NL8402361A

NL8402361A - Brandwerende kast.

Info

Publication number: NL8402361A
Application number: NL8402361A
Authority: NL
Original assignee: Pielkenrood Vinitex Bv
Priority date: 1984-07-26
Filing date: 1984-07-26
Publication date: 1986-02-17
Also published as: EP0170337A1

Description

‘ * Lx 845097/Mm/dw

Korte aanduiding: Brandwerende kast

De uitvinding heeft betrekking op een brandwerende kast, omvattende uit een gedurende een zekere tijd tegen warmte en vlaminwerking bestand zijnd materiaal bestaande en inwendig geïsoleerde vaste wanden, en een toegangsopening, die door tenminste een deur kan worden afgesloten, 5 welke deur onder invloed van een aandrijfmiddel in de gesloten stand zal worden gedreven, zodra een voor warmte gevoelige vergrendeling wordt gelost.

Dergelijke kasten dienen o.a. voor bewaren van gemakkelijk ontbrandbare of ontplofbare stoffen in een laboratorium. De deuren kunnen daarbij normalerwijs open blijven staan, doch bij een ontoelaatbare tempe-10 ratuurverhoging oftoenemingssnelheid daarvan wordt de vergrendeling gelost, en slaat de deur dicht. Dergelijke kasten hebben opzichzelf goed voldaan, en voldoen aan de thans geldende veiligheidsvoorschriften, doch hebben enige nadelen. Bij deze kasten is het aandrijfmiddel voortdurend met de deur in aangrijping. Wanneer de kast onder normale omstandigheden moet 15 worden gesloten, moet daartoe de vergrendeling, waarmede de deur geopend moet worden gehouden, worden gelost, en zal de deur op dezelfde wijze krachtig dichtslaan als in het geval van een ontoelaatbare tempera tuur verhoging, terwijl, wanneer de deur weer moet worden geopend, het aandrijfmiddel weer in de werkzame toestand moet worden gebracht, hetgeen veel kracht vereist.

20 Een en ander is in de praktijk bezwaarlijk gebleken.

De uitvinding verschaft een dergelijke kast, die met behoud van de veiligheid de voornoemde nadelen niet bezit. Daartoe heeft de kast volgens de uitvinding als kenmerk, dat het aandrijfmiddel niet vast met de deur is gekoppeld, terwijl de vergrendeling met het aandrijfmiddel 25 samenwerkt, zodat na het lossen van de vergrendeling het aandrijfmiddel met een met de deur verbonden meenemer in aangrijping komt, en in de vergrendelde toestand van het aandrijfmiddel de deur vrij kan worden geopend en gesloten.

De deur onderscheidt zich dan niet van een gewone deur, die 30 zonder veel krachtuitoefening kan worden geopend en gesloten, terwijl het aandrijfmiddel normalerwijs en ook in een gesloten toestand van de kast vergrendeld blijft.

Terwijl bij een schuifdeur kan worden volstaan met een eenvoudige aan de deur bevestigde meenemer, waarmede het aandrijfmiddel na ont- 35 84 02 3 6 1 p- t- -2- grendeling in aangrijping kan komen, moet bij een klapdeur het aandrijf-middel op een afstand van het scharnierpunt aangrijpen, waarbij een trek-kabel wordt gebruikt, waarop het aandrijfmiddel aangrijpt. Volgens de uitvinding wordt dan de trekkabel van de meenemer voorzien, waarop het aandrijf-5 middel na ontgrendeling kan aangrijpen, terwijl deze kabel voorts is voorzien van een spangewicht, dat niet zwaarder is dan voor het strakhouden van deze kabel vereist is. Aldus wordt vermeden, dat bij het onder-normale omstandigheden sluiten van de deur de kabel gaat doorhangen en wordt vastgeklemd.

Wanneer het aandrijfmiddel een valgewicht is, kan dit gewicht 10 langs dezelfde baan als het voornoemde spangewicht beweegbaar zijn, en in de vergrendelde toestand boven dit spangewicht worden vastgehouden, zodat na lossing het valgewicht op het spangewicht kan vallen en dit kan meeslepen om de deur te sluiten.

Vooral bij klapdeuren die bij het optreden van een naar buiten 15 gerichte kracht, bijvoorbeeld tengevolge van een inwendige overdruk of door het uitzetten van bij verwarming zwellende kierdichtingen, kunnen worden opengedrukt, kan een bijkomende grendel voor het geheel dichtdrukken en vergrendelen van de gesloten deur zinvol zijn," welke grendel onder invloed van een voor warmte gevoelig onderdeel- kan worden uitgeschoven, zodra de 20 deur is gesloten. Om te vermijden, dat de grendel al in werking komt voordat de deur is gesloten, verdient het aanbeveling het voor warmte gevoelige onderdeel van de grendel op een hogere aanspreektemperatuur af te stellen dan de vergrendeling van het deuraandrijfmiddel.

Bij de bekende kasten worden als voor warmte gevoelige onderdelen 25 bimetaal-onderdelen gebruikt. Deze hebben echter het bezwaar, dat deze bij de gewenste betrekkelijk geringe afmetingen een naar verhouding geringe kracht kunnen uitoefenen, waardoor de vergrendeling gevoelig is voor trillingen en stoten, terwijl voorts de vervorming in hoofdzaak gelijkmatig met de temperatuur toeneemt, zodat geen scherp op een grensoverschrijding 30 reagerende middelen daarmede kunnen worden gevormd. Om een voldoende veilige vergrendeling te verkrijgen zijn soms ingewikkelde samenstellen vereist.

Het verdient dan ook de voorkeur in plaats van bimetaal-onderdelen gebruik te maken van onderdelen met zgn. vormgeheugen, die bijv. uit een metaallegering bestaan, die binnen een betrekkelijk smal temperatuur-35 gebied een omkeerbare zgn. martensitische overgang vertonen, waarbij een aanmerkelijke vormverandering en/of krachtontwikkeling optreedt. Het over-gangstemperatuurgebied kan daarbij zeer goed herhaalbaar worden ingesteld, 8402361 -3- -£ ( hetgeen met name bij toepassing van bijkomende grendels gunstig is, die bij een iets hogere temperatuur dienen aan te spreken om te verzekeren, dat de deur is gesloten voordat de ontgrendeling in werking komt. Dergelijke onderdelen kunnen daarbij rechtstreeks op de grendels inwerken, daar de geleverde kracht daarvoor voldoende is, hetgeen bovendien een goede bevei-5 liging tegen ontijdig lossen door trillingen e.d. verschaft. Een verder voordeel is, dat de aanspreektemperatuur door de legering is vastgelegd, zodat niet met de afstelling van de kast kan worden geknoeid.

Wanneer de kast van een afzuig- of beluchtingsopening met een afsluitklep is voorzien, kan deze klep met de deursluitmiddelen worden ^ gekoppeld, of kan deze klep van een afzonderlijk voor de temperatuur gevoelig aandrijfonderdeel van de voornoemde soort zijn voorzien, teneinde te verzekeren, dat in het geval van een ontoelaatbare temperatuurverhoging deze opening tijdig wordt afgesloten.

De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht ^ aan de hand van een tekening, waarin een schematische voorstelling van de voornaamste onderdelen vaneen kast volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Het afgebeelde gedeelte van een kast volgens de uitvinding omvat een bovenbalk 1 en een zijbalk 2 van een deurkozijn. Op de balk 2 is een eerste deurpaneel 3 door middel van scharnieren 4 draaibaar bevestigd.

20

Een tweede deurpaneel 5 is door middel van scharnieren 6 met het paneel 3 verbonden, en is anderzijds door middel van leinok 7 of dergelijke in of op de balk 1 geleid.

Met een van de panelen 3 of 5 is nabij de scharnierverbinding 6 een kabel 8 verbonden, die over een of meer leirollen 9 is geleid, en 25 die anderzijds met een spangewicht IQ is verbonden, dat in een geleiding 11 beweegbaaris. Deze geleiding wordt bijvoorbeeld gevormd door een holle kokerbalk van de kast. Dit spangewicht 10 zorgt ervoor,dat de kabel 8 gespannen blijft, doch is onvoldoende om de wrijving in de scharnieren 4 en 6 en ter plaatse van de leinok 7 te overwinnen, zodat de deur in elke gewens-^ te stand blijft staan.

Boven in de geleiding 11 is een valgewicht 12 gelegen, dat door middel van een grendel 13 wordt vastgehouden. Deze grendel 13 is verbonden meteen voor warmte gevoelig onderdeel 14, in het bijzonder'een onderdeel uit een.legering met vormgeheugen, die binnen een bepaald smal temperatuur-^ gebied een omkeerbare martensitische faseverandering ondergaat, die met een aanmerkelijke vormverandering en/of krachtontwikkeling gepaard gaat.

8402361

& I

a -4-

Dergelijke onderdelen zijn in de handel verkrijgbaar.

De deur kan onder normale omstandigheden zonder moeite worden geopend of gesloten. Wanneer echter de temperatuur boven de gestelde grens toeneemt, wordt de grendel 13 gelost, en kan het gewicht 12 naar beneden vallen, waarbij het spangewicht 10 wordt meegenomen en de deur wordt dicht-^ getrokken.

De ligging aan de grendel 13 is slechts schematisch aangeduid.

In de praktijk is het gewicht 12 aan een tweede kabel opgehangen, die anderzijds door een grendel van de voornoemde soort wordt vastgehouden. Het wordt dan mogelijk het voor warmte gevoelige onderdeel 14 in het meest geschikte punt op te stellen. Het is verder ook mogelijk het valgewicht of een ander geschikt aandrijfmiddel niet rechtstreeks op het spangewicht te doen aangrijpen, doch in plaats daarvan op een andere meenemer te doen inwérken, die in een geschikt punt op de kabel 8 is bevestigd.

^ In het geval van schuifdeuren kan worden volstaan met een recht streeks op de deur bevestigde meenemer, waarop het aandrijfmiddel kan inwerken. Bij dubbele klapdeuren van de afgeheelde soort zou op zichzelf de leinok 7 hiervoor kunnen worden gebruikt, doch het is dan niet mogelijk het scharniergedeelte 6 volledig in het kozijn te trekken. Bij schuifdeuren 20 is het spangewicht 10 overbodig, daar, wanneer met een kabel wordt gewerkt, deze alleen met het aandrijfmiddel en niet met de deur is verbonden.

Het zal duidelijk zijn, dat in plaats van een valgewicht elk ander aandrijfmiddel kan worden gebruikt; valgewichten hebben echter het voordeel, dat een in hoofdzaak vaste aandrijfkracht over de gehele ver-25 plaatsingsweg kan worden geleverd.

Bij klapdeuren verschaft het gewicht 10 of een gelijkwaardig aandrijfmiddel geen ondubbelzinnige sluiting, daar bij het uitoefenen van een voldoende kracht op de deur deze weer kan worden geopend. Dit kan met name het geval zijn, wanneer in de kieren bij verwarming zwellende dichtings-^ randen zijn aangebracht, en wanneer binnen de kast een overdruk ontstaat.

Om ook dan de deuren zo lang mogelijk gesloten te houden, kan een grendel 15 worden gebruikt, die in het bijzonder van een zodanig afgeschuind oppervlak 16 is voorzien, dat deze de deur, wanneer deze niet volledig zou zijn gesloten,goed dichtdrukt. Deze grendel is verbonden met een voor warmte gevoelig aandrijfonderdeel 17 van de voornoemde soort. Dit is echter ingesteld op een hogere temperatuur dan het onderdeel 14 van de grendel 13, teneinde te verzekeren, dat de deur geheel is gesloten alvorens de grendel 15 in werking komt. Dit heeft verder het voordeel, dat, wanneer 8402361 »

US

-5- de deur door een toevalllige temperatuurverhoging boven de grenswaarde wordt gesloten, deze gemakkelijk weer kan worden geopend. De voor het sluiten van de deur ingestelde grenswaarde is bijvoorbeeld 40 °C, waarbij dan de grenswaarde voor de grendel 15 -op bijvoorbeeld 70 °C kan worden gekozen.

5

Wanneer door een temperatuurverhoging de deur is gesloten, en de oorzaak van deze temperatuurverhoging is weggenomen, zal (aangenomen, dat de kast niet ernstig door brand is beschadigd) na het lossen van de grendel 15 de deur weer kunnen worden geopend, waarbij tegelijkertijd het valgewicht 12 weer naar boven wordt bewogen, dat dan door de inmiddels ^ weer in de werkzame stand gekomen grendel 13 in de hoogste stand wordt vastgehouden, waarna de kast weer voor gebruik gereed is.

Wanneer de kast is voorzien van een (niet afgebeelde) afzuig-opening, die bijvoorbeeld op een afzuigkanaal is aangesloten, zal deze opening meestal van een klep zijn voorzien, die bij brand dient te worden ^ gesloten. Daartoe kan deze klep bijvoorbeeld worden gekoppeld met de kabel 8 of het valgewicht 12, zodat bij het sluiten van de deur na het in werking komen van de grendel 13 ook de klep wordt gesloten. Het is ook mogelijk deze klep van een afzonderlijk voor de temperatuur gevoelig aan-drijfonderdeel van de voornoemde soort te voorzien, dat op een geschikte 20 temperatuur is afgesteld, teneinde een tijdige sluiting te verzekeren. Uiteraard kunnen middelen aanwezig zijn, die bij het sluiten van de klep ook de afzuigventilator uitschakelen.

25 8402361

Claims

1. Brandwerende kast, omvattende uit een gedurende zekere tijd tegen warmte en vlaminwerking bestand zijnd materiaal bestaande en inwendig geïsoleerde vaste wanden, en een toegangsopening, die door tenminste een deur kan worden afgesloten, welke deur onder invloed van een aandrijf-middel in de gesloten stand zal worden gedreven, zodra een voor warmte ^ gevoelige vergrendeling wordt gelost, met 'het kenmerk, dat het aandrijfmiddel (12) niet vast met de deur (3, 3) is gekoppeld, terwijl de vergrendeling (13, 14) met het aandrijfmiddel (12) samenwerkt, zodat na het lossen van de vergrendeling (13, 14) het aandrijfmiddel (12) met een met de deur (3, 5) verbonden meenemer (10) in aangrijping komt, en in de vergrendelde toestand van het aandrijfmiddel (12) de deur (3, 5) vrij kan worden geopend en gesloten.

2. Kast volgens conclusie 1, waarbij de deur met een trekkabel is verbonden, waarop het aandrijfmiddel aangrijpt, met het kenmerk, dat de trekkabel (8) van een meenemer is voorzien, waarop het ^ aandrijfmiddel (12) na ontgrendeling kan aangrijpen, welke kabel (8) voorts van een spangewicht (10) is voorzien, dat niet zwaarder is dan voor het strakhouden van deze kabel (8) vereist is.

3. Kast volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat het aandrijfmiddel een valgewicht (12) is, dat langs dezelfde baan (11) nn L als het spangewicht (10) beweegbaar is, en in de vergrendelde toestand boven dit spangewicht (10) wordt vastgehouden.

4. Kast volgens een van de conclusies 1..3, waarbij de deur een klapdeur is,met het kenmerk, dat een. bijkomende grendel (15) is aangebracht, onder invloed van een voor warmte gevoelig onderdeel ^(17) kan worden uitgeschoven, zodra de deur (3, 5) is gesloten.

5. Kast volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het voor warmte gevoelige onderdeel (17) van de grendel (15) op een hogere aanspreektemperatuur is afgesteld dan de vergrendeling (13, 14) van het deuraandrijfmiddel (12). rn

6. Kast volgens een van de conclusies 1..5,met het kenmerk, dat het of elk voor warmte gevoelige onderdeel een onderdeel met vormgeheugen is, dat binnen een smal temperatuurgebied een aanmerkelijke vormverandering ondergaat en/of kracht kan ontwikkelèn. 8402361 -7— ·*

7. Kast volgens een van de conclusies 1..6, voorzien van een af-zuig- of beluchtingsopening met een afsluitklep, met het kenmerk, dat deze klep met de deursluitmiddelen (8, 12) is gekoppeld.

8. Kast volgens een van de conclusies 1..6, voorzien van een 5 afzuig- of beluchtingsopening met een afsluitklep, met het ken-m e r k, dat deze afsluitklep is voorzien van een voor de temperatuur gevoelig aandrijfonderdeel, in het bijzonder een aandrijfonderdeel volgens conclusie 6. 8402361