NL8302979A - Werkwijze en inrichting voor het overdragen van beelden. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het overdragen van beelden. Download PDF

Info

Publication number
NL8302979A
NL8302979A NL8302979A NL8302979A NL8302979A NL 8302979 A NL8302979 A NL 8302979A NL 8302979 A NL8302979 A NL 8302979A NL 8302979 A NL8302979 A NL 8302979A NL 8302979 A NL8302979 A NL 8302979A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
line
image
recording medium
image information
information associated
Prior art date
Application number
NL8302979A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Tektronix Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tektronix Inc filed Critical Tektronix Inc
Publication of NL8302979A publication Critical patent/NL8302979A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/04Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa
    • H04N1/12Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa using the sheet-feed movement or the medium-advance or the drum-rotation movement as the slow scanning component, e.g. arrangements for the main-scanning
    • H04N1/126Arrangements for the main scanning
    • H04N1/127Arrangements for the main scanning using a cathode ray tube or the like
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/024Details of scanning heads ; Means for illuminating the original
    • H04N1/032Details of scanning heads ; Means for illuminating the original for picture information reproduction
    • H04N1/036Details of scanning heads ; Means for illuminating the original for picture information reproduction for optical reproduction
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/04Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa
    • H04N1/12Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa using the sheet-feed movement or the medium-advance or the drum-rotation movement as the slow scanning component, e.g. arrangements for the main-scanning

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Facsimile Scanning Arrangements (AREA)
  • Controls And Circuits For Display Device (AREA)
  • Analysing Materials By The Use Of Radiation (AREA)
  • Television Systems (AREA)

Description

* 8331OO/Timmers
Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het overdragen van ft heelden*
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het overdragen van heelden in het bijzonder voor het verbeteren van de kwaliteit van een naar een een beeldopnemend medium overgedragen beeld.
5 Verschillende inrichtingen voor het overdragen van een beeld van een beeldbron naar een een beeldopnemend medium zijn bekend*
Zo wordt bijvoorbeeld een optische vezel kathodestraalbuis gebruikt voor het overdragen van een beeld van een grafisch display terminal of een facsimile naar een fotogevoelig papiermedium. Het beeld op 10 de beeldbron wordt lijn voor lijn afgetast en in responsie daarop worden signalen opgewekt die representatief zijn voor de helderheid van het beeld. In dit voorbeeld wekt een een elektrodebundel genererende inrichting in de optische vezel CRT in responsie op de signalen van de beeldbron elektronenbundels op in responsie daar-15 op, waarbij de intensiteit van de bundels varieert in overeenstemming met de signalen van de beeldbron. De in intensiteit variërende elektronenbundels in de CRT worden afgebogen van het ene einde van de buis naar het andere en vallen op het binnenoppervlak van de CRT. Het beeldopnemend medium wordt afgerold over het oppervlak 20 van de optische vezel CRT in een richting in hoofdzaak loodrecht op de afbuigrichting van de elektronenbundel. De snelheid waarmee het beeldopnemend medium wordt afgerold over het oppervlak van de CRT wordt gesynchroniseerd met de snelheid waarmee het beeld op de beeldbron wordt afgetast. Terwijl het beeldopnemend medium wordt 25 afgerold over het oppervlak van de optische vezel CRT en terwijl de in intensiteit variërende elektronenbundel valt op het binnenoppervlak van de CRT wordt het beeld van de beeldbron lijn voor lijn op het het beeldopnemend medium vastgelegd.
De bekende optische vezel CRT gebruikt de techniek van het 30 aftasten van een lijn waarbij de elektronenbundel in responsie op bovengenoemde signalen wordt afgebogen over een lijn over het binnenoppervlak van de optische vezel CRT voor het overdragen van elke lijn van het beeld naar het het beeldopnemend medium. Voorts bestaan onregelmatigheden op de binnenfrontplaat van de optische ve-35 zei CRT en in de vezelplaat zelf. Zo kan de binnenfrontplaat een C ^ ^ ~ ’
£ v J
* * » - 2 - aantal fosfordeeltjes omvatten waarbij de dichtheid van de fosfor-deeltjes op de plaat varieert; er kunnen gaten aanwezig zijn tussen naast elkaar gelegen deeltjes; er kunnen inbrandpunten aanwezig zijn op verschillende plaatsen en voorts kunnen de deeltjes van el-5 kaar verschillende emissiekarakteristieken hebben. De vezels in de optische vezelplaat kunnen onregelmatig zijn verdeeld en verschillende transmissiekarakteristieken hebben. Wanneer de elektronenbundel over een lijn wordt afgebogen en de onregelmatigheden passeert zullen open plekken optreden op het het beeldopnemend medium 10 op plaatsen korresponderend met de plaats van de onregelmatigheden langs deze ene lijn. Eet resultaat is dat op het het beeldopnemend medium strepen ontstaan.
Voor een verdere toelichting voor dit probleem wordt verwezen naar de figuren 1a en 1b.
15 Fig. 1a toont de grontplaat van een optische vezel CRT 10 waarbij de elektronenbundel wordt af gebogen over de lijn 10a op het binnenoppervlak daarvan. Als gevolg van de aanwezige onregelmatigheden zullen, wanneer de elektronenbundel de lijn heeft afgetast, variaties in beelddichtheid 10b optreden op het het beeldopnemend 20 medium op posities die korresponderen met plaatsen van de onregelmatigheden langs deze lijn.
Fig. 1b toont eveneens de optische vezelfrontplaat 10 met de aftastlijn 10a. Het beeldopnemend medium 10c wordt af gerold in de richting aangegeven met de pijl 10d. Daar de elektronenbundel kon-25 timx deze ene lijn 10a aftast en steeds de onregelmatigheden passeert zullen strepen 10e op het het beeldopnemend medium 10c zichtbaar worden.
De uitvinding beoogt de verslechtering van de beeldkwaliteit zoals deze optreedt bij de bekende inrichtingen te verkleinen of 50 zelfs geheel te elimineren, in het bijzonder door toepassing van een multilijn aftasttechniek in plaats van de een-lijns aftasttech-niek.
Volgens de uitvinding wordt in het bijzonder een aantal lijnen van de beeldbron successievelijk en herhaald geregistreerd 35 op een korre sponderend aantal lijnen van het beeldopnemend medium.
Elke lijn van een beeldbron wordt slechts eenmaal af getast. Wanneer echter een van de lijnen van de beeldbron wordt afgetast 53 Τξ Λ ** H “7 f* - 3 - Μ «4 ·* wordt een signaal opgewekt dat representatief is voor de beeld-informatie die behoort bij deze ene lijn. Dit signaal varieert de intensiteit van de elektronenbundel opgewekt in de optische vezel CRT. Een lijn van het beeldopnemend medium valt samen met een eer-5 ste aftastlijn van de optische vezel CRT. Terwijl deze ene lijn samenvalt met de eerste aftastlijn wordt de in intensiteit variërende elektronenbundel afgebogen van het ene eind van dfe buis naar het andere binnen de optische vezel GET. Tijdens het afbuigen beweegt de elektronenbundel langs de eerste aftastlijn op het binnenopper-10 vlak van de CRT en registreert de beeldinformatie behorend bij de betreffende lijn van de beeldbron op de betreffende lijn van iet beeldopnemend medium. Vanneer de beeldinformatie behorend bij genoemde lijn van de beeldbron is overgedragen naar de lijn van het beeldopnemend medium via de eerste aftastlijn gaat de elektronen-15 bundel terug naar het oorspronkelijke beginpunt en wordt de verti-kale positie met een bepaalde faktor geïncrementeerd. De elektronenbundel wordt dan opnieuw afgebogen van het ene einde van de buis naar het andere, de beeldinformatie behorend bij een vorige aangrenzende lijn van de beeldbron wordt overgedragen naar het beeld-20 opnemend medium via een tweede aftastlijn. Beeldinformatie behorend met een andere vroegere aangrenzende lijn van de beeldbron wordt overgedragen naar andere vroegere aangrenzende lijnen van het beeldopnemend medium via een derde en daaropvolgende aftastlijn. Wanneer de beeldinformatie behorend met genoemde ene vroegere aangrenzende 25 lijn van de beeldbron is overgedragen naar de ene, vroegere, aangrenzende lijn van het beeldopnemend medium via de eerste en daaropvolgende aftastlijnen wordt het beeldopnemend medium afgerold over het oppervlak van de optische vezel CRT en wel zodanig dat genoemde ene lijn van het beeldopnemend medium samenvalt met genoemde tweede 30 aftastlijn in plaats van met de eerste aftastlijn. Op dit punt wordt de beeldinformatie behorend bij genoemde ene lijn van de beeldbron overgedragen naar genoemde ene lijn van het beeldopnemend medium via de tweede aftastlijn in plaats van de eerste aftastlijn. Beeldinformatie behorend bij de vroegere aangrenzende lijn van de beeld-55 bron wordt overgedragen naar het beeldopnemend medium via een derde aftastlijn in plaats van de tweede aftastlijn. Intussen· ds nieuwe beeldinformatie overgedragen naar het het beeldopnemend medium via ft T ~ ‘ " Λ
o ^ J
♦· * - 4 - genoemde eerste aftastlijn.
In feite wordt de elektronenbundel meerdere malen afgebogen via een respektievelijk meervoudig aantal aftastlijnen langs het binnenoppervlak van de optische vezel CEO? voor het registreren van 5 de beeldinformatie behorend met genoemde ene en vroegere aangrenzende lijnen van de beeldbron op genoemde ene en vroegere lijnen van het het beeldopnemend medium.
Wanneer een onregelmatigheid aanwezig is in een bepaalde positie langs de eerste aftastlijn binnen de optische vezel CRT 10 wanneer de elektronenbundel afbuigt langs de eerste aftastlijn zal een blind punt worden gevormd op het het beeldopnemend medium op een plaats die korrespendeert met deze bepaalde positie langs de eerste aftastlijn. Het is echter niet waarschijnlijk dat een andere onregelmatigheid aanwezig zal zijn op een positie korresponderend 15 met genoemde bepaalde positie langs de tweede en de opvolgende af-tastlijnen. Het resultaat is dat, wanneer de elektronenbundel aftast langs de tweede en de opvolgende aftastlijnen het visuele effekt van het blinde punt op het het beeldopnemend medium wordt verminderd of zelfs geheel geëlimineerd. Als gevolg zal geen streep 20 optreden op het het beeldopnemend medium op een plaats korresponde-rend met genoemde bijzondere plaats langs de eerste aftastlijn.
Hoor gebruik maken van de mnltilijn aftasttechniek volgens de uitvinding zullen de strepen 10e (zie fig. 1b) verdwijnen.
He uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening.
25 He figuren 1a-1b tonen de bekende een-lijn optische vezel CRT en de daarmee gepaard gaande verslechtering van de beeldkwaliteit.
Fig. 1c verduidelijkt de multilijn optische vezel CRT volgens de uitvinding en de daaruit resulterende eliminatie van de ver-30 slechtering der beeldkwaliteit.
He figuren 2a-2d illustreren de multilijn optische vezel CRT volgens fig. 1c en de wijze waarop de beeldinformatie behorende bij elke lijn van de beeldbron, opgeslagen in een lijn lokatie van een multi-lijn geheugen, herhaald en successievelijk wordt overgedragen 55 naar een lijn van het het beeldopnemend medium via elk van het veelvoud aftastlijnen in de optische vezel CRT.
Fig. 5 toont het basis blokschema van een inrichting volgens 0 Τ’ Λ· ' " '·? Λ.
i 4 - 5 - de uitvinding.
Pig. 4 toont een meer gedetailleerd blokschema van een inrichting volgens de uitvinding.
Pig. 5 toont de golfvormen zoals opgewekt in een deel van 5 het bloksohema volgens fig. 4*
Pig. 6 illustreert de wijze waarop het bloksohema volgens fig. 4 werkt.
De figuren 7a-7b hebben betrekking op een alternatieve uitvoeringsvorm volgens, de uitvinding.
10 Pig. 1 c toont een basiselement van de inrichting volgens de uitvinding. De elektronenbundel opgewekt door de optische vezel CRT schrijft een meervoudig aantal lijnen 10f op de binnenfrontplaat 10 daarvan. Elke lijn van de beeldbron wordt overgedragen naar een lijn van het het beeldopnemend medium via elk van de meervoudige 15 af tastli jnen.
Deeds was gesteld en wel met betrekking tot fig. 1b dat voor elke lijn van de beeldbron een aftastlijn 10a wordt geschreven op het binnenoppervlak van de optische vezel CRT 10, waarbij de beeldinformatie behorend bij elke lijn van de beeldbron wordt overgedra-2Ö gen naar het het beeldopnemend medium via deze ene aftastlijn 10a.
De uitvinding, zoals in principe weergegeven in fig. 1c, is een verbetering ten opzichte van de stand der techniek volgens de figuren 1a en 1b doordat in plaats van de enkellijnsaftasttechniek volgens fig. 1b een multilijn aftasttechniek wordt gebruikt waarbij de 25 beeldinformatie behorend bij elke lijn van de beeldbron successievelijk en herhaald wordt overgedragen naar het het beeldopnemend medium 10c via elk van het meervoudige aantal aftastlijnen 10f.
Er kunnen bijvoorbeeld vijf aftastlijnen zijn zoals afge-beeld in fig. 1c, en wel een onderste aftastlijn 10f5, een daarbo-30 ven gelegen aftastlijn 10f4, derde vierde en vijfde aftastlijnen 10f3-1 Of 1. De vijfde lijn van het het beeldopnemend medium valt samen met de vijfde aftastlijn 10f. De elektronenbundel schrijft de onderste aftastlijn 10f onder overdracht van de beeldinformatie behorend bij een vijfde lijn van de beeldbron naar een vijfde lijn 35 van het het beeldopnemend medium via cb onderste aftastlijn 10f.
Het spoor volgend van de onderste aftastlijn schrijft de elektronenbundel de vierde t/m de eerste aftastlijnen 10f4-10f1 onder Q Z .· .
* V
- 6 - overdracht van de beeldinformatie behorend bij de vierde t/m de eerste lijnen van de beeldbron naar de vierde t/m de eerste lijnen van het het beeldopnemend medium via genoemde vierde t/m eerste af-tastlijnen 10f4-10f1. De aftastbundel gaat terug naar zijn oor-5 spronkelijke positie. Het het beeldopnemend medium 10c wordt af gerold over het oppervlak van de CRT synchroon met de terugslag van de elektronenbundel en wel zodanig dat de vijfde lijn van het het beeldopnemend medium 10c, waarop de vijfde lijn van de beeldbron is gedrukt, samenvalt met de vierde aftastlijn 10f4 in plaats van met 10 de onderste aftastlijn 10f5. Een nieuwe lijn van de beeldinformatie, de zesde lijn van de beeldbron, wordt overgedragen naar de zesde lijn van het beeldopnemend medium via de vijfde aftastlijn 10f. De vijfde lijn van de beeldbron wordt hier overgedragen naar de vijfde lijn van het beeldopnemend medium 10c doch wordt overgedragen via 15 de vierde aftastlijn 10f4. Het beeld overgedragen naar de vijfde lijn van het beeldopnemend medium via de vierde aftastlijn 10f4 wordt gesuperponeerd over het beeld overgedragen naar de vijfde lijn van het beeldopnemend medium via de onderste aftastlijn 10f5. Dienovereenkomstig worden de vierde t/m de tweede lijnen van de beeldbron 20 weer overgedragen naar de vierde t/m <fe tweede lijnen van het beeldopnemend medium via de derde t/m de eerste aftastlijnen 10f3-10f5.
Opgemerkt wordt dat onregelmatigheden aanwezig kunnen zijn op de binnenplaat van de optische vezel CRT en in de plaat zelf langs de eerste aftastlijn 10f1. Wanneer de elektronenbundel wordt 25 af gebogen over deze onregelmatigheden op de vijfde aftastlijn 10f5 zullen blinde punten optreden op de korresponderende plaatsen langs de vijfde lijn van het het beeldopnemend medium. Wanneer echter de vijfde lijn van de beeldbron wordt overgedragen naar de vijfde lijn van het het beeldopnemend medium via de vierde aftastlijn 10f4 zal 50 als gevolg van de afwezigheid van overeenkomstige onregelmatigheden langs deze vierde aftastlijn 10f4 het visuele effekt van deze blinde punten worden geminimaliseerd of zelfs geheel worden geëlimineerd.
Daar de beeldinformatie behorend bij elk van de lijnen van 35 de beeldbron herhaaldelijk wordt overgedragen naar het beeldopnemend medium via elk van de vijf aftastlijnen zullen de strepen 10e, die verschijnen op het het beeldopnemend medium 10c (fig. 1b) ^ T ' ' ' ' ’ Λ v V ·.* . j ^ · ,/ * t - 7 - geleidelijk verdwijnen.
Heeds was met betrekking tot fig. 1e opgemerkt dat de beeldinformatie behorend bij een lijn van de beeldbron successievelijk en herhaaldelijk wordt overgedragen naar een lijn van het het 5 beeldopnemend medium 10c via elk van het veelvoud aftastlijnen 10f geschreven op de binnenfrontplaat van de optische vezel CRT 10. teneinde dit verder toe te lichten wordt verwezen naar de figuren 2a t/m 2d.
Zoals reeds gezegd wordt de beeldbron lijn voor lijn afge-10 tast en signalen worden daarbij opgewekt die representatief zijn voor de beeldinformatie behorend bij elke lijn van de beeldbron. De beeldinformatie behorend bij elke lijn van de beeldbron wordt opgeslagen in een respektievelijk aantal lijnlokaties van een N-lijn geheugen. Fig. 2a t/m 2d hebben betrekking op een vier-lijn geheu-15 gen 12 waarin is opgeslagen de beeldinformatie behorend bij vier lijnen van de beeldbron. Aangenomen wordt dat lijn no. 197 wordt opgeslagen in de eerste lijnlokatie van het vier-lijn geheugen 12 (fig. 2a) en de beeldinformatie behorend bij de 197ste lijn van de beeldbron representeert. Lijn nummer 198 wordt opgeslagen in een 20 tweede lijnlokatie van het vier-lijn geheugen 12 en representeert de beeldinformatie behorend bij de 198ste lijn van de beeldbron. Lijn nummer 199 wordt opgeslagen in de derde lijnlokatie van het vier-lijn geheugen 12 en representeert de beeldinformatie behorend bij de 199ste lijn van de beeldbron. Op overeenkomstige wijze re-25 presenteren de lijnen no. 200 en 201 de beeldinformatie behorend bij de 200ste en 201ste lijn van de beeldbron.
Een wijzer 14 leest de beeldinformatie uit het vier-lijn geheugen 12 door het sequentieel adresseren van de derde, tweede en eerste lijnlokaties van het geheugen 12 zoals aangegeven met de 50 pijl 16. Wanneer bijvoorbeeld in fig. 2a de wijzer 14 de derde lijnlokatie van het geheugen 12 adresseert wordt de beeldinformatie van lijn no. 199 daaruit uitgelezen.
Wanneer de wijzer 14 de tweede lijnlokatie van geheugen 12 adresseert wordt de beeldinformatie van lijn nummer 198 uitgelezen. 35 Wanneer de wijzer 14 de eerste lijnlokatie van geheugen 12 adresseert wordt de beeldinformatie van lijn nummer 197 uitgelezen.
Wanneer de wijzer 14 het geheugen 12 in fig. 2a adresseert & ” ” f\ . * *
Jr U
- 8 - in de richting van de pijl 16 wordt de beeldinformatie van de lijnen 199» 198 en 197 sequentieel daarvan uitgelezen. Deze beeld-v. informatie wordt omgezet in elektrische signalen. Zoals bovenomschreven gebruikt de optische vezel CRT 10 een elektronenbundel 5 voor het schrijven van een aantal aftastlijnen op de binnenzijde van de frontplaat. De elektrische signalen bepalen de intensiteit van de elektronenbundel tijdens het schrijven van de aftastlijnen. Wanneer de beeldinformatie van lijn nummer 199 wordt uitgelezen wordt deze overgedragen naar de derde lijn van het het beeldopnemend 10 medium 10c via de onderste aftastlijn 10f3, zoals in fig. 2a aangegeven. Dijn 198 wordt overgedragen naar de tweede lijn op het beeldopnemend medium via de een na onderste aftastlijn 10f2. Tenslotte wordt de lijn 197 overgedragen naar de eerste lijn van het beeldopnemend medium 10c via de aftastlijn I0f1. Op dit moment 13 zijn drie informatielijnen aangebracht op het beeldopnemend medium korresponderend met de beeldinformatie behorend bij de 199ste, 198ste en 197ste eerste lijn van de beeldbron.
De beeldinformatie behorend bij de 200ste lijn van de beeldbron wordt ingeschreven in de vierde lijnlokatie van het N-lijn ge-20 heugen 12.
De wijzer 14 wordt teruggesteld naar een positie nabij de vierde lijnlokatie van het N-lijn geheugen 12 zoals aangegeven in fig. 2b. Het beeldopnemend medium wordt afgerold over het oppervlak van de optische vezel CRT tot de lijn nummer 198 beeldinformatie 23 daarop uitgedrukt, de lijn van de beeldinformatie behorend bij de tweede lijn van de beeldbron, vooraf samenvallend met de tussenge-legen aftastlijn 10f2 valt nu samen met de bovenste aftaètlijn 10f1.
Steeds onder verwijzing naar fig. 2b adresseert de wijzer 14 opnieuw het geheugen 12 in de richting van de pijl 16. In fig. 2b 30 echter wordt de 200ste, 199ste en 198ste lijnlokaties van het geheugen 12 sequentieel geadresseerd. De beeldinformatie behorend bij de Λ 200ste, 199ste en 198ste lijnen van de beeldbron worden sequentieel uitgelezen uit het geheugen 12. De inhoud van de lijnen nummer 200, 199 en 198 beeldinformatie wordt sequentieel overgedragen nawar de 35 200ste, 199ste en 198ste lijn respektievelijk van het beeldopnemend medium via respektievelijk de aftastlijnen 10f3, I0f2 en I0f1. De beeldinformatie behorend bij de 198ste lijn van de beeldbron wordt ^ ^ ; *\ 1 n 'v ·· ' - / 4 * α - 9 - ο verge dragen naar de 198ste lijn van het beeldopnemend medium ge» superponeerd over de beeldinformatie die vooraf vas overgedragen naar de 198ste lijn van het beeldopnemend medium. De beeldinformatie behorend bij de 199ste lijn van de beeldbron wordt overgedragen 5 naar de 199ste lijn van het beeldopnemend medium en gesuperponeerd over de beeldinformatie die vooraf was overgedragen naar de 199ste lijn van kt beeldopnemend medium. Se beeldinformatie behorend bij de 200ste lijn van de beeldbron was niet vooraf overgedragen aan en uitgedrukt op het beeldopnemend medium.
10 Se beeldinformatie behorend bij de 200ste lijn van de beeld» bron wordt ingeschreven in de eerste lijnlokatie van het N-lijn geheugen 12.
In fig. 2c is de wijzer 14 opnieuw teruggesteld. In deze figuur echter adresseert de wijzer aanvankelijk de eerste lijnloka-15 tie in geheugen 12 en adresseert sequentieel de eerste vierde en derde lijnlokaties. Se beeldinformatie behorend bij de 201ste, 200ste en 199ste lijnen van de beeldbron wordt daarin opgeslagen.
Eet beeldopnemend medium wordt afgerold over het oppervlak van de optische vezel CRT op een wijze soortgelijk als hierboven beschre-20 ven zodanig dat de beeldinformatie uitgedrukt op het het beeldopnemend medium behorend bij de 199ste lijn van de beeldbron, voordien nabij de aftastlijn 10f2 nu nabij de aftastlijn 10f1 is. Be wijzer beweegt langs de eerste, vierde en derde lijnlokaties van de adressen in het vier-lijn geheugen 12 in de richting van de pijl 16 aan» 25 gegeven in fig. 2c. Se beeldinformatie behorend bij de 201ste, 200ste en 199ste lijn van de beeldbron wordt sequentieel overgedragen naar het beeldopnemend medium 10c via de aftastlijnen 10f5, 10f2 en 10f1 respektievelijk. Se beeldinformatie behorend bij de 200ste en 199ste lijnen van de beeldbron wordt gesuperponeerd over 50 de 200ste en 199ste beeldinformatie vooraf overgedragen naar de 200ste en 199ste lijnen van het het beeldopnemend medium.
Opgemerkt wordt dat de beeldinformatie behorend bij de 199ste lijn van de beeldbron overgedragen naar het beeldopnemend medium 10c via de onderste aftastlijn I0f3 in fig. 2a opnieuw wordt 55 overgedragen via de tussenaftastlijn 10f2 in fig. 2b en opnieuw wordt overgedragen via de bovenste aftastlijn 10f1 in fig. 2c.
Sit proces wordt opnieuw herhaald volgens fig. 2d. Be 85 0·' '" - 10 - beeldinformatie behorend bij de 202de lijn wordt ingeschreven in de tweede lijnlokatie van geheugen 12. Se wijzer 14 adresseert aanvankelijk de tweede lijnlokatie en adresseert sequentieel de tweede» eerste en vierde lijnlokaties van geheugen 12. Se 202de» 201ste en 5 200ste beeldinformatie wordt sequentieel overgedragen naar het beeldopnemend medium via aftastlijnen 10f3, 10f2» en 10f1.
Sij gevolg zal elke lijn van de beeldbron een antal malen worden overgedragen naar een korrespenderende lijn van bet beeldopnemend medium via elk van de aftastlijnen geschreven op de binnen-10 frontplaat van de optische vezel CRT. Zelfs wanneer onregelmatigheden aanwezig zijn in specifieke plaatsen langs een aftastlijn zal het hoogst onwaarschijnlijk zijn dat een soortgelijke onregelmatigheid aanwezig is op exact dezelfde plaats in een andere aftastlijn. Het resultaat is dat het visuele effekt van een blinde plek die op-15 treedt op een bepaalde plaats in het beeld als gevolg van een bepaalde aftasting langs een bepaalde aftastlijn zal worden verminderd of verdwijnen, na een aftasting langs een andere en de daarop volgende lijnen. Het visuele effekt van andere blinde plekken of openingen, die gevolg zijn van andere onregelmatigheden die optre-20 den langs genoemde lijn zal ook worden verminderd of geëlimineerd na een aftasting langs een andere en de daaropvolgende lijnen. Het probleem dat optreedt bij de stand der techniek en is toegelicht aan de hand van fig. 1b, waarbij strepen 10e optreden over het beeldopnemend medium 10c wordt aanzienlijk verminderd zo niet ge-25 heel geëlimineerd.
De inrichting gebruikt voor het uitvoeren van de multilijn aftasttechniek volgens de uitvinding is schematisch weergegeven in fig. 3. De beeldbron, bijvoorbeeld een facsimile-inrichting, is verbonden met een A-D omzetter (ADC) 20 voor het omzetten van in-30 komende analoge signalen, die representatief zijn voor het beeld op elke lijn van de beeldbron, in digitale signalen. De uitgang van de jfr A-D omzetter 20 of het digitale signaal van de beeldbron is verbonden met een grendelketen 22; deze grendelketen ontvangt en houdt tijdeldjk vast dfe digitale signalen die representatief zijn voor de 35 beeldinformatie van elk beeldelement (pixel) van de beeldbron. De uitgang van de grendelketen 22 is verbonden met een N-lijn geheugen 24. Het N-lijn geheugen 24 korrespondeert met het vier-lijn geheugen - -·· * --J : y a si - 11 - afgebeeld in de figuren 2a-2d en omvat een aantal lijnlokaties voor het daarin opslaan van d e beeldinformatie behorend bij een aantal lijnen (N-lijnen) van de beeldbron. De uitgang van het N-lijn geheugen 24 is verbonden met een grendelketen 26, de grendelketen 26 5 ontvangt en houdt tijdelijk vast de digitale signalen die representatief zijn voor de beeldinformatie behorend bij elke pixel en elke lijn van de beeldbron zoals uitgelezen van elke pixellokatie behorend bij elke lijnlokatie van het N-lijn geheugen 24. Be uitgang van de grendelketen 26 is verbonden met een MC 28 voor het omzetten van 10 de digitale signalen, ontvangen van de grendelketen 26, in analoge signalen; de analoge signalen bekrachtigen de elektronenkanonnen van een CRT 30, bijvoorbeeld een optische vezel CRT voor het bepalen van de helderheid van het beeld overgedragen naar het beeld-opnemend medium.
13 Sen tijd- en regelketen 22 is verbonden met de ABC 20, de grendelketen 22, het N-lijn geheugen 24 en de grendelketen 26 voor het besturen van het digitaliseren der analoge signalen van de beeldbron, voor het besturen van het opslaan van de digitale signar-len in de grendelketen 22, voor het besturen van het schrijven van 20 de digitale signalen in het N-lijn geheugen 24 en het uitlezen van de digitale signalen daaruit, voor het adresseren van verschillende lokaties in het N-lijn geheugen 24 en voor het besturen van Int opslaan van de digitale signalen uitgelezen van het N-lijn geheugen 24 in de grendelketen 26. Be tijd- en regelketen 32 wekt voorts de 25 X- en T-afbuigsignalen op voor het op geschikte wijze afbuigen van de elektronenbundel in de optische vezel CRT 30.
Tijdens bedrijf ontvangt de ABC 20 de analoge signalen representatief voor de beeldinformatie op elke lijn van de beeldbron, en zet deze analoge signalen om in digitale signalen. Be tijd- en 30 regelketen 32 geeft de grendelketen 22 vrij, de grendelketen slaat daarin sequentieel op de digitale informatie behorend bij elke pixel van elke lijn van de beeldbron in responsie op een uitgangssignaal van de tijd- en regelketen 32. Wanneer het, in pixel representerend signaal is opgeslagen in de grendelketen 22 bekrachtigt 55 de tijd- en regelketen 32 de schrijf/leesaansluiting van het N-lijn geheugen voor het inleiden van de schrijfmode. Be tijd- en regelketen 52 adresseert het N-lijn geheugen voor het kiezen van een Ü
* “V
- 12 - lijnlokatie en een pixellokatie uit de gekozen lijnlokatie waarin de digitale signalen, tijdelijk opgeslagen in de grendelketen 22, worden overgedragen en opgeslagen binnen de gekozen pixellokatie.
In responsie op het bekrachtigen van de schrijf/leesaansluiting van 5 het N-lijn geheugen 24 voor het aangeven van de schrijfmode en in responsie op het adresseren van het N-lijn geheugen 24 uitgevoerd door de tijd- en regelketen 22 wordt het digitale signaal opgeslagen in de grendelketen 22 verder opgeslagen in de gekozen pixellokatie met de gekozen lijnlokatie van het N-lijn geheugen 24· 10 Aangenomen wordt dat de digitale signalen representatief voor de beeldinformatie behorend bij de eerste t/m de N-de lijnen van de beeldbron zijn opgeslagen in de eerste t/m de N-de lijnlo-katies van het N-lijn geheugen 24. De tijd- en regelketen 32 bekrachtigt de schrijf/leesaansluiting van het N-lijn geheugen voor 15 het aangeven van een schrijfmode. De tijd- en regelketen 32 instrueert de wijzer 14 voor het sequentieel adresseren van de lijn-lokaties van het N-lijn geheugen op de wijze aangegeven in de figuren 2a-2d. De aftasttechniek beschreven aan de hand van fig. 2a-2d wordt uitgevoerd. Digitale signalen worden daardoor opgewekt repre-20 sentatief voor de beeldinformatie opgeslagen in elke pixel van elke lijnlokatie van het N-lijn geheugen.
Daar een N-lijn geheugen (24) is toegepast worden N-1 aftast-lijnen beschreven op de optische vezel CRU voor het overdragen van de beeldinformatie opgeslagen in N-1 lijnlokaties van het N-lijn 25 geheugen van het beeldopnemend medium. Een lijnlokatie van het N-lijn geheugen 24 is een opslaglokatie voor het daarin opslaan van de beeldinformatie behorend bij een nieuwe lijn van de beeldbron.
De digitale signalen opgewekt door het N-lijn geheugen worden sequentieel en serieel opgeslagen in de grendelketen 26 en omge-30 zet in een analoog signaal via de DAC 28. Het analoge signaal bekrachtigt het elektronenkanon van de CRT 30 voor het bepalen van de helderheid van elke pixel op elke lijn van de beeldbron overgedra- * gen naar het beeldopnemend medium. Simultaan en synchroon met het opwekken van deze analoge signalen wekt de tijd en regelketen 32 35 de X- en Y-asafbuigsignalen op voor het bekrachtigen van de X- en Y-wikkelingen in het afbuigjuk.
Een meer volledig begrip van de werking van de inrichting -"-i ’7 ^ Λ Λ V ’ . f - 13 - volgens fig. 3 wordt verkregen aan de hand van fig. 4.
Fig. 4 toont een acht-lijn geheugen 24* Sen lijnlokatie van het acht-lijn geheugen is een opslaglokatie voor het opslaan van de beeldinformatie behorend bij een nieuwe lijn van de beeldbron die 3 wordt geschreven in het acht-lijn geheugen. Se resterende lijnloka-ties van het acht-lijn geheugen representeren opslaglokaties voor het opslaan van de beeldinformatie behorend bij de lijnen van de beeldbron die in het voorafgaande in het acht-lijn geheugen zijn ingeschreven. Fig. 4 toont meer gedetailleerd de opbouw van de 10 tijd- en regelketen 32 volgens fig. 3· De tijd- en regelketen 32 omvat een kloksignaalgenerator 32a voor het opwekken van leesklok-signalen en schrijfkloksignalen. Fig. 3 toont de leesklok- en schrijfkloksignalen die worden opgewekt door de kloksignaalgenerator 32a. Se kloksignaalgenerator 32a heeft een oscillator 32a1 en 15 een deler-door-H teller 32a2 verbonden aan de uitgangs daarvan. Het knooppunt van de oscillator 32a1 en de teller 32a2 is aangegeven als knooppunt 1. Se uitgang van de teller 32a2 is aangegeven als knooppunt 2. Het knooppunt 2 is verbonden met een ingangsaanslui-ting van een lees/schrijfklokgenerator 32a3. Sen uitgang van de 20 lees/schri jfklokgenerator 32a3 is aangegeven als knooppunt 4* Se andere uitgang van de lees/schri jfklokgenerator 32a3 is aangegeven als knooppunt 3· Knooppunt 4 wekt de leeskloksignalen op. Knooppunt 3 wekt de schrijfkloksignalen op. Se andere ingangsaansluiting van de lees/schri jfklokgenerator 32a3 is aangegeven als knooppunt 3· 25 Yerwezen wordt naar fig. 4 waarin elk van de knooppunten 1-5 zijn aangegeven binnen de kloksignaalgenerator 32a. Yoorts wordt verwezen naar fig. 5 waarin de spanninggolfvormen op elk van de knooppunten 1-5 binnen de klokgeüerator 52a zijn weergegeven.
Be tijd- en regelketen 32 in fig. 46 omvat voorts een adres-50 seerketen 32b voor het leveren van de noodzakelijke horizontale en vertikale adresingangen voor het acht-lijn geheugen 24 in responsie op de leesklok- en de schrijfkloksignalen opgewekt door de klok-generator 32a. Se adresseerketen 32b omvat een eerste teller 32b1 die reageert op de schrijfklok voor het opwekken van horizontale 35 schrijfadressignalen. Yoorts is er een tweede teller 32b2 die reageert op de leesklok voor het opwekken van horizontale leesadres-signalen. -Een eerste multiplexer 32b3 reageert op de horizontale C-7 ' : '73 -14- schrijf- en leesadressignalen van de eerste teller 32b1 respektie-velijk de tweede teller 32b2 voor het ontwikkelen van adresseersig-nalen gevoerd naar het acht-lijn geheugen 24» welke adresseersigna-len bestaan nit ofwel de horizontale schrijfadressignalen van de 3 eerste teller 32b1 of de horizontale leesadressignalen van de tweede teller 32b2. De eerste multiplexer 32b3 is niets anders dan een schakelaar die reageert op het signaal voor het bekrachtigen van de sohrijf/leesaansluiting van het acht-lijn geheugenj24» afkomstig van de lees/schrijfklokgenerator 32a3 voor het kiezen van ofwel de 10 horizontale schrijfadresseersignalen van de eerste teller 32b1 of het horizontale leesadresseersignaal van de tweede teller 32b2.
Vanneer het signaal dat de schrijf/leesaansluiting van het acht-lijn geheugen 24 bekrachtigt de schrijfmode aangeeft kiest cfe eerste multiplexer 32b3 de horizontale schrijfadresseersignalen van de 15 eerste teller 32b1. Wanneer het signaal dat de schrijf/leesaan— sluiting van het acht-lijn geheugen 24 bekrachtigt de leesmode aangeeft kiest de eerste multiplexer 32b3 de horizontale leesadresseer-signalen van de tweede teller 32b2.
De adresseerketen 32b omvat voorts een derde teller 32b4 die 20 reageert op het uitgangssignaal van de vorige teller 32b 1 voor het opwekken van een adresseersignaal dat indicatief is voor een gekozen lijnlokatie van het acht-lijn geheugen 24· Het adresseersignaal opgewekt door de derde teller 32b4 representeert de schrijfwijzer in fig. 4.
25 De adresseerketen 32b omvat eveneens een eerste aftrekketen 32b5 verbonden met de uitgang van de derde teller 32b4 en reageert op de waarde "1" voor het toevoegen van de waarde "1" aan de uitgang van de derde teller 32b4· Een vierde teller 32b6 reageert op de uitgang van de tweede teller 32b2 voor het incrementeren van de 30 waarde daarvan met 1 steeds dan wanneer de tweede teller 32b2 heeft geteld tot een waarde "2047" die indicatief is voor 2048 pixels op een lijn. Een tweede aftrekketen 32b7 is verbonden met de uitgang van de eerste sommeerketen 32b5 en met de uitgang van de vierde teller 32b6 voor het sommeren van de uitgang van de eerste sommeer-35 keten 32b5 met de uitgang van de vierde teller 32b6 en voor het opwekken van een uitgangssignaal dat indicatief is voor deze som. De uitgang van de aftrekketen 32b7 representeert de schrijfwijzer 14 - ~ ^ Λ Λ ‘ . . . ' ______1 - 15 - aangegeven in de figuren 2a-2d en in fig. 4. De uitgang van de vierde teller 32b6 is voorts verbonden met de ingang van een eerste digitaal-analoogomzetter (DAC) 1 waarbij de DAC 1 de Y-as afbuig-signalen opwekt, zoals aangegeven in fig. 3. De uitgang van de 5 tweede teller 32b2 is voorts verbonden met de ingang van een tweede digitaal-analoogomzetter, de DAC2 wekt de X-a's afbuigsignalen op - zie fig. 3.
Een tweede multiplexer 32b8 reageert op het adresseersignaal van de derde teller 32b4 en de uitgang van de tweede aftrekketen 10 32b? voor het kiezen van ofwel de uitgang «n de derde teller 32b4 of de uitgang van de tweede aftrekketen 32b7 in responsie op het signaal dat de schrijf/leesaansluiting van het achtlijn-geheugen 24 bekrachtigt. De tweede multiplexer 32b8 zal de uitgang kiezen van de derde teller 32b4 wanneer de sohrijf/leesaansluiting van het 15 acht-lijn geheugen 24 wordt voorzien van een schrijf signaal. Deze tweede multiplexer 32b8 zal anderzijds de uitgang kiezen van de tweede aftrekketen 32b7 wanneer aan de schrijf/leesaansluiting van het acht-lijn geheugen een leessignaal wordt toegevoerd· De uitgang van de eerste multiplexer 32b3 representeert de horizontale geheu-20 genadresingang. De uitgang van de tweede multiplexer 32b8 representeert de adresingang van het horizontale geheugen; de uitgang van de tweede multiplexer 32b8 representeert de adresingang van het vertikale geheugen.
Teneinde de werking van het stelsel waarvan fig. 4 het blok-25 schema toont toe te lichten wordt verwezen naar fig. 6.
Fig. 6 toont het acht-lijn geheugen 24 aangegeven in fig. 4·
Aangenomen wordt dat de meest linkse lijnlokatie 24h van het acht- lijn geheugen 24» aangegeven in fig. 6, de geheugenlokaties waarin nieuwe beeldlijninformatie van de beeldbron moet worden ingeschre- 30 ven in het acht-lijn geheugen 24. Toorts wordt aangenomen dat de achtste lijn van de beeldbron wordt ingeschreven in de achtste lijn van het geheugen 24· Dan moet de beeldinformatie behorend bij de * achtste lijn van de beeldbron worden ingeschreven in de achtste lijnlokatie 24h van het acht-lijn geheugen 24. De beeldinformatie * 35 behorend bij de zevende, de zesde, de vijfde, vierde, derde, tweede en eerste lijnen van de beeldbron worden opgeslagen in de lijnloka-ties respektievelijk 24g, 24f, 24e, 24d, 24c, 24b, 24a.
r* .V "· ' - * · n _ «
"" ’ -·· '-4T
ί ; - 16 - 33e beeldinformatie behorend bij een maximum van 2048 pixels voor elke lijn van de beeldbron kan worden opgeslagen in elke lijn-lokatie van het acht-lijn geheugen 24.
33e keten volgens fig. 4 werkt met een schrijfcyclus/lees-5 cyclus waarbij een nieuwe lijn van de beeldbron wordt ingeschreven in het geheugen 24 in hoofdzaak simultaan met het lezen van een vooraf ingeschreven lijn uit het geheugen 24. 33e schrijfcyclus/ leescyolus volgens fig. 4» met andere woorden de wijze waarop de keten volgens fig. 4 de beeldinformatie behorend bij elke pixel van 10 een nieuwe lijn van de beeldbron inschrijft in de achtste lijnloka-tie 24h van het acht-lijn geheugen 24 en de wijze waarop het de beeldinformatie behorend bij de in het voorgaande geschreven lijnen van de beeldbron uitleest uit de zevende t/m de eerste lijnlokaties (24g^24q) zal nieuw worden beschreven aan de hand van de figuren 5 15 en 6.
Zoals fig. 5 toont zijn er tussen elk van de schrijfklok-pulsen zeven leesklokpulsen. Fig. 6 toont hoe de beeldinformatie behorend bij de eerste pixel (1) van de nieuwe lijn van de beeldbron wordt ingeschreven in de achtste lijnlokatie 24h van het acht-20 lijn geheugen i n responsie op het opwekken van een schrijfklokpuls. Volgend op deze stap worden zeven leesklokpulsen successievelijk opgewekt voorafgaand aan het opwekken van de volgende schrijfpuls.
33e beeldinformatie behorend bij zeven pixels van een vooraf ingeschreven lijn van de beeldbron (1111111) wordt successievelijk uit-25 gelezen uit de zevende lijnlokatie 24h - zie fig. 6. Wanneer de volgende schrijfpuls wordt opgewekt zal de beeldinformatie behorend bij de tweede pixel (2) van de nieuwe lijn van de beeldbron worden geschreven in de achtste lijnlokatie 24h volgens fig. 6. 33it zal worden gevolgd door het in successie opwekken van zeven leespulsen 50 waarbij de beeldinformatie behorend bij de volgende zeven pixels van de in het voorgaande geschreven lijn van de beeldbron (2222222) in successie zal worden uitgelezen uit de achtste lijnlokatie 24g - zie fig. 6. Wanneer de derde schrijfpuls wordt opgewekt wordt de beeldinformatie behorend bij de derde pixel (3) van de nieuwe lijn 35 van de beeldbron ingeschreven in de achtste lijnlokatie 24h aangegeven in fig. 6. 33it zal worden gevolgd door het opwekken van weer zeven leespulsen waardoor de beeldinformatie behorend bij de eerst q *7 Λ *\ *7 Λ V . * „ ' 0 • ,-- =¾ - 17 - volgende zeven pixels van d e in het voorgaande geschreven lijn van de "beeldbron (3535333) in successie zal worden uitgelezen uit de zevende lijnlokatie 24g aangegeven in fig. 6.
De schrijf/leescyclus wordt herhaald totdat de beeldinforma-5 tie behorend bij de 2048-e pixel van de nieuwe lijn van de beeldbron is ingeschreven in de laatste pixelpositie binnen de achtste lijnlokatie 24h van het acht-lijn geheugen. Dit zal worden gevolgd door een laatste stap waarin de beeldinformatie behorend bij de laatste zeven pixels van een voorafgeschreven lijn van de beeldbron 10 (2048.....2048) opgeslagen in de eerste lijnlokatie 24a van het acht-lijn geheugen waaruit wordt uitgelezen.
Wanneer bovenomschreven schrijf/leescyclus kompleet is zal de schrijfwijzer een nieuwe lijn van beeldinformatie inschrijven in de eerste (in plaats van de achtste) lijnlokatie 24a. De lees-15 wijzer zal worden gezet naar een verschillende lijnlokatie en zal sequentieel de lijnlokaties van het acht-lijn geheugen 24 adresseren op de wijze zoals toegelicht in de figuren 2a-2d. Op dit punt zal de schrijf/leescyclus worden herhaald totdat alle lijnen van de beeldbron zijn ingebracht in het acht-lijn geheugen 24 en daaruit 20 zijn uitgelezen.
Rekening houdend met de funktionele beschrijving van de leescyclus/schrijfcyclus behorend bij de keten -volgens fig. 4 aan de hand van fig. 6 zal in het nu volgende een meer gedetailleerde funktionele beschrijving worden gegeven van het blokschema volgens 25 fig. 4.
In de nu volgende beschrijving wordt aangenomen dat de beeldinformatie behorend bij de eerste zeven lijnen van de beeldbron reeds is ingeschreven in het acht-lijn geheugen 24 en nu de lijnlokaties 24a-24g (zie fig. 6) bezet. Toorts wordt aangenomen dat 30 de schrijf- en leeswijzers worden teruggezet naar een positie nabij de achtste en zevende lijnlokaties 24h re spekt ievelijk 24g· De nieuwe beeldinformatie behorend bij de achtste lijn van de beeldbron wordt nu ingeschreven in de achtste lijnlokatie 24h.
Wanneer de achtste lijnlokatie van de beeldbron wordt afge-35 tast worden analoge signalen representatief daarvoor ontvangen.
Deze analoge signalen worden ingevoerd in de ADC 20 (fig. 4)· Een lijnsynchronisatiepuls wordt opgewekt voor elke lijn van de beeldbron. Wanneer deze lijnsynchronisatiepuls wordt opgewekt bekrachtigt . . : 7 $ - 18 - deze de ingangs aansluiting van een fase vergrendellusketen 32c. De fase vergrendellusketen 52c genereert een serie monsterklokpulsen, en de monsterklokpulsen bekrachtigen de ingangsaansluiting van de 1 e e s/s chr i j fklokgener at or 32a3 aangegeven met knooppunt 3· Br zijn 5 2048 monsterklokpulsen opgewekt voor elke lijn van de beeldbron, een monsterklokpuls voor elke pixel op elke lijn van de afgetaste beeldbron. Deze monsterklokpulsen brengen de informatie die bestaat op de zes digitale uitgangslijnen van ADC 20 in de grendel 22 waar zij tijdelijk worden opgeslagen totdat zij worden ingeschreven in 10 de juiste positie in het geheugen 24 door de volgende klokpuls. In dit voorbeeld worden 2048 monsters per lijn genomen en tijdelijk opgeslagen in de grendelketen 22. In responsie op een monsterklokpuls zal de lees/schrijfklokgenerator 32a3 een schrijfklokpuls opwekken, deze schrijfklokpuls bekrachtigt de schrijf/leesaansluiting 15 van het acht-lijn geheugen 24 en geeft daarmee aan dat het stelsel in de schrijfmode is. De eerste multiplexer 32b5 wordt ingeschakeld zodanig dat de uitgang van de eerste teller 52b1 wordt verbonden met de horizontale geheugenadresingangsaansluiting van het acht-lijn geheugen 24. De tweede multiplexer 32b8 wordt eveneens inge-20 schakeld zodanig dat de uitgang van de derde teller 32b4 zal zijn verbonden met de vertikale geheugenadresingangaansluiting van het acht-lijn geheugen 24. De uitgang van de tweede teller 32b2 zal niet zijn verbonden met de horizontale geheugenadresingang en dienovereenkomstig zal de uitgang van de tweede aftrekketen 32b7 25 niet zijn verbonden met de vertikale geheugenadre singang.
Wanneer de schrijfklokpuls is opgewekt waardoor het stelsel in de schrijfmode wordt gebracht zal de opgewekte schrijfklokpuls de eerste teller 32b1 bekrachtigen. De uitgang van de derde teller 32b4 geeft aan dat de achtste vertikale geheugenadresingang van het 30 acht-lijn geheugen, dus de achtste lijnlokatie 24h, wordt geadresseerd. De uitgang van de eerste teller 32b1 geeft het horizontale geheugenadres aan. Wanneer de eerste schrijfpuls de eerste teller 32b1 bekrachtigt wordt de teller naar 0 teruggezet. Eet adres behorend bij de achtste lijnlokatie 24h van het acht-lijn geheugen 35 zal worden aangegeven door de vertikale geheugenadre singang en het adres behorend bij de eerste pixel van de achtste lijnlokatie zal worden aangegeven door de horizontale geheugenadresingang. Toor — ·-> -% ‘,l - 19 - elke schrijfklokpuls, die de teller 32b1 bekrachtigt, zal een andere aangrenzende pixel van de eerste lijnlokatie worden geadresseerd·
Tussen elk van de schrijfklokpulsen worden zeven leesklok-pulsen opgewekt, zoals in fig. 5 aangegeven. Wanneer dan ook de 5 schrijfklokpuls gaat van een hoog naar een laag spanningnivean simultaan met het stijgen van de leesklokpuls van een laag niveau naar een hoog niveau, zoals in fig. 5 aangegeven, schakelt het stelsel volgens fig. 4 om van de schrijfmode naar de leesmode. De schrijf/leesingangsaansluiting van het acht-lijn geheugen wordt nu 10 bekrachtigd met een spanning nul volt· In responsie daarop schakelen de multiplexers 32b3 en 32b8 naar de andere schakelstand zodat de uitgang van de tweede teller 32b2 nu is verbonden met de horizontale geheugenadresingangsaansluiting van het acht-lijn geheugen 24 en de uitgang van de vertikale aftrekketen 32b7 is verbonden met 15 de vertikale geheugenadr esingang van het acht-lijn geheugen 24. De uitgang van de eerste teller 32b 1 is riet verbonden met de horizontale geheugenadresingang en de uitgang van de derde teller 32b4 is eveneens niet verbonden met de vertikale geheugenadre singang van het acht-lijn geheugen 24. Het opwekken van de eerste leesklokpuls 20 volgend op het opwekken van de schrijfklokpuls zet de tweede teller 32b2 terug naar 0. Dit levert een waarde 0 voor de horizontale ge-heugenadre singang korre sponde rend met de eerste pixel. Opgemerkt wordt dat de derde teller 32b4 blijft op de waarde 7 welke de achtste lijnlokatie van het acht-lijn geheugen aangeeft· De waarde 25 . 1, eveneens ingevoerd in de aftrekketen 32b5, wordt daarin afgetrokken van de waarde 7 zodat de uitgang van de eerste aftrekketen 32b5 6 wordt. Deze waarde 6 representeert een van de twee ingangen van de tweede aftrekketen 32b7. De vierde teller 32b6 blijft op de waarde 0· 30 De uitgang van de vierde teller 32b6 zal op 0 blijven totdat de teller 32b2 de waarde 2047 telt, aangevend dat de laatste pixel van de zevende lijnlokatie de leescyclus ondergaat. Wanneer de teller 32b2 telt tot de waarde 2048 (equivalent aan de waarde 0) zal het uitgangssignaal worden opgewekt voor het incrementeren van 35 de teller 32b6. Het nieuwe getal wordt afgetrokken in de aftrekketen 32b7 van de uitgang van de sommeerketen 32b5 ter verkrijging van een nieuw lijngetal, in dit geval 6-1 = 5» ofwel de zesde lijn· C C 0 7 9
• V
- 20 -
Wanneer de eerste zeven pixels van de zevende lijnlokatie 24g worden gelezen van het acht-lijn geheugen 24 Is de uitgang van de vierde teller 32b6 op 0. Als gevolg hiervan zal de uitgang van de tweede aftrekke ten 32b7 de waarde 6 aangeven· Deze waarde re-5 presenteert de vertikale geheugenadresingang voor het acht-lijn geheugen 24» dus de tweede lijnlokatie. Daar de teller 32b2 de waarde 0 aangeeft zal de eerste pixel van de zevende lijnlokatie 24g worden geadresseerd voor het daaruit uitlezen van de aanwezige beeldinformatie. Deze beeldinformatie, opgeslagen in de eerste 10 pixel van de zevende lijnlokatie 24g wordt uitgelezen uit het acht-lijn geheugen en opgeslagen in de grendelketen 26 wanneer de grendelketen 26 wordt bekrachtigd door de leesklokpuls. Deze digitale informatie wordt omgezet in analoge informatie via DAC 28. Deze analoge informatie bekrachtigt de elektronenkanonnen van de 15 optische vezel CRT door middel van een analoge poort voor het bepalen van de intensiteit van de elektronenbundel opgewekt op een moment waarop eb bundelpositie korrespondeert met de eerste pixel van de tweede lijnlokatie.
Wanneer een andere leesklokpuls de tweede teller 32b2 be-2Ό krachtigt wordt de tweede teller 32b2 gelncrrementeerd van een waarde 0 naar een waarde 1 die de tweede pixel aangeeft. Daar de tweede teller 32b2 nog niet de waarde 2048 of 0 heeft bereikt blijft de uitgang van de vierde teller 32b6 op de waarde 0 en blijft de vertikale adresingang van het acht-lijn geheugen op de waarde 6, welke 25 de zevende lijnlokatie aangeeft. Op dit punt wordt de zevende pixel van de tweede lijnlokatie 24g van het acht-lijn geheugen 24 geadresseerd en daar het systeem zich in de leesmode bevindt wordt de digitale beeldinformatie aanwezig in de tweede pixel van de zevende lijnlokatie van het acht-lijn geheugen 24 daaruit uitgelezen.
30 Deze digitale beeldinformatie wordt opgeslagen in de grendelketen 26 wanneer de grendelketen 26 wordt bekrachtigd door de leesklokpuls en wordt omgezet in een analoog signaal via DAC 28. Het analoge signaal bekrachtigt het elektronenkanon van de optische vezel CRT voor het bepalen van de intensiteit van de elektronenbundel op 35 een moment wanneer de bundelpositie korrespondeert met de tweede pixel van de zevende lijnlokatie 24g.
In de eerstvolgende vijf leesklokpulsen de teller 32b2 bekrachtigen zullen de eerstvolgende vijf opvolgende pixels van de :: )79 % - 21 - zevende lijnlokatie 24g van het acht-lijn geheugen 24 worden geadresseerd , de beeldinformatie die daarin aanwezig is wordt uitgelezen en omgezet in analoge informatie via de MC 28 voor het bepalen van de intensiteit van de elektronenbundel op een moment waar-5 in de bundelpositie Correspondeert met de eerstvolgende vijf opeenvolgende pixels van de tweede lijnlokatie.
Wanneer de daaropvolgende leesklokpuls wordt opgewekt schakelt het stelsel over van de leesmode naar de schrijfmode. Het signaal dat de schrijf/leesaansluiting van het acht-lijn geheugen 24 10 bekrachtigt zal gaan van een laag gaanningsniveau naar een hoog spanningsniveau. In responsie op dit hoge signaalniveau aan de schrijf/leesaansluiting worden de multiplexers 32b3 en 52b8 opnieuw omgeschakeld naar hun oorspronkelijke standen waarin de multiplexer 32b3 de uitgang van de eerste teller 32b1 verbindt met de 15 horizontale geheugenadresingang en de multiplexer 32b8 de uitgang van de derde teller 32b4 verbindt met de vertikale geheugenadres-ingang van het acht-lijn geheugen 24. Be schrijfklokpuls incremen-teert de teller 52,1 van de waarde 0 naar de waarde 1. Be teller 32b4 blijft op <fe waarde 7· Bijgevolg blijft de uitgang van de 20 eerste aftrekketen 52b5 op de waarde 6.
Baar de uitgang van de derde teller 52b4 op een waarde 7 blijft wordt de achtste lijnlokatie 24h van het acht-lijn geheugen 24» dat de vertikale geheugenadresingang representeert, geadresseerd. Baar de uitgang van de eerste teller 32b 1 nu een waarde 1 25 aangeeft wordt de tweede pixel van de achtste lijnlokatie 24h geadresseerd. Bij gevolg wordt de in volgorde erop volgende digitale waarde uitgenomen uit de grendelketen 22 en opgeslagen in de tweede pixellokatie van de achtste lijnlokatie 24h van het achtlijn geheugen 24.
30 Op het moment waarop de schrijfklokpuls gaat naar een laag spanningsniveau zal een leescyclus beginnen op de in het voorgaande beschreven wijze waarin & eerstvolgende zeven leesklokpulsen worden opgewekt door de lees/schrijfklokgenerator 32a3 voor het uitlezen van de digitale beeldinformatie aanwezig in de eerstvolgen-35 de zeven pixellokaties van de tweede lijnlokatie 24a van het acht-lijn geheugen 24. Beze digitale beeldinformatie wordt omgezet in analoge beeldinformatie via BAC 28.
- 22 - to
Vaaneer de 'beeldinformatie behorend bij de 2048-e pixel van de nieuwe lijn van de beeldbron is ingeschreven in de laatste pixel lokatie van de eerste lijnlokatie 24a van het acht-lijn geheugen 24 zal de telling van de eerste teller 32bl 2047 zijn. Op dit punt 5 schakelt het stelsel naar de leesmode waarbij de beeldinformatie behorend bij de laatste zeven pixellokaties van de eerste lijnlokatie 24a van het acht-lijn geheugen daaruit wordt uitgelezen en omgezet in analoge informatie via het DAC 28, welke analoge informatie de elektronenkanonnen bekrachtigt in de optische vezel CM via 10 een analoge poort. Op dit punt zal de waarde in de tweede teller 32b2 2047 zijn. De vertikale geheugenadresingang, de uitgang van de tweede aftrekke ten 32b 7, zal op de waarde 0 zijn. De waarde in de vierde teller 32b6 zal 6 zijn. De achtste lijn van de beeldbron is geheel ingeschreven in de achtste lijnlokatie 24h van het acht-13 lijn geheugen. De beeldinformatie behorend bij db eerste zeven lijnen van de beeldbron waarvan wordt aangenomen dat deze aanwezig is in de eerste t/m de zevende lijnlokaties 24a t/m 24g van het acht-lijn geheugen 24 is daaruit uitgelezen en omgezet in analoge signalen via DAC 28.
20 Op dit punt worden de schrijf en leeswijzers teruggesteld en de gehele schrijf/leescyclus als bovenomschreven opnieuw herhaald.
Pig. 7a heeft betrekking op een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding. Pig. 7a moet worden beschouwd in kombinatie met fig. 4 daar fig. 7a slechts dat deel van fig. 4 toont dat is gemo-25 dificeerd, De rest van de keten, niet getoond in fig. 7a is als aangegeven in fig. 4.
Met betrekking tot fig. 7a wordt opgemerkt dat de uitgang van de lees/schrijfklokgenerator 32a3 is verbonden met de ingang van de vierde teller 32b6 waarbij de leesklokpuls de ingang van de 30 vierde teller 32b6 bekrachtigt. De uitgang van de vierde teller 32b6 is verbonden met de ingang van de tweede teller 32b2. Dit in tegenstelling tot fig. 4 volgens welke de uitgang van het tweede teller 32b2 is verbonden met de ingang van de vierde teller 32b6 waarbij de leesklok de tweede teller 32b6 bekrachtigt.
35 De volgende schrijf/leescyclu* wordt toegepast in de uitvoe ringsvorm volgens fig. 7a:
Zoals fig. 7b aangeeft wordt de beeldinformatie behorend bij
“ ’ ' - 7 Q
*-· -7 %7 * - 23 - de eerste pixel van een nieuwe lijn van de beeldbron ingeschreven in de eerste pixellokatie van de achtste lijnlokatie 24h van het acht-lijn geheugen 24. Se beeldinformatie aanwezig in de eerste pixellokatie van elk van de zevende t/m de eerste lijnlokaties 24# 5 t/m 24a van het acht-lijn geheugen 24 wordt charuit sequentieel uitgelezen· Se beeldinformatie behorend bij de tweede pixel van de nieuwe lijn van de beeldbron wordt ingeschreven in de tweede pixellokatie van de achtste lijnlokatie 24a« Se beeldinformatie aanwezig in de tweede pixellokatie van elk van de zevende t/m de eerste 10 lijnlokaties 24gt/m 24a van let acht-lijn geheugen 24 wordt sequentieel gelezen. Seze schrijf/leescyclus wordt herhaald tot de laatste pixellokatie, de beeldinformatie behorend bij de laatste pixel van de nieuwe lijn van de beeldbron wordt ingeschreven in de laatste pixellokatie 2048 van de achtste lijnlokatie 24h. Dan wordt 15 de beeldinformatie aanwezig in de laatste pixellokatie 2048 van elk van de zevende t/m de eerste lijnlokaties 24# t/m 24a van het acht-lijn geheugen sequentieel daaruit uitgelezen.
" '·' “ " -r Λ • -· - - - y

Claims (5)

1. Werkwijze voor het overdragen van beeldinformatie behorend bij tenminste een beeldlijn van een beeldbron naar een beeldopnemend medium, gekenmerkt door de stappen van het het vastleggen van de beeldinformatie behorend bij genoemde beeldlijn in een 5 lijn van het beeldopnemend medium en het opnieuw vastleggen van deze beeldinformatie op genoemde lijn van het beeldopnemend medium, een en ander zodanig dat de kwaliteit van het beeld vastgelegd in de lijn van het beeldopnemend medium en de beeldinformatie behorend bij genoemde lijn van de beeldbron representerend gedurende de tweede 10 stap wordt verbeterd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door de stappen van het verder vastleggen van de beeldinformatie behorend bij andere beeldlijnen in andere korresponderende lijnen van het beeldopnemend medium waarbij deze verdere stap wordt uitgevoerd vol- 15 gend op de eerste stap en voorafgaand aan de stap van het opnieuw vastleggen en het verder opnieuw vastleggen van de beeldinformatie behorend bij deze andere beeldlijnen in andere korre sponderende _ lijnen van het beeldopnemend medium volgend op het eerste opnieuw vastleggen.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het ken merk, dat de beeldinformatie wordt vastgelegd op genoemde lijn van het beeldopnemend medium via een eerste aftastlijn geschreven over het binnenoppervlak van de frontplaat van een kathodestraal-buis, en de beeldinformatie opnieuw wordt vastgelegd in deze lijn 25 van het beeldopnemend medium via een tweede aftastlijn geschreven nabij het spoor van de eerste aftastlijn over het binnenoppervlak van de frontplaat der kathodestraalbuis.
4» Beeldoverdrachtinrichting geschikt voor het overdragen van tenminste een beeldlijn van een beeldbron naar een beeldopnemend 30 medium, gekenmerkt door, eerste middelen voor het opwekken van een signaal d at indicatief is voor de beeldinformatie behorend bij genoemde ene lijn van de beeldbron, en door tweede middelen reagerend öp dit signaal voor het registreren van de beeldinformatie in een lijn van het beeldopnemend medium, waarbij de eerste 35 middelen het signaal regenereren dat indicatief is TOor de •u ’ - v & - 25 - beeldinformatie behorend bij genoemde ene lijn van het beeld in responsie op het registreren uitgevoerd door de tweede middelen en de tweede middelen de beeldinformatie herregistreren op genoemde t lijn van het beeldopnemend medium in responsie op het door de eer-5 ste middelen geregenereerde signaal.
5. Beeldoverdrachtinrichting volgens conclusie 4, m e t h et kenmerk, dat de eerste middelen een verder stuur signaal opwekken voor het besturen van de registratie uitgevoerd door de tweede middelen, de tweede middelen verder een kathodestraalbuis 10 omvatten met een elektronenbundelgenerator voor het opwekken van een elektronenbundel die een aantal aftastlijnen schrijft op het binnenoppervlak van de buis in responsie op genoemd door de eerste middelen, opgewekt verder stuursignaal waarbij de lijn van het beeldopnemend medium over het oppervlak van de kathodestraalbuis 15 wordt bewogen synchroon met het schrijven van elk van de aftastlijnen op het binnenoppervlak daarvan, de elektronenbundel van de tweede middelen de beeldinformatie op genoemde lijn van het beeldopnemend medium vastlegt via het spoor van een van een aantal aftastlijnen in responsie op het signaal en de elektronenbundel van de 20 tweede middelen de beeldinformatie opnieuw op genoemde lijn van het beeldopnemend medium vastlegt via het spoor van een ander van het aantal aftastlijnen in responsie op het geregenereerde signaal* -- r! -·-*'* V
NL8302979A 1982-09-01 1983-08-25 Werkwijze en inrichting voor het overdragen van beelden. NL8302979A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US41385882 1982-09-01
US06/413,858 US4499501A (en) 1982-09-01 1982-09-01 Image transfer method and apparatus

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8302979A true NL8302979A (nl) 1984-04-02

Family

ID=23638961

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8302979A NL8302979A (nl) 1982-09-01 1983-08-25 Werkwijze en inrichting voor het overdragen van beelden.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4499501A (nl)
JP (1) JPS5964968A (nl)
DE (1) DE3329244A1 (nl)
FR (1) FR2532499A1 (nl)
GB (1) GB2126452B (nl)
NL (1) NL8302979A (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4734761A (en) * 1983-06-02 1988-03-29 Konishiroku Photo Industry Co., Ltd. Color image recording apparatus using a color recording cathode-ray tube with a blue-green phosphor, a red phosphor, and blue, green, and red stripe filters
DE3429107C2 (de) * 1983-08-08 1996-12-12 Canon Kk Bildaufzeichnungsgerät
FR2585527B1 (fr) * 1985-07-23 1989-07-07 Europ Propulsion Dispositif pour la restitution et/ou l'analyse d'images en couleurs utilisant un tube cathodique ligne a ecran sur fibres optiques
EP0213861A3 (en) * 1985-08-30 1987-12-16 Tektronix, Inc. Image transfer method and apparatus
JP2886242B2 (ja) * 1990-02-22 1999-04-26 東芝機械株式会社 印刷物監視装置
US5165073A (en) * 1990-05-04 1992-11-17 Honeywell, Inc. Facsimile apparatus for producing variable size and resolution images on a reproduction medium
US5184154A (en) * 1990-09-26 1993-02-02 Alliant Techsystems Inc. Method and apparatus for image production by selective or random exposure element activation
JP4211323B2 (ja) * 2002-02-27 2009-01-21 株式会社日立製作所 画像表示装置およびその駆動方法

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3821796A (en) * 1971-02-16 1974-06-28 Hughes Aircraft Co Television display system
US3829613A (en) * 1972-12-29 1974-08-13 Cit Alcatel Color intensity control system
DE2443378A1 (de) * 1974-09-11 1976-03-25 Agfa Gevaert Ag Verfahren und vorrichtung zur zeilenweisen aufbelichtung von farbauszuegen auf einen kopietraeger
DE3108115A1 (de) * 1981-03-04 1982-09-16 Philips Patentverwaltung Gmbh, 2000 Hamburg Verfahren und andordnung zur elektrophotografischen darstellung von informationen

Also Published As

Publication number Publication date
DE3329244A1 (de) 1984-03-01
JPS5964968A (ja) 1984-04-13
GB2126452B (en) 1985-11-27
GB8322413D0 (en) 1983-09-21
US4499501A (en) 1985-02-12
FR2532499A1 (fr) 1984-03-02
GB2126452A (en) 1984-03-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4288818A (en) Method and system to scan motion picture film to develop television signals
GB2162717A (en) Image processing apparatus
JPS6236426B2 (nl)
US5418572A (en) Method of and apparatus for displaying images at different rates
DE3406817A1 (de) Bildaufbereitungseinrichtung
GB1597504A (en) Television apparatus
JPH04506133A (ja) テレシネ装置中の損失および欠陥の補償
NL8302979A (nl) Werkwijze en inrichting voor het overdragen van beelden.
US5299014A (en) Telecine method and apparatus for the production of high definition television signals
US4476493A (en) Television scanning of motion picture films of different frame aspect ratios
EP0397647A4 (en) Film to video transfer method
JPS61117517A (ja) ガルバノメ−タの走査速度の補正方法
US5398119A (en) Photoelectric conversion device&#39;s shading correction circuit
GB2115639A (en) Digital video signal transmitting apparatus
US5179314A (en) Non-sequential raster scanning apparatus and method
GB2032216A (en) Flying spot continuous motion telecine apparatus having variable line frequency
JP2891775B2 (ja) ハーフトーン原画像の網目スクリーン化のためのデジタル化濃度限界値生成及び記憶方法
US3716664A (en) Separation color recorder system with recording on motion picture film using less than a full field of information to record each frame of film
US5666156A (en) System and method to improve the quality of reproduced images on a film to video transfer device
JPS6054569A (ja) 画像処理装置
US4502081A (en) Variable density scanner
JPS60224376A (ja) 画像記録装置
GB2127251A (en) Variable density scanner
JP3587539B2 (ja) 複数の画像フレームを含む画像クリップを表示するための方法および装置
JPS6265128A (ja) カラ−画像記録装置

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed