NL8304114A - Televisie-ontvanger met kanaalnummeraanwijzing. - Google Patents

Description

C/Ca/ar/1599

Televisie-ontvanger met kanaalnummeraanwijzing.

De uitvinding heeft betrekking op een televisie-ontvanger met de mogelijkheid tot aanwijzing van het nummer van een ontvangstkanaal, waarnaar is overgeschakeld.

5 In de Amerikaanse octrooischriften 3.748.645 en 3.812.285 zijn televisie-ontvangers beschreven, waarbij na overschakeling op een ander ontvangstkanaal het nummer, dat het uit de overschakeling resulterende ontvangstkanaal identificeert, gedurende een voorafbepaalde periode 10 op het beeldscherm zichtbaar wordt. Een daarbij toegepaste kanaalaanwijsinrichting van gebruikelijk type werkt met een speciale chip van het LSI-type (large scale integration) voor aanwijzing van het kanaalnummer. Het ontwerp en de vervaardiging van een dergelijke chip vereist echter veel tijd en aan-15 zienlijke kosten; bij een tussentijdse wijziging van het ontwerp doen zich grote moeilijkheden voor. Daarnaast geldt, dat het bereiken van enige individualiteit voor het bij aanwijzing van een kanaalnummer te gebruiken karakterpatroon moeilijk is. Bovendien neemt het aantal gebruikte IC-schakelingen 20 toe, hetgeen noodzakelijkerwijs een stijging van de vervaar-digingskosten met zich meebrengt.

De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel, een televisie-ontvanger te verschaffen, welke vrij is van deze bezwaren.

25 Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een televisie-ontvanger te verschaffen, waarbij de toepassing van een microcomputer de mogelijkheid tot aanwijzing van het nummer van een ontvangstkanaal, waarnaar is overgeschakeld, verschaft.

30 Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een televisie-ontvanger met de mogelijkheid tot het bereiken van enige individualiteit voor het bij aanwijzing van een kanaalnummer toe te passen karakterpatroon.

Nog een ander doel van de uitvinding is 35 het verschaffen van een televisie-ontvanger met een verminderd aantal geïntegreerde schakelingen.

8 3 3 4 1 14 » » -2-

Daartoe gaat de uitvinding uit van een televisie-ontvanger, welke is voorzien van een centrale be-werkingseenheid met een onderbrekingsfunctie, een daaraan aangesloten verdeelleiding en, steeds via de laatstgenoemde met 5 de centrale bewerkingseenheid gekoppeld, een geheugen van het ROM-rtype met een programma voor een door de centrale bewer-kingseenheid uit te voeren besturing, een geheugen van het RAM-type dat als werkgebied voor de centrale bewerkingseen-heid dient, een kanaalkiesinrichting voor keuze van één van 10 een aantal kanalen en voor doorlating van een videosignaal, en van een stuursignaalontvangstschakeling voor ontvangst van een stuursignaal en besturing van de kanaalkiesinrichting op basis daarvan.

Volgens de uitvinding dient een derge-15 lijke televisie-ontvanger voorts te zijn gekenmerkt door een eveneens via de verdeelleiding met de centrale bewerkings-eenheid gekoppeld schuifregister, een klokimpulsopwekschakeling voor levering van een met het synchronisatiesignaal van een videosignaal synchrone klokimpuls aan het schuifregister en 20 voor afgifte daardoor van een, een karakterpatroon vertegenwoordigend signaal in serievorm, een mengschakeling voor menging van het videosignaal en het signaal in serievorm, en door on-derbrekingsmiddelen voor onderbreking van een met een synchro-nisatie-impuls van het videosignaal synchrone, door de centra-25 le bewerkingseenheid uitgevoerde bewerking, waarbij het in het geheugen van het ROM-type aanwezige besturingsprogramma de volgende programma-elementen bevat; af te beelden "font"-informatie, een hoofdprogramma voor decodering van het stuursignaal en voor besturing van de kanaalkiesinrichting, en een 30 onderbrekingsprogramma voor invoer van de uit het geheugen van het ROM-type afkomstige "font"-informatie in het schuifregister.

De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende 35 tekening. Daarin tonen;

Fig. 1 een blokschema van een uitvoerings- 8 3 l' ’ .

. I ' > ' -3- vorm volgens de uitvinding van een televisie-ontvanger, fig. 2 een tabel met 16-bits "font"-informatie van het bij de uitvinding gebruikte type, fig. 3 een schematische weergave van 5 het beeldscherm van een televisie-ontvanger volgens de uitvinding, waarop een ontvangstkanaalnummer wordt afgeheeld, en enige bijbehorende impulsgolfvormen ter verduidelijking, fig. 4 een schematische weergave van het formaat van een bij de onderhavige uitvinding toegepast 10 stuursignaal voor afstandsbediening, en fig. 5-8 enige stromingsdiagrammen ter verduidelijking van de werking van een televisie-ontvanger volgens de uitvinding.

In het in fig. 1 weergegeven blokschema 15 van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding van een televisie-ontvanger heeft het verwijzingsgetal 10 betrekking op het videosignaalstelsel, het verwijzingsgetal 11 op de afstem-eenheid, het verwijzingsgetal 12 op de videomiddenfrequent-trap, het verwijzingsgetal 13 op de videodetectieschakeling, 20 het verwijzingsgetal 14 op de videoversterker en het verwijzingsgetal 15 op de als kathodestraalbuis uitgevoerde beeldbuis van de kleurentelevisie-ontvanger. Daarbij is de afstemeenheid 11 uitgevoerd als een electronische eenheid, welke voor ontvangst van een videosignaal via een gewenst 25 ontvangstkanaal op het desbetreffende kanaal kan worden afgestemd door toevoer van een afstemspanning Ec van bepaalde waarde aan de afstemeenheid 11.

Het verwijzingsgetal 20 heeft betrekking op een microcomputer, terwijl het verwijzingsgetal 21 betrek-30 king heeft op een centrale bewerkingseenheid van het 4-bits parallel-type, waaraan een geheugen 22 van het ROM-type met programma-informatie en voor aanwijzing van het nummer van een kanaal dienende "font"-informatie benevens een geheugen 23 van het RAM-type als werkgebied zijn toegevoegd; 31-36 35 vormen enige ingangs/uitgangspoorten. De genoemde componenten 22-36 zijn via een verdeelleiding 24 met de centrale bewer- 3 3 0 4 1 v • , * -4- kingseenheid 21 gekoppeld.

Het verwijzingsgetal 37 heeft betrekking op een schuifregister met 16-bits serie- en parallel-ingang en serie-uitgang. Dit schuifregister 37 dient voor 5 vorming van een signaal van Sn, dat het kanaalnummer aanwijst. Aan het schuifregister 37 wordt regel voor regel 16-bits "font"-informatie in parallelvorm toegevoerd, welke het kanaalnummer vertegenwoordigt, zoals bijvoorbeeld fig.

2 laat zien; deze informatietoevoer geschiedt via de poort 10 32. De aldus aan het schuifregister 37 toegevoerde "font"-informatie wordt in serievorm via de uitgang voor het meest significante bit als het signaal Sn door het schuifregister afgegeven. Daarbij wordt de serie-ingangsaansluiting van het schuifregister op het niveau "0" gebracht.

15 Het aldus in serievorm verkregen signaal

Sn wordt toegevoerd aan de videoversterker 14 voor samenvoeging of menging met het videosignaal.

De microcomputer 20 vormt tezamen met het schuifregister 37 een als één chip uitgevoerde, geïnte-20 greerde schakeling.

Het verwijzingsgetal 41 heeft betrekking op een digitaal/analoog-omzetter, welke het uitgangssignaal van de poort 31 krijgt toegevoerd en deze in de afstemspan-ning Ec voor de afstemeenheid 11 omzet.

25 Een ontvangstelement 42 dient voor ont vangst van een afstandsbedieningssignaal en voor toevoer daarvan aan de ontvangstschakeling 43. Wanneer het afstandsbedie-ningsssignaal bijvoorbeeld de gedaante van een infrarood signaal heeft, zal het ontvangstelement 42 een voor infrarood-30 straling gevoelig element zijn.

De ontvangstschakeling 43 leidt uit het afstandsbedieningssignaal een stuursignaal Sr af, overeenkomende met het uitgangssignaal van een niet in de tekening weergegeven zender voor opwekking van het afstandsbedienings-35 signaal; het stuursignaal Sr, dat ook zelf als afstandsbedieningssignaal kan worden aangeduid, heeft bijvoorbeeld het 8 3 0 4 1 1 4 S k -5- formaat volgens fig. 4. In dit signaal treedt in het begin een leidimpuls met een impulsbreedte van 2400ysec. op, gevolgd door code-impulsen in de vorm van 16 bits b^-b^ met intervallen van steeds 600ysec. Deze code-impulsen bQ-b^ 5 vertonen afhankelijk van de inhoud van het afstandsbedienings-signaal respectievelijk de digitale waarden "0" en "1". Voor de waarde "0" wordt een impulsbreedte van 600ysec. gekozen, terwijl voor de digitale waarde "1" een impulsbreedte van 1200ysec. wordt toegepast. Het desbetreffende afstandsbedie-10 nings of stuursignaal Sr wordt toegevoerd aan de poort 33.

Het verwijzingsgetal 44 heeft betrekking op een geheugen 44 van het niet-vluchtige type, dat met de poort 34 is gekoppeld en dient voor opslag van een digitale waarde van de afstemspanning Ec voor ieder in aanmerking 15 komend ontvangstkanaal. Het referentiegetal 45 heeft betrekking op een invoertoetsenbord voor wijziging van het afstem-kanaai; de geluidsweergeefsterkte en dergelijk; dynamische aftasting geschiedt door het uitgangssignaal van de poort 35, terwijl het aftastuitgangssignaal aan de poort 36 wordt toe-20 gevoerd voor detectie van een toets, welke is bediend.

Het verwijzingsgetal 51 heeft betrekking op een synchronisatiescheidingsschakeling, waaraan het door de videodetectieschakeling 13 afgegeven videosignaal wordt toegevoerd voor afscheiding van respectievelijk een verticale 25 synchronisatie-impuls Pv en een horizontale synchronisatie- impuls Ph. Deze impulsen worden als respectieve onderbrekings-signalen H-INT en V-INT aan de centrale bewerkingseenheid 21 toegevoerd. De impuls Ph wordt bovendien toegevoerd aan een monostabiele multivibrator 52 voor afgifte van een impuls ' 30 P52' welJce <*e waarde "1" aanneemt bij de achterflank (tijd stip t^) van de impuls Ph en deze waarde behoudt tot het starttijdstip van de zichtbaarmakingsperiode van een kanaalnummer (zie fig. 3, waarin het verwijzingsgetal 151 het beeldscherm van de kathodestraalbuis aanduidt). De impuls 35 Pg2 wordt als oscillatiestuursignaal toegevoerd aan een bestuurde oscillatieschakeling 53, zodat deze een oscillatie- 83 0 4 1 1 4 ' 4 % -6- impuls Pg2 afgeeft gedurende een periode van t2-t4, waarin de impuls P52 waarde "0" heeft, zoals fig. 3 laat zien. Deze oscillatie-impuls P,-^ wordt als klokimpuls aan het schuifregis-ter 37 toegevoerd. Voor de impulsherhalingsfrequentie van de 5 impuls P^2 is een waarde gekozen, welke overeenkomt met de stip-steekwaarde in zijdelingse richting van het zichtbaar te maken kanaalnummer.

Aangezien de "font"-informatie voor bijvoorbeeld de eerste regel in fig. 2 gedurende de eerste helft, 10 dat wil zeggen van t -t9, van de beeldregelaftastperiode van ste 1 ^ de 45 beeldregel van het normale videobeeld in het schuif-register 37 wordt ingevoerd, zal deze informatie in reactie op de impuls P^^ gedurende de tweede helft van de genoemde beeldregelaftastperiode, dat wil zeggen van a^s s-*-9“ 15 naai Sn in serievorm worden afgegeven, respectievelijk aan de videoversterker 14 worden toegevoerd. Dit heeft tot gevolg, dat het kanaalnummer, voor zover zichtbaar te maken in de eerste regel van het desbetreffende venster, respectievelijk cf*p de 45 beeldregel van het beeldscherm, gedurende de periode 20 van t2~t3 in de desbetreffende regel, respectievelijk beeldregel verschijnt. Hoewel de impuls P^3 tijdens de periode van t3~t4 aan het schuifregister 37 wordt toegevoerd, zal de serie-ingangsaansluiting van het schuifregister 37 zich op het niveau "0" bevinden, hetgeen gedurende de periode van t^-t^ 25 tot uitlezing komt, zodat geen zichtbaarmaking van een kanaalnummer tijdens de periode van t^-t^ plaatsvindt.

Wanneer deze operatie achtereenvolgens voor de 45 tot en met de 51 aftastbeeldregel van het scherm op basis van de respectieve "font"-informatie voor de F 30 regels 1 tot en met 7 in fig. 2 wordt uitgevoerd, zal een met de desbetreffende "font"-informatie volgens fig. 2 overeenkomend kanaalnummer op het beeldscherm zichtbaar worden, zoals fig. 3 laat zien. Indien uitsluitend informatiewaarden "0" in het schuifregister 37 als "font"-informatie worden ingevoerd, 35 vindt geen zichtbaarmaking van een kanaalnummer plaats.

0 7 t\ r a a r De fi-9· 5 tot en met 8 tonen enige 83 04 1 14 -7- stromingsdiagrammen van de in het geheugen 22 van het ROM-type opgeslagen programma's, waarbij fig. 5 de hoofdroutine laat zien.

Deze laatstgenoemde begint bij een stap 5 501, gevolgd door initialisering bij stap 502. Daarbij worden bijvoorbeeld een vlag FLG, een buffer BUFF en tellers CHCNT, HCNT en WCNT in het geheugen 23 van het RAM-type geactiveerd en op de uitgangswaarde "0" teruggesteld (gewist).

Bij de stap 503 wordt het bestaan van 10 een afstandsbedieningssignaal Sr beoordeeld op basis van de aan- of afwezigheid van de leidimpuls; gedetecteerd wordt of het niveau "1" van dit signaal Sr een duur van 2400usec. heeft of niet. Bij de stap 504 wordt beoordeeld of informatie-invoer via het toetsenbord 45 heeft plaatsgevonden; bij de 15 stap 531 wordt beoordeeld of het door de teller CHCNT bereikte telresultaat de waarde "0" heeft of niet. Wanneer de voeding is ingeschakeld, treedt tijdens de stap 502 CHCNT = 0 op, waarna de lus van stap 503 naar stap 504 naar stap 531 naar stap 503 bij herhaling wordt doorlopen voor detectie van een 20 afstandsbedieningssignaal Sr en eventuele invoer via het toetsenbord 45. De teller CHCNT dient als vlag, welke een aanwijzing vormt voor het bestaan of niet van een verzoek voor wijziging van het afstemkanaal, en tevens als uurwerk voor instelling van de zichtbaarmakingsperiode van het kanaalnummer. 25 Wanneer het afstandsbedieningssignaal

Sr aanwezig is, worden tijdens stap 800 de bits bg-b^ van het signaal Sr vergrendeld, waarna naar stap 511 wordt verdergegaan. Wanneer tijdens stap 504 informatie blijkt te zijn ingevoerd, wordt eveneens naar stap 511 verdergegaan. Tijdens 30 stap 511 wordt beoordeeld of het tijdens stap 800 aangetroffen afstandsbedieningssignaal en/of de tijdens stap 504 vastgestelde toetsenbordinformatie zijn gericht op verandering van kanaal of niet.

In het zojuist eerstgenoemde geval, ka-35 naalverandering, wordt de teller CHCNT tijdens de volgende stap 512 op de telwaarde "1" gebracht. Vervolgens wordt tij- 83 0 4 1 1 4 * · % -8- dens stap 513 op basis van de door het afstandsbedienings-signaal Sr tijdens stap 800 geleverde kanaalinformatie en op basis van eventuele tijdens stap 504 onderzochte toetsen-bordinformatie een digitale afstemspanningsinformatie EQ voor 5 afstemming op het gewenste kanaal uit het niet-vluchtige geheugen 44 uitgelezen (zie fig. 1). Deze digitale afstem-spanningsinformatie EQ wordt tijdens stap 514 via de poort 31 geproduceerd, zodat de door de digitaal/analoog-omzetter 41 uit deze informatie ED gevormde, analoge afstemspanning 10 Ec de televisie-ontvanger op ontvangst van het tijdens stap 800 of stap 504 aangewezen kanaal afgestemd.

Tijdens stap 515 wordt uit het geheugen 22 van het ROM-type "font"-informatie, bijvoorbeeld van het type volgens fig. 2, als nummer van een na kanaaloverschake-15 ling nieuw kanaal in de buffer BUFF ingevoerd. Hoewel dit nog meer in details zal worden beschreven, wordt opgemerkt, dat de "font"-informatie, welke in de buffer BUFF is ingevoerd, ste β4·Λ tijdens de 45 tot en met de 51 beeldregelaftastperiode van t^-t2 van ieder beeldraster regel voor regel in het schuif-20 register 37 wordt ingevoerd, zulks onder besturing door een subroutine 700 volgens fig. 7. Als gevolg daarvan zal na overschakeling naar een nieuw kanaal het nummer van het nieuwe kanaal op het beeldscherm 151 zichtbaar worden.

Zodra dit het geval is, wordt terugge-25 gaan naar stap 503. Aangezien tijdens stap 512 CHCNT = 1 is gebleken, volgt nu een procedure in de volgorde stap 503, stap 504, stap 531, stap 532. Bij de laatstgenoemde stap wordt het door de teller CHCNT bereikte telresultaat met "1" vergroot,waarna tijdens stap 533 wordt onderzocht of de teller f 30 CHCNT een voorafbepaalde waarde MAX heeft bereikt of niet; deze waarde MAX vormt de waarde, welke overeenkomt met de duur van de periode, tijdens welke een kanaalnummer na verandering van afstemkanaal wordt zichtbaargemaakt.

Indien tijdens stap 533 CHCNT < MAX 35 blijkt, wordt teruggegaan naar stap 503. Tijdens de periode, waarin CHCNT < MAX wordt aangetroffen, wordt derhalve de lus 3 3 0 4 1 1 4 » · -9- van stap 503 naar stap 504 naar stap 531 naar stap 532 naar stap 533 naar stap 503 bij herhaling doorlopen; tijdens deze periode wordt het nieuwe kanaalnummer zichtbaargemaakt op het beeldscherm 151 (zie fig. 3).

5 Zodra CHCNT = MAX wordt vastgesteld, wordt de buffer BUFF tijdens stap 541 gewist, dat wil zeggen naar de waarde "0” teruggebracht. Aangezien deze informatie "0" als "font"-informatie aan het schuifregister 37 wordt toegevoerd, volgt daarna Sn = "0", waarna het kanaalnummer niet 10 verder wordt afgebeeld.

Tijdens een volgende stap 542 wordt de teller CHCNT op zijn waarde "0" teruggesteld, waarna de procedure naar de stap 503 terugkeert. Zoals uit de voorgaande beschrijving blijkt, vindt bij invoer van een op verandering 15 van afstemkanaal gericht bevel een dergelijke kanaalverande-ring plaats, waarna het nummer van het nieuwe kanaal tijdens een periode van constante duur wordt zichtbaargemaakt.

Wanneer de respectievelijk tijdens de stap 800 en de stap 504 aangetroffen informatie geen bevel 20 voor verandering van afstemkanaal blijkt te zijn, doch bijvoorbeeld een opdracht voor wijziging van de geluidsweergeef-sterkte, wordt de teller CHCNT tijdens de stap 521 op "0" teruggesteld, waarna tijdens een stap 522 een op de tijdens de stappen 800 en/of 504 aangetroffen informatie gebaseerde 25 operatie wordt uitgevoerd.

De schakeling voor uitvoering van een desbetreffende operatie kan, anders dan de op afstandkanaal-verandering gerxchte operatie, van klassiek type zijn en is derhalve in fig. 1 niet afgebeeld.

30 De fig. 6 en 7 tonen subroutines voor invoer van in de buffer BUFF aanwezige "font"-informatie in het schuifregister 37. De subroutine 600 volgens fig. 6 vormt de onderbrekingssubroutine, welke wordt uitgevoerd wanneer door de verticale synchronisatie-impuls Pv een onderbrekings-35 procedure wordt uitgevoerd. Wanneer de verticale synchronisatie-impuls Pv aan de centrale bewerkingseenheid 21 wordt 304114 » -10- toegevoerd, start de subroutine 600 bij een stap 601, waarna tijdens een stap 602 terugstelling van de teller HCNT naar de waarde "0" volgt. Tijdens een stap 603 wordt deze subroutine 600 beëindigd en wordt naar de hoofdroutine terug- 5 gekeerd. De subroutine 600 dient derhalve voor terugstelling op de telwaarde "0" van de teller HCNT bij ieder beginpunt (verticale synchronisatie-impuls Pv) van een beeldraster.

De subroutine 700 volgens fig. 7 vormt een onderbrekingssubroutine, welke wordt doorlopen wanneer 10 de horizontale synchronisatie-impuls Ph een onderbrekings-procedure uitvoert. Wanneer de horizontale synchronisatie-impuls Ph aan de centrale bewerkingseenheid 21 wordt toegevoerd, begint de subroutine 700 bij een stap 701, waarna tijdens een stap 702 een vlag FLG, welke aanwijst of de sub-15 routine 700 is doorlopen of niet, op de waarde "1" wordt gebracht. Tijdens een stap 703 wordt de door de teller HCNT bereikte telwaarde vergroot met ”1". Aangezien de telwaarde van de teller HCNT volgens de subroutine 600 bij' het beginpunt van ieder beeldraster tot ”0" wordt teruggebracht en 20 aangezien de subroutine 700 na iedere horizontale synchronisatie-impuls Ph wordt doorlopen, vormt de door de teller HCNT bereikte telwaarde een aanwijzing van het nummer van een af-tastbeeldregel van een beeldraster.

Tijdens een stap 704 wordt de grootte 25 van de door de teller HCNT bereikte telwaarde gecontrolleerd. Wanneer tijdens een stap 711 blijkt, dat 45 ύ HCNT ^ 51, wordt de in de buffer BUFF aanwezige "font"-informatie (zie bijvoorbeeld fig. 2) lijn voor lijn in het schuifregister 37 ingevoerd; dit geschiedt steeds wanneer de telwaarde van de teller 1 30 HCNT met "1" wordt vergroot, dat wil zeggen bij iedere volgen de aftastbeeldregel. Wanneer daarentegen niet blijkt, dat 45 ύ HCNT ύ 51, dan worden tijdens een daarop volgende stap 721 uitsluitend informatiewaarden "0" in het schuifregister 37 ingevoerd. De subroutine 700 wordt beëindigd bij een stap 35 712, waarna terugkeer naar de hoofdroutine volgt.

0 _ _ , Desgewenst kan de subroutine 700 een © O 0 4 I > # · -11- klokroutine bevatten, waardoor de voor voltooiing van de subroutine 700 benodigde tijdsduur op een vaste waarde van 40ysec. wordt ingesteld; deze tijdsduur is korter dan de duur van (zie fig. 3) .

5 Als gevolg van het voorgaande wordt tij- ste dens de periode van t.-t2 gedurende iedere van de 45 tot cfg en met de 51 beeldregelaftastperiode de in de buffer BÜPF aanwezige informatie volgens de subroutine 700 in het schuif-register 37 ingevoerd. Vervolgens wordt, indien de in het 10 schuifregister 37 ingevoerde informatie de "font"-informatie is, tijdens de periode van t2~t3 het kanaalnummer zichtbaar-gemaakt. Tijdens de periode van t.-t- van andere beeldregel- S*C6 aftastperioden dan die van de 45 tot en met de 51 beeldregel van het beeldscherm worden informatiewaarden "0" 15 door de buffer BUFF aan het schuifregister 37 toegevoerd, zodat in dat geval tijdens de periode van t2~t3 9"een zicht-baarmaking van een kanaalnummer volgt.

Bij wijziging van het afstemkanaal, respectievelijk overschakeling op een ander afstemkanaal, wordt 20 de "font"-informatie voor het nieuwe kanaal tijdens de voorafbepaalde periode gedurende de stap 515 in de buffer BUFF ingevoerd. Aangezien tijdens de stap 541 informatiewaarden "0" in de buffer BUFF zijn ingevoerd, zal volgens de subroutine 700 gedurende deze voorafbepaalde periode vanaf kanaal-25 overschakeling het nummer van het nieuwe kanaal op het beeldscherm 151 verschijnen. Na verloop van de voorafbepaalde periode wordt het nieuwe kanaalnummer niet langer afgebeeld.

Fig. 8 toont een subroutine 800 voor uit-lezing van het afstandsbedieningssignaal Sr. Begonnen wordt 30 bij stap 801, waarna tijdens stap 802 een wijzer i op de waarde "0" wordt teruggesteld en tijdens een daarop volgende stap 811 een vertraging, overeenkomende met de 600ysec. van het niveau "0", tussen de achterflank van de leidimpuls en de stijgende flank van het bit bg (zie fig. 4) teweeggebracht 35 wordt. Tijdens een daarop volgende stap 821 wordt de teller WCNT op de telwaarde "0" teruggesteld. De wijzer i heeft 5304114 -12- steeds betrekking op een bepaald bit van de bits bg-b^ van het afstandsbedieningssignaal Sr, waarbij i = 0-15. De teller WCNT dient bovendien voor controle van de respectieve impulsbreedten van de bits bg-b^.

5 Nadat gedurende een daarop volgende stap 822 een vertraging van 70ysec. is teweeggebracht, wordt tijdens een stap 823 onderzocht of de vlag FLG "0" of "1" is.

Wanneer FLG = 0 als teken, dat geen onderbrekingsprocedure

wordt uitgevoerd, wordt de telwaarde van de teller WCNT

10 tijdens een stap 824 met "1" vergroot. Wanneer FLG = 1 als teken, dat een onderbrekingsprocedure wordt uitgevoerd, wordt de telwaarde van de teller WCNT tijdens een stap 825 met een bedrag "2” vergroot en volgt correctie van de be- werkingsduur in verband met de onderbrekingsprocedure. De 15 vlag FLG wordt tijdens een daarop volgende stap 826 op de waarde "0" teruggebracht. Tijdens een stap 827 wordt daarna de onderzocht of het niveau van het i bit van het afstandsbedienings signaal Sr de waarde "0" bereikt of niet, dat wil de de zeggen of het i bit is beëindigd of niet. Wanneer het i 20 bit niet is beëindigd volgt op de stap 827 terugkeer naar de stap 822; in geval van beëindiging wordt verdergegaan naar een stap 831.

Het voorgaande wil zeggen, dat gedurende de de periode, waarin het niveau van het i bit van het signaal 25 Sr de waarde "1" vertoont, de lus met de stappen 822-827 herhaaldelijk wordt doorlopen. Bij een dergelijke herhaling zal, indien de onderbrekingssubroutine 700 niet wordt doorlopen, FLG = 0. In verband daarmede wordt de telwaarde van de teller WCNT tijdens de stappen 822 en 824 bij iedere 40μsec. met p 30 "1" vergroot. Op het tijdstip, waarop de zojuist genoemde lus niet meer wordt doorlopen, zal derhalve WCNT =15 indien het i bit = "0" (de impulsbreedte bedraagt 600ysec.), doch WCNT = 30 indien het i bit = ”1" (de impulsbreedte bedraagt 1200usec.); aan de voor het doorlopen van andere stappen be-35 nodigde bewerkingsduur wordt hier eenvoudigheidshalve voorbijgegaan.

8 3 0 4 1 1 4 • ' ·* -13-

Bij het opnieuw doorlopen van de lus met de stappen 822-827 wordt, indien de onderbrekingsroutine 700 wordt uitgevoerd, steeds 40usec. verbruikt. Deze tijdsduur is dezelfde als die, welke voor eenmalige uitvoering van de 5 stap 822 nodig is. Aangezien FLG = 1 (stap 702), wordt de telwaarde van de teller WCNT tijdens de stap 805 met ”2" vergroot. Als gevolg daarvan zal, wanneer de lus is beëindigd, WCNT = 15 indien het ide bit = ”0", doch WCNT =30 indien het ide bit = "1".

10 Nadat de lus is beëindigd, wordt de tel waarde van de teller WCNT tijdens de stap 831 onderzocht.

Indien WCNT ύ 15, wordt het niveau "0" voor het i bit tijdens een stap 832 in het geheugen 23 van het RAM-type inge- de voerd? wanneer WCNT > 15, wordt het niveau "1" voor het i 15 bit tijdens een stap 833 in het geheugen 23 ingevoerd. Tij- . dens een daarop volgende stap 834 wordt door de wijzer i onderzocht of de zojuist beschreven procedure voor alle bits van het afstandsbedieningssignaal Sr is uitgevoerd of niet.

In het laatstgenoemde geval wordt de wijzer i tijdens een 20 stap 835 met een bedrag "1" vergroot, waarna wordt teruggekeerd naar stap 811. Wanneer de procedure daarentegen voor alle bits van het afstandsbedieningssignaal Sr blijkt te zijn uitgevoerd, wordt na de stap 834 doorgegaan naar een stap 841.

25 Tijdens deze stap 841 wordt het afstandsbedie- ningssignaal Sr beoordeeld op basis van de tijdens de stappen 832 en 833 verkregen informatie. Tijdens een stap 842 wordt de subroutine 800 beëindigd en wordt naar de hoofdroutine teruggekeerd.

30 Zoals uit het voorgaande blijkt, is het volgens de .onderhavige uitvinding mogelijk om van afstemkanaal te veranderen en het nieuwe kanaalnummer zichtbaar te maken. Daarbij vinden zowel de overschakeling naar een nieuw kanaal als de zichtbaarmaking van het nieuwe kanaalnummer plaats met 35 behulp van een gewone microcomputer 20, zodat de duur en de kosten voor het maken van een speciaal daarop gericht ontwerp 8 3 0 4 1 14 » .) » -14- worden vermeden. Bovendien leidt een tussentijdse wijziging van het ontwerp niet tot onmogelijke situaties.

Bovendien verschaft de uitvinding de mogelijkheid, voor het bij de zichtbaarmaking van een kanaal-5 nummer toegepaste karakterpatroon enige individualiteit te verkrijgen. Aangezien het aantal toegepaste geïntegreerde schakelingen betrekkelijk gering is, zijn de vervaardigings-kosten beperkt en voldoet de betrouwbaarheid aan hoge eisen.

Opgemerkt wordt, dat het mogelijk is de 10 stappen 531-542 in de subroutine 600 op te nemen.

De uitvinding beperkt zich niet tot de in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm. Verschillende wijzigingen kunnen in de beschreven componenten en in hun onderlinge samenhang worden 15 aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden.

F

83 04 1 IA

Claims (4)

1. Televisie-ontvanger, voorzien van een centrale bewerkingseenheid met een onderbrekingsfunctie, een daaraan aangesloten verdeelleiding en, steeds via de laatstgenoemde met de centrale bewerkingseenheid gekoppeld, een 5 geheugen van het ROM-type met een programma voor een door de centrale bewerkingseenheid uit te voeren besturing, een geheugen van het RAM-type dat als werkgebied voor de centrale bewerkingseenheid dient, een kanaalkiesinrichting voor keuze van één van een aantal kanalen en voor doorlating van een 10 videosignaal, en van een stuursignaalontvangstschakeling voor ontvangst van een stuursignaal en besturing van de kanaalkiesinrichting op basis daarvan, gekenmerkt door een eveneens via de verdeelleiding met de centrale bewerkingseenheid gekoppeld schuifregister, een klokimpulsop-15 wekschakeling voor levering van een met het synchronisatie-signaal van een videosignaal synchrone klokimpuls aan het schuifregister en voor afgifte daardoor van een, een karakter-patroon vertegenwoordigend signaal in serievorm, een meng-schakeling voor menging van het videosignaal en het signaal 20 in serievorm, en door onderbrekingsmiddelen voor onderbreking van een met een synchronisatie-impuls van het videosignaal synchrone, door de centrale bewerkingseenheid uitgevoerde bewerking, waarbij het in het geheugen van het ROM-type aanwezige besturingsprogramma de volgende programma-elementen 25 bevat: af te beelden "font"-informatie, een hoofdprogramma voor decodering van het stuursignaal en voor besturing van de kanaalkiesinrichting, en een onderbrekingsprogramma voor invoer van de uit het geheugen van het ROM-type afkomstige "font"-informatie in het schuifregister.

2. Televisie-ontvanger volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de centrale bewerkingseenheid, de verdeelleiding, het geheugen van het ROM-type, het geheugen van het RAM-type en het schuifregister als geïntegreerde schakeling op eenzelfde chip zijn uitgevoerd. 35 ^ __

3. Televisie-ontvanger volgens conclusie 83 0 4 1 1 4 -16- !ê » 1, m e t het kenmerk, dat de werking van de centrale bewerkingseenheid aan interruptie door een horizontale synchronisatie-impuls van het videosignaal is onderworpen en dat het interruptieprogramma door de horizontale synchroni-5 satie-impuls wordt gestart.

4. Televisie-ontvanger volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de "font"-informatie uit het geheugen van het ROM-type in het schuifregister wordt ingevoerd tijdens de eerste helft van een beeldregelaftast-10 periode en dat de ingevoerde "font"-informatie in serievorm door het schuifregister wordt afgegeven tijdens de tweede helft van de beeldregelaftastperiode. e 8304114