NL8303581A - Multiplex-spraakconferentie- en informatieschakelaar met tijdverdeling. - Google Patents

Multiplex-spraakconferentie- en informatieschakelaar met tijdverdeling. Download PDF

Info

Publication number
NL8303581A
NL8303581A NL8303581A NL8303581A NL8303581A NL 8303581 A NL8303581 A NL 8303581A NL 8303581 A NL8303581 A NL 8303581A NL 8303581 A NL8303581 A NL 8303581A NL 8303581 A NL8303581 A NL 8303581A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
time slot
ram
information
time
message
Prior art date
Application number
NL8303581A
Other languages
English (en)
Other versions
NL191817C (nl
NL191817B (nl
Original Assignee
Western Electric Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Western Electric Co filed Critical Western Electric Co
Publication of NL8303581A publication Critical patent/NL8303581A/nl
Publication of NL191817B publication Critical patent/NL191817B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL191817C publication Critical patent/NL191817C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04QSELECTING
    • H04Q11/00Selecting arrangements for multiplex systems
    • H04Q11/04Selecting arrangements for multiplex systems for time-division multiplexing
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M3/00Automatic or semi-automatic exchanges
    • H04M3/42Systems providing special services or facilities to subscribers
    • H04M3/56Arrangements for connecting several subscribers to a common circuit, i.e. affording conference facilities
    • H04M3/561Arrangements for connecting several subscribers to a common circuit, i.e. affording conference facilities by multiplexing
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04QSELECTING
    • H04Q11/00Selecting arrangements for multiplex systems
    • H04Q11/04Selecting arrangements for multiplex systems for time-division multiplexing
    • H04Q11/0407Selecting arrangements for multiplex systems for time-division multiplexing using a stored programme control

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Time-Division Multiplex Systems (AREA)
  • Use Of Switch Circuits For Exchanges And Methods Of Control Of Multiplex Exchanges (AREA)
  • Data Exchanges In Wide-Area Networks (AREA)

Description

·*· .............. ♦ » VO 5156
Multiplex-spraakconferentie- en infozmatieschakelaar met tijdverdeling.
De uitvinding heeft betrekking op een multiplex-spraak-conferentie- en informatieschakelaar met tijdverdeling voor het accepteren van berichtsteekproeven binnen een raster.
Multiplexwerking met tijdverdeling is een type digi-5 tale schakelwerking, waarbij een lijn tussen een aantal gebruikers naar tijd'wordt gedeeld en waarbij gemultiplexte tijdgleuven worden toegewezen voor het tot stand brengen van conmunicatie-sessies.
Digitale tijdverdelingsomschakeling omvat ook stelsels, bekend als tijdgleufverwisselaars (TSI), waarin digitale berichtsteek-10 proeven uit een bepaalde ingangstijdgleuf naar een andere uitgangstijd-gleuf worden omgeschakeld. TSI wordt thans gebruikt voor het tot stand brengen van conferentieverbindingen.
Het Amerikaanse octrooischrift 4.119.807 toont een voorbeeld van een digitale schakelaar met tijddeling, welke bestemd is voor 15 het tot stand brengen van conferentieverbindingen zonder beperking ten aanzien van het aantal conferentiedeelnemers, dat aan een conferentie-sessie kan deelnemen. Dit octrooischrift beschrijft een inrichting voor het sequentieel sonmeren van digitale berichtsteekproeven uit 128 lijnen, welke respectievelijk met 128 tijdgleuven tijdens een eerste tijd-20 raster zijn verbonden en het toevoeren van de gesommeerde steekproeven aan elke lijn van de verbinding, respectievelijk aan de toegewezen tijd-gleuf daarvan, tijdens een tweede tijdraster. .
Bij een digitaal schakelstelsel van dit type wordt gebruik gemaakt van twee sommeergeheugens, welke afwisselend ten opzichte 25 van een tijdraster worden gevoed en geleegd. Bovendien worden derde en vierde geheugens afwisselend synchroon met de sommeergeheugens gevoed en gebruikt voor het opslaan van digitale berichtsteekproeven, welke betrekking hebben op toegewezen tijdgleuven. Elk scanneergeheugen wordt aan het begin vein de respectieve opzamelperiode of het tijdraster vrij-30 gegeven in gereedheid voor het opslaan van een nieuwe reeks gesommeerde berichtsteekproeven.
Momenteel worden onderzoekverbindingen tussen een aantal punten via de radio, bestaande uit een hoofdpost en een of meer ver- 8303581 2 wijderde posten, meer in het bijzonder tot stand gebracht onder gebruik van analoge oonferentiebruggen. De hoofdpost of gastheer zendt onderzoekinformatie naar de secundaire takken van de conferentieverbinding of verbinding met een aantal punten en uitzendingen uit de secundaire tak-5 ken worden slechts door de gastheerpost ontvangen.
Bij een typerende werking, welke vierdraadskanalen vereist, onderzoekt de gastheerpost elke secundaire tak door een door de onderzochte post herkend bepaald adres uit te zenden. Indien de onderzochte post geen noodzaak heeft om met de gastheer te communiceren 10 geeft de post een negatieve of geen responsie en onderzoekt de gastheerpost een andere verwijderde post. Indien de onderzochte post met de gastheer wenst te communiceren, geeft de onderzochte post een positieve responsie en wordt de transactie voltooid voordat de gastheer een andere post onderzoekt. Alle informatietransacties tussen verwijderde posten IS geschieden via de gastheerpost aangezien meer in het bijzonder het confe-rentienetwerk met een aantal punten zodanig is ontworpen, -dat verwijderde posten, ten opzichte van elkaar zijn geïsoleerd. Deze eis is nodig om te beletten, dat informatie uit een onderzochte post of ruis uit een » niet-onderzochte post andere verwijderde posten verwardt.
20 Op dit moment worden onderzoekverbindingen tussen een aantal punten via radio meer in het bijzonder tot stand gebracht onder gebruik van vierdraadsketens met een analoge brug in zend- en ontvangba-nen. Bovendien is elke verwijderde post met de ontvangbrug verbonden via een versterkerketen met een doorlaatversterking doch geen keerverster-25 king teneinde verwijderde posten ten opzichte van elkaar te isoleren.
Het probleem bij de bovenbeschreven informatieverbinding met een aantal punten is, dat de inrichting niet slechts wat constructie betreft duur is doch ook duur is in onderhoud. Analoge ketens, meer in het bijzonder versterkers, vereisen een onderhoud op schema om 30 de versterking van de versterkers in te stellen, welke versterking over een periode afwijkingen gaat vertonen, en overspraak tussen de kanalen te beletten. Voorts moet elk conferentienetwerk zodanig worden ontworpen, dat wordt voldaan aan eisen van de gebruikers ten aanzien van het aantal conferentiedeelnemers, dat met het netwerk zal worden verbonden.
35 en speciaal ontworpen'conferentienetwerk is een dure aangelegenheid.
De meeste bekende digitale conferentiestelsels waaronder 3 ” -Λ ~ -Ti i ' 2 o 1 * « 3 dat volgens het Amerikaanse octrooischrift 4.119.807, verwerken digitale spraaksteekproeven en hebben derhalve het vermogen om digitale informatie op te slaan en door te geven. Een belangrijke tekortkoming, welke aan dergelijke stelsels inherent is, is evenwel het onvermogen om informatie-5 stromen, welke aanwezig zijn tussen een conferentie, bestaande uit een gastheer-rekeninrichting en secundaire rekeninrichtingen, zoals een onderzoekverbinding met een aantal punten via de radio, op een juiste wijze te verwerken of te besturen. Bij de bekende stelsels wordt informatie, die uit een onderzochte rekeninrichting naar de gastheer-rekenin-10 richting wordt overgedragen, ook naar andere rekeninrichtingen in het conferentienetwerk overgedragen aangezien informatie of ruissteekproeven uit elke post in het netwerk tijdens een uitleesperiode worden gesommeerd en opgeslagen en tijdens een toevoerperiode aan elke post (tijdgleuf) worden toegevoerd. Derhalve wordt informatie niet slechts 15 tussen de onderzochte rekeninrichting en de gastheerrekeninrichting gevoerd doch tevens naar niet-onderzochte rekeninrichtingen gevoerd. Bovendien kan de laatste informatiestroom uit een eerder onderzochte reken inrichting worden gesommeerd met een .commando vanuit de gastheer-rekeninrichting naar een nieuw onderzochte rekeninrichting, waardoor het 20 commando wordt verstoord. Aangezien het commando in een gesommeerde informatiestroom is ingebed, kan het zijn, dat het door de nieuw onderzochte rekeninrichting niet wordt onderkend. Derhalve kan de nieuw onderzochte post het commando buiten beschouwing laten en onbezet blijven.
In wezen missen de bekende digitale conferentiestelsels 25 het vermogen om secundaire posten ten opzichte van elkaar te isoleren en missen zij tevens het vermogen om zowel spraak- als informatieverbin-dingen te integreren.
De problemen worden volgens de uitvinding opgelost doordat de conferentie- en informatieschakelaar is voorzien van organen voor 30 het selectief verwisselen van bepaalde tijdgleuven van de ingevoerde tijdgleuven met afwisselende tijdgleuven, organen voor het selectief sommeren van de berichtsteekproeven uit groepen van de verwisselde tijdgleuven, een eerste opzamelinrichting met een aantal geheugenplaatsen voor het opslaan van elk van de gesommeerde berichtsteekproeven tijdens 35 een eerste tijdraster en voor het toevoeren van de opgeslagen sommatie tijdens een volgend tweede tijdraster, een tweede opzamelinrichting met 8303531 * ♦ 4 een aantal geheugenplaatsen voor het opslaan van elk van de gesommeerde berichtsteekproeven, die tijdens het tweede tijdraster zijn geaccepteerd, en het toevoeren van de opgeslagen sommatie tijdens een volgend derde tijdraster, en een besturingsschakeling, welke dient om de gesommeerde 5 berichtsteekproeven slechts aan de eerste tijdgleuf van een groep van tijdgleuven toe te voeren en een berichtsteekproef, die uit de eerste tijdgleuf wordt ontvangen, aan de andere tijdgleuven van de groep van tijdgleuven toe te voeren.
Een oogmerk van de uitvinding is het integreren van zo-10 wel spraak- als informatieverbindingen en het isoleren van onderzochte en niet-onderzochte posten ten opzichte van elkaar zonder dat analoge bruggen of versterkers nodig zijn. Voor het verkrijgen van de isolatie, stelt het stelsel binnenkomende tijdgleuftoewijzingen opnieuw in via een tijdgleufverwisselingsinrichting om ervoor te zorgen, dat de gastheer-15 post van een informatieverbinding wordt toegewezen aan de tijdgleuf van de laagste orde ten opzichte van de tijdgleuven, welke zijn toegewezen aan secundaire posten van de informatieverbinding. Verwisselde tijdgleuven worden naar hun oorspronkelijke tijdgleuftoewijzingen aan de uitgang teruggebracht via een uitgangstijdgleufverwisselinrichting. Op deze wijze 20 wordt de gastheerpost onderkend als de eerste toegang tot conferentie-gesommeerde berichtsteekproeven tijdens elke toevoerperiode.
Bij het onderkennen van een eerste toegang tot de confe-rentiesommering, verdeelt het digitale conferentiestelsel voor algemene doeleinden de sommering over de respectieve tijdgleuf (een gastheerpost) 25 en substitueert de berichtsteekproef van de tijdgleuf, ontvangen tijdens en voorafgaande uitleesperiode of raster, met de sommering, die in een accumulatorgeheugen is opgeslagen. Daarna ontvangt tijdens hetzelfde toevoerraster, elke volgende tijdgleuf (secundaire tak), toegewezen aan de informatieverbinding, de gewijzigde conferentiesommering, welke 30 door de gastheerpost wordt uitgezonden.
Het digitale conferentiestelsel voor algemene doeleinden bestuurt ook de overdracht (uitzending) en ontvangst (monitor)-aspecten van elke tijdgleuf. Derhalve kan het stelsel op een eenvoudige wijze zowel spraak- als informatieverbindingen met een aantal punten mengen, 35 hetgeen een verder oogmerk van de uitvinding is en een vooruitgang ten opzichte van de bekende stelsels betekent.
8303581 * '* 5
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding in blokschemavorm; 5 fig. 2 en 3 een gedetailleerd blokscheraa van een voor keur suitvoeringsvorm volgens de uitvinding; fig. 4 een tijdrepresentatief volgordeschema van verschillende kloksignalen, stuursignalen en tijdgleufadressen ten opzichte van een hoofdkloksignaal; 10 fig. 5 een tijdrepresentatief volgordeschema, waarin de wijze is aangegeven waarop een terugstelsignaal wordt opgewekt; fig. 6 de wijze waarop de fig. 2 en 3 dienen te worden gerangschikt; en fig. 7 een illustratie ten aanzien van een geciteerd 15 voorbeeld van de wijze waarop een groep tijdgleuven wordt toegewezen aan een accumulator-RAM-geheugenplaats.
Thans zal een kort overzicht van het conferentiestelsel worden gegeven onder verwijzing naar fig. 1, welke een voorbeeld van een . onderzoekconferentiestelsel 1000 met een aantal punten toont, waarin 20 zowel spraak- als informatieverbindingen zijn geïntegreerd. Het conferentiestelsel 1000 bestaat uit tijdgleufverwisselinrichtingen 800 en 900, en multiplexconferentielnrichting 100 met lineaire tijdverdeling voor algemene doeleinden en een centrale processoreenheid 850. Het conferentiestelsel 1000 voert lineair gecodeerde spraak- en informatiesteekproeven 25 uit de ingangsklem 825 naar de uitgangsklem 950. Het conferentiestelsel 1000 kan meer in het bijzoner zijn opgencmen tussen multiplexoverdrachts-kanalen met tijdverdeling, zoals het bekende "Tl"-draaggolfstelsel, dat een multiplexschakelstelsel met tijdverdeling is.
Bij een digitale onderzoekverbinding met een aantal 30 punten, welke afkomstig is uit een Tl-draaggolfkanaal, bestaat er geen garantie, dat een gastheerposttijdgleuf de eerste in volgorde naar de tijd ten opzichte van de secundaire posttijdgleuven zal zijn. Dit is meer in het bijzonder het geval wanneer men er rekening mee houdt, dat een typerende verbinding met een aantal punten afkomstig kan zijn uit ver-35 schillende Tl-draaggolfkanalen. Om deze toestand te vermijden, worden Tl-draaggolfkanaaltijdgleuftoewijzingen, welke met het stelsel 1000 ten 8303581 » ' 6 opzichte van een informatieverbinding met een aantal punten zijn verbonden, geanalyseerd door de centrale processoreenheid 850 om de relativi-teitposities van de conferentietijdgleuven te bepalen. In het geval, dat aan een gastheerrekeninrichting niet een relatieve tijdgleuf van de 5 laagste orde is toegewezen, draagt de centrale processoreenheid dan de tijdgleufverwisselinrichting (TSI) 800 via de geleider BUSDATO op om deze tijdgleuf te verwisselen met een andere tijdgleuf, welke in tijdvolgorde eerder is en wel gedurende elk tijdgleufraster, dat betrekking heeft op het optreden van de tijdgleuven, welke zijn toegewezen aan de 10 secundaire takken van de verbinding met een aantal punten. De centrale processoreenheid 850 zal, indien nodig, alle tijdgleuven opnieuw rangschikken via de TSI 800 teneinde een relatieve tijdgleuftoewijzing van lage orde aan een gastheerrekeninrichting te garanderen.
Op zijn beurt draagt de centrale processoreenheid de 15 TSI 900 via de geleider BUSDAT1 op elke verwisselde tijdgleuf naar de oorspronkelijke toewijzing daarvan terug te brengen. Op deze wijze wordt het stelsel transparant gemaakt wanneer het wordt opgenomen tussen multi-plexoverdrachtskanalen met tijdverdeling.
De conferentie-inrichting 100 voor algemene doeleinden 20 zorgt er voor, dat de secundaire takken van een informatieverbinding met een aantal punten totaal van elkaar worden geïsoleerd. De conferentie-inrichting 100 voor algemene doeleinden is een lineaire tijdverdelings-schakelaar met 256 tijdgleuven, welke in staat is om zowel spraak- als informatieverbindingen te verwerken. Om een isolatie te verkrijgen be-25 stuurt de conferentie-inrichting 100 de overdracht (uitzending) en ontvangst (monitor)-aspecten van elke tijdgleuf.
De conferentie-inrichting 100 sommeert lineair gecodeerde spraak- of informatiesteekproeven, welke door de TSI 800 via de IDAT-lijn 210 worden geleverd, en voert, zoals later zal worden besproken,
30 deze gesommeerde steekproeven voor opzameling in de accumulator-RAM
510 (520) (aangegeven in fig. 3) toe ten aanzien van tijdgleuven van dezelfde conferentieverbinding, gedurende een registratieperiode. Daarna voert tijdens een volgende toevoerperiode de conferentie-inrichting 100 aan. elke tijdgleuf van de conferentieverbinding via de TSI 900 de eerder 35 gesommeerde berichtsteekproeven toe verminderd met de bijdrage, welke door de ontvangende tijdgleuf aan de sommering wordt geleverd. Voor in- 3303581 « 4 7 formatieverbindingen met een aantal punten wordt de toevoerperiode door de conferentie-inrichting 100 gemodifieerd om de eerste toegang tot de gesommeerde berichtsteekproeven ten aanzien van de informatieverbinding te onderkennen.
5 Aangezien de gastheerrekeninrichting van de informatie verbinding met een aantal punten is toegewezen aan de tijdgleuf met de laagste orde, is het de eerste tijdgleuf waartoe de informatiesomme-ring tijdens elke toevoerperiode toegang verkrijgt. Bij het onderkennen van een eerste toegang tot de informatiesommering, verdeelt de conferen-10 tie-inrichting 100 de sommering over de gastheerrekeninrichting via de TSI 900 en overregistreert de in de accumulator-RAM 510 (520) opgeslagen sommering onder gebruik van de informatiesteekproef, die vanuit de gastheer tijdens een voorafgaande registratie- of opzamelperiode is ontvangen. Daarna verdeelt tijdens dezelfde toevoerperiode de conferentie-inrichting 15 100 over elke secundaire tak of elke secundaire tijdgleuf van de ver binding de informatieberichtsteekproef, die uit de gastheerrekeninrichting wordt ontvangen. Op deze wijze ontvangt elke secundaire tak van een informatieverbinding met een aantal punten slechts uitzendingen uit de gastheer en wordt derhalve ten opzichte van de resterende secundaire 20 takken geïsoleerd.
Zoals later zal worden besproken, communiceert de centrale processoreenheid 850 in serie met de conferentie-inrichting 100 en de TSI 800, 900 via respectieve BüSDAT-geleiders.
Zoals aangegeven in fig. 1, zijn de TSI 800, 900 meer 25 in het bijzonder tijdgleufverwisselinrichtingen met lineaire tijdverdeling, waarin 256 binnenkomende tijdgleuven naar 256 uitgaande tijdgleuven worden getransporteerd. De TSI 800 , 900 kan meer in het bijzonder van het type tijdgleufverwisselinrichting zijn, als beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.298.977, waarin tijdens een eerste of registra-30 tieperiode een bericht of informatiesteekproef betrekking hebbende op een binnenkomende tijdgleuf wordt opgeslagen in een accumulator-RAM (niet afgeheeld)-geheugenplaats welke betrekking heeft op een toegewezen uitgaande tijdgleuf. Tijdens een tweede of toevoerperiode wordt de opgeslagen berichtsteekproef uit de accumulator-RAM verwijderd en tijdens 35 de verwisselde of getransporteerde tijdgleuf afgeleverd. In het geval, dat berichtsteekproeven van de TSI 800 (900) worden afgeleverd ten aanzien 8303581 8 van elke tijdgleuf via 16 parallelle bitlijnen 210 (950), gebruikt de TSI 800 (900) meer in het bijzonder twee informatie-RAMs van 256 woorden met 16 bits per woord, die gedurende elk tijdgleufraster afwisselend een cyclus uitvoeren. Op deze wijze zamelt tijdens een eerste tijdgleuf-5 raster de TSI 800 (900) berichtsteekproeven betrekking hebbende op aangenomen binnenkomende tijdgleuven via de lijn 825 (750) op in een eerste informatie-RAM (niet afgeheeld) en wel op geheugenplaatsen, welke betrekking hebben op sequentiële tijdgleufadressen. Tegelijkertijd levert de TSI 800 (900) aan een uitgangslijn 210 (950) berichtsteekproeven, 10 welke zijn opgeslagen in het tweede informatie-RAM (niet afgebeeld) en wel tijdens een voorafgaande registratieperiode. Tijdens een volgende periode worden de informatie-RAMs omgekeerd, waarbij de tweede informatie-RAM wordt gebruikt voor het opslaan van binnenkomende berichtsteekproeven en de eerste informatie-RAM wordt gebruikt voor het toevoe-15 ren van berichtsteekproeven aan een uitgang.
Om tijdgleuven te verwisselen, gebruikt de TSI 800 (900) een (niet af geheelde) besturings-RAM van 256 woorden met 11 bits voor het opslaan van het verwisselde tijdgleufadres. Om bijvoorbeeld binnenkomende tijdgleuf 5 met uitgaande tijdgleuf 63 via de lijn 210 te 20 verwisselen, zendt de centrale processoreenheid 850 in serie via een lijn instructies naar de TSI 800 om indirect adres 63 op plaats 5 van de besturings-RAM van de TSI 800 en indirect adres 5 op de plaats 63 te brengen. Tijdens de binnenkomende tijdgleuf 5 brengt de TSI 800 het respectieve bericht op de plaats 5 van de informatie-RAM in de opzamel-25 periode. Ook de binnenkomende berichtsteekproef betrekking hebbende op de tijdgleuf 63 wordt op de sequentiële plaats 63 van de informatie-RAM in de opzamelperiode opgeslagen. Tijdens de volgende toevoerperiode wordt de informatie-RAM, aangegeven voor het toevoeren van opgezamelde berichten aan de uitgangslijn 210, gèadresseerd ten aanzien van de tijd-30 gleuven 5 en 63. Wanneer de tijdgleuf 5 gedurende de toevoerperiode optreedt, wordt het adres daarvan gebruikt voor het sequentieel adresseren van de besturings-RAM teneinde het uitleesadres van de toevoer-RAM te verkrijgen, dat in dit voorbeeld het indirecte adres 63 is. De plaats 63 van de informatietoevoer-RAM wordt geadresseerd en de berichtsteekproef, 35 welke op deze plaats is opgeslagen, wordt aan de uitgang bij 210 toegevoerd .
83 0 3 5 8 1 * * 9
Op een soortgelijke wijze wordt wanneer de tijdgleuf 63 optreedt de plaats 5 van de toevoer-RAM geadresseerd en wordt de op deze plaats opgeslagen berichtsteekproef aan de uitgang bij 210 toegevoerd. Derhalve worden berichtsteekproeven, welke betrekking hebben op 5 de tijdgleuven 5 en 63, die bij 825 worden ingevoerd, aan de uitgang van de TSI 800 bij 210 verwisseld.
Bij voortzetting van dit voorbeeld worden de tijdgleuf 63 en 5 opnieuw aan de uitgang 950 van het stelsel 1000 verwisseld om de berichtsteekproeven aan hun oorspronkelijke tijdgleufposities terug te 10 voeren. Evenals in het geval van de TSI 800, instrueert de centrale pro-cessoreenheid 850 de TSI 900 via BUSDATl om het adres 5 op de plaats 63 van de (niet afgebeelde) besturings-RAM van de TSI.900 te brengen en het adres 63 op de pleats 5 te brengen, en wel op een wijze, zoals boven voor de TSI 800 is beschreven. Berichtsteekproeven naar TSI 900 15 via lijn 750 betrekking hebbende op verwisselde tijdgleuf 5 worden tijdens de oorspronkelijke tijdgleuf 63 bij 950 afgeleverd. Berichtsteekproeven, die door TSI 900 worden aanvaard ten aanzien van de verwisselde tijdgleuf 63 worden tijdens het optreden van de oorspronkelijke tijdgleuf 5 afgeleverd.
20 Om het stelsel 1000 met het optreden van een tijdgleuf- raster te synchroniseren, verdeelt de centrale processoreenheid een ras-terpuls aan de conferentie-inrichting 100 en de TSI 800 (400) via de lijn TSYNC en wel elke 125 ^usec. De centrale processoreenheid 850 draagt voorts naar de conferentie-inrichting 100 een kloksignaal van 25 4 megahertz via de geleider SCK4T aan een kloksignaal van 2 megahertz naar de TSI 800 (900) via de geleider SCK2T over voor het opwekken van een stroom van 256 tijdgleuven betrekking hebbende op een rasterpuls.
Zoals kort hierna zal worden besproken, deelt de conferentie-inrichting 100 het kloksignaal van 4 megahertz door twee teneinde in synchronisms 30 te zijn met de TSI 800 (900).
eenheid 850 omvatDaeecntgalietpbmgaesdgr een microprocessor in combinatie met een voldoend geheugen, zoals ROMs en RAMs, een inwendige lijn, een microprocessorlijn-koppelinrichting, een klok, organen voor communicatie met een uitwendige post via de lijn 875, een stelselsynchronisatie-35 inrichting en een randlijnkoppelinrichting voor communicatie met de elementen van het stelsel 1000.
8303551 10
De centrale processoreenheid 850 wordt gebruikt om de conferentie-inrichting 1000 te koppelen met een (niet af geheelde) op een afstand gelegen of locale informatiepost teneinde spraak- of informa-tieverbindingen met een aantal punten tot stand te brengen. De meeste 5 grote maatschappijen bezitten diverse plaatsen waarin vraag bestaat naar een verbinding met een aantal punten voor de overdracht van informatie tussen een centrale plaats en een of meer op een afstand gelegen plaatsen. De eindpunten (posten) worden naar het conferentiestelsel 1000 geleid via een transmissielijn, zoals de "Tl"-draaggolf. Een vak-10 man instrueert de centrale processoreenheid 850 via een informatiepost ten aanzien van de "ΤΓ'-draaggolf-tijdgleuven, welke zijn toegewezen aan de centrale of gastheerpost en aan de secundaire posten.
De centrale processoreenheid 850 is zodanig geprogrammeerd, dat deze de instructies analyseert en, indien gewenst, via de 15 TSI 800, op de bovenbeschreven wijze, de gastheertijdgleuf verwisselt om er voor te zorgen, dat de tijdgleuf het eerst binnen een raster optreedt ten opzichte van de tijdgleuven, welke zijn toegewezen aan de secundaire takken bij de ingang van de conferentie-inrichting 100. Zoals boven is besproken, wordt de centrale processoreenheid 850 ook 20 op een bekende wijze geprogrammeerd om de TSI 900 via de geleider 950 te instruéren voor het terugbrengen van alle verwisselde tijdgleuven naar hun oorspronkelijke toewijzingen bij de uitgang 950.
De centrale processoreenheid 850 wordt voorts op een bekende wijze geprogrammeerd om de conferentie-inrichting 100 te instruë-25 ren tot het opbouwen van een conferentieverbinding tussen de posten van een verbinding met een aantal punten. De wijze waarop de centrale processoreenheid 850 de conferentie-inrichting 100 instrueert voor het tot stand brengen van de conferentieverbinding wordt in de hierna volgende secties besproken.
30 Werking van de conferentie-inrichting 100 voor algemene doeleinden_
De fig. 2 en 3 tonen, wanneer zij ten opzichte van elkaar worden opgesteld, als aangegeven in fig. 6, de wijze waarop de verschillende elementen van de conferentie-inrichting 100 met elkaar samen-35 werken voor het verschaffen van een multiplex-conferentienetwerk met line ar iteitverdeling .
8303581 * 11
Zoals uit de figuren 2 en 3 blijkt, voert een digitaal ingangstijdraster met n tijdgleuven uit de TSI 800 aan de ingang 210 (fig. 2) een parallel-ingang van lineair gecodeerde informatie- of spraaksteekproeven in een twee-complementtype toe voor verwerking door 5 de conferentie-inrichting 100. Daarna wordt volgens een toegewezen ver-bindingsmodus een aan een verbinding toegewezen tijdgleuf via de uit-gangsinformatielijn 750 (fig. 3) naar de TSI 900 gevoerd.
Een tijdraster is meer in het bijzonder het Tl-draaggolf-raster van 125 microsec en hier zal worden aangenomen, dat een tijd-10 raster een duur van 125 microsec heeft, voorgesteld door een raster-synchronisatiesignaal (TSYNC van fig. 4), dat van buitenaf via de geleider 230 (fig. 2) uit de centrale processoreenheid 850 wordt toegevoerd. De centrale processoreenheid 850 levert ook een kloksignaal van (SCK4T) van 4,096 megahertz aan de klokgenerator 220 via de geleider 15 200 en uitgaande via de geleider 4T om de ingangs- en uitgangsbanen van de conferentie-inrichting 100 synchroon met één kloksignaal te bedrijven en in een kloksignaal 2T van 2 MHz (fig. 4), dat via een geleider 2T wordt uitgevoerd, te delen. De klokgenerator 220 levert ook een tweede kloksignaal 2F van 2 MHz (fig. 4), dat geleverd wordt via de geleider 20 2F, welk kloksignaal een geïnverteerde niet-overlappende replica van het signaal 2T is, en een tweede kloksignaal 4F van 4 MHz, dat geleverd wordt via de geleider 4F, welk signaal een geïnverteerde niet-overlappende replica van het kloksignaal 4T is. De klokgenerator 220 levert voorts een derde kloksignaal LTC van 2 MHz, dat wordt geleverd via de gelei-25 der LTC, met een logische een-toestand, die tenminste het laatste kwart en het eerste kwart van naast elkaar gelegen tijdgleuven overlapt voor het vormen van een klokvenster. Het kloksignaal LTC maakt het tijdens het venster mogelijk, dat nieuwe informatie op de "D"-ingangen van de grendelketen 620, 630 en 735 (fig. 3) optreedt teneinde de respectieve 30 grendelinrichting op peil te brengen bij de volgende stijgende rand van het kloksignaal 4T, dat binnen het LTC-venster optreedt, zoals later zal worden besproken.
Adresteller
De sequentiële adresgenerator 320 (fig. 2) wekt in 35 responsie op de dalende rand van het kloksignaal 2T een tijdgleufadres van 8 bits (CRAD) oo, dat de tijdgleuven 0 t/m 255 voorstelt, om de 8303581 12 besturings-RAM 430 via de adreslijn 317 te adresseren. In responsie op de stijgende rand van het kloksignaal 2T, wekt de adresgenerator 320 tijdgleuf adres sen (DRAD) 0 t/m 255 op voor het adresseren van het steek-proefgeheugen 610 (fig. 3). TSYNC, geleverd door de centrale processor-5 eenheid 850, vormt het middel waarmede de tellers ten opzichte van binnenkomende tijdgleuven (IBDAT) worden gesynchroniseerd.
Kort verwijzende naar fig. 4, is in deze figuur een tempeerrepresentatie van tijdgleufadressen CRAD en DRAD aangegeven, waarin het tijdgleufadres DRAD voorijlt bij (eerder begint dan) de in-10 gaande tijdgleuf, behorende bij de ingangsinformatielijn IBDAT en wel met een halve tijdgleuf, terwijl het tijdgleufadres CRAD 'met twee tijdgleuven voorijlt bij de ingangstijdgleuf IBDAT. Deze volgorde maakt een vooraf vastnemen van berichtsteekproeven uit de steekproef-RAM 610 en de accumulator-RAM 510 (520) mogelijk, zoals later zal blij-15 ken uit de meer gedetailleerde omschrijving.
Besturings-RAM
Terugkerende tot fig. 2 blijkt, dat de besturings-RAM 430 256 geheugenplaatsen ten aanzien van ingangstijdgleuven heeft. De tijdgleufadressen (CRAD), die door de adresgenerator 320 achtereenvol-20 gens worden opgewekt, worden via de adreslijn 317 toegevoerd aan de -adresingang van de besturings-RAM 430. De besturings-RAM 430 vormt het middel waarmede gekozen ingangstijdgleuven uit de ingangsbuffer 205 met uitgangstijdgleuven aan de uitgang 750 worden verbonden. In dit opzicht wordt elke tijdgleuf, welke deelneemt aan een conferentie of een 25 verbinding met een aantal punten, (uitwendig) toegewezen aan dezelfde geheugenplaats in de accumulator-RAM 510 of in de accumulator-RAM 520 (fig. 3). Het geheugenplaatsadres van de accumulator-RAM 510 (520), dat toegewezen is aan een verbinding, modusbesturingsbits CMBT en CMBR plus een pariteitsbit, worden voor elke respectieve tijdgleuf van een confe-30 rentieverbinding in de besturings-RAM 430 (fig. 2) opgeslagen.
De overeenkomst tussen de tijdgleufadressen en de geheugenplaatsen van de accumulator-RAM 510, 520 wordt buiten de conferentie-inrichting om tot stand gebracht door de centrale processoreenheid 850 (fig. 1) . Bij wijze van voorbeeld wordt aangenomen, dat een gesprek tus-35 sen twee abonnee's tijdgleuven 8 resp. 15 omvat en voorts wordt aangenomen, dat het geheugenplaatsadres 20 van de accumulator-RAM 510 (520) aan 3303531 * 13 de verbinding is toegewezen. Om de behandeling van de verbinding door de conferentie-inrichting te besturen, wordt een uit 7 bits bestaande binaire representatie van het adres 20 plus twee modusbesturingsbits plus een pariteitbit in de geheugenplaats 8 en de geheugenplaats 15 van 5 de besturings-RAM 430 opgeslagen.
Oe uitwendige centrale processoreenheid Θ50 zendt in serie de verbindingsbesturingsinformatie plus het tijdgleufadres naar de dienstverleningskoppelketen 241 via de BÜSDAT-geleider 240 uit onder bestuur van een lijnsynchronisatiepuls (niet aangegeven). De koppelke-10 ten 241 is een vergrendelde serie-parallel-omzetketen, welke het tijd-gleufadres via de lijn 242 aan de adresvergelijkingsketen 330 toevoert en de verbindingsbesturingsinformatie via de lijn 243 aan de besturings-RAM 430 toevoert.
De koppelketen 241 omvat ook een decodeerketen voor het 15 decoderen van de uit een aantal bits bestaande bedrijfscode, welke is toegevoegd aan de verbindingsinformatie, die via de geleider 240 wordt ontvangen. De bedrijfscode specificeert of de informatie, welke via de geleider 240 wordt overgedragen, in de besturings-RAM 430 (nieuwe vertin dingsinformatie) moet worden opgeslagen of moet worden gebruikt voor 20 verifieer- of onderhoudsdoeleinden (onderhoudsinformatie, niet aangegeven). De dienstverleningskoppelketen 241 wijzigt bij het decoderen van een bedrijfscode, die een registratie voor de besturings-RAM 430 specificeert, de logische toestand van de wc-geleider naar de kiesgrendelin-richting 440 vanuit een logische nul naar een logische een. De toestand 25 met logische een voert nieuwe conferentie-informatie aan de processor-schakeling toe, terwijl respectieve geheugenplaats van de besturings-RAM 430 op peil wordt gebracht, zoals hierna zal worden besproken.
De RAM-adresvergelijkingsketen 330 vergelijkt het tijd-gleufadres op de lijn 242 met het tijdgleufadres CRAD (besturings-RAM-30 adres), dat op de lijn 317 aanwezig is. Wanneer de tijdgleufadressen op de lijn 242 en de lijn 317 met elkaar worden vergeleken, veroorzaakt de adresvergelijkingsinrichting 330, dat de R/W-besturingsketen 340 via de geleider 331 de besturings-RAM 430 via de geleider 343 uit de uitlees-toestand naar de registratietoestand omschakelt. Bij de dalende rand 35 van de klokpuls 2F wordt de verbindingsbesturingsinformatie op de lijn 243 in de besturings-RAM 430 ten aanzien van het tijdgleufadres op de 83 0 3 5 8 1 14 adreslijn 317 geregistreerd.
Ten aanzien van het bovenstaande voorbeeld, waarbij de tijdgleuven 8 en 15 waren toegewezen aan de geheugenplaats 20 van de accumulator-RAM 510 (520), brengt de uitwendige centrale processoreen-5 heid 850 de verbindingsbesturing als volgt tot stand: eerst worden het tijdgleufadres 8 en het adres 20 van de accumulator-RAM 510 (520) tezamen met de modusbesturingsbits en een pariteitbit in serie door de processor 850 over de geleider 240 (BUSDAT) overgedragen voor ontvangst door de koppelketen 241. De koppelketen 241 zet de informatie om in een eerste 10 parallel uitgangssignaal op de lijn 242 (tijdgleufadres) en een tweede parallel uitgangssignaal op de lijn 243 (accumulator-RAM-adres 20, modusbits plus pariteit) ; in de tweede plaats veroorzaakt wanneer de adresteller 320 het tijdgleufadres 8 opwekt, de R/W-besturingsketen 340 in responsie op de vergelijkingsketen 330, dat de verbindingsbestu-15 ringsinformatie op de lijn 243 in het adres 8 van de besturings-RAM 430 bij de dalende rand.van de 2F-puls wordt geregistreerd; in de derde plaats wordt dan dezelfde procedure uitgevoerd voor de tijdgleuf 15, waardoor de reeks -handelingen voor het tot stand brengen van conferentieverbin-dingsinformatie voor de verbinding is voltooid.
20 Zoals boven is besproken, omvat de verbindingsbestu- ringsinformatie, die voor elke tijdgleuf van een verbinding in de besturings-RAM 430 is opgeslagen: het adres van een plaats in de accumulator -RAM 410 (520), toegewezen aan de verbinding; twee modusbesturingsbits en een parateitbit. Bij de hier beschreven illustratieve uitvoerings-25 vorm wordt aangenomen, dat de twee modusbesturingsbits, CMBT en CMBR, voldoen aan de definities in de onderstaande tabel.
TABEL___1 CMBR CMBT Functie 0 0 Informatieverbinding 0 1 Zendverbinding 30 10 Monitorverbinding 1 1 Conferentieverbinding
Overeenkomstig de in tabel 1 aangegeven definities, geeft de modusbesturingsbit CMBT, ingesteld op de logische een-toestand, een zend- of een conferentieverbinding aan, waarin het aan een tijdgleuf Λ ‘A 7 ·* : 1 ar' O ‘j ) 4 - 15 is toegestaan berichten over te dragen. De modusbesturingsbit CMBR, ingesteld op de logische een-toestand, geeft een monitor- of een conferentie-verbinding aan, waarbij aan een tijdgleuf is toegestaan berichten te ontvangen.
5 Een enkele modusbesturingsbit, ingesteld op een logi sche nul, belet, dat een tijdgleuf toegang heeft tot de respectieve functie. Indien bijvoorbeeld de toestand van de modusbesturingsbits voor een respectieve tijdgleuf 01 is, dan kan deze tijdgleuf slechts zenden naar de rest van de verbinding. Wanneer de beide modusbesturings-10 bits op een logische een (11) zijn ingesteld, heeft een respectieve tijdgleuf permissie om zowel berichten uit de verbindingen te zenden als te ontvangen. Wanneer de beide modusbesturingsbits op nul zijn ingesteld, doet een informatieverbindingsmodus in gebreke blijven en dit zal worden behandeld op een wijze, zoals hierna zal worden besproken.
15 Terugkerende tot de figuur 2 en 3 wordt de besturings- geheugen-RAM 430 door de R/W-besturingsketen 340 via de geleider 343 normaal in de uitleestoestand gehouden. Sequentiële tijdgleufadressen (CRAD) voor het verschaffen van toegang tot respectieve plaatsen van de besturings-RAM 430 worden door de adresgenerator 320 in responsie op 20 elke dalende rand van het kloksignaal 2T opgewekt en via de lijn 317 afgeleverd.
Bij de dalende rand van het kloksignaal 2F wordt het tijdgleufadres van 8 bits (CRAD), dat via de lijn 317 aan de adresingang van de besturings-RAM 430 wordt toegevoerd, inwendig door de bestu-25 rings-RAM 430 vergrendeld en een geheugenplaats, voorgesteld door het tijdgleufadres CRAD, wordt uitgelezen. De inhoud wordt in de uitgangs-grendelinrichting (inwendig) van de besturings-RAM 430 vergrendeld bij de volgende stijgende rand van 2F (niet aangegeven). De verbindingsbesturingsinformatie welke betrekking heeft op een tijdgleuf, wordt vanuit de 30 besturings-RAM 430 via de informatielijn 441 naar de kiesgrendelketen 440 gevoerd.
Kiesgrendelketen
De kiesgrendelketen 440 bestaat uit een kiezer, gevolgd door een dynamisch register met twee trappen van flipflops van het D-35 type en omvat een kiezer van 10 bits voor het kiezen van informatie uit of de informatielijn 343 of de informatielijn 441. Tijdens de normale 8303581 t 16 behandeling ontvangt de kiesgrendelketen 440 informatie uit de lijn 441. Anders wordt informatie uit de lijn 243 ontvangen bij het inleiden van een tijdgleuf via de dienstverleningskoppelketen 241.
Zoals boven is besproken, veroorzaakt tijdens het in-5 leiden van een tijdgleuf de decodeerketen van de dienstverleningskoppelketen 241, dat de met de kiesgrendelketen 440 verbonden wc-geleider naar een logische een-toestand overgaat, hetgeen wijst op een registratie · voor de besturings-RAM 430. Verder dringt een vergelijking van het adres CRAD en het adres, van het een geleide tijdgleufadres op de lijn 242 de 10 geleider 343 uit de R/W-besturingsketen 340 naar een logische nul-toe-stand. Het samenvallen van een logische een-toestand op de wc-geleider en een logische nul-toestand op de geleider 343, welke beide met de kiesgrendelketen 440 zijn verbonden, wordt opnieuw geklokt door de kiesgrendelketen 440 bij de volgende stijgende rand van het kloksignaal 2F, 15 dat een venster vormt teneinde het mogelijk te maken, dat de kies-* grendelketen 440 informatie uit de lijn 243 kiest. De nieuwe verbin- dingsinformatie op de lijn 243 omvat een accumulator-RAM-adres van zeven bits en twee modusbits (en pariteit). De kiesgrendelketen 440 voert het accumulator-RAM-adres toe aan de RARAD-adreslijn 442 en voert zowel 20 het accumulator-RAM-adres als de modusbits (en pariteit) toe aan de eerste trap van het dynamische register 440 met twee trappen. De informatie wordt in de eerste trap van het dynamische register 440 met twee trappen geklokt bij de stijgende rand van het kloksignaal 2T, dat tijdens het midden van de respectieve tijdgleuf optreedt. Daarna worden 25 de tien bits van de verbindingsinformatie bij de stijgende rand van het kloksignaal 2F in de tweede trap van het dynamische register 440 met twee trappen geklokt.
Op deze wijze wordt nieuwe verbindingsinformatie betrekking hebbende op een ingeleide tijdgleuf, welke aan een verbinding 30 is toegewezen, in de besturings-RAM 430 opgeslagen en gelijktijdig daarmede ontvangen door de kiesgrendelketen 440 om onmiddellijk door de conferentie-inrichting te worden gebruikt. Anders zou de toegang van de conferentieketen tot de nieuwe verbindingsinformatie met één tijdraster worden vertraagd.
35 Voor het behandelen van berichtsteekproeven houdt de kiesgrendelketen 440 in het tweede of uitgangsregister daarvan het ver- p TT ·: > > n v) \J J -v,· 17 bindingsregistratie-adres (WARAD) van de accumulator-RAM 510 (520) op de lijn 443 en de modusbesturingsbits op de geleiders 444 en 445 betrekking hebbende op een bepaalde tijdgleuf en gelijktijdig daarmede het verbindingsuitleesadres (RARAD) van de accumulator-RAM 510 (520), 5 dat vanuit de besturings-RAM 430 via de lijn 441 wordt geleverd, op de lijn 442 ten aanzien van een volgende tijdgleuf vasthoudt. Bij gebruik van deze benadering wordt een gesommeerde berichtsteekproef, welke betrekking heeft op een tweede tijdgleuf, vooraf vastgenomen voordat een gesommeerde berichtsteekproef welke betrekking heeft op een eerste 10 tijdgleuf in de accumulator-RAM 510 (520) wordt opgeslagen.
Het adresgedeelte van de verbindingsbesturingsinforma-tie van de accumulator-RAM 510 (520), welke aan de kiesgrendelketen 440 via de lijn 441 wordt toegevoerd, wordt eerst door de kiesgrendelketen 440 als het uitleesadres (RARAD) van de accumulator-RAM 510 (520) 15 op de lijn 442 afgeleverd. Daarna wordt bij de stijgende rand van het kloksignaal 2F de verbindingsbesturingsinformatie uit de besturings-RAM 430 via de lijn 441 in de kiesgrendelketen 440 geklokt en in de tweede registertrap van de kiesgrendelketen 440 vastgehouden. De verbin-dingsbesturingsinformatie wordt dan door de tweede registertrap van de 20 kiesgrendelketen 440 als een registratie-adres (WARAD) van de accumulator-RAM 510 (520) op dh lijn 443 geleverd. Modusbesturingsbits, CMBT en CMBR, worden op de respectieve geleiders 444 en 445 geleverd. Ingangskiesbuffer
De ingangskiesbuffer 420 (fig. 2) is een normale 25 poortketen voor het controleren van de pariteit (niet aangegeven) en voor het onder bestuur van de ingangskiesregelaar 410 kiezen van een van een aantal afwisselende digitale woorden voor opzameling in de accumulator-RAM 510 (520). De ingangssignalen PSDAT, IBDAT en SMDAT worden respectievelijk bepaald als eerder gesommeerde berichteteekproeven, 30 welke afkomstig zijn uit de accumulator-RAM 510 (520); de ingangs- berichtsteekproef bij 206 heeft betrekking op een ingangstijdgleuf; en de som van PSDAT en IBDAT wordt opgewekt door de in-optelinrichting 310. Afwisselende^ digitale berichten PFS, NFS en IDLECODE (IC) zijn vaste codes, welke inwendig (hard wired) zijn in de ingangskiesbuffer 420 en 35 onder bestuur van de ingangskiesregelaar 410 worden gekozen voor opzameling in de accumulator-RAM 510 (520). TFS is een digitale twee-comple- 8303531 η 18 ment representatie van de maximale positieve waarde, die het teken van een gesommeerde berichtsteekproef omvat, en FS is een digitale twee-complement representatie van de maximale negatieve waarde, welke het teken van een gesommeerde berichtsteekproef omvat, en IDLECODE (IC) 5 stelt een digitale twee-complement berichtsteekproef met een waarde nul voor.
De ingangskiesbuffer 420 omvat ook een logische combina-tieschakeling voor het toevoegen (bij initialisering) of veranderen van de toestand van bit 16 (terugstelbit) van uitgangsinformatie naar de 10 SELDAT-lijn 450 voor opzameling in de accumulator-RAM 510 (520) . De functie van de terugstelbit ESB' zal later meer gedetailleerd worden beschreven.
In-optelinrichting
De in-optelinrichting 310 is een twee-complement-combi-15 natieketen optelinrichting voor het sommeren van ingangsberichtsteek-proeven (IBDAT), welke via de lijn 206 met eerder gesommeerde bericht-steekproeven (PSDAT) van de accumulator-jRAM 510 (520), welke afkomstig zijn uit de kiesgrendelketen 620 via de PSDAT-lijn 311 aan de in-optel-inrichting 310 worden toegevoerd. De in-optelinrichting 310 omvat een 20 logische combinatieverzadigingsschakeling voor het op een bekende wijze controleren van een sommering voor positieve of negatieve overstroom, en omvat een combinatieschakeling voor het uitvoeren van ketenonderhouds-functies (niet aangegeven) onder bestuur van een uitwendige centrale pro-cessoreenheid (niet afgebeeld).
25
De ingangskiesregelaar 410 wordt door de in-optelinrichting 310 via of de geleider POFLO of de geleider NOFLO gewaarschuwd in het geval, dat de logische verzadigingsschakeling, die in de in-optelinrichting 310 aanwezig is, een positieve overstroom of negatieve 30 overstroom detecteert, welke een gevolg is van een sommering van be-richtsteekproeven. De ingangskiesbesturingsketen 410 geeft in responsie op een actieve POFLO- of NOFLO-geleider uit de in-optelinrichting 310 de ingangskiesbuffer 420 via de geleiders POF of NOF odracht of het "hard wired" digitale bericht PFS of het digitale bericht NFS ten aan-35 zien van de overstroomtoestand voor aflevering aan de lijn 450 te kiezen. Op deze wijze wordt een excessief gesommeerde berichtsteekproef op £ % ^ ·. ^ ,· 19 een bepaalde maximale positieve (PFS) of maximale negatieve (NFS) waarde vergrendeld vóór het opslaan in de accumulator RAM 510 (520).
De modusbesturingsbits, CMBT en CMBR, worden eveneens * vanuit de kiesgrendelketen 440 aan de ingangskiesregelaar 410 toege-5 voerd via respectieve geleiders 444 en 445 om ingangsfuncties bij de in-gangskiesbuffer 420 overeenkomstig de in tabel 1 gedetailleerd aangegeven vergunningen te besturen.
Een gewogen binaire waarde van nul-een (01) (2enden) of een-een (11) (conferentie) van de modusbesturingsbits CMBR en CMBT 10 veroorzaakt, dat de ingangskiesregelaar 410 via de geleider SMD het mogelijk maakt, dat de gesommeerde berichtsteekproef (SMD AT) uit de inoptel-inrichting 310 via de ingangsbufferkiesketen 420 naar de SELDAT-informa-tielijn 450 wordt gepoort. Deze reeks handelingen komt overeen met de functie van de modusbits aangezien van een tijdgleuf, welke wordt toe-15 gestaan uit te zenden, de berichtsteekproef wordt gesommeerd met de berichtsteekproef, welke wordt bijgedragen door de resterende tijdgleu-ven, die aan de verbinding zijn toegewezen.
Een tijdgleuf, welke slechts permissie heeft om een con-ferentieverbinding te controleren (CMBR en CMBT = 0,1 respectievelijk) 20 veroorzaakt, dat de ingangskiesregelaar 410 het mogelijk maakt, dat via - de geleider PSD eerder gesommeerde berichtsteekproeven (PSDAT) via de ingangskiesbuffer 420 naar de SELDAT-informatielijn 450 worden gepoort. Deze reeks handelingen komt overeen met tabel 1 aangezien een tijdgleuf, welke slechts permissie heeft om een conferentieverbinding te contro-25 leren, geen toestemming verkrijgt om naar de verbinding over te dragen.
In het geval, dat een tijdgleuf slechts permissie heeft om een conferentie-sessie te controleren, en deze tijdgleuf de eerste tijdgleuf van een verbinding is, welke tijdens een tijdraster toegang heeft tot de accumulator-RAM 510 (520), maakt de kiesbesturingsketen 410 30 in responsie op de INIT-geleider uit de RSB-keten 260 het via de geleider IDLEC mogelijk, dat het symbolische ingangssignaal IDLECODE (IC), dat een digitale waarde nul heeft, via de ingangsbufferkiesketen 420 naar de SELDAT-informatielijn 450 in plaats van PSDAT wordt gepoort. Deze reeks handelingen komt overeen met de controlefunctie aangezien de geheugen-35 plaats van de accumulator-RAM 510 (520), welke is toegewezen aan de verbinding, wordt gelnitialiseerd door de berichtsteekproef uit de eerste 8303531 Ί ♦
V
20 toegangstijdgleuf, welke voor een tijdgleuf in de controlemodus een digitale berichtsteekproef met een waarde nul is, aan de toegewezen geheugenplaats van de accumulator-RAM 510 (520) toe te voeren. In het geval, dat een eerste toegangstijdgleuf wordt tpegewezen aan een gastheer-5 post van een verbinding met een aantal punten of permissie heeft om te zenden wordt IBDAT gekozen om naar de lijn 450 via de geleider IBD uit de kiesketen 410 naar de bufferketen 420 te worden gevoerd.
TABEL·___2
Ingangssignaal van kies- Uitgangssignaal naar regelaar 410 lijn 450
10 CMBR CMBT INIT POFLO NOFLO OUTPUT
0 0 1 IBDAT
0 1 1 IBDAT
1 0 1 IDLECODE
- 1 1 1 IBDAT
15 0 0 0 0 0 SMDAT
0 1 0 0 0 SMDAT
1 .0 0 0 0 PSDAT
1 1 0 0 0 SMDAT
0 0 0 1 0 PFS
20 0 1 0 1 0 PFS
10010 PSDAT
1 10 1 0 PFS
0 0 0 0 1 NFS
1 0 0 0 1 PSDAT
25 1 1 0 0 1 NFS
0 10 0 1 NFS
Tabel 2 toont symbolisch in een vorm, overeenkomende met die van de bekende waarheidstabel, de toestanden van ingangssignalen naar de kiesregelaar 410, welke de keuze van overeenkomstige ingangs-30 signalen van digitale ingangssignalen naar de ingangskiesbuffer 420 voor een poortwerking naar de SELDAT-lijn 450 besturen.
Ingangsterugstelbit behandelings/niet-informatiemodus
De ingangskiesbuffer 420 voegt de terugstelbit (bit 16) van de 17 bits van de informatie uit de lijn 450 vd<5r opzameling in de 3 3 u v 3 £ : ^ ’ 21 accumulator-RAM 510 (520) toe of verandert deze. De terugstelbit (bit 16) van een gesommeerde berichtsteekproef is het middel waardoor de eerste opzamel toegang tot de accumulator-RAM 510 (520) wordt onderkend ten opzichte van een bepaalde conferentieverbinding.
5 De RSB-behandelingsketen 260 is een logische sequen tiële keten met randgetrokken flipflops voor het opwekken van het refe-rentiesignaal BSB1 op de geleider 261. Fig. 5 toont een symbolische weergave van ingangstijdgleuven 255 en 0, welke optreden binnen drie opeenvolgende tijdrasters N, N+l, N+2. Fig. 5 toont ook het signaal RAMSELQ 10 dat door de tweede stijgende rand van het kloksignaal 4F tijdens het vierde kwart van een tijdgleuf 255 wordt geklokt. Het opwekken van RAMSHO zal later meer gedetailleerd worden toegelicht. Fig. 5 toont voorts het signaal RSBI, dat inwendig is voor de RSB-processor 260 en dat bij de stijgende rand van het kloksignaal RAMSELO wordt geklokt. Het signaal 15 RSBI heeft in wezen de helft van de frequentie van het signaal RAMSELO.
Het signaal RSB1 is een vertraagde replica van het inwendige referent!e-signaal RSBI en wordt in het midden van de tijdgleuf 0 opnieuw geklokt.
Het signaal RSB' wordt op deze wijze vertraagd om er voor te zorgen, dat het toevoeren daarvan door de ingangskiesbuffer 420 voldoende laat 20 na het optreden van de tijdgleuf 255 plaatsvindt opdat de toestand van de terugstelbit tijdens de tijdgleuf 255 niet wordt verstoord.
Terugkerende tot de figuren 2 en 3 blijkt, dat de RSB-processor 260 is voorzien van een schakeling voor het vergelijken van de logische toestand van het signaal RSB’ ten opzichte van de bit 16 25 (terugstelbit), welke via de geleider 265 wordt toegevoerd voor elke gesommeerde niet-informatiemodus berichtsteekproef op de PSDAT-informatie-lijn 311 via de accumulator-RAM 510 (520) en de kiesgrendelketen 620.
Uit fig. 5 blijkt, dat de logische toestand van het signaal RSB’ elke twee tijdrasters (N, N+2) gedurende de tijdgleuf 30 nul verandert. De frequentie van het signaal RSB' zorgt er voor, dat de terugstelbit (bit 16) van elke gesommeerde niet uit informatie bestaande modusberichtsteekproef, die in de accumulator-RAM 510 (520) is opgeslagen, de logische toestand van RSB gedurende twee tijdrasters verwacht aangezien de accumulatoren 510 en 520 afwisselend tussen een eerste en 35 tweede tijdraster worden gevoed. Derhalve komt gedurende de tijdrasters N en N + 1 (fig. 5) de terugstelbit van elke gesommeerde niet uit infor- 8303581 22 matie bestaande modusberichtsteekproef, die in de accumulatoren 510 en 520 is opgeslagen, overeen met de logische toestand van het signaal RSB1 tijdens de respectieve tijdsrasters.
Tijdens het tijdraster N + 2 (fig. 5) wordt het terug-5 stelsignaal RSB' tijdens de tijdgleuf nul naar de logische nul-toestand getrokken, en blijft het signaal in deze toestand gedurende de tijdrasters N + 2 en N + 3 (niet afgebeeld).
Herhalende wordt bit 16 (terugstelbit) van elke gesommeerde niet uit informatie bestaande modusberichtsteekproef, die 10 tijdens de tijdrasters N en N + 1 wordt verwerkt, op een logische een ingesteld, overeenkomende met de toestand van het signaal RSB'. De terugstelbit en de gesommeerde steekproeven worden in de accumulator opgeslagen- Gedurende het tijdraster N + 2 wordt de bit 16 van elke opgeslagen gesommeerde berichtsteekproef (PSDAT) door de RSB-processor 260 15 vergeleken met het signaal RSB'. Indien de .logische toestand van de bit . 16 van een respectieve gesommeerde niet uit informatie bestaande modusberichtsteekproef en de logische toestand van het signaal RSB' niet overeenkomen, dan moet de respectieve tijdgleuf de eerste toegang tot de accumulator-RAM 510 (520) voor de respectieve verbinding zijn- Dit 20 is het geval aangezien indien een eerdere toegang voor dit raster had plaatsgevonden, de opgeslagen terugstelbit aan het signaal RSB' zou zijn aangepast. De RSB-processor 260 veroorzaakt bij het detecteren van een eerste toegang tot de accumulator-RAM 510 (520), dat de INIT-gelei-der naar de ingangskiesregelaar 410 naar de logische een-toestand over-25 gaat- Op zijn beurt kiest de ingangskiesregelaar 410 overeenkomstig tabel 2 IBDAT of IDLECODE om via de ingangskiesbuffer 420 te worden ge-poort voor opzameling in de accumulator-RAM 510 (520) tezamen met RSB' (bit 16) . Op deze wijze wordt een nieuw ingangsbericht IBDAT ten aanzien van de eerste toegangstijdgleuf of IDLECODE (monitormodus) gebruikt 30 voor het terugstellen van de respectieve toegewezen geheugenplaats van de accumulator-RAM 510 (520), waardoor de noodzaak tot een pauze aan het begin van elk tijdraster voor het vrijgeven van de accumulator-RAM 510 (520) wordt vermeden.
Indien de logische toestand van de bit 16 bij 265 van 35 een gesmommeerde berichtsteekproef welke betrekking heeft op een verbinding en de logische toestand van het signaal RSB' met elkaar overeenkomen, 3 * ft 7 S -1 1 23 dan is de respectieve tijdgleuf niet de eerste toegang in dit raster tot de accumulator-RAM 510 (520). In dat geval is de logische toestand van de INIT-geleider gelijk aan nul en zal het uitgangssignaal uit de ingangskiesbuffer 420 onder bestuur van de ingangskiezer 420 overeenkom-5 stig tabel 2 zijn.
De uitvinding kan onder verwijzing naar een voorbeeld worden geïllustreerd. Verwijzende naar fig. 5 wordt aangenomen, dat in een conferentieverbinding met drie telefoonlijnen, deze door een uitwendige centrale processoreenheid zijn toegewezen aan de respectieve tijd-10 gleuven 0, 4 en 8 (4 en 8 zijn niet weergegeven). Verder wordt aangenomen, dat de conferentieverbinding is toegewezen aan de geheugenplaats 96 νΛ van de accumulator-RAM 510 (520) voor het opslaan van de gesommeerde berichtsteekproeven van de verbinding. Verder wordt aangenomen, dat tot de accumulator-RAM 510 toegang wordt verkregen voor opzameling tijdens 15 even tijdrasters (N, N + 2) en dat toegang tot de accumulator-RAM 520 toegang wordt verkregen voor opzameling tijdens oneven tijdrasters (N -1, N + 1). Verder wordt aangenomen, dat de bit 16 (terugstelbit) van i elke gesommeerde niet uit informatie bestaande modusberichtsteek-proef, welke in de -accumulator-RAMs 510 en 520 is opgeslagen tijdens 20 de tijdrasters N - 2 (niet aangegeven) en N - 1, naar een logische nul wordt teruggesteld overeenkomstig de toestand van het signaal RSB'.
Bij de aangegeven veronderstellingen en onder verwijzing naar fig. 5 en 7, worden gedurende de tijdgleuf 255 van het tijdraster N - 1 (dat aan de tijdgleuf 0 voorafgaat) de gesommeerde niet uit infor-25 matie bestaande modusberichtsteekproeven, welke eerst aan de plaats 96 van de even accumulator-RAM 510 zijn toegevoerd, gedurende het tijdraster N - 2 (niet aangegeven) vooraf vastgenomen en aan de RAM-kies-grendelketen 620 (fig. 3) toegevoerd. Bij het begin van de tijdgleuf 0 van het raster N, levert de RAM-kiesgrendelketen 620 de gesommeer-30 de berichtsteekproef aan de PSDAT-lijn voor sommatie door de in-optel-inrichting 310 met een ingangsberichtsteekproef (IBDAT), welke betrekking heeft op de tijdgleuf 0. Voorts wordt tijdens het tijdraster N het referentiesignaal RSB' omgeschakeld, zoals boven is besproken, naar de logische een-toestand. Zoals reeds eerder is opgemerkt, wordt het om-35 schakelen van het RSB’-signaal vertraagd om er voor te zorgen, dat het toevoeren daarvan aan de kiesbuffer 420 op de juiste wijze plaatsvindt 8303581 24 (d.w.z. binnen een overeenkomstig stroomraster wordt omgeschakeld). De terugstelbit (bit 16) vein een respectieve gesommeerde niet uit informatie bestaande modusberichtsteekproef op de PSDAT-lijn wordt via de geleider 265 aan de RSB-processor 260 toegevoerd om met het referentie-5 signaal. RSB te worden vergeleken. Aangezien de logische toestand van de bit 16 gelijk is aan nul (0) en de logische toestand van het signaal RSB' gelijk is aan een (1), is er een onjuiste aanpassing, hetgeen wijst op een eerste toegang tot de geheugenplaats 96 van de accumulator-RAM 510 tijdens het tijdraster N.
10 De INIT-geleider naar de ingangskiesregelaar 410 vanuit de RSB-processor 260 gaat naar een logische een-toestand ten gevolge van de onjuiste aanpassing en gelast, dat of de ingangsberichtsteekproef IBDAT of de symbolische ingang IDLECODE via de ingangskiesbuffer 420 naar de SELDAT-lijn 450 wordt gepoort voor opzameling op de plaats 96 15 van de accumulat.or-RAM 510, waardoor oude informatie door nieuwe informatie wordt overgeregistreerd. De terugstelbit (bit 16) van de gekozen ingangssignalen van de ingangskiesbuffer 420 wordt op peil gebracht door de schakeling van de ingangsbuffer 420 om overeen te komen met de.huidige logische toestand van het signaal RSB' voor aflevering aan de lijn 450.
20 Op deze wijze is de terugstelbit gelijk aan het signaal RSB1' nadat door de RSB-processor 260 een initiële toegang is onderkend.
Tijdens de tijdgleuf 3 van het raster N wordt de in-houd van de plaats 96 van de accumulator-RAM 510 opnieuw vooraf vastgenomen en aan de RAM-kiesgrendelketen 620 toegevoerd. Bij het begin van 25 de tijdgleuf 4 wordt de inhoud van de RAM-kiesgrendelketen 620 aan de PSDAT-lijn toegevoerd voor sommatie met een ingangsberichtsteekproef, welke betrekking heeft op de tijdgleuf 4, en wel door de in-optelinrich-ting 310. Van de bit 16 van de PSDAT-lijn worden steekproeven genomen dor de RSB-processor 260 via de geleider 265 voor vergelijking met het 30 signaal RSB'. De RSB-processor 260 detecteert echter in dit geval geen onjuiste aanpassing aangezien de bit 16 van de gesommeerde bericht-steekproef tijdens de tijdgleuf 0 door de ingangskiesregelaar 410 is gewijzigd en gelijk is aan het signaal RSB'. Als zodanig wordt de tijdgleuf 4 niet als een eerste toegang onderkend en wordt de gesommeerde be-35 richtsteekproef SMDAT uit de in-optelinrichting 310 via de ingangskiesbuffer 420 naar de lijn 450 gepoort voor opzameling op de plaats 96 van 830358( 25 de accumulator-RAM 510. Het onderkenningsproces, dat op de tijdgleuf 4 wordt toegepast, wordt ook toegepast op de tijdgleuf 8.
Tijdens het volgende tijdraster N + 1, wordt de tijdgleuf 0 als de eerste toegang tot de plaats 96 van de oneven accumula-5 tor-RAM 520 onderkend.
Het onderkennen van de tijdgleuf 0 als de eerste toegang tot de plaats 96 van de accumulator-RAM 520 is gebaseerd op de status van de bit 16 van de op de plaats 96 opgeslagen gesommeerde niet uit informatie bestaande modusberichtsteekproef. De laatste toegang tot 10 de accumulator-RAM 520 heeft plaatsgevonden tijdens het tijdraster N - 1, waarbij de toestand van het signaal RSB1 gelijk aan nul was. Zoals reeds is opgemerkt, verandert de ingangskiesbuffer 420 (fig. 2) de bit 16 zodanig, dat deze gelijk is aan de toestand van het signaal RSB', welke tijdens de tijdgleuf N - 1 een logische nul was. Derhalve detecteert de 15 RSB-proces'sor 260 bij het vergelijken van da bit 16 van de op de plaats 96 van de accumulator-RAM 520 opgeslagen gesommeerde berichtsteekproef met de toestand van het signaal RSB' een onjuiste aanpassing. De onjuiste aanpassing geeft, ,zoals reeds is opgemerkt, een eerste toegang aan. De verwerking van de tijdgleuf nul omvat het veranderen van de bit 16 van de 20 gesommeerde berichtsteekproef zodanig, dat deze overeenkomt met het signaal RSB' teneinde het onderkennen van de tijdgleuf 4 en 8 als een eerste toegang tijdens het tijdraster N + 1 op de bovenbeschreven wijze uit te sluiten.
Terugstelbitverwerking/informatiemodus 2 5 Terugstelbitverwerking wordt gemodifieerd wanneer de modusbesturingsbits CMBT en CMBR naar de RSB-processor 260 de informatie-modus (00) omschrijven. CMBT en CMBR, ingesteld op een logische nul, dwingen de RSB-processor 260 bit 16 van de PSDAT-lijn met een vaste referentie, gelijk aan een logische een in plaats van met de variërende 30 referentie RSB' te vergelijken. Deze afwijking ten opzichte van de niet-informatiemodus vindt plaats ten gevolge van de terugstelbitverwerking aan de uitgang van de conferentie-inrichting 100 door de keten RSBO 660. Zoals later zal worden toegelicht detecteert voor de inforraatiemodus de conferentieverbindingsketen RSBO 6660 een eerste toegang tot de accumu-35 lator-RAM 510, 520 in de toevoerperiode betrekking hebbende op een verbinding. Bij het detecteren van een eerste toegang, veroorzaakt de keten RSBO, T -f - . , s ·* i - v * j 4 26 datde bit 16 van de sommering wordt teruggesteld op een logische nul en wordt de in de accumulator-RAM 510, 520 opgeslagen sommering overgeregistreerd met het uitgangssignaal uit de MSG-poort 625, welk signaal voor de informatiemodus de berichtsteekproef is, welke door de gastheerpost 5 wordt bijgedragen. Als zodanig wordt de conferentiesommering voor een aantal punten aan de gastheertijdgleuf toegevoerd en daarna ontvangen tijdens hetzelfde raster de tijdgleuven van de secundaire posten de gast-heerberichtsteekproef of uitzending.
On derhalve de terugstelbit (bit 16) aan de ingang 10 van de conferentie-inrichting 100 te verwerken is het nodig de bit 16 van de PSDAT-lijn te vergelijken met een vast referentiesignaal, dat bij de voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding gelijk is aan een logische een.
Een poortschakeling in de RSB-processor 260 laat normali-15 ter het ref erentiesignaal RSB' voor vergelijking met de bit 16 door. De schakeling laat evenwel een logische een-toestand door wanneer de modus-besturingsbit CMBT en CMBR de informatiemodus bepalen. In dit geval wordt een eerste toegang tot de accumulator-RAM 510 (520) in de opzamelperio-de welke betrekking heeft op een informatieconferentieverbinding, gedetec-20 teerd wanneer de bit 16 van PSDAT een logische nul is. Een eerste toegang wordt gedetecteerd aangezien een vergelijking van bit 16 met de vaste referentie leidt tot een onjuiste aanpassing. Bij het detecteren van een onjuiste aanpassing dwingt de RSB-processor 260 de geleider INIT in een logische een-toestand, waardoor de ingangskiesbesturingsketen 410 25 opdracht verkrijgt om de gekozen ingangsberichtsteekproef IBDAT via de ingangskiesbuffer 420 naar de SELDAT-lijn 450 te poorten voor opzameling in de accumulator-RAM 510, 520. Zoals is besproken, veroorzaakt het poorten van de berichtsteekproeven via de ingangskiesbuffer 420, dat de bit 16 van de berichtsteekproef overeenkomt met de logische toestand van 30 de geleider RSB1. In het geval van de informatiemodus wordt de geleider RSB' naar een logische een-toestand gedwongen.
Na de initiële ingangstoegang komt bit 16 van de PSDAT-lijn overeen met de vaste referentietoestand van het referentiesignaal RSB' en, zoals vermeld, wordt SMDAT via de ingangskiesbuffer 420 gepoort 35 ten aanzien van de rest van de informatieconferentieverbinding en wel overeenkomstig de toestanden, welke in tabel 2 zijn aangegeven en eerder zijn 8303581 27 besproken.
Accumulator-RAM
Zoals uit fig. 3 blijkt, zijn de accumulator-RAM 510 en RAM 520 identieke dynamische vrij toegankelijke geheugens, elk met 128 5 geheugenplaatsen van elk 17 bits, die door 4T kloksignalen in werking worden gesteld. Gesommeerde berichtsteekproeven, welke in geheugenplaatsen van de accumulator-RAM 510 (520) zijn opgeslagen, omvatten 17 bits en wel als volgt: een gesommeerde berichtsteekproef van 14 waarde-bits en een tekenbit, een pariteitbit en een terugstelbit.
10 Fig. 4 toont vier overgangen van de klok 4T voor elke periode van een tijdgleuf. De eerste dalende rand van de klok 4T (A) leidt een uitlezing of vooraf vastnemen van de accumulator RAM 520 (510) in. Tijdens de volgende (eerste) stijgende rand (B) van het 4T-kloksignaal wordt de vooraf vastgenomen informatie in het uitgangsregis-15 ter (inwendig, niet aangegeven) van de accumulator-RAM 520 geklokt. Tijdens de tweede dalende rand (C) van het 4T-kloksignaal wordt een gesommeerde berichtsteekproef uit de PSDAT-lijn 311 in de accumulator-, RAM 520 (510) geregistreerd. Deze reeks is aangegeven door de ARlAD- adresreeks van de accumulator-RAM 520 (fig. 4) ten aanzien van de tijd-20 gleuf 253, welke toont, dat een tijdgleuf in twee gescheiden handelingen wordt verdeeld nl. eerst, het vooraf vastnemen van gesommeerde berichtsteekproeven, welke betrekking hebben op een tweede tijdgleuf (254) en in de tweede plaats het opzamelen van een gesommeerde berichtsteekproef, welke betrekking heeft op een eerste tijdgleuf (253) gedurende de periode 25 waarin RAMSELO een logische nul is.
TS-255 _(Tijdgleuf) detector TS-255 Detector 450, fig. 3, is een keten, welke bestemd is voor het detecteren van het optreden van de ingangstijdgleuf 255 voor het stelselraster-synchronisatiesignaal TSYNC (fig. 4), dat eenmaal tij-30 dens elk tijdraster optreedt en de tijdgleuf 253 en 254 overlapt als een middel voor het aangeven van een naderend eind van een respectief tijd-raster. Het signaal TSYNC, dat aan de geleider 32 wordt toegevoerd, wordt bij de dalende rand van het kloksignaal 2T, welke aan het eind van de tijdgleuf 253 optreedt, in de eerste flipflop of detector 455 van 35 het D-type geklokt. TSYNC wordt dan bij de dalende rand van het kloksignaal 2T, welke aan het begin van de IBMAT-tijdgleuf 255 optreedt, in een 83 0 3 5 8 1 28 tweede flipflop van het D-type van de TS-dector 450 geklokt en als het signaal TS 255' op de geleider 451 geleverd. Het signaal TS255' op de geleider 451 is representatief voor de tijd van de ingangstijdgleuf 255. RAM-Kiezer 5 De kiesketen 460 van de accumulator-RAM is een sequentië le keten voor het opwekken van het kloksignaal RAMSELO op de geleider 461 en het kloksignaal LRSO op de geleider 463. De kloksignalen RAMSELl en LRS1 op de geleider 462 resp. de geleider 464 zijn complementen van de respectieve signalen RAMSELO en LRSO.
10 De kloksignalen RAMSELO en RAMSELl op de geleider 461 resp. 462 vormen het middel om de accumulator-RAM 510 (520) tussen een op-zamelperiode tijdens een eerste tijdraster en een toevoerperiode tijdens een tweede tijdraster te laten wisselen. Het uit de RAM afkomstige kies-signaal LRSO op de geleider 463 naar de RAM R/W-keten 470 en in een Ιοί 5 gische een-toestand (hoog) tijdens een eerste tijdraster kiest de accumulator-RAM 510 voor opzameling van gesommeerde berichtsteekproeven, welke afkomstig zijn uit de ingangskiesbuffer 420 via de SELDAT-lijn 450. Het RAM-kiessignaal LRSO in de logische nul-toestand kiest de accumulator- • i RAM 510 voor het leveren van gesommeerde berichtsteekproeven, die via 20 de informatielijn 750 worden uitgevoerd. Het RAM-kiessignaal LRS1 op de geleider 464 naar de RAM E/W-keten 470 en bij de logische een-toestand kiest de accumulator-RAM 520 voor het opzamelen van berichtsteekproeven en kiest in de logische nul-toestand de accumulator-RAM 510 om gesommeerde berichtsteekproeven aan de geleider 750 toe te voeren.
25 Het kloksignaal RAMSELO op de geleider 461 wordt omge schakeld door het optreden van het signaal TS255' uit de TS - 255-detec-tor 455 naar de kiezer 460 van de accumulator-RAM via de geleider 451 en bij de tweede stijgende rand van het kloksignaal 4F, welke tijdens de tijdgleuf 255 optreedt. Op zijn beurt wordt het besturingssignaal LSRO 30 over een kwart van een tijdgleuf ten aanzien van het signaal RAMSELO vertraagd en omgeschakeld door de combinatie van het omgeschakelde RAMSELO-signaal en de eerste stijgende rand van het kloksignaal 4T.
Het omgeschakelde kiessignaal LRSO treedt op aan het begin vein het tijd- · raster, dat samenvalt met de tijdgleuf 0. De kiessignalen LRSO en LRS1 35 worden op deze wijze na het optreden van elke TSYNC-puls omgeschakeld als een middel om te veroorzaken, dat de signalen wisselen tussen een 8303581 29 logische een-toestand en een logische nul-toestand respectievelijk tijdens een eerste tijdraster en een logische nul- en een logische een-toestand respectievelijk tijdens een tweede tijdraster voor het afwisselend kiezen van de accumulator-RAM 510 (520).
5 RftM-Ingangskiezer
Onder verwijzing naar fig. 3 kiezen de RAM-ingangs-kiezers 530, 560 onder bestuur van respectievelijk de RAMSELO en RAMSELl-geleiders of berichtsteekproeven uit de ingangskiesbuffer 420 via de SELDAT-lijn 450 of berichtsteekproeven uit de MSG-poort 625 via de lijn 10 650.
Zoals reeds is besproken, veroorzaken het signaal RAMSEIO en de afgeleide signalen daarvan dat de accumulator RAMs 510, 520 wisselen tussen een opzamelperiode en een toevoerperiode. Op dezelfde wijze worden de RAM-ingangskiezers 550, 560 afwisselend omgeschakeld om 15 informatie, die op de SELDAT-lijn 450 aanwezig is, naar de ingang van de overeenkomstige accumulator-RAM 510 (520) te voeren wanneer deze accumu-lator-RAM 510 (520) zich respectievelijk in de opzamelperiode bevindt, (ingekeerd veroorzaken RAMSELO en RAMSEL1 dat de RAM-ingangskiezers 530, 560 de berichtsteekproef op de lijn 626 toevoeren aan de ingang van de 20 overeenkomstige accumulator-RAM 510 (520), die zich in de toevoerperiode bevindt.
Zoals later zal worden uiteengezet, is een berichtsteekproef op de lijn 626 slechts operatief wanneer de accumulator-RAM 510, 520 zich in de toevoerperiode bevindt, wanneer de respectieve 25 uitgangstijdgleuf in de informatiemodus is toegewezen en wanneer deze tijdgleuf de eerste toegang tot de toevoer-accumulator-RAM 510 (520) in de toevoerperiode is. De RAM-kiesketen 530 (560) voegt bij het kiezen van de berichtsteekproef van 16 bits uit de lijn 620 een logische nul aan de berichtsteekproef als bit 16 (terugstelbit) toe v<5<5r opzameling 30 in de accumulator-RAM 510 (520).
RAM-Uitlezen/registreren
In fig. 4, meer in het bijzonder bij de tijdreeks AR1AD is voor elke tijdgleuf een uitlees (R)-periode voor het eerst vooraf vastnemen van een gesommeerde berichtsteekproef ten opzichte van een 35 tweede tijdgleuf en een registratieperiode voor het opzamelen van gesommeerde berichtsteekproeven in de accumulator-RAM 520 ten aanzien van een eerste tijdgleuf aanwezig. De signalen RRMO en RRMl zijn de mid- 8303581 30 delen waardoor een tijdgleuf in een uitleesperiode en een registratieperiode wordt verdeeld.
Terugkerende tot fig. 3, is de READ/WRITE-RAM 470 een combinatieketen voorzien van EN- en NEN-poorten voor het opwekken van 5 READ/WRITE-signalen RRMO en RRMl van de accumulator-RAM 510 (520) op respectievelijk de geleiders 471 en 472. De signalen RRMO en RRMl op de geleiders 471 respectievelijk 472 zijn geïnverteerde replica's van het kloksignaal 2T voor de accumulator-RAM 510 (520) in de opzamelperio-de. Het kiessignaal LRSO (LRS1)- in de logische nul-toestand, dat via de 10 geleider 463 (464) wordt toegevoerd, stelt een schakeling, behorende bij de RAM-uitlees/registratieketen 470 buiten werking en dwingt het uitgangssignaal op de geleider 471 (472) naar een logische een-toestand, of de RAM-uitleestoestand voor de accumulator-RAM 510 (520) in de toe-voerperiode. Omgekeerd stelt het kiessignaal LRSO (LRS1) in de logische 15 ee-toestand de RAM-uitlees/registratieschakeling 470 in werking, waardoor de schakeling op de geleider 471 (472) een omgekeerde replica van het kloksignaal 2T levert. Aangezien de kiessignalen LRSO en LRS1 logische complementen zijn, wordt of het signaal RRMO of het signaal RRMl doch niet beide signalen tijdens een respectief tijdraster in werking gesteld. 20 De uitlees/registratie-besturingssignalen RRMO en RRMl worden ook via respectieve geleiders 471 en 472 toegevoerd aan de accumulator-RAM 510 (520) .
Het uitleesadres van zeven bits (RARAD) en het registra-tieadres (WARAD) worden via de adreslijn 515 (525) en via kiesketens 540 25 respectievelijk 550 van de RAM-kiesketen 0 en de RAM-kiesketen 1, welke onder bestuur van de signalen RRMO en RRMl staan, toegevoerd.
Bij wijze van voorbeeld wordt aangenomen, dat tijdens een eerste tijdraster de accumulator-RAM 520 werkzaam is voor het opzamelen van berichtsteekproeven, dia via de SELDAT-lijn worden toegevoerd 30 en dat tegelijkertijd de accumulator-RAM 510 werkzaam is voor het leveren van berichtsteekproeven, welke zijn opgeslagen tijdens het voorafgaande raster, betrekking hebbende op elke tijdgleuf, naar de uitgang 750.
In dit geval poort RRMl, welke tijdens het aangenomen eerste tijdraster een omgekeerde replica van het kloksignaal 2T is, het uitleesadres RARAD 35 via de RAM kiesketen 550 naar de accumulator-RAM 520 via de adreslijn 525 tijdens de eerste helft van een tijdgleuf en poort het registratie- 8303581 31 adres WARAD via de adreslijn 525 naar de accumulator-RAM 520 tijdens de tweede helft van een tijdgleuf. Tegelijkertijd daarmede poort het signaal ERMO, dat tijdens het aangenomen tijdraster constant op een logische een wordt gehouden, slechts het uitleesadres RARAD via de RAM-kieske-5 ten 540 naar de accumulator-RAM 510 via de adreslijn 515 gedurende het respectieve tijdraster.
Tijdens het tweede (volgende) tijdraster wordt het signaal RRMl op de geleider 472 gedurende het gehele tijdraster in de logische ee-toestand gehouden, waardoor slechts het uitleesadres RARAD via 10 de RAM-kiesketen 550 naar de accumulator-RAM 520 over de adreslijn 525 kan worden gepoort. Tegelijkertijd poort het ingeschakelde signaal RRMO met een logische een-toestand tijdens de eerste helft van een tijdgleuf en een logische nul-toestand tijdens de tweede helft van een tijdgleuf, het uitleesadres RARAD via de RAM-kiesketen 540 tijdens de eerste helft 15 van een tijdgleuf en via WARAD naar de accumulator-RAM 510 tijdens de tweede helft van de tijdgleuf. Op deze wijze wisselt elke accumulator-RAM 510 (520) tussen een opzamelperiode en een toevoerperiode, en maakt vooraf vastnemen van een gesommeerde berichtsteekproef betrekking hebbende op een tweede tijdgleuf, tijdens een eerste tijdgleuf mogelijk.
20 RAM-Kiesgrendelketen
De RAM-kiesgrendelketen 620 van fig. 3 omvat een stelsel van 17 bits van hoofd-neven flipflops van het D-type voor het vasthouden van vooraf vastgenomen, eerder gesommeerde berichtsteekproeven uit de accumulator-RAM 510 (520) voor sommering met een respectieve ingangs-2 berichtsteekproef (EBDAT) door de in-optelinrichting 310. De RAM-kiesgrendelketen 620 wisselt onder bestuur van de RAMSELO-klok tussen ontvangen gesommeerde berichtsteekproeven uit de accumulator-RAM 510 (520). Een gesommeerde berichtsteekproef wordt in de hoofd-flipflops van de grendel-keten 620 geklokt bij de tweede stijgende rand van de 4F-klok en daarna 30 in de neven-flipflops geklokt om te worden afgevoerd op de PSDAT-infor-matielijn 311 bij de stijgende rand van het 4T-kloksignaal gedurende de periode waarin het kloksignaal LTC een logische een is.
Verwijzende naar fig. 3 ontvangt de RAM-kiesgrendelketen 620 via de informatielijn 621 gesommeerde berichtsteekproeven uit 35 de accumulator-RAM 510 wanneer de RAMSELO-geleider 461 een logische een is en vergrendelt deze steekproeven en houdt via de informatielijn 622 8303 58 f ---------- - - -8 « 32 • gesommeerde berichtsteekproeven uit de accumulator-RAM 520 vast wanneer de RAMSELQ-geleider 461 een logische nul is. Een gesommeerde bericht-steekproef, die in de kiesgrendelketen 620 is opgeslagen, wordt zowel aan de in-optelinrichting 310 via de lijn 311 voor sommering met een 5 ingangsberichtsteekproef (IBDAT) op de lijn 206 als aan de ingangskies-buffer 420 toegevoerd, zoals boven is besproken. Naast_elkaar_gelegen^tijdgleuven
Voor het optreden in welke naast elkaar gelegen tijd— gleuven binnen een tijdraster aan dezelfde conferentie zijn toegewezen 10 en derhalve beide zijn toegewezen aan dezelfde geheugenplaats van de accumulator-RAM 510 (520), worden de gesommeerde berichtsteekproeven uit de ingangsbuffer 420 ten aanzien van een eerste tijdgleuf van de naast elkaar gelegen tijdgleuven door de naast ge1egen-tij dgleuf-detector 480 aan de kiesgrendelketen 620 toegevoerd en aan de accumulator-15 RAM 510 (520) toegevoerd. Op deze wijze bevatten de gesommeerde berichtsteekproeven, welke vooraf zijn vastgenomen in voorbereiding van de behandeling van de tweede tijdgleuf van de naast elkaar gelegen tijdgleuven, de berichtsteekproef, welke wordt bijgedragen door de eerste tijdgleuf van de naast elkaar gelegen tijdgleuven. Zonder deze maatregel zou de 20 vooraf vastgenomen som, welke tijdens de voorafgaande tijdgleuf uit het geheugen wordt verwijderd, niet de laatste steekproef omvatten, welke oor de vorige tijdgleuf is bijgedragen.
Zoals uit fig. 3 blijkt, is de naastgelegen-tijdgleuf-detector 480 een combinatievergelijkingsketen en registerketen voor het 25 detecteren van naast elkaar gelegen tijdgleuven, welke zijn toegewezen aan dezelfde conferentie-sessie. De naastgelegen-tijdgleuf (TS)-detector 480 wordt buiten werking gesteld door het signaal TS255, dat de tijd re-presentateert van de ingangstijdgleuf 255, welke via de geleider 451 uit de detector 450 wordt toegevoerd. Het uitschakelen van de naastgelegen-30 TS-detector 480 sluit het onderkennen van naast elkaar tijdgleuven over de begrenzingen van twee naast elkaar gelegen tijdrasters uit, hetgeen het geval is voor de tijdgleuf 255 en de tijdgleuf 0.
Zoals reeds is besproken, treedt het uitlees (vooraf vasthoud) adres RARAD van de RAM 510 (520) ten opzichte van een tweede 35 tijdgleuf gelijktijdig op met het registratieadres WARAD van de accumula-tor-RAN 510 (520) aan de uitgang van de kiesgrendelketen 440 of de respec- 8303581 33 tieve adreslijnen 442 en 443. Derhalve is het uitleesadres (RARAD) ten opzichte van een tweede tijdgleuf van naast elkaar gelegen tijdgleuven gelijk asm het registratieadres (WARAD) ten opzichte van een eerste tijdgleuf van naast elkaar gelegen tijdgleuven, gelijktijdig daarmede 5 optredend.
Het uitleesadres RARAD en het registratie-adres WARAD worden vanuit de kiesgrendelketen 440 via respectieve adreslijnen 442 en 443 toegevoerd aan de naastgelegen-tijdgleuf detector 480. De met de naastgelegen-TS-detector 480 samenwerkende combinatievergelijkingsscha-10 keling vergelijkt de adressen en levert een logische een via de geleider 481 bij het detecteren van een aanpassing tussen de adressen RARAD en WARAD. Aan het begin van het vierde kwart van de eerste tijdgleuf van de naast elkaar gelegen tijdglueven, wordt de logische een uit de vergelijkingsschakeling van de detector 480 naar een uitgangsregister 15 van een naastgelegen-TS-detector 480 geklokt bij de stijgende rand van het kloksignaal 4F en afgeleverd bij 481. Het uitgangsregister van de naastgelegen-TS-detector 480 wordt vrijgegeven door de stijgende rand van het kloksignaal 4F, optredende tijdens het eerste kwart van de tweede tijdgleuf van de naast elkaar gelegen tijdgleuven op voorwaarde, 20 dat de volgende tijdgleuf niet naastgelegen is.
De logische een uit het register van de naastgelegen-TS-detector 480 wordt via de geleider 481 toegevoerd aan de grendelketen 620, welke er voor zorgt, dat de gesommeerde berichtsteekproef ten aanf zien van de eerste tijdgleuf van de naast elkaar tijdgleuven op de PSDAT-25 lijn 311 in de kiesgrendelketen 620 wordt vergrendeld, waardoor de vooraf vastgenomen gesommeerde digitale berichtsteekproeven betrekking hebbende op de tweede tijdgleuf van de naast elkaar gelegen tijdgleuven worden verplaatst.
EAM-Uitgangsgrendelketen 30 De RAM-uitgangsgrendelketen 630 (fig. 3) houdt vooraf vastgenomen gesommeerde berichtsteekproeven uit de accumulator-RAM 510 (520), welke zijn gekozen voor het toevoeren van informatie aan de uitgang 750, vast. De RAM-uitgangsgrendelketen 630, welke overeenkomt met de kiesgrendelketen 620 en welke door de 4F- en 4T-signalen worden ge-35 klokt, wisselt onder bestuur van het RAMSEL1-kloksignaal op de geleider 462 tussen het ontvangen en vasthouden van gesommeerde berichtsteekproe- 8303581 34 ven uit de accumulator-RAM 510 (520).
Wanneer het RAMSELl-kloksignaal op de geleider 462 een logische een is, ontvangt de RAM-uitgangsgrendelketen 630 en houdt deze via de lijn 621 gesommeerde berichtsteekproeven uit de accumulator-5 RAM 510 vast om deze via de CSDAT-informatielijn 635 aan de uit-optel-inrichting 640 toe te voeren. Het RAMSELl-kloksignaal in de logische nul-toestand schakelt de ingang van de RAM-uitgangsgrendelketen 630 naar de accumulator-RAM 520 voor het ontvangen van gesommeerde berichtsteekproeven via de informatielijn 622.
10 Steekproef-RAM-geheugen
Zoals aangegeven in fig. 4 ijlt het door de adresgenerator 320 opgewekt tijdgleufadres DRAD op de lijn 319 met een halve tijdgleuf voor bij de respectieve ingangs-IBDAT-tijdgleuf en wordt het adres toegevoerd aan de geheugenadresingang van de steekproef-RAM 610 15 (fig. 3) voor het vooraf vastnemen van een eerder opgeslagen berichtsteek-proef, welke betrekking heeft op de ingangstijdgleuf van een eerder tijdraster, vóór opzameling van de digitale ingangsberichtsteekproef van een huidig raster. Het 2T-kloksignaal bestuurt de uitlees/registratieperiode van de steekproef-RAM 610 ten aanzien van het kloksignaal 4T.
20 Voortgaande met fig. 4 gaat bijvoorbeeld het tijdgleuf-? adres (DRAD 254 vooraf aan de ingangstij dgleuf (IBDAT) 254 en overlapt deze met een halve tijdgleuf en wordt via de lijn 319 toegevoerd aan de steekproefgeheugen-RAM 610. Het optreden van het kloksignaal 2T in de logische een-toestand en de tweede dalende overgang van het kloksignaal 25 4T tijdens de IBDAT-tijdgleuf 253 veroorzaakt, dat de geheugenplaats 254 wordt uitgelezen en de inhoud in de uitgangsgrendelketen (inwendig, niet aangegeven) van de steekproef-RAM 610 bij de volgende stijgende RAM van 4T (niet afgebeeld) wordt opgeslagen voor verwerking door de uit-optelinrichting 640 via de berichtsteekproefpoort (MSG) 625. Tijdens 30 de ingangs-IBDAT-tijdgleuf 254 veroorzaakt het optreden van het kloksignaal 2T in de logische nul-toestand en de eerste dalende overgang van het kloksignaal 4T, dat een nieuwe berichtsteekproef betrekking hebbende op de tijdgleuf 254, afkomstig uit de lijn 206, in de geheugenplaats 254 van de steekproefgeheugen'-RAM 610 wordt opgeslagen. De vooraf 35 vastgenomen berichtsteekproef welke betrekking heeft op de tijdgleuf 254 en in de uitgangsgrendelketen van de steekproef-RAM 610 wordt vastgehou- p τ η τ λ 1 1 V V \j J * Λ 35 den, wordt dan via de informatielijn 616 tijdens de tijdgleuf 254 aan de berichtsteekproefpoort 625 toegevoerd.
Berichtsteekproefpoort
De berichtsteekproefpoort 625 is een logische combinatie-5 keten van 16 bits, welke onder bestuur staat van de steekproefbesturings-keten 645 om berichtsteekproeven uit de steekproef-RAM 610 of het digitale bericht IDLECODE, dat inwendig door de berichtsteekproefpoort 625 wordt opgewekt, om te keren en naar de lijn 626 te poorten. Steekproefbesturingsketen 10 De steekproefbesturingsketen 645 is een logische combi - natieketen, overeenkomende met de ingangsbesturingsketen 410 voor het besturen van de berichtsteekproefpoort 625 overeenkomstig de permissies, welke tot stand worden gebracht door de logische toestand van de modus-bsturingsbits CMBT en CMBR, welke via de geleiders 444 respectievelijk 15 445 worden toegevoerd. Onderhoudssignalen (niet aangegeven) worden ook aan de steekproefbesturingsketen 645 toegevoerd om de conferentie-in-richting te beproeven.
De steekproefbesturingsketen 645 kiest afwisselende be-richt-IDLECODE-signalen om te worden opgewekt en te worden gepoort via 20 de poort 625 voor tijdgleuven,. die aan een monitormodus zijn toegewezen. Een tijdgleuf in een monitormodus heeft permissie om slechts een confe-rentieverbinding te controleren en derhalve wordt het aan berichtsteekproeven, die door de respectieve tijdgleuf worden overgedragen, niet toegestaan het gesommeerde conferentiebericht, uitgevoerd bij 750, te 25 beïnvloeden.
De steekproefbesturingsketen 645 dient voor het kiezen van een berichtsteekproef op de lijn 616 teneinde via de poort 625 naar de informatielijn 626 te worden gepoort wanneer de logische toestand van de modusbesturingsbits CMBR en CMBT, welke via de geleiders 644 en 30 645 ten aanzien van een tijdgleuf worden ingevoerd, of 01 (zenden ) of 11 (conferentie) zijn. Een berichtsteekproef, welke door een tijdgleuf wordt bijgedragen in hetzij de zend- hetzij de conferentiemodus, wordt aan de ingang van de in-optelinrichting 310 gesommeerd met berichtsteekproeven, welke worden bijgedragen door andere tijdgleuven, welke aan de 35 verbinding zijn toegewezen en in de accumulator-RAM 510 (520) zijn opgeslagen, en derhalve kan deze berichtsteekproef uitgangsberichts teekproe-
- : v; - 'J
, I
36 ven beïnvloeden. Een controletijdgleuf daarentegen is stil en de be-richtdrage daarvan wordt in de in-optelinrichting 300 niet gesommeerd met de gesommeerde conferentieberichtsteekproef. Derhalve kan de bericht-steekproef van een controletijdgleuf de aan de uitgang 750 geleverde ge-5 sommeerde berichtsteekproeven niet beïnvloeden.
Uit-optelinrichting
De uit-optelinrichting 640 is een logische twee-comple-ment-combinatieketen, welke in schakeling overeenkomt met de in-optelinrichting 310. De uit-optelinrichting 640 omvat een logische verzadi-10 gingsschakeling voor het detecteren van een positieve overstroom of negatieve overstroom ten gevolge van het sommeren van een somberichtsteek-proef, welke uit de uitgangsgrendelinrichting 630 via de informatielijn 635 wordt toegevoerd, met een geïnverteerde berichtsteekproef uit de poortketen 625 via de lijn 626. Aangezien een berichtsteekproef, 15 welke via de lijn 626 wordt toegevoerd, een geïnverteerde replica van de berichtsteekproef is, welke eerder in de steekproef-RAM 610 is opgeslagen, wordt de steekproef in wezen door de uit-optelinrichtüig 640 afgetrokken van de gesommeerde berichtsteekproef, welke via de lijn 635 wordt toegevoerd en wel door de twee-complement-optelling. Een bericht-20 steekproef welke betrekking heeft op een tijdgleuf, wordt in wezen op deze wijze van de gesommeerde berichtsteekproef afgetrokken om de bericht-bijdrage daarvan uit het gesommeerde bericht te elimineren voodat de gesommeerde berichtsteekproef bij de respectieve tijdgleuf aan de uitgang 750 wordt geleverd. Deze keten-volgordewerking zorgt er voor, dat 25 naar een respectieve tijdgleuf geen neventoon wordt overgedragen aangezien een neventoon door een locale telefooninrichting wordt geleverd.
De uit-optelinrichting 640 verwittigt de uitgangskieske-ten 710 via de geleiders POOR en NOOR in het geval een positieve of negatieve overstroom optreedt ten gevolge van de sommering van een igesom-30 meerde ingangssteekproef uit de lijn 635 met een respectieve berichtsteekproef, welke uit de lijn 626 wordt toegevoerd, üitgangsterugstelbitproceswerking
De uitgangsterugstelbitprocessor (RSBO) 660 is een com-binatieketen voor het verwerken van de terugstelbit (bit 16) behorende 35 bij elke tijdgleuf, toegewezen aan de informatiemodus, d.w.z. CMBT resp. CMBR gelijk aan 00.
8303581 η 37
Zoals reeds is opgemerkt, detecteert de keten RSBO 660 de eerste toevoertoegang tot de accumulator-RAM 510, 520 betrekking hebbende op een informatiemodusverbinding door de logische toestand van de te-rugstelbit (bit 16) van toegevoerde gesommeerde informatieberichtsteek-5 proeven, die door de RAM-uitgangsgrendelketen 630 worden geleverd, te vergelijken met een vaste referentie, gelijk aan de logische toestand nul.
De terugstelbitprocessor 260, zoals besproken, vergelijkt bit 16 van een opgeslagen gesommeerde informatieberichtsteek-10 proef ten opzichte van een vaste referentie, gelijk aan een logische een, voor elke tijdgleuf, welke is toegewezen aan de informatiemodus.
Bij detectie van een eerste toegang tot de opzamelaccumulator-RAM 510 (520) in de toevoercyclus, veroorzaakt de terugstelbitprocessor 260, dat de bit 16 van de informatieberichtsteekproef (IBDAT) in een logische 15 een wordt gewijzigd en veroorzaakt deze, dat het informatiebericht betreffende de eerste toegangstijdgleuf wordt opgeslagen in de accumulator-RAM 510 (520) in plaats van de eerder gesommeerde informatiebericht-steekproef. Derhalve zal de naar de keten RSBO 660 gevoerde terug-stelbit een logische een zijn voor elke eerste toegang tot de toevoer-20 accumulator-RAM 510, 520 betrekking hebben de op een informatieconferen-tieverbinding.
De keten RSBO 660 werkt bij elke tijdgleuf, die aan de informatiemodus is toegewezen. Bij het detecteren van een onjuiste aanpassing tussen de bit 16 van de lijn 635 en een vaste referentie met een 25 logische nul-waarde, veroorzaakt de keten RSBO 660, dat de berichtsteek-proef, welke uit de MSG-poort 625 afkomstig is en op de lijn 626 aanwezig is, in de plaats van de toevoeraccumulator-RAM 510, 520 wordt opgeslagen, die aan de respectieve informatieconferentieverbinding is toegewezen. Zoals vermeld, stelt het optreden van een onjuiste aanpassing een 30 eerste toegang tot de accumulator-RAM 510 (520) in de toevoercyclus voor en geeft aan, dat de respectieve tijdgleuf is toegewezen aan gastheerpost van een informatieverbinding met een aantal punten. In dit geval maakt de keten RSBO 660 een normale uitgangsproceswerking van de gesommeerde infor-matieberichtsteekproef (DFDAT) voor overdracht naar de gastheertijdgleuf 35 via TSI 900 mogelijk.
Bij het detecteren van een onjuiste aanpassing tijdens 8303531
(I
38 de gastheertijdgleuf, dwingt de keten RSBO 660, dat de geleider WBN die zich naar de uitlees/registratie-RAM-keten 470 uitstrekt, in de logische een-toestand wordt gebracht tijdens de duur van de tijdgleuf, waardoor op zijn beurt de geleiders ERMO en RMMl de accumulator-RAMs 510, 5 520 in de registratietoestand brengen, zoals boven is besproken. De ge leider WBN beïnvloedt de accumulator-RAM 510 (520) in de opzamelperiode niet aangezien deze RAM zich tijdens de duur van de respectieve tijdgleuf en het respectieve raster in de registratietoestand bevindt.
De geleider WBN beïnvloedt slechts de accumulator-RAM 510 (520) in de 10 toevoerperiode en beïnvloedt deze RAM slechts tijdens de duur van de respectieve gastheertijdgleuf.
Zoals vermeld, verlengt de RAM-ingangskiezer 530 (560) de lijn 626 naar de ingang van de accumulator-RAM 510 (520) in de toevoerperiode en voegt een logische nul toe aan de berichtsteekproef, 15 die uit de lijn 626 is gekozen als bit 16. Derhalve worden tijdens het vierde kwart van de gastheertijdgleuf, zoals boven is beschreven door het kloksignaal 4T, de informatieberichtsteekproef betrekking hebben op de gastheertijdgleuf en aanwezig op de lijn 626 tezamen met de bit 16 en de parateitbit 17 (niet aangegeven) opgeslagen in de toevoeraccumulator-20 RAM 510 (520) op de respectieve informatieconferentieplaats. Volgende toegangen tot deze geheugenplaats tijdens de respectieve toevoerperiode door secundaire tijdgleuven veroorzaken niet, dat de RSBO 660 een onjuiste aanpassing detecteert. Er treedt bij volgende toegangen geen onjuiste aanpassing op aangezien de kiezer 530 (560) de bit 16 tot een 25 logische nul heeft gemaakt, hetgeen in overeenstemming is met de vaste referentie met een logische nul-waarde, die door de RSBO 660 wordt gebruikt. Bij het detecteren van een aanpassing, bestuurt de keten RSBO 660 de uitgangsbesturingsketen via de INITO-geleider 661 om te veroorzaken, dat CSDAT door de uitgangskiesbuffer 720 wordt geleverd in plaats van 30 de verschilberichtsteekproef (DFDAT).
Voor een informatieverbinding met een aantal punten wordt de sommatie van informatiesteekproeven, die uit elke informatiepost worden aanvaard, verminderd met de bijdrage, die tot de sommatie plaatsvindt door de gastheerpost, naar de gastheerpost via TSI 900 overgedra-35 gen. Daarna wordt tijdens hetzelfde toevoerraster de berichtsteekproef, welke uit de gastheerpost is geaccepteerd, in de toevoeraccumulator-RAM
* 8303581 39 510 (520) opgeslagen en naar elke secundaire tak van de verbinding met een aantal punten overgedragen. Op deze wijze worden de secundaire takken ten opzichte van elkaar geïsoleerd en ontvangen zij slechts uitzendingen uit de gastheerpost. Anderzijds ontvangt de gastheerpost 5 informatie uit elke secundaire tak van de respectieve verbinding met een aantal punten.
Teneinde een isolatie te verkrijgen, veroorzaakt de conferentie-inrichting 100 voor algemene doeleinden via de RSBO-keten 660, dat het uitgangssignaal van de RAM-grendelketen 630 (de gast-10 heerberichtsteekproef) door de kiezer 720 wordt gekozen aangezien het uitgangssignaal uit de uit-optelinrichting 640 een ongeldige informatie-berichtsteekproef is. Het uitgangssignaal (DFDAT) uit de uit-optelin-richting 640 is slechts ongeldig ten aanzien van tijdglueven, welke zijn toegewezen aan secundaire takken van een informatieverbinding met een 15 antal punten aangezien de uit-optelinrichting 640 de informatiebericht-steekproef, betrekking hebbende op een secundaire informatietijdgleuf, op een doeltreffende wijze aftrekt van de berichtsteekproef, welke uit .de gastheerpost wordt geaccepteerd, waardoor het uitgangssignaal van de keten 640 ongeldig wordt gemaakt. Derhalve wordt de uit-optelinrichting 20 640 in wezen belemmerd tijdens het optreden van secundaire tijdgleuven, welke betrekking hebben op dezelfde conferentieverbinding.
Uitgangsbuffer
De uitgangskiesbuffer 720 is een logische combinatieketen, waarvan de schakeling overeenkomt met die van de ingangskiesbuffer 420 , 25 en staat onder bestuur van de uitgangsbesturingsketen 710. De uitgangskiesbuffer 720 omvat een (niet afgebeelde) schakeling voor het opwekken van pariteit (niet aangegeven) over gekozen ingangssignalen, die uit de uitgangsbuffer 735 via de informatielijn 734 warden geleverd, en omvat en combinatieschakeling voor het uitvoeren van (niet aangegeven) keten-30 onderhoudsfuncties onder bestuur van een (niet aangegeven ) uitwendige centrale processoreenheid.
De ingangssignalen DFDAT en CSDAT naar de uitgangskiesbuffer 720 stellen respectievelijk het uitgangssignaal uit de uit- op-telinrichting 640 via de lijn 641 en het uitgangssignaal uit de grendelke-^ ten 630 voor. CSDAT is de cumulatieve conferentieberichtsteekproef uit de accumulator-RAM 510 (520) en omvat de berichtsteekproefbijdrage van 835 3 58 f ï 40 de respectieve tijdgleuf. DFDAT is de cumulatieve conferentiebricht-steekproef verminderd met de berichtsteekproefbijdrage van de respectieve tijdgleuf. Afwisselend digitale berichten PMAX, MMAX en IDLECODE worden ook inwendig door de uitgangsbuffer 720 opgewekt en zijn reeds eerder 5 gedefinieerd. De uitgangskiesbuffer 720 wekt verdere (niet afgebeelde) afwisselende digitale berichten in responsie op ketenonderhoudsverzoeken op.
Uitgangsbesturingsketen
De uitgangsbesturingsketen 710 is een logische combina- . 10 tieketen, waarvan de schakeling overeenkomt met die van de ingangsbestu-ringsketen 410, voor het besturen van het uitvoeren van gekozen ingangssignalen naar de uitgangskiesbuffer 720. De uitgangssignalen uit de uitgangsregelaar 710 komen overeen met respectieve ingangssignalen van de uitgangskiesbuffer 720 .
T_A_B_E_L___3 15 Uitgangsregelaar-ingangssignaal Uitgangssignaal naar lijn 734 CMBR CMBT POOR NOOR INItO '
0 0 0 DFDAT
0 0 1 CSDAT
20 0 1 - - - IDLECODE
1 0 0 0 - DFDAT
110 0 - DFDAT
10 0 1 - NMAX
10 10 - PMAX
25 1 1 0 1 - NMAX
1110 - PMAX
Tabel 3 toont symbolisch op een wijze, overeenkomende met die van de bekende waarheidstabel, de toestanden van ingangssignalen naar de uitgangsregelaar 710, welke op zijn beurt de keuze van 30 overeenkomstige ingangssignalen van de uitgangsbuffer 720 voor poortwer-king naar de lijn 734 bestuurt.
In responsie op een positief of negatief overstroom-signaal uit de uit-optelinrichting 640, via de respectieve geleiders POOR of NOOR, geeft de uitgangsbesturingsketen 710 de uitgangskiesbuffer 8303581 ♦ 41 720 via de respectieve geleiders PFS en NFS opdracht afwisselende digitale berichten PFS (PMftX) of NFS (NMAX) respectievelijk naar de lijn 734 te voeren. IDLECODE wordt door de uitgangskiesbuffer 720 afgeleverd onder bestuur van de uitgangsbesturingsketen 710 via de geleider IDLC 5 wanneer de respectieve tijdgleuf permissie heeft cm slechts te zenden (modusbesturingsbits = 01} naar een conferentie-sessie. IDLECODE wordt in dit geval voor aflevering overeenkomstig de tabel 3 gekozen teneinde er voor te zorgen, dat een respectieve slechts voor uitzending bestemde tijdgleuf geen digitale berichtsteekproeven uit de conferentie-sessie 10 ontvangt. De uitgangsregelaar 710 geeft via de geleider DFD de uitgangs-buffer 720 opdracht tot een poortwerking via de uitgang (DFDAT) uit de uit-optelinrichting 640, welke via de DFDAT-informatielijn 641 naar de uitgangsbuffer 720 is gevoerd, voor respectieve tijdgleuven met permissie voor het ontvangen (CMBR * 1) van gesommeerde berichtsteek-15 proeven uit de conferentie-sessie in afwezigheid van overstroom. Uitgangsbuffer
De uitgangskiesbuffer 720 voert de gekozen digitale be-richtsteekproef via de lijn 734 aan de uitgangsbuffergrendelketen 735 toe.
20 De uitgangsbuffergrendelketen 735 is een sequentiële schakeling van hoofd-neven-flipflops waarin informatie op de lijn 734 naar de hoofdtrap van de uitgangsbuffergrendelketen 735 wordt geklokt bij de dalende rand van het kloksignaal 4T binnen het LTC-inschakel-venster; de inhoud van het hoofdregister wordt in het nevenregister ge-25 klokt bij de eerste stijgende rand van het kloksignaal 4T binnen het LTC-inschakelvenster voor uitvoer naar een lijn 750 met 16 parallelle bits.
De voortgang van een digitale berichtsteekproef via de uitgangsbuffergrendelketen 735 geschiedt overeenkomstig het kloksignaal 30 4T om het mogelijk te maken, dat een uitgangsberichtsteekproef tijdens de volle periode van een tijdgleuf beschikbaar is in plaats van tijdens een gedeelte daarvan. Derhalve ijlt volgens deze inrichting, een uitgangsberichtsteekproef via de informatielijn 750 met een tijdgleuf na bij de binnenkomende (volgende) tijdgleuf (IBDAT). Zo is bijvoorbeeld een ge-35 sommeerde berichtsteekproef betrekking hebbende op de tijdgleuf 254 aan de uitgang 750 beschikbaar bij het begin van de ingangstijdgleuf 255.
87*3581

Claims (6)

1. Multiplex-spraakconferentie- en informatieschakelaar met tijdverdeling voor het'opnemen van berichtsteekproeven binnen een raster, met het kenmerk, dat de conferentie- en informatieschakelaar is voorzien van organen voor het selectief verwisselen van bepaalde tijd-5 gleuven van de ingangstijdgleuven met andere tijdgleuven, organen voor het selectief sommeren van de berichtsteekproeven uit groepen van de onderling verwisselde tijdgleuven, een eerste opzamelinrichting met een aantal geheugenplaatsen voor het opslaan van elk van de gesommeerde berichtsteekproeven tijdens een eerste tijdraster en voor het toevoeren 10 van de opgeslagen sommatie tijdens een volgende tweede tijdraster, een tweede opzamelinrichting met een aantal geheugenplaatsen voor het opslaan van elk van de gesommeerde berichtsteekproeven, die tijdens het volgende tweede tijdraster zijn ontvangen en het toevoeren van de opgezamelde sommatie tijdens een volgend derde tijdraster, en een besturings-15 schakeling, welke dient om de gesommeerde berichtsteekproeven slechts aan de eerste tijdgleuf van een groep van tijdgleuven toe te.voeren en een berichtsteekproef, ontvangen uit de eerste tijdgleuf, aan de andere tijdgleuven van de groep van tijdgleuven toe te voeren.
2. Spraakconferentie- en informatieschakelaar volgens 20 conclusie 1, met het kenmerk, dat de spraakconferentie- en informatieschakelaar is voorzien van tijdgleufverwisselaars (800, 900) voor het selectief verwisselen van afwisselende tijdgleuven met de onderling gewijzigde tijdgleuven, en het toevoeren van de berichtsteekproeven aan en stelseluitgang.
3. Spraakconferentie- en informatieschakelaar volgens con clusie 1, met het kenmerk, dat de besruringsschakeling 1. een eerste constant referentiesignaal opwekt, 2. aan de gesommeerde ingangsberichtsteekproeven een bepaalde bit toevoegt, welke in overeenstemming is met de toestand van 30 het eerste referentiesignaal, 3. een tweede constant referentiesignaal opwekt en 4. de toegevoegde bit op een selectieve wijze verandert in overeenstemming met de toestand van het tweede vaste referentiesignaal, 8303581 --- •λ *4 waarbij een eerste vergelijkingsinrichting aanwezig is om de gewijzigde toegevoegde bit van bepaalde steekproeven van eerder gesommeerde bericht-steekproeven en het vaste tweede referentiesignaal te vergelijken, en een tweede vergelijkingsinrichting aanwezig is om de toegevoegde bit van 5 bepaalde steekproeven van eerder gesommeerde berichtsteekproeven en het vaste tweede referentiesignaal te vergelijken.
4. Spraakconferentie- en informatieschakelaar volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de toestand van het tweede referentiesignaal het complement van het eerste referentiesignaal is.
5. Spraakconferentie- en informatieschakelaar volgens con clusie 3, met het kenmerk, dat de besturingsorganen in werking zijn wanneer de toegevoegde bit en het tweede vaste referentiesignaal niet met elkaar overeenkomen en wanneer de toegevoegde bit en het eerste vaste referentiesignaal niet met elkaar overeenkomen.
5 Conclusie Het is duidelijk, dat de uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvorm, zoals men deze in de tekening vindt en boven is beschreven, doch dat daarbij onderdelen en functies binnen het kader van de uitvinding kunnen worden vervangen, toegevoegd en/of geëlimineerd. ^ Zo kan bijvoorbeeld het stelsel van verschillende infor matielijnen opnieuw worden gerangschikt door het aantal bits, dat de digitale waarde van gesommeerde berichtsteekproeven bepaalt, te vergroten of te verkleinen. Op zijn beurt kunnen de accumulator-RAMs en steek- proef-RAM zodanig worden ingesteld, dat deze met de overeenkomstige 15 verandering in het aantal informatiebits overeenkomen. Voorts kan het aantal medusbesturingsbits op een eenvoudige wijze opnieuw worden gedefinieerd en op een eenvoudige wijze wat aantal betreft worden vergroot voor het bepalen van hybrideverbindingen of andere -functies, zoals het ' introduceren van een vertraging tussen bepaalde gesommeerde uitgangs- 20 berichtsteekproeven. Bovendien kunnen aan alternatieve symbolische berichten eenvoudig andere waarden worden gegeven. Voorts kan de koppel-keten op een eenvoudige wijze van een serie-ingang naar een parallel-ingang worden gewijzigd, zoals de vakman welbekend is. Het beschreven multiplex-schakelstelsel met lineaire 25 tijdverdeling omvat meer in het bijzonder onderhoudsfuncties voor het uitvoeren van controles en diagnoses ten aanzien van de ketenelementen. De keten omvat voorts meer in het bijzonder stelsels voor het uitvoeren van pariteitscontroles en het toevoegen van een pariteitbit aan informatie. Ofschoon deze onderhoudsfuncties bijzonder gewenst zijn, is de reali-^ satie daarvan bekend. 1303581 Μ
6. Spraakconferentie- en informatieschakelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de selectieve groep van tijdgleuven wordt geïdentificeerd door een bepaalde toestand vein een aantal bits, welke betrekking hebben op elke ingangstijdgleuf. % 8303581
NL8303581A 1982-10-18 1983-10-17 Tijdmultiplex-telecommunicatie-doorschakelinrichting. NL191817C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/434,822 US4499577A (en) 1982-10-18 1982-10-18 Linear time division multiplexed conferencer for data transfer applications
US43482282 1982-10-18

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8303581A true NL8303581A (nl) 1984-05-16
NL191817B NL191817B (nl) 1996-04-01
NL191817C NL191817C (nl) 1996-08-02

Family

ID=23725845

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8303581A NL191817C (nl) 1982-10-18 1983-10-17 Tijdmultiplex-telecommunicatie-doorschakelinrichting.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4499577A (nl)
JP (1) JPS5991770A (nl)
KR (1) KR910008404B1 (nl)
CA (1) CA1205168A (nl)
DE (1) DE3337639A1 (nl)
FR (1) FR2534765B1 (nl)
IT (1) IT1171772B (nl)
NL (1) NL191817C (nl)
SE (1) SE456298B (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4606021A (en) * 1984-08-17 1986-08-12 Itt Corporation Digital conference circuit
SE449152B (sv) * 1986-03-19 1987-04-06 Paul Gosta Wilhelm Rosen Kommunikationsanleggning innefattande ett flertal enheter vilka kan uppretthalla en konferenskoppling
US4939509A (en) * 1988-01-25 1990-07-03 At&T Company Data conferencing arrangement for stations having keyboards and displays, using a keyboard buffer and a screen buffer
US5916302A (en) * 1996-12-06 1999-06-29 International Business Machines Corporation Multimedia conferencing using parallel networks
US7106696B1 (en) * 2001-08-31 2006-09-12 Juniper Networks, Inc. Systems and methods for limiting the rates of data to/from a buffer
DE10216920A1 (de) * 2002-04-15 2003-10-23 Bosch Gmbh Robert Verfahren und Vorrichtung zur Überprüfung einer Überwachungsfunktion eines Bussystems und Bussystem

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4069399A (en) * 1975-11-17 1978-01-17 Northern Electric Company, Limited TDM PCM Communication system
US4119807A (en) * 1977-06-13 1978-10-10 Rca Corporation Digital time division multiplex switching system
US4268722A (en) * 1978-02-13 1981-05-19 Motorola, Inc. Radiotelephone communications system
US4190742A (en) * 1978-06-05 1980-02-26 Siemens Aktiengesellschaft Process and apparatus for producing conference connections in a PCM time multiplex switching system
US4190744A (en) * 1978-06-05 1980-02-26 Siemens Aktiengesellschaft Circuit arrangement and process for producing conference connections between three conference parties in a PCM time multiplex switching system
IT1160041B (it) * 1978-11-06 1987-03-04 Sits Soc It Telecom Siemens Memoria elastica per demultiplatore sincrono di particolare applicazione nei sistemi di trasmissione a divisione di tempo
WO1980002095A1 (en) * 1979-03-23 1980-10-02 Small World Exchange Inc Telephone-conferencing apparatus and method
US4295008A (en) * 1979-03-23 1981-10-13 Small World Exchange, Inc. Telephone-conferencing apparatus and method having response tallying
US4298977A (en) * 1979-09-10 1981-11-03 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Broadcast and alternate message time slot interchanger
US4293946A (en) * 1979-11-21 1981-10-06 International Telephone And Telegraph Corporation Trilateral duplex path conferencing system with broadcast capability
US4340960A (en) * 1980-07-25 1982-07-20 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Time division switching system
US4389720A (en) * 1981-04-23 1983-06-21 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Distributed digital conferencing system

Also Published As

Publication number Publication date
DE3337639A1 (de) 1984-04-19
IT8323335A0 (it) 1983-10-17
JPH0380384B2 (nl) 1991-12-24
IT1171772B (it) 1987-06-10
FR2534765A1 (fr) 1984-04-20
DE3337639C2 (nl) 1992-12-10
KR910008404B1 (ko) 1991-10-15
SE8305448L (sv) 1984-04-19
NL191817C (nl) 1996-08-02
US4499577A (en) 1985-02-12
KR840006581A (ko) 1984-11-30
FR2534765B1 (fr) 1987-08-21
JPS5991770A (ja) 1984-05-26
SE456298B (sv) 1988-09-19
NL191817B (nl) 1996-04-01
CA1205168A (en) 1986-05-27
SE8305448D0 (sv) 1983-10-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
FI74861C (fi) Digitalomkopplingsnaet.
US4901308A (en) Digital bridge for a time slot interchange digital switched matrix
US3963870A (en) Time-division multiplex switching system
US4224688A (en) Digital conference circuit
US4035584A (en) Space division network for time-division switching systems
US4229814A (en) Multiplex conference bridge
US4301531A (en) Three-party conference circuit for digital time-division-multiplex communication systems
US3984643A (en) Method and apparatus for establishing a plurality of simultaneous conferences in a PCM switching system
JPH0234239B2 (nl)
US4020290A (en) Signalization coordinator for PCM switching system
US4280216A (en) Method of making conference call connections in a multiplex switching system
US4190742A (en) Process and apparatus for producing conference connections in a PCM time multiplex switching system
US4064370A (en) Time-division switching system
IE43367B1 (en) Method and apparatus for establishing a plurality of simultaneous conferences in a pcm switching system
US4825433A (en) Digital bridge for a time slot interchange digital switched matrix
NL8303581A (nl) Multiplex-spraakconferentie- en informatieschakelaar met tijdverdeling.
EP0096061A1 (en) DEMULTIPLEXING CIRCUIT.
US3306979A (en) Pulse code modulation systems
US4131762A (en) Buffer storage assignment arrangement for time-division switching systems
NL8303010A (nl) Tijdgleufverwisselingsinrichting.
FR2537373A1 (fr) Dispositif de traitement de signalisation voie par voie pour autocommutateur temporel
US3311705A (en) Line concentrator and its associated circuits in a time multiplex transmission system
US4225956A (en) Multiplex conference bridge
US3969587A (en) Selective transmission of prerecorded voice signals to subscribers of time-sharing telecommunication system
US4481624A (en) Linear time division multiplexed conferencer

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20030501