NL8302886A - Zonnewering. - Google Patents

Description

* ΰ -1- *

Zonnewering ^ De uitvinding heeft betrekking op zonneschermen ter +j afdekking van een groot oppervlak, zoals café-terrassen.

£ Dergelijke terrassen zijn meestal omgeven door glazen ra panelen en voorzien van een tentdoekdak, welk dak kan § worden teruggetrokken tegen de gevel van het gebouw.

Deze typen van daken hebben tot nu toe altijd problemen van waterdichtheid vertoond.

De uitvinding heeft ten doel dergelijke problemen op eenvoudige wijze op te lossen.

Het volgens de uitvinding voorgestelde tentdoekdak bevat een licht schuinliggend dak dat op een aan de gevel van het gebouw aangebrachte opwindrol kan worden opgerold.

Langs de zijkanten van het dak, zich van de gevel uit naar voren uitstrekkend, zijn twee metalen profielbalken, liggende in het vlak van het doek, aangebracht.

Deze balken komen op de bovenkant van de bovengenoemde scheidingspanelen te liggen en zijn aan hun naar het doek toegekeerde zijden van langwerpige gleuven voorzien, waarin het tentdoek wordt geleid, zodoende het geheel bij gesloten dak waterdicht afsluitend.

De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van tekeningen, waarin: fig. 1: een zijaangezicht is van het terrassendak zonder scheidingspanelen; fig. 2: een bovenaangezicht is van het gesloten dak; fig. 3: een dwarsdoorsnede is van de profielstaaf; fig. 4: een zijaangezicht is van de geleidingsinrichting van het dak met het dak in gesloten stand; fig. 5: hetzelfde aangezicht is met open dak.

Zoals weergegeven in de figuren 1 en 2 is het tentdoekdak (2) bevestigd aan de gebouwgevel (1), loopt schuin naar beneden af en steunt met zijn voorkant op vertikale scheidingsmuren, meestal bestaand uit glazen panelen gezet in houten kozijnen.

De figuren 3 en 4 tonen een 'doorsnede van het dak op grotere schaal. ./.

'-8302386 -2-

Zoals duidelijk in figuur 4 wordt het tentdoek (6) op jjj de opwindrol (4) opgerold, waarbij de windbuizen (3) +j <u door de gootconstructie (5) worden meegenomen.

® Figuur 3 verduidelijkt de situatie na het sluiten van w het dak..

% Het doek wordt afgerold van de rol (4) en de windbuizen (3) met hun borstels worden in op zichzelf bekende wijze naar hun standen gebracht.

Figuur 5 toont de kern van de uitvinding aan, die het mogelijk maakt, het dak waterdicht te sluiten.

Deze figuur geeft êén van de profielbalken weer, die langs de zijkanten van het doek zijn geplaatst.

De balk (10) is bij voorkeur van licht metaal eendelig uitgeperst en bevat drie werkende delen.

De ruimten (12) en (13) dienen ter geleiding van de windbuizen (3)ende gootconstructie (5) (figuur 3), ruimte (14) en gleuf (15) dienen ter geleiding van het doek (6)(niet weergegeven in figuur 5).

De doekgeleiding gebeurt door middel van gleuf (15) waardoorheen de zijkant van het doek steekt.

De gleuf (15) is breed genoeg om makkelijke beweging van het doek in dubbelgevouwde staat te verzekeren.

In de plooi van het doek wordt een flexibel staafje, bij voorkeur van kunststof, ingevoerd, welke het uittreden van het doek uit de gleuf (15) voorkomt.

Het beschreven staafje wordt gedurende het manipuleren van het dak op- en afgerold, glijdend in de ruimte (14) en voor uitlopen bewaard door gleuf (15).

De ruimte (14) dient bovendien als een zijgoot voor hemelswater, dat dan langs de lengte van deze ruimte naar de hoofdgoot (5) wordt afgevoerd zonder dat er water naar het terras kan doordringen.

83 0 2 8 8 6

Claims (2)

1. Tentdoekdak voor terrassen en dergelijke, liggende in een licht schuin vlak, naar beneden toe aflopend vanuit de gevel van het gebouw, uitgerust met oprol- w inrichting, doekrekking en geleidingsvoorzieningen ij met het kenmerk dat het doek langs beide zijkanten is o dubbelgevouwen om een flexibel staafje heen, waar uj beide staafjes dezelfde lengte als het doek bevatten •H s en over hun gehele lengte in gleuven in metalen ^ profielbalken worden geleid en welke flexibele staafjes bij het openen van het dak met het doek op de oprolbuis worden opgerold.

2. Tentdoekdak, volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de profielbalken in hun geheel in ëën keer worden gevormd door middel van bijvoorbeeld een extrusie procedure, dat zij een rechthoekige dwarsdoorsnede vertonen, welke is onderverdeeld in drie geleidings-ruimten, waarbij twee grote ruimten, één aan de bovenen één aan de onderkant, voorzien van gleuven in de naar het doek toegekeerde zijde, door welke gleuven de assen van de windbuizen in de balk treden en die in het midden van de naar het doek toegekeerde zijde van een kleinere ruimte is voorzien, in welke het tentdoek door middel van het daarin aangebrachte flexibele staafje langs de gehele lengte van het dak wordt geleid. 83 0 2 3 3 6