the gear (10) lies in the region of the resistance line of the trailing tool (1). 4. Naloopwerktuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het denkbeeldige geleidingspunt (2.01 volgens de aard van het volgwerktuig (2) 20. instelbaar is.Trailing tool according to claim 1, characterized in that the imaginary guide point (2.01 is adjustable according to the nature of the tracking tool (2) 20.). 5. Naloopwerktuig volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat het drijfwerk (10) als stangendrijfwerk (11, 12) met vier scharnieren uitge-yoerd is.Trailing implement according to claims 1 and 2, characterized in that the gear (10) is designed as a rod gear (11, 12) with four hinges. 6. Naloopwerktuig volgens conclusie 1 . en 5/met het kenmerk, dat tenminste êên van de drijfwerkstangen (IX, 12) die het drijfwerk (10) vormen, is uitgevoerd als knikstang (23).Trailing implement according to claim 1. and 5 / characterized in that at least one of the gear rods (IX, 12) forming the gear (10) is designed as a kink rod (23). 7. Naloopwerktuig volgens conclusie 6, -30 met het kenmerk, dat de in de trekrichting achterste drijfwerkstang (12) bestaat uit twee verschillend lange deelstangen (24, 25), die via een scharnier (26) zijn verhouden.Trailing tool according to claim 6, 30, characterized in that the gear rod (12), which is rearward in the pulling direction, consists of two differently long part rods (24, 25), which are connected via a hinge (26). 8. Naloopwerktuig volgens conclusie 5 en 35 6, m e t het kenmerk, dat de het drijfwerk (10) yormende drijfwerkstangen (11, 12) aan dragers (28, 29) zwenkbaar zijn aangebracht, die op afstand aangebracht meerdere bevestigingspunten (13, 14, 15, 16, 30, 31) voor de fi&O?. 569 -12- λ • t drijfwerkstangen bezitten.Trailing tool according to claims 5 and 35, characterized in that the gear rods (11, 12) forming the gear (10) are pivotally mounted on supports (28, 29), which are arranged at a distance from several fixing points (13, 14, 15, 16, 30, 31) for the fi & O ?. 569 -12- λ • t have drive rods. 9. Naloopwerktuig volgens conclusie 5 en 6, met het kenmerk, dat in tenminste één van de drijfwerkstangen (11, 12) een langwerpig gat (33) is aange- 5 bracht, waarin de bevestigingspunten (13, 14, 15, 16, 30, 31) via verstelinrichtingen (34) verstelbaar verschuifbaar geleid zijn.Trailing tool according to claims 5 and 6, characterized in that an elongated hole (33) is provided in at least one of the gear rods (11, 12), in which the fixing points (13, 14, 15, 16, 30) 31) are adjustable and slidably guided via adjusting devices (34). 10. Naloopwerktuig volgens conclusie 5 of 6, i e t het kenmerk, dat de drijfwerkstangen 10 . (11, 12) met veranderlijke lengte uitgevoerd zijn.10. Trailing implement according to claim 5 or 6, characterized in that the gear rods 10. (11, 12) are of variable length. 11. Naloopwerktuig volgens een der voorgaande conclusies ,, met het kenmerk, dat de drijfwerkstangen (11, 12) in de rijrichting gezien convergerend in de richting van de bodem (22) verlopend aange-15 bracht zijn.Trailing implement according to one of the preceding claims, characterized in that the gear rods (11, 12) are arranged converging in the direction of travel in the direction of the bottom (22). 12. Naloopwerktuig volgens conclusie 1, met h. e t k e n m e r k, dat aan het als kruimelwals (391 uitgevoer'de volgwerktuig (2) een sleeprail (44) zo is aangebracht, dat deze aan. de kruimelwals aanvullend 20 aarde toevoert.Trailing implement according to claim 1, with h. It is also noted that a trailing rail (44) designed as a crumb roller (391) is arranged so that it additionally supplies soil to the crumb roller. 13. Naloopwerktuig volgens conclusie 1, 2 en 3, m e t h. e t kenmerk, dat het drijfwerk (10) als schuifdrijfwerk. (45) uitgevoerd is.13. Trailing implement according to claims 1, 2 and 3, m e t h. It is characterized in that the gear (10) is a sliding gear. (45) is performed. 14. Naloopwerktuig volgens conclusie 25 13, m e t h. e t kenmerk, dat één van de schuif ge leidingen. (47) van het schuifdrijfwerk (45) beperkt zwenkbaar is. 84 0 2 5 6 914. Trailing implement according to claim 25 13, m e t h. It is characterized in that one of the sliding pipes. (47) of the sliding gear (45) can be pivoted to a limited extent. 84 0 2 5 6 9
NL8402569A 1983-10-08 1984-08-22 Connecting device for a plow-following implement and a follower arranged behind the after-implement. NL191077C (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3336695 1983-10-08
DE19833336695 DE3336695C2 (en) 1983-10-08 1983-10-08 Follow-up device for a plow

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8402569A true NL8402569A (en) 1985-05-01
NL191077B NL191077B (en) 1994-08-16
NL191077C NL191077C (en) 1995-01-16

Family

ID=6211373

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8402569A NL191077C (en) 1983-10-08 1984-08-22 Connecting device for a plow-following implement and a follower arranged behind the after-implement.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE3336695C2 (en)
FR (1) FR2552967B1 (en)
GB (1) GB2147782B (en)
NL (1) NL191077C (en)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3413281A1 (en) * 1984-04-07 1985-10-17 Rabewerk Heinrich Clausing, 4515 Bad Essen Follow-up appliance for turnover ploughs
DE3835366B4 (en) * 1988-03-29 2011-06-09 Josef Nusser Device for ground adaptation of the working tools of hay machines
WO1993003597A2 (en) * 1991-08-20 1993-03-04 Josef Nusser Device for vehicles and machines
US5628169A (en) * 1995-01-20 1997-05-13 Stiller; Daniel G. Method and apparatus for supporting a turf mower cutting unit

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE445418C (en) * 1925-01-18 1927-06-10 Rudolf Bernstein Dipl Ing Dr Hitching device for tow motor plows u. like
US2274038A (en) * 1939-12-04 1942-02-24 William C Carter Disk plow
AT283799B (en) * 1955-02-11 1970-08-25 Rau Ohg Maschf Equipment combination for soil cultivation for attachment to the three-point linkage of a tractor
GB928420A (en) * 1959-10-19 1963-06-12 James Christopher Hetherington Improvements in and relating to tractor ploughs
FR1357612A (en) * 1960-05-17 1964-04-10 Huard Ets Improvements to couplings, especially for reversible plows
DE1842118U (en) * 1961-08-19 1961-11-23 Rabewerk Clausing Heinrich DEVICE FOR FASTENING SOIL WORKING EQUIPMENT.
FR1355694A (en) * 1963-02-06 1964-03-20 Device for connecting a four-wheel tractor and a semi-trailer, in particular a scraper
US3275341A (en) * 1964-01-21 1966-09-27 Case Co J I Agricultural implement tool bar
GB1306443A (en) * 1970-07-03 1973-02-14 County Commercial Cars Ltd Connecting linkages
GB1567038A (en) * 1977-11-10 1980-05-08 Eezion Ltd Tow coupling assembly
DE2928531A1 (en) * 1979-07-14 1981-01-15 Rabewerk Clausing Heinrich Soil working mechanism such as rotary harrow - has slide element in front of rotary tools suspended on guide device
DE8230833U1 (en) * 1982-11-04 1983-03-10 H. Niemeyer Söhne GmbH & Co KG, 4446 Hörstel Trailing device for sweeping plows
DE8301607U1 (en) * 1983-01-21 1983-05-05 H. Niemeyer Soehne Gmbh & Co Kg, 4446 Hoerstel, De ADDITIONAL ROLLER FOR WALK-ON DEVICES
DE8305335U1 (en) * 1983-02-25 1983-07-14 Pflugfabrik Lemken Kg, 4234 Alpen Soil cultivation device with non-rolling trailer

Also Published As

Publication number Publication date
GB2147782B (en) 1986-12-17
FR2552967A1 (en) 1985-04-12
GB8424504D0 (en) 1984-11-07
DE3336695C2 (en) 1998-02-12
NL191077B (en) 1994-08-16
DE3336695A1 (en) 1985-04-25
NL191077C (en) 1995-01-16
FR2552967B1 (en) 1988-04-15
GB2147782A (en) 1985-05-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE2759374C2 (en) Plow, in particular semi-mounted plow
NL7907053A (en) MOBILE MACHINE FOR CUTTING SODS.
CA2954406C (en) Pivoting support wheel for mounting on a plow frame
CA2759972A1 (en) Ground opener assembly with guiding track for depth control
NZ204080A (en) Plow with adjustable plowstrip width and steerable support wheel
NL8402569A (en) POST-TOOL FOR TEAMS.
US2286305A (en) Irrigation ridger
NL8204382A (en) SOIL TILLER.
US5020603A (en) Reversible plow
NL1011442C2 (en) Front implement steering.
US3818995A (en) Two way plow with articulated center wheel and automatically lockable rear wheel
US3155168A (en) Chisel and sweep plow
DE19954423B4 (en) Agricultural order combination with favorable shift of emphasis
US4319645A (en) Variable speed plow with moldboard pivoting about a forward vertical pivot axis
US2906351A (en) Rock windrower
DE1708565C3 (en) Mole plow with Steiiervor direction
DE4017379C1 (en) Cable plough towable for cable laying - allows distance between front wheels and share to be varied and fixed in selected position
US5078217A (en) Reversible plow
US4365674A (en) Tandem disc row marker
NL8403460A (en) SOIL TILLER.
DE2734266C3 (en) Mobile device for laying flexible pipes or cables
NL192364C (en) Combination of a tractor and a combination of a power harrow and a seed drill.
DE3533819C2 (en)
SU1428395A1 (en) Combination soil-tilling unit
DE868236C (en) Single and multi-share plow, in which the ploughshare is arranged on a swingable carrier

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: LEMKEN KG

TNT Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications

Owner name: LEMKEN GMBH & CO. KG.

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20010301