NL8402180A - Werkwijze en inrichting voor het beluchten van kaas. - Google Patents

Description

♦ ί 'Vi. - ψ i -1-

Wl * VO 6456

Werkwijze en inrichting voor het beluchten van kaas.

De uitvinding betreft een werkwijze en inrichting voor het beluchten van kaas, waarbij geconditioneerde lucht in de directe omgeving van kazen welke zich bevinden op kaasdragers in een kaas-opslagsysteem wordt geleid.

5 algemeen kan men stellen dat het doel van het beluchten van kaas is het afvoeren van vocht dat spontaan uit de kaas treedt.

Indien meer lucht dan hiervoor benodigd zou worden aangevoerd dan zou de kans kunnen bestaan dat del kaas onnodig indroogt met alle consequenties op financieel gebied vandien. Indien men minder lucht zou toevoeren 10 dan benodigd om het spontaan uittredende vocht te verwijderen, dan zouden korstgebreken en schimmelvorming optreden.

Tot voor enkele jaren was het gebruikelijk geconditioneerde lucht in een kaasopslagruimte te leiden rondom een groot aantal kazen. Deze methode bleek voor verbetering vatbaar.

15 In de Nederlandse terinzagelegging nr. 7702023 wordt een beluchtingssysteem voor kaas beschreven waarbij over een aantal kazen geconditioneerde lucht wordt geleid waarvan de richting van tijd tot tijd omkeert. Met deze werkwijze werd een ontwikkeling ingeluid welke er op gericht is kaas die gedurende enige weken voor rijping in een 20 kaaspakhuis is opgeslagen een meer individuele behandeling te geven ten einde een nog gelijkmatiger indroog van de kaas te bevorderen.

Voomoemde ontwikkeling heeft ertoe geleid dat, gezien de enorme kaasproduktie in Nederland enerzijds en de mogelijkheid om in-droogverliezen te beperken hetgeen tot grote besparingen leidt ander-25 zijds, men naar· perfectionering van dit principe is gaan steven. Zo wordt in de Nederlandse ter inzagelegging nr. 7902942 een werkwijze beschreven waarbij over elke kaas afzonderlijk geconditioneerde lucht * wordt geblazen. Gebleken is dat het aldus behandelen van kaas nog tot on voldoende verbeteringen leidt.

30 Volgens de uitvinding werd gevonden dat door de toevoer en de af voer van de lucht per kaas op elkaar af te stemmen het mogelijk blijkt zowel kwalitatief als kwantitatief verbeteringen aan te brengen welke, gezien de enorme kaasproduktie, leiden tot grote kostenbesparingen.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt geconditioneerde 8402180 k -2- lucht geleid in de directe omgeving van kazen welke zich bevinden op kaasdragers in hermetisch afgesloten compartimenten welke tezamen een kaasopslagsysteem vormen, waarbij de lucht wordt geleid door persleidingen welke in de ruimte boven de kazen zijn aangebracht en welke 5 zijn voorzien van uitstroomopeningen waaruit lucht tussen of over de kazen wordt geleid, terwijl eveneens in de ruimte boven de kazen van afzuigopeningen voorziene afzuigleidingen zijn aangebracht, een en ander zodanig dat de lucht boven en tussen de kazen wordt afgezogen, waarbij de toevoer en de af voer van de lucht per kaas op 10 elkaar zijn afgestemd. De pers- en zuigleidingen zijn zo aangebracht dat zij zich in de lengterichting om en om boven de kazen uitstrekken en wel zo dat boven en tussen elke twee rijen kazen zich een pers- c.q. zuigleiding bevindt. 'Beide leidingen zijn loodrecht op de stellingwanden gemonteerd. De uitstroomopeningen zijn bij voorkeur zo-15 danig aangebracht dat de lucht tussen of over twee respectievelijk vier kazen wordt geleid. De afzuigopeningen zijn bij voorkeur zodanig aangebracht, dat de naar deze openingen toegezogen lucht afkomstig is uit de ruimte boven en tussen twee respectievelijk vier kazen.

De hoeveelheid toe te voeren respectievelijk af te voeren 20 lucht is afhankelijk van het type opgeslagen kaas.

De inrichting geschikt voor toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding bestaat uit dubbelwandige ü-vormig geprofileerde stel-' lingwanden waarvan de voor- en achterzijden luchtdicht kunnen worden afgesloten en tussen welke dubbele wanden om en om respectievelijk 25 lucht kan worden toegevoerd en afgevoerd, in de U-vormen kaasdragers aaneengesloten kunnen worden ingeschoven zodanig dat luchtdichte compartimenten ontstaan, boven welke kaasdragers zich pers- en zuigleidingen bevinden welke zijn voorzien van uitstroomopeningen respectievelijk afzuigopeningen, welke leidingen zijn aangesloten op de dubbele wan-30 den en wel zodanig dat aan beide zijden van een stellingwand pers-1 leidingen zijn gemonteerd en aan beide zijden van een volgende wand zuigleidingen zijn gemonteerd.

De kaasdragers zijn voorzien van perforaties, zodanig dat ook de onderzijden van de kazen in aanraking komen met geconditioneerde 35 lucht welke stroomt in het onderliggende compartiment.

De werkwijze en inrichting zullen aan de hand van de tekening nader worden toegelicht.

Figuur 1 van de tekening toont het kaasopslagsysteem.

8402180 'i -3-

Figuur 2 van de tekening toont een vooraanzicht van het systeem*

Figuur 3 van de tekening toont een bovenaanzicht van het lucht-svsteem.

Figuur 4 van de tekening toont een zijaanzicht van het systeem.

5 Figuur 5 van de tekening toont de lengtedoorsnede van een pers- of zuigleiding en in detail de bevestiging aan beide stellingwanden.

Het in figuur 1 getoonde opslagsysteem bestaat uit dubbelwandige stellingwanden ia en 1b welke voorzien zijn van U-vormige 10 profileringen 2. De stellingwanden la staan in open verbinding met de ruimte 3, de stellingwanden ib staan in open verbinding met de ruimte 4. In de U-vormige profileringen zijn de kaasdragers 5 ge-· schoven. Tussen de kaasdragers 5 bevinden zich de persleidingen 6a en de zuigleicüngen 6b, welke om en om zijn verbonden met de stelling-15 wanden la respectievelijk lb.

Door middel van de ventilator 7 wordt lucht via de ruimte 3 en de dubbele wanden la in de persleidingen 6a gebracht. Door middel van de ventilatoe 8 wordt lucht afgezogen via de zuigleidingen 6b, de dubbele wanden lb en de ruimte 4.

20 In figuur 2 zijn de kaasdragers 5, ingeschoven in de U- vormige profileringen 9 zichtbaar met op de kaasdragers de kazen 10.

Boven de kazen 10 en onder de bovenste kaasdrager is de leiding aangebracht welke een pers- of een zuigleiding kan zijn.

In figuur 3 zijn de persleidingen 6a aangesloten op de 25 dubbele stellingwand la. De zuigleidingen 6b zijn aangesloten op de dubbele wand lb. Tussen en tevens boven elke rij kazen 10 ligt afwisselend een pers- en afzuigleiding.

In figuur 4 is de kaasdrager 5 zichtbaar met daarop de kazen 10. Boven de kazen 10 bevinden zich de persleidingen 6a met de 30 cpeningen 11 en de afzuigleidingen 6b met de openingen 12.

1 Figuur 5 laat een persleiding 6a zien die aan de ene zijde is ingebracht in de stellingwand la en is bevestigd met ring 13 en aan de aanliggende stellingwand lb is bevestigd door middel van de houder 14, die aan de stellingwand lb is ingeklonken. Zowel de pers-35 ais de afzuigleidingen zijn bij voorkeur vervaardigd van kunststof.

De werkwijze volgens de uitvinding en de daarbij te gebruiken inrichting is in principe geschikt voor bolvormige, cilindrische en rechthoekige kazen. Het is duidelijk dat het pijpenpatroon en de 8402180 -4- j' -c m situering van de zuig- en persopeningen telkens wordt aangepast aan de te conditioneren kaassoort. Zoals eerder opgemerkt moet zowel de luchttoevoer als de luchtafvoer per individuele kaas volledig beheerst worden uitgevoerd. -Dit betekent, dat verticale luchtstromingen moeten 5 worden voorkomen. Dit wordt bereikt door de kaasdragers als gesloten lagen in het opslagsysteem te plaatsen. Bovendien zijn de perforaties in de kaasdragers op zodanige wijze aan de vorm van de te conditioneren kaas aangepast, dat de kazen deze geheel afsluiten.

8402180

Claims (4)

1. Werkwijze vcor het beluchten van kaas, met het kenmerk, dat geconditioneerde lucht wordt geleid in de directe omgeving van kazen, welke zich bevinden op kaasdragers in hermetisch afgesloten compartimenten welke tezamen een kaasopslagsysteem vormen, waarbij de lucht wordt 5 geleid door persleidingen welke in de ruimte boven de kazen zijn aangebracht en welke zijn voorzien van uitstroomopeningen waaruit lucht tussen of over de kazen wordt geleid, terwijl eveneens in de ruimte boven de kazen van afzuigopeningen voorziene afzuigleidingen zijn aangebracht, een en ander zodanig dat de lucht boven en tussen de kazen 10 wordt af gezogen waarbij de toevoer en de af voer van de lucht per kaas op elkaar zijn af gestemd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitr stroomopeningen zodanig zijn aangebracht dat de uit deze openingen stromende lucht tussen of over twee respectievelijk vier kazen wordt 15 geleid.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afzuigopeningen zodanig zijn aangebracht dat de naar deze openingen toegezogen lucht afkomstig is uit de ruimte boven en tussen twee respectievelijk vier kazen. 20 4. Inrichting geschikt voor toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding, met het kenmerk, dat· deze bestaat uit dubbelwandige U-vormig geprofileerde stellingwanden waarvan de voor- en achterzijden luchtdicht kunnen worden afgesloten en tussen welke dubbele wanden om en om respectievelijk lucht kan worden toegevoerd en afgevoerd, in de 25 U-vormen kaasdragers aaneengesloten kunnen worden ingeschoven zodanig dat luchtdichte compartimenten ontstaan, boven welke kaasdragers zich * pers- en zuigleidingen bevinden welke zijn voorzien van uitstroom openingen respectievelijk afzuigopeningen, welke leidingen zijn aangesloten op de dubbele wanden en wel zodanig dat aan beide zijden van 30 een stellingswand persleidingen zijn gemonteerd en aan beide zijden van een volgende wand zuigleidingen zijn gemonteerd.

$ 4 ö 2 1 B Q