NL8401871A

NL8401871A - ADJUSTABLE INSECT CATCHER.

Info

Publication number: NL8401871A
Application number: NL8401871A
Authority: NL
Original assignee: Kaiser Gmbh F
Priority date: 1983-07-30
Filing date: 1984-06-13
Publication date: 1985-02-18
Also published as: GB2144020A; BE900242A; GB8414355D0; DE3327565A1; FR2549696A1

Description

- *- *

Opstelbare insectenvanger.Adjustable insect catcher.

De uitvinding heeft betrekking op een opstelbare insectenvanger met een frame voor een vanglichaam, dat een kleverig oppervlak voor het vangen van insecten heeft.The invention relates to an deployable insect trap with a frame for a catch body, which has a sticky surface for catching insects.

5 Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag een opstelbare insectenvanger te verschaffenr waarbij het vanglichaam gemakkelijk losneembaar met het frame is verbonden en daarom gemakkelijk kan worden verwisseld.The problem underlying the invention is to provide an erectable insect catcher in which the catch body is easily detachably connected to the frame and can therefore be easily exchanged.

10 Dit probleem is volgens de uitvinding opgelost, doordat het frame twee einddelen heeft, die door een verbindingsdeel met elkaar zijn verbonden en in een elkaar dekkende stand cp een afstand van elkaar zij.n gehouden, zodat zij een lang uitgestrekte, aan de zijde 15 opei ruimte aan zijn einden begrenzen, waarin door de opening, die is vrij gelaten door het verbindingsdeel, een lang uitgestrekt vanglichaam kan worden gezet, dat zich tussen de beide einddelen uitstrekt en losneembaar met de einddelen verbindbaar is, waarbij voor de ver-20 binding met ten minste êën van de einddelen een houd-middel aanwezig is, dat door een opening in een holle ruimte aan het aangrenzende einde van het vanglichaam grijpt. Daardoor ontstaat een insectenvanger, die hetzij rechtop op één van de beide einddelen of ook lig-25 gend op een onderlegstuk kan worden opgesteld. Het verbindingsdeel kan daarbij als wand zijn uitgevoerd, die de ruimte tussen de einddelen onder het vrijhouden van een opening voor het invoeren van het vanglichaam slechts gedeeltelijk begrenst, zodat deze ruimte 30 voor insecten toegankelijk is. De vliegenvanger kan dan bij voorbeeld zodanig op een vensterbank worden geplaatst, dat het als wand uitgevoerde verbindingsdeel het aanraken van het gordijn met het vanglichaam verhindert. Een verder voordeel van de uitvinding 35 bestaat daarin, dat het houdmiddel, dat ten minste het ene einddeel met het vanglichaam verbindt, is v oorzien van een naar buiten stekende greep, waardoor niet slechts het losmaken van het vanglichaam 8401871 * Λ - 2 - wordt vergemakkelijkt/ maar de insectenvanger ook door middel van deze greep kan worden opgehangen.This problem has been solved according to the invention in that the frame has two end parts, which are connected to each other by a connecting part and are kept at a distance from each other in an opaque position, so that they have a long extended side define a space at its ends in which a long extended catch body which extends between the two end parts and which can be releasably connected to the end parts can be inserted through the opening which is left free by the connecting part. with at least one of the end parts, a holding means is present which engages through an opening in a hollow space at the adjacent end of the catch body. This results in an insect catcher, which can be arranged either upright on one of the two end parts or also lying on a base. The connecting part can herein be designed as a wall, which only partially limits the space between the end parts while leaving an opening for inserting the catch body, so that this space is accessible to insects. The flycatcher can then, for example, be placed on a windowsill such that the connecting part, which is designed as a wall, prevents the curtain from touching the catching body. A further advantage of the invention consists in that the holding means, which connects at least one end part to the catch body, is provided with an outwardly projecting handle, whereby not only the detachment of the catch body 8401871 * 2 facilitates / but the insect catcher can also be hung by means of this handle.

Verdere kenmerken van de uitvinding blijken uit de onderstaande beschrijving van een de voorkeur ver-5 dienend uitvoeringsvoorbeeld, dat is weergegeven in de tekening. Daarin tonen: fig. 1 een aanzicht in perspektief van het uitvoer ingsvoorbeeld; fig. 2 een axiale doorsnede van het uitvoerings-10 voorbeeld, dat is weergegeven in fig. 1; fig. 3 een doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 2; fig. 4 een aanzicht van het ene einde van het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 1 in de richting van 15 de pijl IV in fig. 2; fig. 5 een aanzicht van een stop van het uitvoe-ringsvoorbeeld volgens fig. 1; fig. 6 een doorsnede volgens de lijn VI-VI in fig. 5.Further features of the invention will become apparent from the description below of a preferred exemplary embodiment shown in the drawing. In the drawing: Fig. 1 shows a perspective view of the exemplary embodiment; FIG. 2 is an axial section of the exemplary embodiment shown in FIG. 1; fig. 3 shows a section according to the line III-III in fig. 2; Fig. 4 shows a view of one end of the exemplary embodiment according to Fig. 1 in the direction of the arrow IV in Fig. 2; Fig. 5 is a view of a plug of the exemplary embodiment according to Fig. 1; fig. 6 shows a section according to the line VI-VI in fig. 5.

20 Het uitvoeringsvoorbeeld 1 van een insectenvan ger, dat in fig. 1 is weergegeven, heeft een frame en een hol cilindrisch vanglichaam 2, waarvan het buitenvlak door een laag kleverig vangmiddel een vang-vlak vormt, Het frame heeft twee einddelen 3 en 4, 25 die door een wand 5 buigstijf met elkaar zijn verbonden, die de ruimte tussen de einddelen 3 en 4 voor het indringen van insecten naar buiten openhoudt, waarin het vanglichaam 2 met de beide e iiddelen 3 en 4 is verbonden.The exemplary embodiment 1 of an insect catcher, which is shown in Fig. 1, has a frame and a hollow cylindrical catch body 2, the outer surface of which forms a catching surface by means of a layer of tacky catch agent. The frame has two end parts 3 and 4, 25 which are rigidly connected to each other by a wall 5, which keeps open the space between the end parts 3 and 4 for the penetration of insects to the outside, in which the catch body 2 is connected to the two means 3 and 4.

30 De beide einddelen 3 en 4 zijn gelijk en vormen in hun bovenaanzicht congruente achthoeken, die telkens een bodem 28 hebben, die aan de zijde, die \an het vanglichaam 2 is afgekeerd, door een opstaande gesloten rand 10 is omgeven. De wand 5 strekt zich 35 uit over drie gehele en twee halve zijden van de achthoeken van de einddelen 3 en 4, zodat hij de ruimte tussen de einddelen 3 en 4 slechts gedeeltelijk omgeeft. Hij kan zijn voorzien van niet weergegeven openingen.Both end parts 3 and 4 are equal and in their plan view form congruent octagons, each of which has a bottom 28, which is surrounded on the side facing the catch body 2 by an upright closed edge 10. The wall 5 extends over three whole and two half sides of the octagons of the end parts 3 and 4, so that it only partially surrounds the space between the end parts 3 and 4. It may have openings not shown.

Voor het vormen van een bepaalde oplegging zijn 40 aan de opstaande rand 10 van elk einddeel 3,4 drie 8401871 -’ 3 - ^ steunuitsteeksels 11 (fig. 4) gevormd. De zijde van elk einddeel 3,4 die is gekeerd naar het vanglichaam 2, heeft een rondlopende verhoogde rand 12, die een wegvloeien van het kleverige vangmiddel verhindert, 5 dat van het vanglichaam af vloeit.To form a certain support, 40 support projections 11 (FIG. 4) are formed at the upright edge 10 of each end portion 3,4. The side of each end portion 3,4 facing the catch body 2 has a circumferential raised edge 12, which prevents the sticky entrapment from flowing away from the catch body.

Het frame van de insectenvanger kan op elk van de beide einddelen 3 of 4 of aan één zijde van zijn achthoekige omtrek op een onderlegstuk staand res-pektievelijk liggend voor het vangen van insecten 10 worden gereed gezet, waarbij het frame steeds zodanig kan worden aangebracht, dat de wand 5 het vanglichaam 2 beschermt tegen een aanraking met een gordijn of dergelijk voorwerp.The frame of the insect catcher can be arranged on each of the two end parts 3 or 4 or on one side of its octagonal circumference on a base, respectively lying down for catching insects, whereby the frame can always be arranged, that the wall 5 protects the catch body 2 from contact with a curtain or the like.

Voor het inleiden van het vanglichaam tussen de 15 einddelen 3 en 4 zijn aan de naar elkaar gekeerde zijden van de bodems 28 aan elkaar evenwijdige gelei-dingsribben 9 en voor het plaatsen aanslagribben 17 aangebracht (fig. 3). De geleidingsribben 9 zijn op een zodanige afstand van elkaar aangebracht, dat zij 20 tangentiaal tegen het cilindrische omtreksvlak van het vanglichaam 2 liggend een geleidingsbaan voor het invoeren van het vanglichaam 2 zijdelings begrenzen.Parallel guide ribs 9 and abutment ribs 17 are provided on the opposite sides of the bottoms 28 for introducing the catch body between the end parts 3 and 4 (fig. 3). The guiding ribs 9 are arranged at such a distance from each other that they delimit laterally a guide path for inserting the catching body 2 tangentially against the cylindrical circumferential surface of the catch body 2.

ten elk van de einddelen 3 en 4 is het vanglichaam 2 door een stop 14 gehouden, die in de fig. 5 25 en 6 is weergegeven. De stop 14 bestaat uit een hulsvormig lichaam 24, dat aanéén einde in een schijf 25 overgaat, waarvan de naar het hulsvormige lichaam 24 gekeerde zijde het oplegvlak 23 voor het liggen tegen het einddeel 3 of 4 vormt. Aan de zijde, die van 30 het hulsvormige lichaam 24 is afgekeerd, is aan de schijf 25 een ook in de fig. 1,2 en 6 weergegeven handgreep aangebracht, die als haak 18 voor het ophangen van de insectenvanger is uitgevoerd. Door een tussenruimte 26 van de schijf 25 gescheiden zijn aan het 35 hulsvormige lichaam 24 twee elkaar kruisende, loodrecht op elkaar staande verbindingsstukken 15 en 16 gevormd, die met hun einden over het buitenvlak van het lichaam 24 uitsteken en waarv an de buitenkanten op gelijke wijze aan hun aan de schijf 25 grenzend 40 eind eerst evenwijdig aan de wand van het hulsvormige 8401871 ' - 4 - lichaam 24 lopen, waardoor een aanligvlak voor de cilindrische binnenwand van het vanglichaam 2 ontstaat en die dan naar het vrije einde van het hulsvormige lichaam 24 toe smaller worden. Daardoor wordt het in-5 leiden van de stop 14 in het vanglichaam 2 vergemakkelijkt.in each of the end parts 3 and 4, the catch body 2 is held by a plug 14, which is shown in Figs. 5 and 6. The plug 14 consists of a sleeve-shaped body 24 which transitions into a disc 25 at one end, the side of which faces the sleeve-shaped body 24 forms the bearing surface 23 for lying against the end part 3 or 4. On the side, which faces away from the sleeve-like body 24, the disc 25 is provided with a handle, also shown in Figs. 1,2 and 6, which is designed as a hook 18 for suspending the insect catcher. Separated by an interspace 26 from the disc 25, the sleeve-shaped body 24 is formed by two intersecting, mutually perpendicular connecting pieces 15 and 16, which extend with their ends over the outer surface of the body 24 and the outer sides of which are likewise at their end adjoining the disc 25, they first run parallel to the wall of the sleeve-shaped body 8401871-4 body 24, thereby creating a contact surface for the cylindrical inner wall of the catch body 2 and then to the free end of the sleeve-shaped body 24 become narrower. This facilitates introduction of the plug 14 into the catch body 2.

Voor het inleiden van de stoppen 14 in de einden \an het cilindrische vanglichaam 2 is in de. bodem 28 van elk einddeel 3 en 4 een aan het hulsvormige li-10 chaam 24 aangepaste opening 30 aangebracht, waarin radiale spleten 20,20* voor de einden van de verbindingsstukken 16 respektievelijk 15 uitmonden. De spleten 20 hebben hierbij aan hun radiaal buitenste einde een vernauwing. Passend bij deze spleten 20 zijn de 15 einden 19 van het verbindingsstuk 16 uitgevoerd,zodat de stoppen door de openingen 30 in de einden van het vanglichaam 2 slechts in een stand kunnen worden ingeleid, waarin de verbindingsst deken 16 in de spleten 20 grijpen.For introducing the plugs 14 into the ends, the cylindrical catch body 2 is in the. bottom 28 of each end part 3 and 4 is provided with an opening 30 adapted to the sleeve-shaped body 24, into which radial slits 20,20 * for the ends of the connecting pieces 16 and 15 respectively open. The slits 20 here have a narrowing at their radially outer end. Appropriate to these slits 20, the ends 19 of the connecting piece 16 are designed, so that the plugs can only be introduced through the openings 30 in the ends of the catch body 2 in a position in which the connecting blanket 16 engages in the slits 20.

20 Zoals uit fig. 3 blijkt, zijn tussen de spleten 20* en 20 aan de bodem 28 een grendelnok 21 en een aanslag 22 aangebracht, zodat de stop 14 met zijn einddeel 3 of 4 door steken en draaien bajonetvormig verbindbaar is. Na het invoeren van de stop 14 in de 25 opening 13 wordt hij in fig. 3 tegen de bewegingsrichting van de wijzers van een uurwerk in gedraaid tot het einde van het verbindingsstuk 16 over de grendelnokken 21 heen de aanslag 22 aanraakt, zodat het einde van het verbindingsstuk 16 tussen de gren-30 delnok 21 en de aanslag 22 grendelend grijpt en de stop in deze grendelstand gemakkelijk losneembaar wordt gehouden. Bij het verwisselen van het vanglichaam 2 behoeven slechts de beide stoppen uit de gren-delstand te worden gedraaid in de bewegingsrichting 35 van de wijzers van een uurwerk tot de verbindingsstukken 15 en 16 de spleten 20* en 20 dekken, zodat de stoppen kunnen wo rden uitgetrokken. Na het verwijderen van het vuil geworden vanglichaam wordt dan een nieuw vanglichaam tussen de einddelen 3 en 4 geleid, 40 waarbij het door de ribben 9 wordt geleid en door de 8401871 - 5 - - .As can be seen from Fig. 3, a locking cam 21 and a stop 22 are arranged on the bottom 28 between the slits 20 * and 20, so that the plug 14 with its end part 3 or 4 can be connected bayonet-shaped by insertion and rotation. After inserting the plug 14 into the opening 13, in fig. 3 it is turned counterclockwise until the end of the connecting piece 16 contacts the stop 22 over the locking cams 21, so that the end of the engages the connecting piece 16 between the locking cam 21 and the stop 22 and the plug in this locking position is kept easily releasable. When exchanging the catch body 2, only the two plugs need to be turned out of the locked position in the clockwise direction of movement 35 until the connecting pieces 15 and 16 cover the slits 20 * and 20 so that the plugs can be removed. pulled out. After removing the soiled catch body, a new catch body is then guided between the end parts 3 and 4, 40 passing it through the ribs 9 and through the 8401871-5.

ribben 17 nauwkeurig geplaatst, zodat het dan weer door h.et inleiden van de stoppen 14 in het frame kan worden vastgezet. De stoppen 14 grijpen met speling in de einden van het vanglichaam 2, zodat het vangli-5 chaam in het frame naar behoefte met de hand om zijn as kan worden gedraaid.ribs 17 are placed accurately, so that it can then be fixed in the frame again by inserting the plugs 14. The plugs 14 engage with play in the ends of the catch body 2, so that the catch body in the frame can be rotated manually about its axis as required.

In de samengestelde toestand vormt de wand 5 tevens een beschermingslichaam, dat verhindert, dat bij voorbeeld bij het opstellen van de insectenvanger q? een 10 vensterbank het gordijn het kleverige vangvlak van het vanglichaam 2 kan aanraken, en dat door de knikkingen aan de hoeken van de einddelen 3 en 4 een buigstijf verbindingslichaam vormt, waardoor de einddelen buigstijf worden bijeen gehouden, zodat het frame, dat 15 bestaat uit de einddelen 3,4 en de wand 5, een perfekte bevestiging voor het vanglichaam 2 vormt, dat toch door de verbinding door middel van de stoppen 14 zeer gemakkelijk kan worden vervangen. Het frame is op bekende wijze zodanig uitgevoerd, dat het v an kunststof 20 in één arbeidsgang kan worden gespoten.In the assembled state, the wall 5 also forms a protective body, which prevents, for example, the arrangement of the insect trap q? a window sill the curtain can touch the sticky catching surface of the catch body 2, and that the bends at the corners of the end parts 3 and 4 form a bend-resistant connecting body, whereby the end parts are held together stiffly, so that the frame, which consists of the end parts 3,4 and the wall 5 form a perfect attachment for the catch body 2, which can still be very easily replaced by the connection by means of the plugs 14. The frame is designed in a known manner such that the plastic 20 can be sprayed in one operation.

Al de kenmerken, die in de bovenstaande beschrijving zijn vermeld alsmede die slechts aan de tekening kunnen worden ontleend, z ijn als verdere uitvoeringsvormen bestanddelen van de uitvinding, ook wanneer 25 daarop niet bijzonder de nadruk is gelegd en zij niet in het bijzonder in de conclusies zijn vermeld.All the features stated in the above description, as well as which can only be derived from the drawing, are as further embodiments components of the invention, even if they are not particularly emphasized and not particularly in the claims are listed.

-Conclusies- 8401871-Conclusions- 8401871

Claims

Arrangeable insect trap with a frame for a catching body, which has a sticky surface for catching insects, characterized in that the frame (1) has two end parts (3,4), which are connected by a connecting part (5) with joined together and spaced from one another in a covering position so that they define a long, expansive open space at its ends in which through the opening left free by the connecting member (5), a long-extended catch body (2) can be placed, which extends between the two end parts (3,4) and is detachably connectable to the end parts, a holding means for connecting to at least one of the end parts (3,4). (14) is provided which engages through an opening (30) in a hollow space at the adjacent end of the catch body (2).

Insect trap according to claim 1, characterized in that the connecting part is designed as a wall (5), which only separates the space between the end parts (3,4) while leaving an opening for introducing the catch body (2). partially limited.

Insect trap according to claim 2, characterized in that the wall (5) is bent or kinked about its longitudinal axis corresponding to the circumference of the end parts (3,4).

Insect trap according to claim 1, characterized in that the catch body (2) has hollow spaces at both ends for the engagement of holding means (14) which are arranged on both end parts (3,4).

Insect trap according to claim 1, characterized in that the catch body (2) is designed as a hollow cylinder. 8401871 * = - «mm

Insect trap according to claim 1, characterized in that the two end parts (3,4) have a bottom (28). and have an edge (10) comprising this bottom, which, on the side facing away from the catch body (2), rises above the bottom as a wall and the free side (3) of which protrudes (11) for the arrangement of the frame and that the opening (30) for the holding means (14) is arranged in the bottom (28) of each end part (3,4).

Insect trap according to claim 6, characterized in that the part of the holding means (14) which protrudes into the space of the end part (3,4) surrounded by the upright edge (10) forms a handle for gripping the adhesive.

Insect trap according to claim 7, characterized in that the handle is designed as a hook (18) for catching the insect trap. ·

Insect trap according to any one of claims 1 to 8, characterized in that the trap body (2) has a cylindrical outer surface and that in the facing surfaces of the end parts (3,4) it lies against the cylindrical outer surface guide ribs (9) for inserting the catch body (2) into the frame and a stop (17) for fixing the position of the catch body on the frame, in which at least one holding means (14) at least one of the two end parts engages in the recess of the catch body (2) to keep it in the frame.

Insect trap according to any one of claims 1 to 8, characterized in that the holding means is designed as a plug (14) and the opening (30) in the end part (3,4) is adapted to the plug and the edge of the opening (30) and the plug (14) for a bayonet-like connection of these two parts are made. 8401871 ----- —-