NL8400861A

NL8400861A - Hopper met loskleppen in de bodem.

Info

Publication number: NL8400861A
Application number: NL8400861A
Authority: NL
Original assignee: Ihc Holland Nv
Priority date: 1984-03-16
Filing date: 1984-03-16
Publication date: 1985-10-16
Also published as: DE158385T1; EP0158385A1; JPS616090A; US4644888A; DE3560390D1; EP0158385B1

Description

NO 32409 ^

Hopper met loskleppen In de bodem.

De uitvinding heeft betrekking op een hopper voor het opslaan van stortgoed, zoals baggermateriaal, welke hopper êên of meer ruimen heeft, 5 die in de bodem zijn voorzien van losmiddelen in de vorm van kleppen.

Een dergelijke hopper is algemeen bekend, bijvoorbeeld uit de ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 6404349, welke octrooiaanvrage betrekking heeft op een hopper met om horizontale langsassen schar-nierbare kleppen ter hoogte van het bodemvlak van het vaartuig, welke 10 kleppen in de geopende stand naar beneden zijn gezwaaid en onder het vlak van de bodem van het vaartuig uit steken.

Uit het Britse octrooischrift 3666/1911 is eveneens een hopper bekend met in verticale richting op en neer beweegbare kegelvormige bodemkleppen, die in de sluitstand boven het vlak van de bodem van het 15 vaartuig zijn gelegen en die in de geopende stand onder de bodem uitsteken.

Deze bekende hoppers hebben het bezwaar, dat zij in ondiep water niet of met grote beperkingen kunnen worden gebruikt, omdat bij het openen van de kleppen deze in conflict kunnen komen met de bodem. Het 20 openen vindt meestal plaats bij volgeladen hopper, dus bij de grootste diepgang van het vaartuig.

Doel van de uitvinding is een hopper te verschaffen, die ook in ondiep water kan worden gebruikt, doch die de voordelen behoudt, die inherent zijn aan het lossen door middel van kleppen. Kleppen hebben 25 namelijk de eigenschap een snel lossen mogelijk te maken en vergen betrekkelijk weinig onderhoud. Zij zijn betrouwbaar en het bedieningsme-chanisme is goedkoop en robuust.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat êên of meer van de kleppen van een ruim zich in de sluitstand bevinden op een 30 hoger niveau dan de andere kleppen. Overeenkomstig de uitvinding past men dus naast de zo laag mogelijk gelegen bekende kleppen ook kleppen toe, die aanmerkelijk hoger zijn gelegen en wel zodanig, dat zij in de geopende stand niet of nauwelijks onder het bodemvlak van het vaartuig uitsteken. Dergelijke kleppen zijn op zichzelf ook bekend, maar de com-35 binatie van laag gelegen en enkele hoog gelegen kleppen maakt het mogelijk, met behoud van een grote laadcapaciteit, een deel van de lading te lossen via de hooggelegen kleppen, in het bijzonder daar waar tussen de bodem van het vaartuig en de bodem van het water weinig ruimte over is gebleven. Door het lossen van een deel van de lading komt het vaartuig 40 hoger in het water te liggen en ontstaat ruimte voor het lossen van de 84 0 0 86 1 c* 2 rest van de lading via de laaggelegen bodemkleppen, die dan niet meer met de bodem van het water in aanraking kunnen komen.

De kleppen kunnen de op zichzelf bekende enkelvoudige of dubbele om horizontale assen scharnierende bodemkleppen zijn, die vanuit een hori- 5 zontale sluitstand zwaaien naar een verticale of nagenoeg verticale open stand, danwel kleppen, die in verticale richting worden bewogen voor het openen respectievelijk sluiten.

Bij voorkeur bevinden de hoger gelegen kleppen zich aan de uiteinden van een ruim, waardoor het mogelijk is de stand van het vaartuig ten 10 opzichte van de horizontaal te beïnvloeden, hetgeen van belang kan zijn wanneer zich dichtbij de bodem van het vaartuig een hellende bodem van het water bevindt.

Opgemerkt wordt, dat in de niet-voorgepubliceerde oudere Nederlandse octrooiaanvrage 8303723 reeds is voorgesteld voor het bereiken van 15 hetzelfde doel een deel van de bodemkleppen te vervangen door schuiven. Schuiven hebben echter het bezwaar, dat zij moeilijker zijn af te dichten en meer onderhoud vragen.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen.

20 Fig. 1 toont schematisch in langsdoorsnede een hopper volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-IX van fig. 1.

Fig. 3 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn III-III van fig. 1.

Fig. 4 is een dwarsdoorsnede vergelijkbaar met fig. 3, doch voor 25 een ander type klep.

De in fig. 1 getoonde hopper 1 heeft een ruim 2, dat in de bodem is voorzien van twee aan elkaar evenwijdige rijen van loskleppen 3 resp. 4, die scharnlerbaar zijn om horizontale langsassen en in de in fig. 2 getoonde sluitstand worden gehouden met behulp van trekorganen 5* In de 30 getoonde stand nemen zij de positie in getoond met onderbroken lijnen in fig. 2.

Het hopperruim is aan voor- en achtereinde voorzien van hoger gelegen kleppen 6 resp. 7.

Worden de kleppen 6 resp. 7 geopend dan kan de zich aldaar bevin-35 dende lading naar beneden wegstromen. Het vaartuig komt dan hoger in het water te liggen waarna de kleppen 3 en 4 kunnen worden geopend en de gehele lading kan worden gelost.

Het zal duidelijk zijn, dat de in fig. 3 getoonde hoger gelegen kleppen 6 resp. 7 in de geopende stand niet onder de bodem van het 40 vaartuig uit hoeven te steken.

84 0 0 8 6 T

* 3 Λ

Fig. 4 toont een andere uitvoeringsvorm voor de kleppen in de vorm van kegelkleppen 8, die met behulp van de stangen 9 verticaal op en neer kunnen worden bewogen. Dergelijke kleppen zijn op zichzelf bekend en kunnen ook worden toegepast voor de lager gelegen kleppen 3 resp. 4, die 5 dan in de geopende stand onder de bodem uitsteken.

Past men de kegelkleppen 8 toe op een hoger niveau, zoals getoond in fig. 4, dan dienen de zijkanten 10 van de kippekooi en de zijkanten 11 van de zijdelen van de romp naar beneden toe uiteenlopend te zijn uitgevoerd, zodat in de met onderbroken lijnen aangegeven geopende 10 stand, waarbij de klep zich ter hoogte van het bodemvlak bevindt, doorstroomkanalen 12 zijn gevormd.

Opgemerkt wordt nog, dat het uiteraard mogelijk is het gehele vaartuig te voorzien van hoger ingebouwde kleppen, zoals bijvoorbeeld bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 1.063.284, fig. 2. Dit gaat 15 dan echter ten koste van het laadvolume.

840086 f

Claims

1. Hopper voor het opslaan van stortgoed, zoals baggermateriaal, welke hopper ëên of meer ruimen heeft, die in de bodem zijn voorzien van losmiddelen in de vorm van kleppen, met het kenmerk, dat één of meer van de kleppen van een ruim zich in de sluitstand bevinden op een hoger 5 niveau dan de andere kleppen.

2. Hopper volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoger gelegen kleppen zich bevinden aan de uiteinden van een ruim. 8400861