NL8401697A - Handentgereedschap voor het met de hand enten bij de wijnstok- en fruitteelt. - Google Patents

Description

NL 32.051—dV/lb ?

Handentgereedschap voor het met de hand enten bij de wijnétnk-en fruitteelt.

De uitvinding betreft een handentgereedschap, bijvoorbeeld een enttang of een entapparaat, dat in de wijnbouw, in de fruitteelt, in boomkwekerijen, tuincentra en overal daar, waar sierstruiken en sierplanten worden ge-5 teeld, kan worden toegepast en is voorzien van een met een gebogen, bijvoorbeeld ü-vormig of omegavormig oppervlak uitgevoerd mes en een ten opzichte van het mes in snijrich-ting beweegbare, het te enten plantgedeelte ondersteunende stelvork, waarbij het mes aan zijn convexe zijde met een 10 snede is uitgevoerd.

Voor het enten van wijnstokken en fruitbomen werden voor het versnellen van het proces en het nauwkeurig enten van de entrijs talrijke gereedschappen ontwikkeld. Een dergelijke enttang is bijvoorbeeld beschreven in het Hongaarse 15 octrooischrift 179.082 en in het Duitse Offenlegungsschrift 2.602.316. Deze gereedschappen zijn uitgevoerd met een mes, waarmede met een enkele snijhandeling in de wilde stam een snede kan worden gevormd respectievelijke de entrijs op een geheel identiek formaat kan worden gesneden. Veelal 20 wordt het mes zo uitgevoerd, dat het enten in een omegapro-fiel mogelijk wordt, doch er zijn ook gereedschappen bekend, waarbij het enten in een U-vorm plaats vindt.

Dergelijke gereedschappen hebben de productiviteit van het entproces aanmerkelijk verhoogd, doch niettemin was 25 het resultaat geenszins bevredigend. Een gedeelte van de entrijzen is geheel niet of slechts half opgekomen. De reden hiervoor is, dat de voor de planten van bijzonder belang zijnde sapstromen pas dan bevredigend zijn, indien de wilde stam en de entrijs volledig in elkaar passen. De volledige 30 aanpassing kan reeds door onbetekenend lijkende fouten worden benadeeld, zoals bijvoorbeeld het beschadigen van de entrijs bij het enten. De tegenwoordig toegepaste gereedschappen maken echter de entrijzen kapot, aangezien het mes aan weerszijden schuin is geslepen, waardoor de entrijs be-35 halve geknipt elastisch wordt vervormd en tevens gebogen. Tengevolge van de vervorming en het buigen wordt de entrijs vernietigd, waarbij een nauwkeurige entvorm geenszins kan 8401697 , , “2 τ worden bereikt.

De uitvinding berust op het inzicht, dat - hoewel het zuiver afknippen ook mogelijk zou zijn. door het mes te vormen met een vrijloophoek van 0° - bij het vormgeven van de snijhoek 5 - tengevolge, van de vervorming van de entrijs - ook. de relatieve verandering van de snijhoek in aanmerking moet worden genomen.

De uitvinding beoogt een handentgereedschap van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee enerzijds 10de tijdrovende handwerkzaamheden worden vergemakkelijkt en anderzijds een foutief enten kan worden uitgesloten, waarbij het enten ter plaatse en met een verhoogde produktiviteit moet kunnen worden uitgevoerd.

Hiertoe heeft het handentgereedschap volgens de uit-· 15 vinding het kenmerk , dat het mes ten opzichte van de snijrich-ting aan zijn gebogen oppervlakgebied met een vrijloophoek van 0,5 tot 3° en aan de concave zijde met een spaanhoek van 0,75 tot 5° is gevormd.

Een vergemakkelijking van het entwerk kan worden 20bereikt, wanneer aan de snede van het mes een snijband met een spaanhoek van 10 tot 45° ten opzichte van de snijrichting is aangebracht, waarvan de breedte met voordeel de waarde van 2 mm niet overschrijdt.

Volgens een verdere gunstige uitvoeringsvorm van het 25 handentgereedschap volgens de uitvinding zijn voor het vermijden van vervorming de uiteinden van het mes in een beves-tigingsorgaan tussen twee parallelle vlakken ingespannen, waarbij de dikte van het mes ter plaatse van de inspanning ten minste overeenkomt met de grootste dikte van de snede.

30 Voor het opnemen van mechanische belastingen is het gunstig, wanneer het mes symmetrisch is uitgevoerd ten opzichte van een vlak, dat loodrecht verloopt op de vlakken van de inspanning van de uiteinden van het mes.

Eveneens voor het vergemakkelijken van het gebruik 35 van het gereedschap volgens de uitvinding is het van voordeel, dat de stelvork ten opzichte van een stationair deel door een daarmede door middel van een bout verbonden beweegbare steel ten opzichte van een veer in een geleidingskolom beweegbaar is geleid,welke veer aan het stationaire deel is beves-40tigd, waarbij het ene uiteinde van de veer en de beweegbare 8401697 \ - 3 - f * steel aan een verticale arm zijn bevestigd, waarvan de andere eindsectie de stelvork draagt»

Het universele karakter van het handentgereedschap volgens de uitvinding blijkt hieruit, dat het geschikt is 5 voor het verkrijgen van allerlei soorten entrijzen, zoals wijnstokken, fruitbomen en sierstruiken. Door de goede hanteerbaarheid kan in de winter een op een tafel uit te voeren enten plaats vinden of in het voorjaar in situ worden geënt. Groen-entrijzen of groen-stekjes kunnen eveneens worden ver-10 kregen. Wanneer het mes volgens de uitvinding wordt benut voor het enten van de entrijs, vindt een zuiver afknippen ook dan plaats, wanneer de entrijs een vervorming ondervindt. Dit wordt bereikt door de beschreven vrijloophoek. Zoals uit de vormgeving duidelijk blijkt, vertoont de entrijs een fout-15 loos snijvlak en foutloze vorm, hoewel bij de vork bepaalde afwijkingen kunnen optreden, welke echter geenszins afbreuk doen aan de kwaliteit van de ent, aangezien de vork in de vereiste mate kan vervormen, waardoor de eventuele fouten zich laten corrigeren.

20 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven .

Fig. 1 is een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van het handentgereedschap volgens de uitvinding.

25 Fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II.

Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III.

Fig. 4 is een doorsnede volgens de lijn IV-IV.

Zoals uit fig. 1 blijkt, is het beschreven handentgereedschap voorzien van een stationair deel 7, dat een met 30 de steel van de gebruikelijke gereedschappen overeenkomende vorm bezit. Het middengedeelte vormt door een gebogen vorm een uitstekende nok met een afgeronde omtrek. De bovenste sectie van het stationaire deel 7 wordt gevormd door een vanaf de nok verlopende rechte geleidingskolom 4, die eindigt 35 in een houderkop 2, die in een U-vorm is gebogen en een mes 1 draagt.

In de nok van het stationaire deel 7 is een boring aangebracht, waarin een bout 8 is geplaatst. Om de bout 8 is in het vlak van het stationaire deel een steel 5 verzwenkbaar, 40 die zich voortzet in een boven het door de bout 8 gevormde 8401697 w “δ - 4 - draaipunt uitstekende beugel. In het cirkelboogvormig afgeronde uiteinde van de beugel is een boring gevormd, waar een bout 9 doorheen steekt, waaraan tevens een arm 6 is bevestigd, die tegen de werking van een hierop aangrijpende veer 5 in de beweging van het het eigenlijke werk uitvoerende deel van het gereedschap waarborgt. In de geleidingskolom 4 is over de gehele lengte hiervan een groef gefreest, waarin een aan zijn bovenzijde trogvormig uitgevoerde stelvork 3 is geleid, die is bevestigd op de arm 6 met een niet-weerge-10 geven bout..

Het met een zwaluwstaartprofiel uitgevoerde bovengedeelte, dat de stelvork 3 achter en voor omsluit en door een schroefverbinding op elkaar wordt gehouden, is door middel van een beugel aan de arm 6 bevestigd. Het onderste einde 15 van de op het beugelvormig uitgevoerde uiteinde van de arm 6 aangrijpende veer is bevestigd in een boring, die zich bevindt in het ongeveer rechthoekig gebogen gedeelte van het stationaire deel 7 van het gereedschap.

Zijdelings van de stelvork 3 is een rechthoekig af-20 neemverlengstuk 11 aangebracht, dat het in profiel gesneden entdeel van het mes 1 verwijdert. Het mes 1 is U- of omegavormig uitgevoerd en met schroeven aan de houderkop 2 van het stationaire deel 7 bevestigd.

De verzwenkbare steel 5 kan worden voorzien van een 25 beschermplaat, die er toe dient het handentgereedschap in de gesloten toestand te houden.

Zoals uit fig. 3 of 4 blijkt, is het mes in hoofdzaak op de gebruikelijke wijze in ü-vorm gebogen. Het is echter ook mogelijk de omegavorm·toe te passen. Het mes heeft hier-30 door een concave (binnen-) en een convexe (buiten-) zijde.

Het mes is in de snijrichting i geslepen.

Het mes 1 is met voordeel gemonteerd tussen parallelle vlakken in een bevestigingsorgaan 10 (zie fig. 4). De dikte van het mes bedraagt in het bevestigingsorgaan 10 Vr, die 35 bij voorkeur ten minste even groot is als de grootste dikte V van het mes in het snijgebied (fig. 2).Daardoor kunnen de aanmerkelijke afschuif-, buig- en torsiespanningen worden vermeden, die bij de inspanning gedurende het snijden ontstaan en tot breuk van het bevestigingsorgaan 10 kunnen leiden, 40 aangezien dit door boringen is verzwakt en verjongde delen 8401697

S' V

- 5 - omvat.

Ket mes 1 van het beschreven handentgereedschap is in fig. 2 in doorsnede weergegeven. In principe kan het mes uit een band met de in deze fig. weergegeven doorsnede wor-5 den gebogen. Ten opzichte van de snijrichting (aangegeven door de pijl i), welke overeenkomt met de geleidingsrichting van de geleidingskolom 4, is het mes aan de concave zijde onder een vrijloophoek β aangebracht/ waarvan de waarde tussen 0,5 en 3° ligt. De snede wordt aan de convexe zijde 10 gevormd en wel onder een spaanhoek « , waarvan de waarde tussen 0,75 en 5° ligt. De lagere waarden behoren bij dikkere of stijvere entrijzen, terwijl de hogere waarden zijn bestemd voor de hogere of dunnere en buigzamere entrijzen.

De beschreven vormgeving is bijzonder doelmatig, 15 wanneer men bedenkt dat de entrijs in een aan het mes tegengestelde richting buigt en vervormt, zodat de snijhoek ook de buigingshoek moet compenseren. Het is doelmatig indien de messnede wordt geslepen op een snijband met breedte s (bij voorkeur tot 2 mm) en met een spaanhoek van 10 tot 20 45°. Deze waarden behoeven niet streng te worden aangehouden, hoewel bij lagere waarden op een snellere slijtage van het mes en bij hogere waarden op een gemakkelijker vernietigen van de entrijs moet worden gerekend. Hetzelfde geldt, wanneer de breedte van de snijband groter wordt dan 2 mm.

25 Het handentgereedschap werkt als volgt:

Nadat de beschermplaat is losgemaakt, trekt de veer de aan de bout 9 bevestigde arm naar beneden, terwijl de steel 5 om de bout 9 naar buiten wordt gezwenkt. Daardoor verwijdert de steel zich van het stationaire deel 7, waarbij 30 de stelvork 3 in de groef van de geleidingskolom 4 omlaag beweegt.

De rijs wordt aan het trogvormige uiteinde van de stelvork 3 aangebracht. Gelijktijdig wordt de steel 5 tegen de werking van de veer in aangetrokken. Hierdoor drukt de arm 35 6 de stelvork 3 tegen het mes 1, waarvan de ü-vormige snij kant een positief profiel uitsnijdt. Door het vrijgeven van de steel 5 verwijdert het verlengstuk 11 de rijs van het mes 1. Het andere entdeel, de onderlegkop, wordt aan de tegenover liggende zijde van het gereedschap met de stelvork 3 beet-40 gepakt. Het mes snijdt een negatief profiel uit, dat door 8401697 * - 6 -k het afneemverlengstuk 11 eveneens wordt verwijderd.

Voor het bedienen van het gereedschap is een kracht van ongeveer 40 N nodig, zodat het gereedschap ook kan worden gebruiktdoor een vrouwelijk personeelslid.

5 De op deze wijze in profiel gesneden stukken kunnen gemakkelijk en nauwpassend in elkaar worden gevoegd, de definitieve bevestiging vereist aanmerkelijk minder werk dan bij de traditionale entmethode. Twee op elkaar volgende werknemers kunnen met behulp van het beschreven universele 10 handentgereedschap uiterst prodüctieve entwerkzaamheden uitvoeren .

8401697

Claims (8)

1. Handentgereedschap voor het met de hand enten bij de wijnstok- en fruitteelt, alsmede voor tuinbouwdoeleinden, voorzien van een met een gebogen, bijvoorbeeld U-vormig of omegavormig oppervlak uitgevoerd mes en een ten opzichte 5 van het mes in snijrichting beweegbare, het te enten plant-gedeelte vasthoudende stelvork, waarbij het mes aan zijn convexe zijde met een snede is uitgevoerd, met het k e n m e r k,-dat het mes (1) ten opzichte van de snijrichting aan zijn gebogen oppervlakgebied met een vrijloophoek 10 (8) van 0,5 tot 3° en aan de concave zijde met een spaan-hoek (cc^) van 0,75 tot 5° is gevormd.

2. Handentgereedschap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bij de snede van het mes (1) een snijband met een spaanhoek (~^) van 10 tot 45° ten op- 15 zichte van de snijrichting is aangebracht.

3. Handentgereedschap volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de breedte (s) van de snijband kleiner is 'dan 2 mm.

4. Handentgereedschap volgens één der conclusies 20 1-3, met het kenmerk, dat de uiteinden van het mes (1) in een bevestigingsorgaan (10) tussen twee parallelle vlakken zijn ingespannen, waarbij de dikte V van het mes (1) ter plaatse van de inspanning ten minste overeenkomt met de grootste dikte (V ) van de snede.

5. Handentgereedschap volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het mes (1) symmetrisch is uitgevoerd ten opzichte van een vlak, dat loodrecht verloopt op de vlakken van de inspanning van de uiteinden van het mes (1).

6. Handentgereedschap volgens éën der conclusies 30 1-5, met het kenmerk, dat de stelvork (3) ten opzichte van een stationair deel (7) door een daarmede door middel van een bout (8) verbonden beweegbare steel (5) tegen de werking van een veer in in een geleidingskolom (4) beweegbaar is geleid, welke veer aan het stationaire deel 35 (7) is bevestigd, waarbij het uiteinde van de veer en de beweegbare steel (5) aan een verticale arm zijn bevestigd, waarvan de andere eindsectie de stelvork (3) draagt.

7. Handentgereedschap volgens conclusie 6, met 14 01 δ 9 7

- 8 - V S v het kenmerk, dat aan beide zijden van de stelvork (3) een afneemverlengstuk (11) is aangebracht. 840169?