NL8401535A - Waarschuwingssysteem voor vliegtuiglanding met het landingsgestel ingetrokken. - Google Patents

Description

LE 5560-34 Ned gb/hv ·» -M

P & C - - —

Sundstrand Data Control, Inc. v

Titel: Waarschuwingssysteem voor vliegtuiglanding met het landingsgestel ingetrokken.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op systemen voor het verschaffen van waarschuwingen aan de piloot van een vliegtuig, wanneer een 5 onveilige vluchtbaan optreedt, en meer in het bijzonder voor het verschaffen van een waarschuwing aan de vliegtuigpiloot, wanneer het vliegtuig een poging zou doen om te landen met het landingsgestel ingetrokken.

Systemen voor het verschaffen van een waarschuwing aan de vliegtuigpiloot, als hij probeert te landen met het landingsgestel ingetrokken^zijn 10 bekend. Deze systemen strekken zich uit van simpele systemen, die een zoemer of iets dergelijks laten klinken,, wanneer de hoogte van het vliegtuig daalt beneden een voorafbepaald niveau, tot meer uitgebreidere systemen, zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.030.065, die de hoogte van het vliegtuig boven grondniveau waarnemen en de posities van de remkleppen en het 15 landingsgestel, voor het verschaffen van een stemwaarschuwing, zoals "te laag^ gestel"^ als de piloot een poging zou doen te landen met het landingsgestel ingetrokken.

Terwijl deze systemen, in het bijzonder de meer uitgebreidere systemen beschreven in het hierboven genoemde octrooi, geschikt zijn voor gebruik in 20 transport- en personenvliégtuig, zijn zij niet geheel geschikt voor gebruik in vliegtuigen, die ingeschakeld worden bij manoeuvres op een geringe hoogte, zoals militaire vecht/aanvalsvliegtuigen. De uitvoering van manoeuvres op een laag niveau, zoals vaak uitgevoerd als onderdeel van een tactische missie, kan de opwekking van valse waarschuwingen, door waarschuwingssystemen ont-25 worpen voor transportvliegtuigen, veroorzaken. Bovendien is de landingsvlucht-baan van een sterk wendbaar vliegtuig, zoals een militair vecht/aanvalsvliegtuig, verschillend van dat van een transportvliegtuig, zodat waarschuwingscriteria vereist zijn, die anders zijn dan die gébruikt worden.bij transportvliegtuigen.

Een doel van de onderhavige uitvinding is daardoor het verschaffen 30 van een waarschuwingssysteem, die veel nadelen van bekende waarschuwingssystemen overwint.

Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een systeem, dat een waarschuwing aan de piloot van een vecht/aanvalsvliegtuig geeft in het geval, dat hij een poging doet tot landen met het landingsgestel 35 ingetrokken.

Nog een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een waarschuwingssysteem, dat de piloot van een vliegtuig waarschuwt, als hij een poging tot landen doet met het landingsgestel ingetrokken, maar geen valse waarschuwingen opwekt gedurende manoeuvres op geringe hoogte.

40 Er wordt daarom, in overeenstemming met een voorkeursuitvoeringsvorm 8401535 -2- c» < van de uitvinding, een systeem verschaft, dat de hoogte boven de grond en de vluchtsnelheid van het vliegtuig op een beeldscherm aangeeft en dat een stemwaarschuwing, zoals "te laag, gestel" opwekt, wanneer de hoogte van het 5 vliegtuig beneden eenavoorafbepaalde waarde is, bijvoorbeeld 30 meter en de vluchtsnelheid van het vliegtuig beneden een voorafbepaalde snelheid is, bijvoorbeeld 100 m/s. Het door de motor opgewekte vermogen wordt eveneens gecontroleerd, voor het tegengaan van de waarschuwing, wanneer opstijgvermogen geproduceerd wordt, voor het vermijden van een valse waarschuwing bij een 10 opstijging en bij een rondgang na een mislukte landingsnadering.

Deze en andere doelen en voordelen van de onderhavige uitvinding worden duidelijk na beschouwing van de volgende beschrijving en bijbehorende tekening, waarin:

Figuur 1 een logisch blokschema van het waarschuwingssysteem volgens 15 de uitvinding is,* en

Figuur 2 een grafiek is, die het verband tussen de vluchtsnelheid van het vliegtuig en de hoogte boven grondniveau, vereist voor het opwekken van een waarschuwing, toont.

In Figuur 1 wordt een uitvoeringsvorm van het waarschuwingssysteem 20 volgens de uitvinding, meestal aangeduid met het referentienummer 10, getoond.

Het systeem 10 volgens de uitvinding wordt in Figuur 1 in logische blokschema-vorm getoond, als een serie van poorten, vergelijkingsinrichtingen, flip-.flops en dergelijke voor illustratie doeleinden? er moet echter opgemerkt worden dat de werkelijke uitvoering van de logische schakeling anders kan zijn dan 25 in-Figuur 1, waarbij verschillende digitale en analoge uitvoeringen mogelijk zijn. De signalen die door het beschreven waarschuwingssysteem gebruikt worden, bevatten radiohoogte, vluchtsnelheid, motorvermogen of TPM tezamen met een signaal, dat de positie van het vliegtuig landingsgestel aangeeft en verschillende bekrachtigingssignalen. Afhankelijk van het vliegtuigtype, waarin het waar-30 schuwingssysteem geïnstalleerd is, kunnen de in Figuur 1 weergegeven signalen verkregen worden van afzonderlijke instrumenten, zoals een radiohoogtemeter 12, een vluchtsnelheidssignaalbron 14, zoals een luchtgegevenscomputer of lucht-snelheidsindicator, en een tachometer 16, en verschillende afzonderlijke schakelelementen, zoals een de positie van het landingsgestel aangevende 35 schakelaar. Deze signalen kunnen in bepaalde nieuwere vliegtuigen verkregen worden van een digitale gegevensbus.

Het systeem volgens de uitvinding verschaft^zoals uiteengezet is^een waarschuwing, wanneer het vliegtuig opereert beneden een voorafbepaalde snelheid en beneden een voorafbepaalde hoogte, wanneer het landingsgestel is in-40 getrokken. Deze functie wordt verschaft door een logische schakeling, die de 8401535 3- -3- radio hoogtemeter 12, de vluchtsnelheidsindicator 14, een hoogte vergelijkings-inrichting 18, een vluchtsnelheidsvergelijkingsinrichting 20 en een EN-poort 22, die de werking van een waars chuwingsgenerator 24, stuurt, een waars chuwings-5 generator bruikbaar als de waarschuwingsgenerator 24, is een digitale stem-waarschuwingsgenerator, zoals beschreven in het hierboven genoemde Amerikaanse octrooischrift 4.030.065, die gebruikt kan worden voor het opwekken van een stem waarschuwing, zoals "te laag, gestel" en voert het, hetzij direct of indirect, toe aan een omzetter, zoals een luidspreker 26 of andere bruikbare 10 omzetter. Voor het vermijden van valse waarsbhuwingen gedurende het opstijgen of een rondvlucht na een mislukte nadering, is de poort 22 belemmerd, wanneer opstijgvermogen ingeschakeld is. De belemmering .wordt j;tot stand gebracht door een instel/terugstel flip-flop 28, die gestuurd wordt door een EN-poort 30, een OF-poort 32 en een vergelijkingsinrichting 34.

15 Tijdens het opstijgen van het vliegtuig wordt het door de motor ont wikkelde vermogen gecontroleerd door het systeem 10. Het motorvermogen kan bijvoorbeeld gecontroleerd worden door een de kleppositie aangevende schakelaar of door middel van de tachometer 16, die een signaal, voorstellend de motor TPM verschaft aan de TPM vergelijkingsinrichting 34. Wanneer de TPM van de 20 motor, bijvoorbeeld de TPM van de primaire compressor van een straalmotor^ de opstijg TPM overschrijdt, bijvoorbeeld 90% van de maximum motor TPM, verschaft de TPM vergelijkingsinrichting een opstijgvermogenssignaal aan de OF-poort 32. De OF-poort 32 reageert op het opstijgvermogenssignaal en stelt de flip-flop 20 terug^voor het sluiten van de poort 22, zodat een vals opge-25 wekte waarschuwing gedurende de opstijgfase van de vlucht voorkomen wordt.

Wanneer het vliegtuig opgestegen is en de TPM van de motor daalt tot een niveau beneden opstijg TPM, verschaft de TPM vergelijkingsinrichting 34 een “niet opstijgen vermogen" -signaal aan de EN-poort 30 voor het instellen van flip-flop 28 en het in werking stellen van de EN-poort 22. Het "niet radio-30 hoogte belemmering"..-signaal, toegevoerd aan de EN-poort .30 en heti."radio- = hoogte belemmering" -signaal, toegevoerd- aan de poort 32, zijn geldige signalen, die het systeem in het geval van falen van de radiohoogtemeter onbruikbaar maken.

Het door de radiohoogtemeter 12 opgewekte radiohoogtesignaal wordt 35 toegevoerd aan de hoogte vergelijkingsinrichting 18 en vergeleken met een signaal, dat een voorafbepaalde hoogte voorstelt, bijvoorbeeld 30 meter en wanneer de radiohoogte daalt beneden de voorafbepaalde mihimumhoogte, verschaft de hoogte vergelijkingsinrichting 18 een in werking stellingssignaal aan de EN-poort 22. De vluchtsnelheid vergelijkingsinrichting 20 verschaft op gelijke 40 wijze een in werking stellingssignaal aan de EN-poort 22, wanneer de aangegeven 8401535 o*.

-4- vluchtsnelheid daalt beneden een voorafbepaald niveau^bijvoorbeeld 100 m/s.

De waarschuwing wordt aldus in werking gesteld^telkens wanneer de snelheid van het vliegtuig beneden 100 m/s en de hoogte van het vliegtuig beneden 30 5 meter boven de grond is. Als het landingsgestel niet naar beneden is onder deze omstandigheden, is het "gestel ingetrokken "-signaal aanwezig als één ingang op de EN-poort 22, en wordt de waarschuwing opgewekt. Het "gewicht van wielen" -signaal wordt alleen gebruikt om het systeem buiten werking te stellen, wanneer het vliegtuig op de grond is.

10 De waarschuwingsgrens van de "te laag, gestel" waarschuwing wordt getoond in Figuur 2. Zoals blijkt uit het gearceerde gebied van Figuur 2, wordt de waarschuwing opgewekt telkens wanneer de vluchtsnelheid van het vliegtuig daalt beneden 100 m/s, de radiohoogte minder is dan 30 meter en het landingsgestel ingetrokken is. Deze afbakening werd bepaald na studie van de 15 operationele karakteristieken van een typisch gevechts/aanvalsvliegtuig, zoals de Fairchild AIO. De afbakening is echter kenmerkend voor hedendaagse gevechts-/aanvalsvliegtuigen, en is in het algemeen onafhankelijk van een bijzonder vliegtuigtype. Omdat zulke vliegtuigen meestal vliegen en manoeuvreren op geringe hoogten beneden 150 meter, is de top van de waarschuwingsafbakening 20 gereduceerd tot 30 meter, voor het toestaan van zulke manoeuvres zonder dat opwekking van een waarschuwing optreedt. De waarschuwingsafbakening is hierdoor hoofdzakelijk verschillend van de waarschuwingsafbakening van een systeem ontworpen voor een transportvliegtuig, waarin de waarschuwing opgewekt wordt telkens wanneer het vliegtuig daalt beneden 150 meter. Wegens de snelle herstel-25 karakteristieken van een gevechts/aanvalsvliegtuig veroorzaakt de verlaging van de top van de waarschuwingsafbakening tot 30 meter geen veiligheidsprobleem, omdat zulke vliegtuigen gemakkelijk kunnen terugkeren van hoogten van 30 meter en lager.

30 35 40 8401535

Claims (6)

1. Een waarschuwingssysteem voor het verschaffen van een waarschuwing 5 aan de piloot van een vliegtuig, dat bezig is met een landing met zijn landingsgestel ingetrokken, gekenmerkt door: middelen voor het verschaffen van een de hoogte van het vliegtuig boven de grond voorstellend signaal; middelen voor het verschaffen van een het door een motor van het vliegtuig ontwikkelde vermogen voorstellend signaal; middelen voor het verschaffen van een de vlucht-10 snelheid van het vliegtuig voorstelland signaal; middelen voor het verschaffen van een de positie van het vliegtuiglandingsgestel voorstellend signaal; en middelen die reageren op de hoogtesignaal verschaffende middelen, de motor-vermogenssignaal verschaffende middelen, de vluchtsnelheidssignaal verschaffende middelen, en de landingsgestelpositiesignaal verschaffende middelen, voor het 15 opwekken van een waarschuwing, als het landingsgestel niet naar beneden is, het vliegtuig lager is dan een voor afbepaalde hoogte boven de grond, de vlucht-snelheid van het vliegtuig kleineds dan een voorafbepaalde vluchtsnelheid, en het door de motor ontwikkelde vermogen lager is dan een voorafbepaald niveau.

2. Een waarschuwingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 20 de voorafbepaalde vluchtsnelheid ongeveer 100 m/s bedraagt, en de voorafbepaalde hoogte ongeveer 30 meter bedraagt.

3. Een waarschuwingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de motorvermogenssignaal verschaffende middelen een tachometer bevatten.

4. Een waarschuwingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 25 de waarschuwingsopwekkingsmiddelen, middelen bevatten voor het opwekken van een stemwaarschuwing.

5. Een waarschuwingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het voorafbepaalde niveau van door de motor ontwikkelde vermogen gelijk is aan het opstijgvermogen. 30

6. Een waarschuwingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoogtesignaal verschaffende middelen een radiohoogtemeter bevatten. 35 40 8 4 0 1 5 3 5