NL8401945A - Reinigingsinrichting. - Google Patents

Description

I _ y -a 4 VO 625¾

Titel: Reinigingsinrichting.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op loodgieterswerk-tuigen en "betreft vooral een inrichting voor het reinigen van afvoerleidin-gen die geschikt is voor het schoonmaken en verwijderen van verstoppingen of "belemmeringen uit afvoerleidingen, waarbij een lang orgaan in de vorm 5 van een schroeflijnvormig gewonden veerkabel, bekend als loodgietersslang» door de afvoerleiding kan worden voortbewogen en gedraaid.

Loodgietersslangen van het veerkabel—type zijn gewoonlijk opgenomen in een trommel of houder die is uitgevoerd met een konoïdale wand waar doorheen de -veerkabel of slang kan worden aangevoerd en teruggetrokken in 10 axiale richting ten opzichte van zichzelf terwijl de houder wordt gedraaid teneinde de veerkabel te laten draaien. Bij conventionele inrichtingen die zijn voorzien van een door een motor aangedreven middel voor het voortbewegen en terugtrekken van de veerkabel, wordt het aanvoermechanisme gekenmerkt doordat dit is voorzien van een klauw- in de vorm. van een uit segmen-15 ten bestaande moer, of iets dergelijks, waar doorheen de veerkabel wordt aangevoerd door deze te draaieni zodat in feite de veerkabel door de klauw wordt voortbewogen.

Er zijn in het verleden verschillende pogingen gedaan om een veer-kahelaanvoerinrichting te ontwerpen die een verbetering vormt ten opzichte 20 van dit met een vaste aanvoermoer uitgevoerde type constructie ed die het mogelijk maakt dat de bedienende persoon de aanvoer snel stop zet indien een verstopping in de afvoerleiding wordt ontmoet, teneinde het ontstaan van een knik in de veerkabel en' mogelijk verwonding van de bedienende persoon te voorkomen. Tot de meest succesvolle van deze reeds bestaande in-25 richtingen behoren de inrichtingen die zijn uitgevonden door Hunt et al en welke zijn beschreven en afgebëeld in de Amerikaanse Octrooisehriften Hummers 2 Τ62 12.1; 3 22¾ 02¾ en 3 ^2 782 en de inrichtingen die zijn uitgevonden door aanvrager dezes en zijn beschreven en afgebeeld in de Amerikaanse Octrooisehriften Nummers 3 882 565; 153 266* en ^ 325 721· Deze 3Q inrichtingen missen, hoewel ze duidelijk beter zijn dan dergelijke reeds op de markt verkrijgbare inrichtingen, niettemin een zekere veelzijdigheid doordat de aanvoerrollen, die zijn uitgevoerd met schroeflijnvormig gegroefde omtrekken, niet kunnen worden verwijderd uit de aanvoerinrichting en daarin niet kunnen worden verdraaid teneinde het automatisch terugtrek- 8401945

If ·ϊ - 2 - ken van de slang uit de afvoerleiding mogelijk te maken. In verband daarmee moet dan ook bij de inrichtingen volgens de hierboven genoemde octrooi-schriften, de draairichting van de motor die dient ter aandrijving van de trommel waarin de slang is opgenomen worden omgekeerd teneinde de beve-5 gingsrichting van de slang te veranderen en deze terug te trekken uit de afvoerleiding.

Bij bepaalde typen van reeds bestaande inrichtingen is geprobeerd de slang aan te voeren en terug te trekken door gebruik te maken van met elkaar samenwerkende van een glad oppervlak voorziene rollen, waarvan de 10 draaiingshoek kan worden gevarieerd ten opzichte van de langsas van de slang. Door bijvoorbeeld twee of meer rolwielen onder een bepaalde hoek te plaatsen kan een roterende veerkabel voorwaarts worden gedrukt. Door de rolwielen onder een andere hoèk te plaatsen kan de veerkabel achterwaarts, dus in de omgekeerde richting, worden bewogen. Een voorbeeld van dergelij-15 ke inrichtingen is dat wat is beschreven en afgebeeld in het Britse Oc-trooischriffc Hummer 1 158 7^6".

De met gladde rollen' uitgevoerde systemen vereisen echter dat er een aanzienlijke neerwaartse druk op de veerkabel wordt uitgeoefend door de rollen. Het uitoefenen van teveel druk kan de veerkabel "binden" en te 20 weinig druk kan ontoelaatbare slip doen ontstaan. Dergelijke rollen leveren dan ook geen bevredigende resultaten op bij het opruimen van moeilijk te verwijderen verstoppingen of belemmeringen. Aan de andere kant zal, wanneer schroeflijnvormig gegroefde rollen worden gebruikt, de uitoefening van slechts minimale druk op de schroeflijnvormig gewonden veerkabel door 25 de rollen tot gevolg hebben dat een gelijkmatige aanvoer van de veerkabel plaats beeft zonder binding of slip. Dankzij dit feit funktioneren de schroeflijnvormig gegroefde rollen dan ook op uitstekende wijze om zelfs de laoeilijkste. verstoppingen of belemmeringen te verwijderen, φπι de hierboven genoemde redenen is het duidelijk dat voor sommige 3Q reinigingshewerkingen het doelmatig is gebruik te maken van het met gladde rollen uitgevoerde systeem, terwijl het bij andere bewerkingen doelmatig is het met schroeflijnvormig gegroefde rollen uitgevoerde systeem te ge-bruiken, yoordat het systeem volgens de uitvinding kon worden toegepast waren twee afzonderlijke inrichtingen, omvattende verschillende aanvoersy-35 sternen, noodzakelijk ter bereiking van deze maximale doelmatigheid en veelzijdigheid, Door toepassing van de inrichting volgens de uitvinding wordt 8401945 4 9 - 3 - echter deze tekortkoming gecorrigeerd door voor de eerste keer een volkomen nieuve inrichting te verschaffen waarmee het voor de bedienende persoon mogelijk wordt gemaakt de rollenvorm te kiezen die het beste geschikt is voor een bepaalde reinigingsbewerking.

5 Ih verschillende gevallen» ook andere dan situaties waarbij het gaat om ernstige verstoppingen of belemmeringen, zijn de voordelen die worden geboden door de verwisselbaarheid van rollenstellen duidelijk. Wanneer bijvoorbeeld afvoerleidingen moeten worden gereinigd die zich uitsoek strekken tussen verschillende verdiepingen van een hoog. gebouw, kunnen ve-10 1« meters slang worden aangevoerd in zich naar beneden uit strekkende afvoerleidingen. Als gevolg van het bijzonder grote gewicht van de slang kunnen de gladde rollenstellen niet voldoende wrijvingskracht op de slang overbrengen om deze omhoog te brengen terwijl ze wordt teruggetrokken uit de afvoerleidingen. In zulke gevallen is het dan ook heel doelmatig wan-15 neer het mogelijk is dat êên of meer van de' gladde rollen wordt vervangen door schroeflijnvormig gegroefde rollen die heel gemakkelijk in staat zijn om de grote lengte aan slang op te heffen.

Tijdens reinigingsbewerkingen waarbij de slang weinig of middelmatige weerstand ontmoet als gevolg van verstoppingen of belemmeringen, kun-20 nen de gladde rollen op doelmatige wijze worden gebruikt. Onder deze omstandigheden kunnen de gladde rollen onder de gewenste hoek worden inge-ateld ten opzichte -van de langsas van de slang ter vergroting of verkleining. van de aanvoersnelheid van de slang in voor— of achterwaartse richting. Indien echter onverwacht een ernstige verstopping of belemmering zou 25 worden ontmoet, dan kan een of meer van de gladde rollen worden vervangen dqor een sehroeflijnvormige gegroefde rol. Bij gebruik van de gegroefde rollen wordt de snelheid van 6,5 m per minuut bij het aanvoeren verminderd in direkte verhouding tot de mate van weerstand die wordt ontmoet en kan dan variëren van Q tot 6", 5 m per minuut gedurende de reinigingsbewerking, 3Q Eén dergelijke automatische regeling van de aanvéersnelheid is niet moge— lijk wanneer alleen de gladde rollen worden gebruikt.

In situaties waarin het wenselijk is een in de afvoerleiding aanwezig los voorwerp te verwijderen, is het gewenst de gegroefde rollen te vervangen door de gladde rollen. Dit komt omdat bij gebruik van de gegrqef-35 de rollen het terugtrekken van de slang en het voorwerp dat is vastgepakt door het speciale kopelement dat is bevestigd aan het einde van de slang 8401945 « * - k - alleen maar kan worden uit gevoerd door omkering van de draairichting van de motor en dus ook de omkering van de draairichting van de slang. Dit omkeren van de draairichting van de slang kan tot gevolg hebben dat het kop-element zich "losschroeft" of op andere wijze losraakt van het voorwerp 5 dat uit de afvoer leiding moet worden teruggetrokken. Door echter de gegroefde rollen te vervangen door gladde rollen, kunnen de slang en het vastgepakte voorwerp worden teruggetrokken door gewoon de instellingshoek van de rollen te veranderen, zonder de draairichting van de slang om te keren. Talrijke andere Bedrijfssituaties maken het ten zeerste wenselijk om 10 de gladde rollen te kunnen vervangen door schroeflijnvormig gegroefde rollen en omgekeerd.

Een ander Belangrijk voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is dat de Bedienendè persoon de slang en het trommelhuis snel als eèn eenheid kan verwijderen en deze kan vervangen door een nieuw trommelhuis 15 dat een slang -van dezelfde of een' andere grootte Bevat. Dankzij het met een gleuf uit gevoerde ópen ontwerp van het huis dat de aanvoerrollen draagt, kan de slang gemakkelijk worden verwijderd uit het huis zonder dat het noodzakelijk is dat het complete aanvoersamenstel wordt verwijderd.

Dit kenmerk -maakt het mogelijk dat Bet.' trommel-en-slang samenstel gemakke-20 lijk tilt de reinigingsinrichting wordt verwijderd wanneer de slang is beschadigd of wanneer er een slang van grotere of kleinere diameter vereist is voor de Bepaalde reinigingsBewerking,

Samenvatting van de uitvinding.

Het is een doel -van de uitvinding een loodgieterswerktui'g te ver-25 schaffen -van Bet type waarBij geBruik wordt gemaakt van een lange schroeflij nvormig' gewonden veerkaBel, of slang, die kan worden gedraaid en aangeveerd in afvoerleidingen en dergelijke en' die is voorzien van een nieuw onder yeerhelasting geplaatst slangaanvoermeehanisme dat geschikt is voor het verwijderbaar daarin monteren van hetzij gladde rollen of rollen die 3Q zijn voorzien van schroeflijnvormig gegroefde oppervlakken.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen -van een aanvoer-inrichting zoals is Beschreven in de vorige alinea waarBij Bet aanvoerme-chaaisme is uitgevoerd met regelmiddelen voor het gelijktijdig instellen Van de hoek waaronder de rollen in ingrijping zijn met de veerkaBel of 35 slang zodat de veerkaBel in voorwaartse of in achterwaartse richting kan worden voortbewogen zonder de draairichting van de motor om te keren.

84 0 1 9 4 5 ί * - 5 -

Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting van het genoemde type waarmee, wanneer de schroeflijnvormig gegroefde rollen op hun plaats zijn gemonteerd, de slang automatisch met een aanzienlijk grotere snelheid kan worden aangevoerd dan wordt bereikt met 5 conventionele klauwen voor een gegeven draaisnelheid van de slang.

Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting van het beschreven type en waarbij het aanvoermechanisme is voorzien van al naar gelang wenselijk is te kiezen aanvoerrollen die zijn uitgevoerd met hetzij gladde of gegroefde oppervlakken en die kunnen wor- 10 den gebracht tot en vrijgemaakt uit aandrijvende ingrijping met de slang en tevens is uitgevoerd met een veerbelastingsmechanisme om de aanvoerrollen verend tot aandrijvende ingrijping met de slang te drukken die zodanig is geconstrueerd en aangebracht dat slechts mini-male .druk op de schroef-lijnvormig gewonden veerkabel behoeft te worden uitgeoefend en het moge- 15 lijk wordt gemaakt dat de aanvoerrollen vervormingen en onregelmatigheden in de slang opnemen, terwijl de aanvoerrollen uit de aandrijvende ingrijping met de slang kunnen worden vrijgemaakt in reaktie op krachten die tegengesteld zijn aan de aanvoerrichting van de slang in axiale richting ten opzichte van zichzelf.

20 Nog weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting zoals in de vorige, alinea is Beschreven waarbij het veerbelastingsmechanisme instelbaar is zodat de kracht die daardoor wordt uitgeoefend teneinde de aanvoerrollen in aandrijvende ingrijping met de slang te houden regelbaar is, dus kan worden gevarieerd.

25 Een ander doel -van de uitvinding is het verschaffen van een inrich ting yan het beschreven type waarbij het huissamenst el waarin de rollen zijn gemonteerd van een uniek met een gleuf uitgevoerd ontwerp is teneinde snelle verwijdering van het gehele trommel-en-slang samenstel uit de inrichting mogelijk te maken.

30 Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen -van een nieuw-, goedkoop en weinig wegend aanvoermiddel dat betrekkelijk eenvoudig yan constructie is en gemakkelijk kan worden bevestigd aan zovel draagbare als door wielen onderstemde werktuigen zoals die tegenwoordig op de markt zijn en dat gemakkelijk kan worden bediend. In dit verband is het tevens 35 een doel een zodanig middel te verschaffen dat gemakkelijk met de slang tot ingrijping kan worden gebracht of uit ingrijping kan worden vrij ge 8401945 * - 6 - maakt door de bedienende persoon, en vel met weinig inspanning en zonder enige speciale vakbekwaamheid.

De uitvinding zal thans worden beschreven onder verwijzing naar de tekening, waarin: 5 Figuur 1 een zijaanzicht is van de inrichting voor het reinigen van afvoerleidingen volgens de uitvinding; figuur 2 is een vooraanzicht op grotere schaal van een gedeelte volgens lijn 2-2 in figuur 1; figuur 3 is een dwarsdoorsnede op grotere schaal van een gedeelte 10 volgens lijn 3-3 in figuur 1 waarin de inwendige constructie is te zien van de aanvoerregelinrichting van deze uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur h is een dwarsdoorsnede van een gedeelte volgens lijn U-h in figuur 2 waarin is te zien de constructie van een deel van het regelmiddel van de uitvinding voor het gelijktijdig verdraaien van de rolsamenstellen 15 van de inrichting voor het regelbaar variëren van de instelhoek tussen de draaiingsassen van de rollen en de langsas van de slang; figuur 5 is een met figuur k overeenkomende dwarsdoorsnede, maar hierin is weergegeven hoe het regelmiddel kan worden gebruikt voor het variëren van de instelhoek, van de rollen ten opzichte van de langsas van de 20 Slang; figuur 6" is een dwarsdoorsnede volgens lijn 6-6 in figuur 2; figuur T is een vooraanzicht met uiteengenomen delen waarin eveneens is te zien de constructie van de aanvoerregelinrichting volgens ëën uitvoeringsvorm van de uitvinding; en 25 figuur 8 is een aanzicht van een deel met uiteengenomen delen over eenkomende -met figuur 7» maar hierin is te zien dat de gladde rolsamen— Stellen zijn vervangen door gegroefde rolsamenstellen.

Beschrijving- van lën uitvoeringsvorm van de uitvinding. Zpals in de tekening is te zien, en vooral in de figuren 1, 3 en 7 30 is. de inrichting voor het reinigen van afvoerleidingen volgens deze uitvoeringsvorm van de uitvinding in figuur 1 in het algemeen met het nummer 12 aangeduid, De inrichting omvat een steunfreem 34, een draaibare trommel 16. die verwijderbaar wordt gedragen door steunfreem lU en een lange schroeflijnvormig gewonden veerkahel, of slang, 38, waarvan een gedeelte 35 kan worden opgenomen in de trommel ]6 teneinde daaruit regelbaar te kunnen . worden aangeveerd zodat bet naar buiten getrokken gedeelte van de veerka- 8401945 * * - 7 - "bel 18 om zijn langsas draait tijdens draaiing van de trommel 16. Aan het steunfreem ik zijn tevens vielen 20 en 22 gemonteerd voor het rijdbaar ondersteunen van het steunfreem tijdens transport en een electromotor 2k is aangesloten op trommel 16 teneinde deze trommel met een gecontroleerde 5 draaisnelheid te kunnen laten draaien.

De schroeflijnvormig gewonden veerkabel, of slang, 18 is normaal opgeslagen in spiraalvormige formatie in trommel 16 en kan daaruit naar buiten worden getrokken via een gebogen doorgang 26 die is aangesloten op trommel l6 en aan het steunfreem 1k is bevestigd door een scharnierbaar 10 gemonteerd kraagsamenstel 28. Zoals het beste is te zien in figuur 3 is het kraagsamenstel 28 scharnierend beweegbaar vanuit de in figuur 3 met getrokken lijnen weergegeven vergrendelde positie naar de in figuur 3 met punt-streeplijnen aangegeven open positie. Wanneer het vergrendelende kraagsamenstel zich in de open positie bevindt kan het gehele trommelsa-15 menatel uit het steunfreem Ik worden verwijderd en worden vervangen door een ander trommelsamenstel dat is voorzien van een slang van dezelfde diameter of, indien dit wenselijk is, van een andere diameter. Een flexibel, buisvormig afschermorgaan IJ ter beveiliging van de bedienende persoon is aangebracht rond de slang op de plaats waar de slang de te reinigen af-20 voerleiding in wordt gevoerd.

De aanvoerregelinrichting -vormt een belangrijk kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding en is in het algemeen met 30 aangegeven, waarbij deze dient voor het regelbaar aanvoeren van de slang 18 hetzij in voorwaartse richting de trommel 1iT uit of achterwaarts de trommel in, 25 waarbij de slang daarin in spiraalvormige formatie wordt opgewonden. Zoals ia te zien in figuur 3, 7 en-8 omvat de daarin afgebeelde uitvoeringsvorm van de aanvoerregelinrichting volgens de uitvinding zes rolsamenst-ellen 32 die elk zijn voorzien van een kuisgedeelte 3k en een rol die draaibaar in het huisgedeelte 3¾ is gemonteerd. Drie van de rollen, in de tekeningen 3Q met het nummer 36 aangeduid, zijn uit gevoerd met gladde omfcreksoppervlak-ken, zie figuur 7, en drie, aangegeven met het nummer 36a, zijn voorzien van schroeflijnvormig gegroefde oatreksoppervlakken van het type dat in figuur 8 is afgeheeld. Hoewel slechts een rolsamenstel 3k is aangegeven in figuur 8 zal het duidelijk zijn dat drie rolsaaenstellen welke identiek 35 zijn aan dat wat is afgebeeld in figuur 8 een deel van de aanvoerregelinrichting vormen.

8401945 - 8 -

De aanvoerrollen 36a zijn van uniek ontwerp waarbij elk daarvan zodanig is uitgevoerd dat aan de omtrek schroeflijnvormige kanalen of groeven 38 zijn verschaft die dezelfde steek hebben als de windingen van de slang 18 en die met de slang in ingrijping kunnen zijn wanneer de aanvoer-5 regelinrichting zich. in de gesloten aandrijfpositie bevindt. Elke aanvoer-rol 36a is vrij draaibaar in elk der beide richtingen om de as van de steunassen UO, zie figuur 8, die zijn gemonteerd in het huisgedeelte 3^-Teneinde de voortbewegingssnelheid in voor- of achterwaartse richting van de slang op doelmatige wijze te vergroten kan de axiale verplaatsing van 10 de schroeflijnvormige groeven van de aanvoerrollen 36a worden vergroot teneinde in feite een dubbele of drievoudige voortbeweging van de windingen van de veerkabel te bereiken. Wanneer de slang 18 wordt gedraaid door de draaiing van trommel 16, zullen de aanvoerrollen 36a in tegengestelde richtingen draaien, waardoor de slang hetzij in voorwaartse richting wordt 15 aangevoerd of wordt teruggetrokken, afhankelijk van de draairichting van de trommel.. Ter regeling van de voortbewegingsrichting van de slang wanneer de gegroefde rollen worden gebruikt kan de draairichting van de trommel worden geregeld door de -motor 2k in voor— of achterwaarts draaiende stand in te schakelen, 20 Wanneer de aanvoerrollen. 36a worden vervangen door aanvoerrollen 36, die zijn uitgevoerd zoals is af geheeld in figuur 3 tot en met 7, dan zal ingrijping onder uitoefening van druk van de aanvoerrollen tegen de slang 18 eveneens tot gevolg hebben dat de slang in voor- of achterwaartse richting wordt voortbewogen terwijl de trommel l6 wordt gedraaid. Wanneer ech— • 25 ter de gladde rollen worden gebruikt dan kan de slang in voorwaartse rich-' ting of buitenwaarts' vanuit. de trommel 16 worden aangevoerd of in de trom— mei 18 worden teruggetrokken door eenvoudig de boek van de rollen 36 ten opzichte van de langsas van de slang 18' te wijzigen.. Wanneer dan ook de gladde aanvoerrollen 36 worden gebruikt dan kan de bewegingsrichting van 3Q de slang worden omgekeerd door de instelhoek van de rollen te wijzigen in plaats van door de draairichting van de motor 2k om te keren. Dit kenmerk is doelmatig bij bepaalde soorten reinigingsbewerkingen, waarbij de verstoppingen of belemmeringen niet ernsig zijn en bet gewicht van de lengte aa,n slang die moet worden öpgeheven kléin is.

35 Vooral in figuur 3 en J is te zien dat de aanvoerregelinrichting

Volgens de uitvinding is voorzien van een rolsamensteldraagmiddel voor het 8401945 - 9 - daarin monteren van een gekozen drietal van de zes rolsamenstellen. Bij de in de tekening afgebeelde uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het rol-samensteldraagmiddel een rolsamenstelimis 42 dat aan het voorste gedeelte van steunfreem l4 kan worden gemonteerd. Huis 42 is voorzien van een cen-5 trale opening 44 welke dient ter opneming van de schroeflijnvormig gewonden veerkahel 38 en omvat drie zich radiaal huitenwaarts uitstrekkende holle omhulsels of huizen 46a» 46h en 46c die in omtreksrichting op onderling gelijke afstanden rond de schroeflijnvormig gewonden veerkahel 18 zijn geplaatst. Zoals dus in de tekeningen is weergegeven zijn de huizen 10 46a» 46b en 46c in omtreksrichting op onderling gelijke afstanden aange-bracht en daarin kunnen elke drie gekozen rolsamenstellen 34 van de aan-voerregelinrichting verwijderbaar worden gemonteerd.

Zoals het beste is te zien in figuur 3 en 7 zijn de huizen 46b en 46c van tinnenschroefdraad voorzien en de daarin opgenomen rolsamenstellen 15 34 worden op hun plaats gehouden door van buitenschroefdraad voorziene dekselorganen 48. Met elkaar samenwerkende rollegers 50 en onderlegringen 52 voor het opnemen van axiale druk» welke kunnen worden gemonteerd tussen de rolsamenstellen en het hinnenoppervlak van de dekselorganen 48, dienen om het mogelijk te maken dat de rolsamenstellen gemakkelijk worden ver-20 draaid in de huizen. Het zal duidelijk zijn dat dankzij de met schroefdraad uitgevoerde constructie van de huizen en van de dekselorganen 48, de rolsamenstellen 34 gemakkelijk axiaal kunnen worden ingesteld in de huizen ten opzichte van slang 38 en gemakkelijk en snel kunnen worden vervangen door rolsamenst ellen met rollen van het met schroeflijnvormig gegroefde 25 oppervlakken uitgevoerde type. Zoals hierboven reeds is besproken is de aard van de reinigingsBewerking bepalend of allemaal gladde rollen, allemaal gegroefde rollen of een combinatie van deze soorten rollen zal worden gebruikt.

Een ander Belangrijk. kenmerk~van de aanvoerregelinrichting volgens 3Q de uityinding wordt gevormd door een Bedieningsmiddel dat is gemonteerd aan huis 42 en op doelmatige wijze kan samenwerken met één van de rolsemen-atellen teneinde de daarin opgenomen rol onder uitoefening van druk tot ingrijping te Brengen met de schroeflijnvormig gewonden veerkahel 38, In deze uityoeringsvorm van de uitvinding omvat dit Bedieningsmiddel een met 35 de hand BedienBaar noksamenstel 54 dat op doelmatige wijze kan samenwerken met het Betreffende rolsamenstel dat is gemonteerd in huis 46a. Zoals het 8401945 - 10 - teste isteizien in_*figuur 3 is huis 46a voorzien van buitensehroefdraad zodat daarop een van binnenschroefdraad voorzien dekselorgaan 56 kan worden vastgeschroefd dat is uitgevoerd met een jukvormig uitsteeksel 56a waarin noksamenstel 54 draaibaar is gemonteerd. Noksamenstel 54 omvat een 5 nokorgaan, of -element 5T en een bedieningshandgreep 58 bestaande uit een hefboomarm 59 en een greepgedeelte 6ö.

Van het bedieningsmiddel volgens de uitvinding maakt eveneens deel uit een veerhelastingsmiddel waarmee de rol die is gemonteerd in het rol-samenatel dat is opgenomen in huis 46a meegevend onder uitoefening van 10 druk tot ingrijping kan worden gebracht met de slang. Zoals het beste is te zien in figuur 3 omvat dit veerbelastingsmiddel een cilindrische stang 62 die doelmatig kan samenwerken met een schroefveer 64. Het boveneinde yan stang 62 steekt uit door een onder legring 62a en door een centrale opening 63 die is verschaft in dekselorgaan 5& ter verkrijging van een 15 doelmatig .werkzame ingrijping met nokelement 5T· De vorm van nokelement 57 is zodanig dat bij draaiing van het nokelement om een aspen 65 die wordt gedragen door juk 56a de verbindingspen 62 kan worden bewogen vanuit een eerste opgeheven positie waarin de schroefveer 6¾ vrijwel ontspannen is naar een tweede naar Beneden gedrukte positie waarin schroefveer 64 is sa-20 mengedrukt, Aangezien het onderste gedeelte van schroefveer 64 in ingrijping wordt gehouden met het hovenoppervlak van het rolsamenstel dat is gemonteerd in huis 46a, zal bediening van het noksamenstèl tot gevolg hebben dat de betreffende rol in het huis 46a naar beneden zal worden bewogen naar een positie waarin de daarin gemonteerde rol onder uitoefening van 25 druk. in ingrijping is met de slang 18.

Dankzij de nieuwe constructievorm van het bedieningsmiddel volgens de uitvinding zoals die is beschreven en het gemak, waarmee het dekselor— gaan 5& van het huis 46a kan worden verwijderd, kan het vervangen van het daarin opgenomen rolsamenstel snel en gemakkelijk worden uit gevoerd, zodat 3a hetzij een .met glad oppervlak, uitgevoerde rol of een met schroeflijnvormige groeven üitgeyoerde ról naar keuze kan worden gebruikt voor een bepaalde reinigingshewerking, Op overeenkomstige wijze is het, doordat ook de van binnen schroefdraad voorziene dekselorganen 48 vlug kunnen worden verwijderd, mogelijk dat de rolsamenstellen die zijn gemonteerd in de huizen 35 46b. en 46c eveneens snel en gemakkelijk worden vervangen.

Een ander heel belangrijk, kenmerk van het rolsamenstelhuis 42 vol- 8401945 * - 11 - gens de uitvinding is gelegen in de met gleuven uitgevoerde constructie. Zoals het "beste is te zien in figuur 7 zijn de huizen U6b en k6c voorzien van in het algemeen T-vormige gleuven omvattende, een zich in dvarsrichting uitstrekkend gedeelte 66 en een zich in langsrichting uitstrekkend gedeel-5 te 68. Gleuf 68 heeft een zodanige "breedte dat de zich in dvarsrichting ' uitstrekkende aspennen 7G daarin nauwkeurig passend kunnen worden opgenomen, waarbij dus de aspennen JO "buitenwaarts uit deze rolsamenstellen 3^ steken en de gladde rollen 36 ondersteunen. Wanneer die rolsamenst ellen op hun plaats in de respektieve huizen zijn aangebracht verschaffen de zich 10 in dvarsrichting uit strekkende gleuven 66 speelruimte voor de aspennen 70 teneinde enige draaiheweging van de rolsamenst ellen in de betreffende huizen mogelijk te maken op de manier die is weergegeven in figuur ^ en 5. Zoals in volgende alinea *s meer gedetailleerd zal worden beschreven is het deze draaiheweging van de rolsamenstellen 3^ in de respektieve huizen die 15 het mogelijk maakt dat de aanvoersnelheid van de veerkabel 18 vanuit de draaiende trommel 16 of daarin ..terug wordt geregeld.

Si figuur i en 7 is te zien dat huis k6a. van het rolsamenstelhuis h2 ia voorzien van een bredere zich in langsrichting uit strékkende gleuf 72, Gleuf 72 is van zodanige breedte dat verwijdering van de veerkabel 18 20 vanuit het huis via de gleuf 72 kan plaats hebben. Deze bredere gleuf 72 verschaft tevens speelruimte voor de zich radiaal uitstrekkende aspen 70 Welke ia bevestigd aan het rolsamenst el dat is gemonteerd in huis l*6a, aangeduid met het nummer 3^a in figuur 7«

Een in het algemeen schijfvormig orgaan 7^· maakt ook deel uit van 25 het regelmiddel en dient voor het gelijktijdig verdraaien van de rolsamen-Stellen in hun respektieve huizen teneinde de hoek tussen de draaiingsas-sen van de rollen en de langsas van de slang te veranderen» Schijfvormig orgaan 7½ is draaibaar aan rolsamenst elhuis k2 gemonteerd en kan hetzij rechtsom of linksom worden verdraaid» Een handgreepsamenstél 76 is voor 3Q dit doel aan het schijfvormig orgaan 7½ aangebracht. Zoals het beste is te zien in figuur 7 is het orgaan 7^ voorzien van drie in omtreksrichting op onderling gelijke afstanden, aangebrachte gleuven 78, 8θ. en 82, De gleuven 78 en 8CL hebben een zodanige breedte dat daarin nauwkeurig passend kunnen worden opgenomen de aspennen 70 die zich radiaal buitenwaarts uitstrekken 35 vanaf de rolsamenstellen waarin de gladde rollen 36 zijn gemonteerd. Gleuf 82 daarentegen komt in breedte overeen -met gleuf 72 die in huis k2 is ge- 8401945 - 12 - vormd teneinde daar doorheen de slang 18 te kunnen verwijderen of aanbrengen. Gleuf 82 beeft een zodanige breedte dat daarin ook nauwkeurig passend kan worden opgenomen een kopgedeelte 8¼ dat is gevormd aan de aspen TO zoals is te zien in figuur 6. Het verschaffen van dit kopgedeelte van grote-5 re diameter aan de aspen 70 behorende bij het rolsamenstel dat is gemonteerd in huis b6a heeft ten doel dat het kopgedeelte eveneens nauwkeurig passend en dus doelmatig kan worden opgenomen. in de bredere gleuf 82 die is gevormd in orgaan 7*+· Schijfvormig orgaan jb wordt in ingrijping met het rolsamenstelhuisk2 gehouden door middel van een gespleten veer of 10 vasthoudorgaan 88, zie figuur 7·

Zoals is te zien in figuur U, 5 en 6 zal bij verdraaiing van schijfvormig orgaan 7¼ ten opzichte van huis b2 worden bereikt dat de verschillende rolsamenstellen in hun respektieve huizen zullen worden verdraaid en de aspennen 70» die zich uitstrekken door de gleuven 78 en 80 welke zijn 15 gevormd in orgaan Tb, zullen bewegen vanuit een positie die is uitgelijnd met de langsas van slang 38, zie figuur k, naar een daarmee een bepaalde hoek vormende positie zoals is afgeheeld in figuur 5. Natuurlijk zal deze verdraaiing van de rolsamenstellen ook tot gevolg hebben dat de daarin gemonteerde rollen over een bepaalde hoek zullen worden verdraaid ten op-20 zichte van de langsas van de slang. Op een overeenkomstige manier zal, zoals i's weergegeven in figuur 6, verdraaiing van het schijfvormig orgaan 7^ tot gevolg hebben dat de zijkant van de gleuf 82 tot ingrijping wordt gebracht met het kopgedeelte 81+ van de aspen 7<I die is afgeheeld in deze figuur en de aspen, in combinatie met de betreffende rol, over een bepaalde 25 hoek zal worden verdraaid ten opzichte van de langsas van de slang, N&nneer de met glad oppervlak üitgevoerde rollen 36" op hun plaats in het rolsamenstelhuis 1+2 zijn gemonteerd, zal instelling van de onderlinge hoekpositie tussen de draaüngsassen van de rollen en de langsas van de slang 38 kunnen worden uit gevoerd door verdraaiende beweging van het 3Q snhijfvoKmig orgaan 7^ boor gebruikmaking van het handgreepsamenstel j€. Deze instelling van de hoekpositie van de rollen biedt de mogelijkheid dat zowel de aanvoersnelhei'd van de slang als de bewegingsrichting daarvan wordt geregeld.. Fanneer bijvoorbeeld de draaiingsas van de rol is uitgelijnd siet de langsas van de slang 38‘ zoals is af geheeld in figuur 1+ dan 35 zal de slang 38 alleen maar draaien door de werking van de motor 2h en zal daarbij niet in voorwaartse richting worden aangevoerd en ook niet worden 8401945 « » - 13 - teruggetrokken. Terwijl de rollen ziek in deze positie bevinden kan de slang door blijven draaien en op een verstopping of belemmering in de af-voerïeiding inwerken op de manier van een vrijloopbeverking. Wanneer echter het rolsamenstel wordt verdraaid en in de in figuur 5 weergegeven po-5 sitie wordt gebracht als gevolg van verdraaiing van het schijfvonnig orgaan 7^ en de draaiingsas van de rol wordt verdraaid zodat deze niet meer evenwijdig aan de langsas van de slang loopt, dan zal de slang vanuit de trommel worden aangeveerd of daarin worden teruggetrokken, afhankelijk van de draairichting van de slang om zijn eigen langsas. Indien bijvoorbeeld 10 de slang, gezien van rechts in figuur 5» rechtsom draait, dan zal de verdraaiing van de rol tot in de in figuur 5 aangegeven hoekpositie tot gevolg hebben dat de slang in voorwaartse richting wordt aangevoerd, dus gezien in figuur 5 naar rechts. Het zal duidelijk zijn dat indien het regel-middel volgens de uitvinding in de tegengestelde richting wordt verdraaid, 15 waardoor de hoek waarover de draaiingsas van de rol is verdraaid ten opzichte van de langsas van de slang is omgekeerd, dat dan de slang zal worden teruggetrokken, dat wil zeggen in figuur 5 gezien naar links zal worden bewogen. Door wijziging -van de grootte van de instelhoek van de draaiingsas van de rol ten opzichte van de langsas van de slang kan de bewe-20 gingssnelheid van de slang hetzij in voor— of achterwaartse richting nauwkeurig worden geregeld. Zoals reeds is vermeld biedt deze mogelijkheid om de hevegingssnelheid en de bewegingsrichting van de slang te regelen tijdens de reinigingshewerking, zonder dat daarvoor de draairichting van de orator 2k behoeft te worden omgekeerd, voordelen in die situaties zoals het 25 verwijderen van niet ernstige verstoppingen of belemmeringen, waarbij dan de gladde rollen kunnen worden gebruikt in plaats van de gegroefde rollen,

Set zal natuurlijk duidelijk zijn dat wanneer de gegroefde rollen worden gebruikt het regelmiddel niet kan funktioneren ter regeling van de hevegingssnelheid of -richting van de slang, In deze uitvoeringsvorm van 3Q de inrichting kan het regelen van de bewegingsrichting van de slang plaats hebben door de draairichting van de electromotor 2k om te keren.

Dankzij de juist beschreven constructie zal het duidelijk zijn dat de inrichting volgens de uitvinding alle voordelen bezit die inherent zijn aan inrichtingen van het type die zijn bestemd om gebruik te maken van 35 gladde rollen en bovendien aam inrichtingen van bet type waarin schroeflijnvormig gegroefde rollen worden toegepast. Dóór het eenvoudige middel 8401945 1/ <- - 1U - van liet vervangen van alle of sommige van de rolsamenstellen in de huizen van het rolsamenstelhuis 42, kan de inrichting volgens de uitvinding snel worden veranderd in welk gewenst type inrichting het meest' voldoet voor de bepaalde reinigingsbewerking die moet worden uit gevoerd. Het zal ook dui-5 delijk zijn dat dankzij de unièke·Jconstmetie van de aanvoerregelinrich-ting volgens de uitvinding zoals die is beschreven, het trommel-en-slang samenstel gemakkelijk kan worden verwijderd uit de inrichting, zonder dat het daarvoor noodzakelijk is dat de aanvoerregelinrichting wordt verwijderd, en kan worden vervangen door een trommel-en-slang samenstel dat is 10 voorzien van een slang van hetzij grotere of kleinere diameter, al naar gelang is vereist.

Nu de inrichting volgens de uitvinding hierboven in detail is beschreven in overeenstemming met de vereisten volgens de octrooiwetten, zal het deskundigen op dit gebied niet moeilijk vallen veranderingen en wijzi-15 gingen aan te brengen in de afzonderlijke onderdelen of de onderlinge plaatsing daarvan teneinde tegemoet te komen aan specifieke eisen of omstandigheden. Dergelijke veranderingen en wijzigingen kunnen worden aange-. bracht zonder af te wijken van het kader en de strekking van de uitvinding, zoals die is vastgelegd in de nu volgende conclusies.

2Q

0 \ 8401945

Claims (8)

1. Aanvoerregelinriehting die kan worden gebruikt in loodgieterswerk-tuigen van bet type dat is üitgevoerd met een lange schroeflijnvormig gevonden veerkabel, of loodgietersslang» en middelen om de slang om zijn langsas te kunnen laten draaien, gekenmerkt door: 5 (a) tenminste vier rolsamenstellen, waarbij elk van die rolsamen- stellen bestaat uit een rol en een huisgedeelte dat de rol draaibaar kan ondersteunen, waarbij tenminste twee van de rollen zijn uit gevoerd met een glad omtreksoppervlak en de andere van die rollen zijn voorzien van een aantal schroeflijnvormige groeven die zijn aangebracht rond de onttrekken 10 daarvan, zodat de groeven tot in elkaar passende ingrijping met de windingen van de slang kunnen worden gebracht; (h] een rolsamensteldraagmiddel voor het daarin monteren van tenminste twee van de rolsamenstellen, waarbij dat draagaiddel is voorzien van een centrale opening ter opneming van de slang en tenminste twee hui-15 zen omvat die in omtreksricfiting op onderling gelijke afstanden van elkaar rond de slang zijn geplaatst, terwijl in die huizen een gekozen tweetal van de rolsamenst ellen verwijderbaar kan worden opgenomen; (cl regelmiddelen voor het gelijktijdig verdraaien van de rolsamen-Stellen in de betreffende huizen teneinde de instelhoek tussen de draai-20 i'ngsaasen van de rollen en de langsas van de slang regelbaar te kunnen variëren; en (dl bedieningsmiddelen waarmee tenminste êên -van de rollen onder uitoefening van druk tot ingrijping kan worden gebracht met de slang,

2, Aanvoerregelinriehting volgens conclusie 1, gekenmerkt door zes 25 rolsamenst ellen, waarbij drie van deze rolsamenst ellen zijn voorzien van rollen die zijn uitgevoerd met gladde omtreksoppervlakken en drie van de rollen zijn .uitgevoerd met schroeflijnvormige groeven die zijn aangebracht in de omtrekken daarvan; en waarbij het rolsamenst eldraagmiddel bestaat uit een buis dat is voorzien van een centrale opening ter opneming van de 30. Slang en drie buisvormige huizen die in omtreksrichting op onderling ge-*-lijke afstanden van elkaar rond de slang zijn geplaatst, terwijl de huizen zodanig zijn üitgevoerd dat een gekozen drietal van de rolsamenstellen daarin verwijderbaar kan worden gemonteerd,

3, Aanvoerregelinrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat elk 35 Van de huisgedeelten voor een rolsamenstèl is voorzien van een zich radi-

84. H 45 A t - 16 - aal "buitenwaarts uit strekkende aspen en waarbij elk van de buisvormige huizen is uitgevoerd met een zich in langsriehting uitstrekkende gleuf en tenminste twee van de buisvormige huizen zijn voorzien van een zich in om-treksrichting, dat wil zeggen in dwarsriehting, uit strekkende gleuf, ter-5 wijl· deze gleuven zodanig zijn aangebracht dat de aspennen daarin beweegbaar kunnen worden opgenomen. Aanvoerregelinrichting vólgens conclusie 3, gekenmerkt doordat het regelmiddel bestaat uit een in het algemeen schijfvormig orgaan dat verdraaibaar aan het rolsamenstelhuis is gemonteerd, waarbij het orgaan is 10 voorzien van een centrale opening ter opneming van de slang en drie in om-treksrichting op onderling gelijke afstanden van elkaar aangebrachte gleuven waarin de aspennen kunnen worden opgenomen.

5. Aanvoerregelinrichting volgens conclusie k, gekenmerkt doordat tenminste êên van de zich in langsriehting üitstrekkende gleuven is gevormd 15 in ë£h van de buisvormige huizen en tenminste een van de gleuven die zijn geyormd in het schijfvormig orgaan een breedte heeft die groter is dan de diameter van de slang.

6, Inrichting voor het reinigen van afvoerleidingen, gekenmerkt door: (al een freemj 20 (hl een' draaibare trommel die verwijderbaar wordt gedragen door het ffeemj ' (cL een lange schroeflijnvormig gewonden veerkabel waarvan een gedeelte kan worden opgenomen in de trommel' zodat de veerkabel regelbaar van daaruit kan worden aangevoerd en wel zodanig dat het daaruit aangevoerde 25 gedeelte van de schroeflijnvormig gewonden veerkabel draait om zijn langs-aa tijdens draaiing van de trommel; (dl tenminste zes rolsamenstellen, waarbij elk rolsamenstel bestaat uit een rol en een huisgedeelte dat de Betreffende rol draaibaar ondersteunt, terwijl drie van de rollen' zijn voorzien van een glad omtreksopper-30. vlak en drie van de rollen zijn uit gevoerd met een aantal schroeflijnvormige groeven die in het omtreksoppervlak ervan zijn gevormd, waarbij de groeyen tot in elkaar passende ingrijping kannen worden gebracht -met de windingen van de schroeflijnvormig gewonden veerkabel; (eL een rolsamenstelhuis dat wordt gedragen door het freern, waarbij 35 het huis is voorzien van een centrale opening waarin de schroeflijnvormig gewonden veerkabel kan worden opgenomen en dat is uitgevoerd met drie hol— 8401945 I ‘ t - it - le huizen die in omtreksrichting op onderling gelijke afstanden van elkaar zijn aangetracht rond de schroeflijnvormig gewonden veerkabel, terwijl in de drie huizen een gekozen drietal van de rolsamenstellen verwijderbaar kan worden gemonteerd; 5 (f) regelmiddelen voor het gelijktijdig verdraaien van de rolsamen- stellen in de betreffende huizen voor het regelbaar wijzigen van de instelhoek tussen de draaiingsassen van de rollen en de langsas van de schroeflijnvormig gewonden veerkabel; en (gl bedieningsmiddelen die aan het rolsamenstelhuis zijn gemonteerd 10 voor doelmatige onderlinge samenwerking met êên van de rolsamenst ellen ter beweging van de daarin gemonteerde rol zodat deze onder uitoefening van druk tot ingrijping wordt gebracht met de schroeflijnvormig gewonden veer-kahel,

7·. Inrichting volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat tenminste eln 15 van de rolsamenstellen heeii en weer beweegbaar is in zijn betreffende huis vanuit een eerste positie waarin de rol daarvan zich op afstand van de schroeflijnvormig gewonden veerkabel bevindt naar een tweede positie waarin de rol in ingrijping is met de schroeflijnvormig gewonden veerkabel en waarbij de bedieningsmiddelen bestaan uit een met de hand bedienbaar nok-20 samenstel dat op doelmatige wijze is gekoppeld aan en kan samenwerken met het betreffende rolssmenstel voor het regelbaar bewegen van de rol daaryan vanuit de eerste positie naar de;tweede positie.

8, Inrichting volgens conclusie J, gekenmerkt doordat deze is voorzien yan veerbelastingsmiddelen voor het meegevend weerstand bieden van de be-25 weging van de rol vanuit de tweede positie naar de eerste positie, 2λ Inrichting volgens conclusie 6”, gekenmerkt doordat de rolsamenst elhuis -yerder is -voorzien van drie dekselorganen die verwijderbaar kunnen worden bevestigd op de uiteinden van de holle huizen ter vasthouding -van de rolsamenstellen in de holle huizen, 3Q . 8401945