NL8401433A - Voederprepareerinrichting. - Google Patents

Description

5 - NL Jk:.uiö-av/vo/rvdv

Voederprepareerinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een voederprepa-reerinrichting, met een verrijdbaar gestel, een opneemorgaan voor het gesneden voeder en een voederdoorlaat, alsmede met twee prepareerrotoren, die onderling evenwijdig en draaibaar 5 om, zich dwars op de rijrichting van de inrichting uitstrekkende, assen zijn aangebracht en die elk zijn voorzien van een groot aantal radiaal buitenwaarts gerichte, elastische of elastisch bevestigde prepareersleggen.

Groenvoeder, zoals bijvoorbeeld hooigras, moet na 10 het snijden worden geprepareerd, om de droogduur, bijvoorbeeld voor het winnen van kuilvoer of hooi, te verkorten. In het bijzonder in het Europese klimaat is een dergelijke verkorting van de droogduur vereist, omdat de schadelijke invloed van licht, regen of ook micro-organismen kan zorgen 15 voor een verslechtering van de voederkwaliteit. Om de droogduur te kunnen verkorten, moet de, de verdamping remmende, waslaag ter plaatse van de halm en de stengel worden doorbroken. Het is in het algemeen gebruikelijk, om het groenvoeder met behulp van voederprepareerinrichtingen zodanig mechanisch 20 te behandelen, dat deze waslaag, bijvoorbeeld door het met behulp van de prepareerrotoren knikken van het groenvoeder, wordt doorbroken. De verschillende soorten groenvoeder vereisen hiertoe een verschillende mate van prepareren en dus verschillende, of voor aanpassing geschikte voederprepareer-25 inrichtingen, waarmee een al te grote beschadiging van het groenvoeder, zoals bijvoorbeeld het fijndrukken daarvan, in ieder geval wordt voorkomen.

üit de ter inzage gelegde Europese octrooiaanvrage 61.230 is een prepareerinrichting voor groenvoeder bekend, 30 die een verrijdbaar gestel bezit, alsmede een opneemorgaan voor het gesneden oogstgoed, dat aan een doorlaat voor het voeder wordt toegevoerd, waarna het door twee prepareerrotoren wordt geleid, die onderling evenwijdig en draaibaar om, zich dwars op de rijrichting van de inrichting uitstrekkende, 35 assen zijn aangebracht en die elk zijn voorzien van een groot aantal radiaal buitenwaarts gerichte elastische prepa-reersleggen. Volgens het in fig. 9 van deze publicatie getoonde uitvoeringsvoorbeeld, worden de twee prepareerrotoren S 4 0 1 4 3 3 » “2- in tegengestelde of gelijke richting aangedreven, waarbij het te prepareren groenvoeder door de tussen de prepareerrotoren geplaatste voederdoorlaat wordt bewogen. Voor de aanpassing aan verschillende voederkwaliteiten respectievelijk de mate 5 van prepareren kan daarbij de afstand tussen de assen van de twee prepareerrotoren worden veranderd. Een dergelijke instelling van de afstand tussen de assen van de twee prepareerrotoren verandert echter alleen de diepte, waarmee de prepareer sleggen in de voederstroom dringen. Met verschillende in-10 vloeden van versnellings- of vertragingseffecten in de voeder-stroom kunnen echter bij de toepassing van een dergelijk in-stelsysteem geen rekening worden gehouden.

De uitvinding beoogt, een verbeterde voederprepa-reerinrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaf-15 fen, waarbij de mate van preparerèn traploos instelbaar is tussen een geringe mate van prepareren en een hoge mate van prepareren en waarbij de versnelling respectievelijk de vertraging van het voeder ter plaatse van de doortocht door de voederdoorlaat al naar gelang de voederkwaliteit instelbaar 20 is, zodat de eerder genoemde nadelen worden vermeden.

Hiertoe heeft de voederprepareerinrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat aan de voorzijde van de onderste prepareerrotor een zich hoofdzakelijk loodrecht naar boven uitstrekkende, het transportkanaal begrenzende, in lengte 25 instelbare begrenzingswand is geplaatst en dat de bovenste prepareerrotor langs een met de as van de onderste prepareerrotor concentrische cirkel vanuit een eerste, boven de begrenzingswand gelegen, stand verzwenkbaar is naar een tweede, boven de onderste prepareerrotor gelegen, stand.

30 In een gunstige uitvoering van de voederprepareer inrichting volgens de uitvinding ligt de zwenkhoek van de bovenste prepareerrotor langs de concentrische cirkel ten opzichte van de as van de onderste prepareerrotor tussen 60° en 90°.

35 In een andere, bij voorkeur toe te passen uitvoering van de voederprepareerinrichting volgens de uitvinding is achter de bovenste prepareerrotor een, in rijrichting van de inrichting verzwenkbare, over een hoek omgezette uitwerpkap aangebracht.

30 Bij voorkeur is de afstand tussen de twee assen van 8401433 -3- ï de prepareerrotoren kleiner dan of gelijk aan de dubbele diameter van de door de uiteinden van de rotorsteggen beschreven cirkels.

Bij de voederprepareerinrichting volgens de uitvin-5 ding zijn de effecten van de versnelling respectievelijk de vertraging van de voederstroom in de voederdoorlaat instelbaar door middel van het verzwenken van de bovenste rotor langs een met de as van de onderste rotor concentrische cirkel. Door een schuine stand van de bovenste prepareerbuis in 10 de rijrichting van de inrichting wordt de voederstroom zonder vertraging verder geleid, waarbij dus een geringe mate van prepareren wordt bereikt. Door het achterwaarts zwenken van de bovenste prepareerrotor in een stand, waarin deze zich verticaal boven de onderste prepareerrotor bevindt, wordt het 15 te prepareren voeder door de onderste prepareerrotor versneld. Door een tegengesteld gerichte versnelling van het voeder door de bovenste prepareerrotor wordt een hoge mate van prepareren bereikt. Op grond van de grotere slip tussen de voeder stroom en de rotor, welke wordt veroorzaakt door het in 20 tegengestelde richting versnellen van de voederstroom, wordt de mate van prepareren dienovereenkomstig verhoogd.

Bovendien wordt nog het voordeel bereikt, dat het prepareren over een groter rotoroppervlak plaatsvindt, waardoor een groter aantal prepareersleggen deelnemen aan het 25 prepareerproces.

Door de grote afbuiging van de voederstroom door de bovenste prepareerrotor wordt bovendien een gelijkmatiger prepareren van het voeder bereikt; door de verandering van de richting van de halmen in de voederstroom wordt een betere 30 afgifte van de zwaden mogelijk gemaakt.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening waarin een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven.

Fig. 1 toont schematisch een dwarsdoorsnede door 35 een voederprepareerinrichting volgens de uitvinding in de stand voor een geringe mate van prepareren.

Fig. 2 toont schematisch een dwarsdoorsnede door de voederprepareerinrichting volgens fig. 1 in de stand voor een hoge mate van prepareren.

40 In de figuren is het verrijdbare gestel 1 van de 8401433 λ -4- v -v .* voederprepareerinrichting weergegeven, waarbij deze voeder-prepareerinrichting kan zijn gekoppeld met een geschikte snij-inrichting, bijvoorbeeld een centrifugaalmaaier, maar ook kan bestaan uit een, door een niet getoonde trekker getrokken, on-5 afhankelijke inrichting. Het gesneden groenvoeder 2 kan hetzij door een niet getoond opneemorgaan aan de voederprepareerinrichting worden toegevoerd, hetzij door de prepareerrotor 3 worden opgenomen. Deze onderste prepareerrotor 3 is draaibaar om een as 5 aangebracht, welke as zich dwars op de rijrich-10 ting van de voederprepareerinrichting uitstrekt. De prepareerrotor 3 is bovendien voorzien van een groot aantal langs zijn omvang geplaatste, elastische of elastisch bevestigde prepa-reersleggen 7, die tijdens het roteren van de prepareerrotor 3 aangrijpen op de voederstroom 2.

15 Draaibaar om een as 6, die evenwijdig verloopt aan de as 5 van de onderste prepareerrotor 3 en zich eveneens dwars op de rijrichting van de voederprepareerinrichting uitstrekt, is een tweede, verzwenkbare, bovenste prepareerrotor 4 aangebracht. Deze tweede prepareerrotor 4 is eveneens voor-20 zien van een groot aantal geschikte, langs zijn omvang geplaatste, elastische of elastisch bevestigde prepareersleggen 7.

De onderlinge afstand tussen de twee assen 5 en 6 is bij voorkeur kleiner dan of gelijk aan de dubbele diameter 25 van de door de uiteinden van de rotorsleggen 7 beschreven cirkels, zodat de prepareersleggen 7 in een kamsgewijze in-grijping met elkaar komen, terwijl de beide prepareerrotoren 3 en 4 in tegengestelde of gelijke richting worden aangedreven.

Aan de voorzijde van de onderste prepareerrotor 3 is 30 een in lengte 'instelbare begrenzingswand 9 geplaatst, die de voederstroom 2 in de richting van de voederdoorlaat tussen de twee prepareerrotoren leidt. Fig. 1 toont de voederprepareerinrichting in dié stand, waarin de bovenste prepareerrotor 4 naar voren is gekantelt, waarbij de begrenzingswand 9 in zijn 35 verkorte stand is geplaatst, omdat hij anders in aanraking zou komen met de prepareersleggen 7 van de bovenste prepareerrotor 4. In deze stand wordt de voederstroom 2 zonder vertraging verder geleid, zodat een geringere mate van prepareren door de onderlinge ingrijping van de prepareersleggen 7 40 van de beide prepareerrotoren 3 en 4 wordt bereikt. Fig. 2 84 0 1 4 3 3 -5- toont dié stand, waarin de bovenste prepareerrotor 4 zich verticaal boven de onderste prepareerrotor 3 bevindt, waarbij enerzijds een versnelling van de voederstroom door de onderste prepareerrotor 3 wordt bereikt, waarna het voeder door de bo-5 venste prepareerrotor 4 een verdere tegengesteld gerichte versnelling ondergaat en waarbij anderzijds een afbuiging van het voeder in de richting van de achterste uitwerpkap 10 wordt verkregen. In deze stand wordt de begrenzingswand 9 in zijn verlengde stand getoond, zodat hij de voederstroom 2 zonder 10 verliezen in de richting van de bovenste prepareerrotor 4 voert.

Om de eerder genoemde traploze variatie van de mate van prepareren te kunnen bereiken, alsmede rekening te kunnen houden met de versnellings- en vertragingseffecten in de voe-15 derstroom, is de bovenste prepareerrotor 4 verzwenkbaar langs een cirkel 8, die concentrisch is met de as van de onderste prepareerrotor 3. De zwenkhoek, dat wil zeggen de sector over welke de bovenste prepareerrotor 4 ten opzichte van de onderste, vaststaande prepareerrotor 3 langs deze concentrische 20 cirkel 8 kan worden verzwenkt, ligt tussen tenminste 60° en 90°. Door deze traploze verzwenking langs de met de as 5 concentrische cirkel 8, wordt een traploze instelling tussen een geringe mate van prepareren (fig. 1) en een hoge mate van prepareren (fig. 2) bereikt, waarbij tegelijkertijd nog het 25 voordeel ontstaat, dat het prepareren over een groter rotor-oppervlak plaatsvindt, zodat een groter aantal prepareersleggen 7 kunnen deelnemen aan het prepareerproces. Door de grote afbuiging van de voederstroom 2 in de in fig. 2 getoonde stand van de inrichting, wordt een gelijkmatigere hoge mate 30 van prepareren bereikt. Tegelijkertijd resulteert de verandering van de richting van de halmen in de voederstroom in een betere afgifte van de zwaden.

De uitwerpkap 10 is bij voorkeur in de lengterichting van de inrichting verzwenkbaar en volgt aldus de bewe-35 gingen van de bovenste prepareerrotor 4 om het geprepareerde voeder achter de inrichting in een zwad neer te leggen.

Met de voederprepareerinrichting volgens de uitvinding kan de mate van bewerking van het voeder aanzienlijk beter en op grotere schaal worden gevarieerd, alsmede aange-40 past aan de afzonderlijke voederkwaliteiten, dan dit mogelijk 8401433 - v -6- is met slechts een axiale verschuiving van de prepareerwalsen onderling.

8401433

Claims (5)

1. Voederprepareerinrichting, met een verrijdbaar gestel, een opneemorgaan voor het gesneden voeder en een voe-derdoorlaat, alsmede met twee prepareerrotoren, die onderling evenwijdig en draaibaar om, zich dwars op de rijrichting van 5 de inrichting uitstrekkende, assen zijn aangebracht en die elk zijn voorzien van een groot aantal radiaal buitenwaarts gerichte, elastische of elastisch bevestigde prepareersleg-gen, met het kenmerk, dat aan de voorzijde van de onderste prepareerrotor (3) een zich hoofdzakelijk loodrecht 10 naar boven uitstrekkende, het transportkanaal begrenzende, in lengte instelbare begrenzingswand (9) is geplaatst en dat de bovenste prepareerrotor (4) langs een met de as (5) van de onderste prepareerrotor (3) concentrische cirkel (8) vanuit een eerste, boven de begrenzingswand (9) gelegen, stand ver- 15 zwenkbaar is naar een tweede, boven de onderste prepareerrotor (3) gelegen, stand.

2. Vöederprepareerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zwenkhoek van de bovenste prepareerrotor (4) langs de concentrische cirkel ten opzichte 20 van de as (5) van de onderste prepareerrotor (3) tussen 60° en 90° ligt.

3. Vöederprepareerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de in lengte instelbare begrenzingswand (9) uitschuifbaar is. 25

4. Vöederprepareerinrichting volgens een der con clusies 1-3, met het kenmerk, dat achter de bovenste prepareerrotor (4) een, in rijrichting van de inrichting verzwenkbare, over een hoek omgezette uitwerpkap (10) is aangebracht. 30

5. Vöederprepareerinrichting volgens een der con clusies 1-4, met het kenmerk, dat de afstand tussen de twee assen (5, 6) van de prepareerrotoren (3, 4) kleiner dan of gelijk is aan de dubbele diameter van de door de uiteinden van de rotorsteggen (7) beschreven cirkels. 8401433